fie eopn zien
Lijflerik met ie Manke M
8
Be misdadige aanslag op een
sneltrein nabij 's Gravonbraksl
mmm
Vrijdag
Juli 1921
Bolsjewistischs drukssls in België.
Rond hel Parlement
oae gaawT-
Kerk,straat, 9 en 29, Aalst?— Tel, 114
XXVII' JAARGANG NUMMER tSS
T>A<T-TRT Ak T~> S CEKT1EKEH WEKELIJKS 0.50 Uitgever: 1, Van Ndpfbl-Dk Gunm
H. Elisabeth
I Zon op 3.58, onder 7,53
Eerste Kwartier den 41
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich tö wenden tot het Agenisohap I1avA6,8, Martelaarplein, te Brussel8Place de la Bourse, Parijs en -6, Bream's Buildings Londre3 E.G.4
Do lieer Destine, minister van we
tenschappen, heeft te Roux eene rede
voering uitgesproken over de oplos
sing der schoolkwestie, welke wij in
haar beginsel en groote lijnen hebben
(bijgetreden, omdat ze volkomen de
beginsels huldigt welke wij sinds
altijd hebben vooruitgezetalle scho
len op gelijken voet voor de ofücieele
hulpgelden vrijheid van onderwijs,
en van den huisvader in de keuze der
school.
We hebben uochtans voorbehoud
gemaakt.
Niet voor wat betrolt de rechtzin
nigheid van den heer Destrée, maar
voor wat de toepassing aangaat,
De toepassing moet gedaan worden
door ambtenaren en deze kunnen bij
die toepassing aan de wetten en regle
menten een wrongsken geven alhier
en een krookje langs daar, ia dezen
zin ot in eenen anderen.
Do minister kan niot alles zien en
nazien en zoo wordt er dikwijle veel
gedaan volgens den zin en wil der
ambtenaar^, en niet naar de woorden
en den wensch van den minister.
Een bewijs daarvan is het volgende,
dat verleden week komt te gebeuren
Zondag laatst is de koloniale dag
gevierd geworden de régëéring wil
de aan do schoolkinderen eerbied
inprinten voor ai degenen die aan het
beschavingswerk in den Kongo hunne,
hulp Lobben verleend en het werk zelf
doen hoogschatten.
Daarom had minister Franck eei
opstelletje gereed gemaakt, dat in al
de scholen afgelezen is. Er gebeurde
dan iels waarover L'Echo de la
Bourse zegt
We moeten ons allen aansluiten
i) bij hel 'werk dat onze kolonialen
hebben ondernomen, met onzen
Ivongo buiten de hatelijke en klein
geestige politiek te houden. Indien
we dat verlangen uitdrukken is het,
omdat de zaak, helaas noodig is.
Enkele dagen geleden hebben wij
het klein ovorzicht medegedeeld dat
de minister van koloniën in de scbo-
ii len van heal het land heeft doen
lezen. In dat overzicht herinnert-de
minister van koloniën aan de onver-
moeibare toewijding van onze mis-
sioimarissen. Zekere dwoeper van
het Kabinet van den heer Destrée,
schrabte die regels uit, en zonder
ij den beslisten wil van den heer
Franck die nochtans zeer verre
is de godsdienstige, overtuiging te
deelon van onze missionnarissen,
maar die een hoogst rechtvaardig
man is. die aan elk het zijne geeft
zouden die regels niet gelezen ge-
weestzijn.
Is het niet griezelig dergelijke ge-
BCanZBKT KAAS
aoul De Aavcry door II,
7' Vervolg
Mcii kafl eicii gean grootscher en tegelijk
aangrijpender tooneei denken, Dat lijkbed,
die eerbiedwaardige grijsaard, dat jonge
meisje, wier teederiieid men voor zwakheid
liad ku'iücü nemen, zoo zij niet van een wa-
ïenmoed ware vergezeld geweest, die ter
neergeslagen josgeman, en die andere jonge-*
ling, bij wieti i.et kuusleuaars vernuft ont
waakte. die weeuende kinderen, dat alles
vormde cea tafereel, waarin de droefheid
ouder al hare gestalten voorkwam.
Eensklaps noodzaakte het getuid van den
klopper op de huilendeur Ludivïua, haar
werk te onderbreken. Zij tiet het stuk doek,
dat op hare knieën lag, op den grond vallen,
en schoof den grendel wreg. Ren mali, met
een onheilspellend voorkomen trad zonder
te spreken den gang binnen. Zijn onbewege
lijke gelaatstrekken, zijn atijve tlik, de c ol-
lach dia hem op de lippen zweefde, maakte
op Lidivina oen uitwerking van schrik en
afkeer. Toen zij zag, dat de vreemdeling de
kamer naderde, plaatste zij zich op den
drempel.
bf ligt een doode hier in buis, zei Je
rij wat wilt gij
Mijn zending vervullen, antwoordde, de
vreemdeling barnek.
Welke zending vroegLidivina met
eene bevende slem.
- moetlsgeslellenis te moeten vastslel-
len, en dat vooral bij dezen die onze
o jengd moeten opvoeden.
La Libre Belgique maakt daar
op de bemerking, dat de sekretaris in
kwestie, de heer Cambier is, die aan
het Kabinet van den heer Destrée ge
hecht is en al het vertrouwen van de
zen geniet.
Terwijl de heer Destrée al hier en
daar redevoeringen uitspreekt, is het
de heer Cambier die de benoeming
doet en schikt, den zin vaststelt die aan
de wetteu moot gegeven worden, de
opzieners uitkiest eu met de kamera
den» van het Brusselsch Volkshuis
in zake van onderwijs allo bijzonder
heden regelt.
De heer Cambier is w ezenlijk on
derminister hij is opzettelijk uit He-
nogouw geroepen, waar hij om zijn
socialistisch anti-kierikaiism gekend
was, om den post vau vertrouwen,
dien hij nu inneemt, te vervullen.
Is het te verwonderen, dat do katho
lieken voorbehoud maken, ais do heer
Destrée schoone programmes uiteen
zet en zeggen te willen wachten tot
dat ze zien, welke uilslagen de prak
tijk geeft t
Er is hier immers kwestie dat ze
zich niet laten vérschalken, door al
vvat verteld wordt aan te nemen als
ware het reeds verwezenlijkt.
Minister Destrée heeft zijne ziens
wijze doen kennen te Roux. De socia
listen hebben zondor verzet geluisterd;
na de rede van den heer Destrée heeft
de voorzitter gezegd, dat de gedachten
van don heer Destrée dienen bestu
deerd te worden.
Hij heeft geenszins gezegd dat zo
zullen bijgetreden worden.
Vele socialisten en socialistische
bladen verklaren zich 't akkoord met
minister Destrée.
Wat de liberalen betreft deze zijn
er over het algemeen tegen. Zullen ze
veranderen van zienswijze
Intusschen is er noch in het bestuur
noch aan do wet iets veranderd.
Oppassen blijft de boodschap
5000 exemplaren worden aangeslagen.
Aanhoudingen.
Aan de Aziadok te Antwerpen, werd Dins
dag avond door een tolbeambte een kerel op
gemerkt, die van de stoomboot Virgilia kwam
beladen met een groot pak. Denkende met
een kaaiachuimer te doen te hebben, hield
hij hem aan en leverde hem over aan de po-
licie.
De policieofficier M. Braekman, die het pak
onderzocht, vond er 5000 druksels van het
blad Moscoii het orgaan van het 3e In
ternationaal Congres, eétt bolsjewistisch blad
dat in 't Russisch, Engelsch en Franscb was
opgesteld.
De aangehoudene was een inwoner dor
stad, die beweerde van niets te weten en dat
een onbekende hem gevraagd had het pak
van boord le halen en Daar een lokaal der
SuPaulusstraat te brengen waarvoor bij wat
zou verdienen.
Oak was hem een brief' overhandigd die hij
met liet pak in gezegd lokaal moest afgeven.
De onbekende man werd opgezocht en rond
middernacht had men hem te pakken toen hij
zich aan boord hegcf. liet is een Duitschers
O.., die bekende de bladen in Hamburg te
hebben ontvangen om zo te Antwerpen bin
non te smokkelen.
Later werden nog een paar mannen van
het schip Virgilia aangehouden, die hij de
komst der policie, drukwerk over boord had
den geworpen.
Het parket is van het geval verwittigd en
houdt zich met het ondeiv'oek bezig.
Da Sen&aiskoir,missiën
De Kommissiën van Geldwezen en Nijver
heid van den Senaat kwamen bijeen, onder
voorzitterschap van M Da Sudeleer. Zij
onderzochten het ontwerp betreffende hel
oprichten van een nationale maatschappij
voor goedkoope woningen. Het verslag de
G.lfinck werd a a i ïgenomen .J& e n weet dat
door bovenbedoeld ontwerp de regeering
gematigd is aan de maatschappijen voor
goeakoopo woningen belangrijke toelagen
te verlcenen.
Dezelfde kommissiën hebben insgelijks
het wetsvoorstel besproken waarbij aan do
regeering de toelating wordt verleend den
verkoop van Belgische waren in den vreemde
te verlekeren, Hol een bedrag 250 millioen
frank. Naman aan do langdurige bespreking
deel de hl», Maurice Despret, Lëpreux, De
Bast, baron do Mevius en Volckaert. De
minister van Nijverheid wordt in verband
met deze bespreking,'op de aanstaande zitting
uitgeuoodigd.
Do Kommissie van Geldwezen heeft ten
slotte het wetsvoorstel goedgekeurd betref
fende de boekhouding dar gedane uitgaven.
Da hervorming vaa den Senaat.
De afgevaardigden van Kamer en Senaat
kwamen gisterochtend bijeen en onderzoch
ten nogmaals het vraagstuk betredende do
Sonaatsliorvorming.
Do rechterzijde blijft haar ziens wij zé in za
ko sonaioriale vergoeding getrouw on is be
reid het kiesrecht op '21-jarigen ouderdom
aan te nemen, op voorwaarde dat de senato
ren geen vergoeding bekomen. De liberalen
tieüen daarentegen'het voorstel 'Braun bij.
Men vraagt zich af of de regeering ja dan
neen tot de ontbinding zal overgaan.
Ik ben Jean 1' Ourte, voegde de vreem.
deling er bij.
Die naam zegt mij niets, hernam het
meisje-.
Weet gij niet, dat na den dood van het
hoofd des huisgezins er over de erfenis te
handelen valt Ik vertegenwoordig hier
Hendrik II.
Lidivina opende een vertrek, grenzende
aan dat waar Lijderik rustte en door liet
woord recht lot iwijgeD gebracht, liet zij
vrijen doorgang aan Jean l'Ourte.
Wat is er riep Mark, door het gerucht
aangetrokken wat wilt gij zeide aan den
vreemdeling.
Zoo, jonge lieden, antwoordde Jean
l'Ourte. kent gij het gebruik niet in Brabant
en moet ik u zeggen, dat, zoo er iemand
komt te sterven, de landsheer de eerste erf
genaam van den overledene is
Mijn vader was arm zeide Lidivina
een degen, een reüquieëkastje en eenige
bladen perkament is alles, wat hij nalaat.
Gij hebt den degen zeker, jong mensch
het reliquieëtihaste on het kruisbeeld zijn dan
het erfdeel der andere kinderen ;Jon gij, zeide
Jean l'Ourte, terwijl hij Lidivina bij den
arm cioep
Mijn geliefde vader heeft mij zijn zogen
gegeven eri dit handschrift, dat hij met eeue
machtolooze hand geschilderd Leeft
Ik betrour hel zeide Jeau l'Ourte, dal
ik u slecht nieuvfsjkom melden, mijne schoo
ne maar ik Let» een man der wet. en on
verbiddelijk als zq is. Hertog Hendrik eischt
het kostbaarste uit de nalatenschap van Lij-
Dempsey* Carpsntier.
Gai'echietjjke wea>veiging«ssa.
De advokaat van het Bureel der interna
tionale hervormingen heeft Dempsey voor
het plaatselijk gerecht gedaagd om zich te
verantwoorden tegen do beschuldiging van
slagen en verwondingen toegebracht aan
Ca frontier tijdens de,n boksmatch van Zater
dag 1. 1. te Jersey City.
Deinpsev verblijft op dit oogenblik te New-
York en het is weinig waarschijnlijk dat hij
naar Jersey-City zal terug keeren om zich aan
de rechtbank dier stad aan te geven.
De hervormers vaa hot internationaal
bureel verklaren dat zij niet alleen plan heb
ben om vervolgingen in te spannen leger, de
deelnemers aan den boksmatch en den inrich
ter, maar dat zij tevens de afstelling zuilen
vragen van den gouverneur van New-Jersey
om dezen amblelijkcn boksmatch ie hebben
bijgewoond.
De geneesheer heeft Carpentier eene maand
rust der rechterhand voorgeschreven in ver
band met de dubbele breuk van den duim.
derik, den kunstschilder, en ik neem in zijnen
naam bezit van het Evangelieboek.
Ach zoo streng kunt gij niet zijn
riep liet jonge moiaje uit. Dit boek heeft geen
overeenkomst met de werken, onder zijne
kunstenaarshand ontloken.
Hij heeft in iedere bladzijde het beste deel
rfjner ziel gelegd en zijne ceiligate herinne
ringen. Dat is geen kunstwerk, maar een
geheiligde reliquie. en, gij weet het, men
schendt reiiquica door ze weg te nemen.
Ik ken alleen mijn plicht, antwoordde
Jean l'Ourte. Men heeft mij bevolen, in naam
van den hertog van Brabant, dat te kiezen,
wal liet meeste waarde heeft in het huis van
den overledene en ik. doe het.
Aoii, dat is een onrnenschelijke wet,
zeide Lidivina, terwijl zij in tranen uitberste.
Ik heb ze niet gemaakt, antwoordde
Jean l'Ourte.
Men moet een onmensch zijn, om ze
ton uitvoer te brengen, voegde Mark er mei
een dreigende stem bij.
Stil, zeide de beambte der wet ik ver
tegenwoordig hier hertog Hendrik II en die
mij aanrandt, beleedigt hem. Ik hen geen
man, om een smaad ongewroken te laten.
Aar. uwe zuster heb ik wel de rede willeu
verklaren, waarom ik liier gekomeu ben
aan u geef ik mijn wil te keunen nog een
woord, nog eene verdachte beweging, eu gij
zult u tegenover den rechter wegens muiterij
le verantwoorden hebben.
Heb medelijden met ons, zeide Lidi
vina, terwijl zij Jeau l'Ourte bij de hand nam;
Nadere bijzonderheden
Het verhaal van den statieoverste
Hennuyëres.
Daar het ongeluk gebeurde op pas eenige
meters van de statie van Honnuvères, was
het personeel dezer statie, met den sialio-
overste M. Grégoire aan 'l hoofd, natuurlijk
dadelijk ter plaats.
M. Grógoire deed volgend verhaal over
de ramp
m Nadat ik in der haast drie geneesbeeron
van 's Gravenbrakel en een van Virginal had
ontboden on de statiën vnn Brussel Zuid en
's Gravenbrakel had verwittigd om hulp te
bekomen, seinde ik ook om liet parket.
i) In afwachting der hulpireinen begon ik
met mijn personeel en eenige reizigers, de
eerste opruimingswerken. Ik werd in dat
bijzonder geholpen door M. Leon-
werk
Paulin Lagneau, een Fransch kustvoarder
wonende te Chateau Thierry, dio zijn schip
ging vervoe.en in Den Haver en door een
manoeuverman, Leopold De Paepe, van Ber
gen, die mij met bewonderenswaardige
opoffering ter zijde stonden.
Daar het pikdonker was, kwamen de
bewoners der huizen langsheen den ijzeren
wog weldra opdagen met lampei) ten einde
de opruiming te vergemakkelijken.
f Eerst werden de gekwetsten van onder
de puioen van den postwagen gehaald, en
daarna de lijken der zes ongelukkige postbe-
'iendeti, die den dood in de ramp gevonden
hadden. Deze lijken waren afgrijselijk ver
minkt. .\llen waren den schedel gepletterd
on de Leanen gebroken. Twee hunner waren
door stukken hout den buik opengereten en
hunne ingewanden waren alom verspreid. De
lijken en de gekwetsten lagen onder de zak
ken brieven en waarden bedolven.
De zes lijken werden in het magazijn der
statie gebracht en er onder zeilen bedekt.
Ook al de postzakken en waarden werden in
dat lokaal verzameld.
Intusschen waren do hulplokomotieven
m8t de groote ophaalkraan aangekomen. Da
reizigers en do lichtst gek westen namen
pleats in de onbeschadigd gebleven rijtuigen
en werden naar Brussel teruggebracht.
Vier geneesheeren, die in auto tor plaats
gesneld waren, verzorgden de andere ge
kwetsten. Deze werden dan in een inmiddels
,e vorm den bijzonderen trein «-gelegd en ook
naar Brusael gevoerd.
Do dooden
Ziehier de namen der ongelukkigen die
in de ramp bet leven verloren hebben
1. Leon Guilbe'rt, Lrigadeoverste der trein-
takteurs. Deze man, reeds van hougan leef
tijd, legde zijne laatste reis af en zou Woens
dag in org end. bij zijne aankomst te Parijs
op pensioen gesteld worden.
2. Desnoyer, toezichler van den Ireinpost-
dienst.
3. Grafteaux, id., 4. Edward Toussainl
5. Eloi Dessurae; 6. Jules Diant, alle drie
postklerken.
Allen waren woonachtig ia den omtrek van
Parijs.
De gekwetsten
Eenige licht gekwetsten werden ook naar
het gasthuis van Uebecq overgebracht.
Ziehier de namen tier gekwetsten die te
Brussel verzorgd worden
MM. Victor Dandinne, van Pavillon-sous
Bois; Gaston Dupont, van St. Leux la Forel;
Gustave Ferton, van Parijs; Edward Chabrier
van Ile-AJam, allen Franscbmans; Gustaaf
Van Beethoven, stoker, wonende Georges
deuk toch, boa diep wij in liet ongeluk, in
het lijden gedompeld zijti. Nauwelijks heb
ben wij sedert eenige uren onzen vader ver
lorenof de wet treedt hier binnen en vor
dert, dat wq op nieuw van iets scheiden,
dat ons dierbaar is. Neemt onze meubels,
neemt mijne ju weelen verdrijft ons zelf3 uit
bet buis, waarin wij opgegroeid zijn maar
eerbiedigt het handschrift van onzen vader,
laat het oua eenige schat zijn in oaze groote
armoede.
Dat is onmogelijk antwoordde dan Joan
1'Ourle.*Hier zal een ongeluk gebeurenzeido
Mark, en het bloed, dat er vergoteu wordt,
zal op uw hoofd neerkomenJean l'Ourte
Miju vader heeft mij een degen aehtergela-
ten, neem uwen dolk en dat de Almachtige
uitspraak doe tusschen den roover en de
weos.
De jongeling sprong op den beambte vao
den fiscus toe, die hem met den dolk in de
hand en de vuist legen de borst afwachtte.
Broeder, zeido zij, laat mij voortgaan
met mijne gebeden tot beinte richtteu. Heer
Jeau l'Ourte, ik zal u het kloppen van inijn
hart laten hooren en de woorden doen be
grijpen, die uit mijne tranen spreken. Laut
mij u vermurwen, bij den naam uwer moe
der, die u bemind heeft, zooals ons onze va
der beminde, bij den naam uwer kiuderen,
zoo God een wieg onder uw dak geplaatst
heeftIk eisoh niets, ik beu eeu zwakke be
droefde vrouw toen zij aan onze deur kwam
kloppen, was ik bezig hel doodlaken voor
mijnen vader le naaien. .Mijne banden zullen
hem begraven.,.
Moreaustraat tg Anderleeht-Cureghem; GuiL'
"KaFu, wonende te Mitam (Italië).
De toestand van Van Beethoven is niet erg.
De man heeft slechts eene gapende wonde»
aan liet hoofd. Daudine heeft een pols gebro
ken en is erg aan den schedel gekwetst.
Gaston Dupont werd een bil en de schedel'
gebroken. Zijn toestand was zeer onrustwek
kend.
Gustave Ferton werd een been op twee
plaatsen gebroken en bet sleutelbeen ont
wricht.
Edward Chabrier werd een been Termor*
zeld, dat te Brussel onmiddeiiijk afgezet
werd. De ongelukkige werd ook een schou
der ontwricht. Men vreesdo een noodloltigen
afloop.
Het was slechts nadat a! da gekwetsten
geborgen waren, 'tis to zeggen rond 71/2
ure, dat kapitein Lagneau aan zijn eigen
reisgoed dacht. Geholpen door den statie
overste, vond hij nog ailes tarug en vertrok
dan ook naar Brussel.
Onder de licht gekwetsten bevinden zich
MAL Cardinal, treinoverste; Antoon Nolf,
treinwachter; Albert Legrand, rijtuigkuis
schor; Mej. Marguerite Dutor, van Breteuil-
t-ur Iton; Pierre Boeckx. Gezondheidstraat te
Antwerpen, gekwetst aan lioofd, armen en
beenen; Ari Dejongh, van Siiedrecht (Hol
land) enz.
Het parket en de overheden ter plaats
De tijding der ramp had zich bliksemsno!
verspreid. Daar het hier een post-snellrein
gold, welke gewoonlijk veel wa rden ver
voerde, waren M. Ulens, bestuurder bij het
spoorwegbeheer te Brussel en M.Depiucharl
tijdelijke postbcstuurder te Bergen, onmid-
delijk in auto naar da plaats der ramp ge
sneld, zoowel om mede le helpen aan het
redden der postzakken, dan om hulde te
brengen aan de zes gedoode Franse he post
bedienden. Onder hun toezicht werden de
poststukken gesorteerd. Dit was een uiterst
kioseh werk, daar allös met bloed en vieesoh
der slachtoffers besmeurd was. Een jonge
telegramdrager, Maurice Demul offerde zieli
hier voor dat werk.
M. Hqnrez, beheerder der spoorwegen
M. Delchatnbre, dionstbestuurder in Brussel
Zuid, Coppens, controleur te 's Gravenbra
kel, die met de bulpmachienen te Hennuy
ëres waren aangekomen, Ott(mooUeu daar
het parket van Bergen.
Het eerste onderzoek
De ambtenaars van het spoor wegbeheer
en de magistraten gingen dadelijk over tot
een onderzoek om de oorzaak der ïamp r.ist
te stellen. Zulks duurde niet lang het on
geluk had plaats gehad juist aan eene split
sing der baan en onmiddelijk bemerkte inea
dat de excentriek losgevezen was. De wia-
seinaalden stonden tegeu het hoofdspoor,door
den sneltrein te volgen, zoodat deze onver
mijdelijk moest ontriggelen. Op de vijzeir
bemerkte men heel duidelqk versche sporeo
dat er aan gewerkt geworden was, waar*
schijn lijk met een engelschen sleutel.
De drijfveer van den aanslag
De magistraten vragen zich af, w^lke de
drijfveer mag geweest zijn van den ellende
ling die den aanslag pleegde. Verscheidene
veronderstellingen worden gedaan. Men
vraagt zich af of deze aanslag niet in ver
band staat met soortgelijke aanslagen on
langs in Frankrijk gepleegd.
De sneltrein Amsterdam-Parijs hoort toa
aan eene Frauscbe kompagnia en hel perso
neel is groolendeels samengesteld uil Fran-
schen.
Anderzijds vervoerde de trein aanzienlijke
waarden, waaronder eene som van twee mil
joen bestemd voor bei Fraosch gouverne
ment en belangrijke waarden bestemd voor
Hollandsch Indië.
Mijne krachten zijn uitgeput verg vao
mij geen nieuw offer, meer. Straks heb ik a
norsch bejegend, alsof gij dat gebruik inge
steld hadt welnu, ik beken bet, ik bad
ongelijk, gij kunt er zelfs niet aandoen gij
moet zelf gehoorzamen... Maar de wet is
door merschen banden gemaakt men kan
ze veranderen, se verzachten, maar een maal
een enkele maal voor de kinderen van Lij
derik...
Ik kan er niets aan helpen maar ik
heb u nog maar de helft van mijne zeodiag
bekend gemaakt.
De helft nog maar, goede God 1 Wat
staat ons nog te wachten
Gij moet Lijderik eeu zijner handen af
houwen en ze aan den hertog brengen ten
leeken van onderhoorigheid.
De hand afhouwen
Lidivina voltooide hare gedachten niet
tij wierp een blikgvol afgrijzen naar üe lijk-
zaal.
En, hernam Jean l'Ourte, weet gij, dat
de beul met dat werk belast is, wanneer de
familie woigert zich te onderwerpen
Lidivina viel op bare knieën.
Dood mij, Jean l'Ourte, riep zij uit, 1
dood mij want ik zweer, dat, zoolang ik
leef, gij niet aan de hand mijns vaders raken
zult.
Dan zult gij zelf de bloedbelasting be
talen, dan zult gij zelf aan het recht der roode.
lirud voldoen.
Antwoord niet meer, sta op, zeide Mark
Ziet gij niet, dat geen raqnschelyk gevoel
niet meer in die lage ziel, huist (Vervolgtd