Lijtt Kt de blanks M Ir de verwoeste stti 19 Hst G ogres m dsn Middenstandsbond Dinsdag J«li 1921 Sen onderzoek van dea Senaat Prins Leopold ie Luik Leaning dar Vemta Gewesten. 13© Het Bslglsch vaandel Mesdlgd ia bezet Duitschlanii- DE VOLKSSTEM XXVII* JAARGANG NUMMER 184 Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.— Tel. 114— Tra A ir^-TPET A n S CENTIEMEN WEKELIJKS 0.50 Uitgever: J. Van Npffel-Db Gbmpt Publiciteit bulten het Arrondissement Aaiet, zich te webdon tot het AgeDtschap Havab,8, Martelaarpleio. te Brueael8, PJace de la Bourse, Parijs eo C„ Bream s Buildings Loudres E.G. t H. Vincenlius van P. I Zonop4,09, onder 7,44 Voile Maan den 19 Er wordt zeer veel gesproken over bet herstel in de verwoeste gewesten. Als men de officieele vTerslagen hoort, j gaat het om te best en om te spoe- digst, maar nis men ter plaats gaat kijken, staat men verbaasd dat er zoo weinig gedaan is. De Senaat heeft er hot njne willen van weten en heeft eene kommissie, beslaande uit een aantal senatoren, benoemd om persoonlijk en ter plaats eens to gaan zien. Die kommissie is eerst naar West- Vlaandoren getrokken. Zij heeft vast- gesteld dat er 126,715 hectaren ver woest zijn geweest, en dat er nog 28,000 moeten in staat gesteld wor den. Er waren Er zijn in 1914 in 1921 Paarden 18,467 9,167 Rundvee 116,364 39,480 Schapen 8,252 10,272 Varkens 135,860 35.851 Huizen 66,540 27,118 Barakken 12,628 Van da bevolking ontbraken maar 81,317 inwoners meer. liet verslag van don Senaat stelt vast 17 Dat het herstel der landerijen veel rapper is vooruitgegaan dan het herstel der gebouwen. (Dat is zeer na tuurlijk, de bevolking heelt daaraan zelf de hand gaslagen, zonder te wach ten naar de tusschenkomst der penne- krabhers. 2" Dat het herstel van den veesta pel vertraagd is tengevolge van het uitbreken der veepest (en vooral door de domme manier op welke de op- oisehing van.dieren, door den Vrede van V&rsaUlos werd geregeld.) 3' Dat de inwoners zeer spoedig wéerkeeren. 4° Dat het herbouwen van huizen on stailen veel te traag gaat, om de inwoners behoorlijk te kunnen huis vesten en het vee en den oogst te kuu- nen onderdak brengen. De inwoners, zegt het verslag, zit ten in het nauw in hunne barakken, in slechte gezondheidsvoorwaarden, zonder behoorlijke gezondheidsiniich- tingon en zonder drinkwater. Het stelsel van hefhouwing door den Staat, wordt door den verslagge ver de heer Bruneel, streng beoor deeld. De Staat werd de grootste onder nemer van het land, zegt de heer Bru neel (natuurlijk de politiek van de zeem-eendracbt was de verstaatsing van alles) maar de diensten werden niet ingericht op handelsvoet maar op BEWERKT NAAR JUaoul De Natrrij dear II. 16- Vervolg Toen hij stierf, ware mij tiet leveri een last toegeschenen, zoo ik niet de kinderen te bewaken gehad had. Hij heeft zo mij ter ver zorging toevertrouwd, aan tien moeet ik mijn bestaan wijden. Maar toen hij zijne vader. ■lijUe handen over mij uitstrekte om mij te zogenen wist ik niet, dat mijne rechtmatige emart nog zou toenemen.Op zijn doodsbed neval hij raij tnij de vrouw te worden van zekeren jongen man en Godelieve en Richard els mijne eigene kinderen te beschouwen mijn levensbaan was afgebakend ilt kon niet van den mij voorgesolireven weg afwij ken... En toch... Maar wat gaan mijne be. langen u aan Ik wil altoen over Lijderil; spreken. Gij hobt uwen roemrijken vader lief gehad, o voret, gij hebt hom beweend. Denk aan uwe smart en gij zult de mijne begrijpen. Maar u heeft men ten minste vrij gelaten, tranen te storten. Ik moet de mijne onderdrukken. Terwijl ik zeifin vertwijfe ling was. moest ik de anderen troosten. Ik zeg u dat alles, opdat gij medelijden zoudt hebben met mij bij het vernemen, hoe ver mijne ellende zich uitstrekte. Teen de pries ter het huis uitgegaan wat, weet gij, wie het toon waagde veor ons, weezen, te verschij nen 1 Jean l'Ourte I Jean I'Ourtdherhaalde de hertog, Usof hij zich zocht te herinneren, aan wien bestuurlijke wijze met al de pracht en de papierkladdérij en de rangorde die de trage werking en da niet verant woordelijkheid medebrengen. Men moeet niet anders hebben dan dat om de goede werking te verhinde ren van eene inrichting die aan de verwoeste streek de grootste diensten had kunnen bowijzen. Övergroote kontraklen werden voor rekening van den Stoat gemaakt om hem zonder uitstel da noodige mato- rialen te bezorgen. Het winstbejag dor voortbrengers, der tusschenhandelaars, der werkba zen kende geene palen meer. Zekoro voortbrengselen bereikten tot 17 maal den prijs van 1914, zooals het verslag van den heer Vinok vaststelt, a Zeer juist geklopt. Men mag zeggen dat do zotte prij zen, aan welke de Staat in 1919 on 1920 den baksteen gekocht heeft, eene der voornaamste oorzaken zijn van de krisis die nu in de bouwnijverheid heerscht. Steen die voor den oorlog gebakken was en waarvan de prijs 14-15 is in 1914 zou geweest zijn, werd door den Staat aan 70 en 80 fr. gekocht. Steen, die na den oorlog gebakken werd, en 35 tot 40 fr. kostte, werd door don Uil-Staat aan dezelfde prij zen aangekocht. Dat had voor gevolg het bouwen in heel het land stop te zetten, ook iu de verwoeste streken, in het belang van wslke, zoogezegd, het steen gekocht was. De Staat heeft daarbij oeuiga dozij nen miljoenen ingeschoten. Hot verslag van den Senaat zegt De gevolgen waren rampvol. Men liep naar den ondergang en men moest aan dat stelsel verzaken. Maar do zakken die moesten gevnlt worden waren proppensvol en dan is minister Thounis gekomen en heeft gezegd Sparen, jongens, sparen En men spaart De bulletijns van oorlogsschade worden nagezien met eene nauwkeu righeid die eene betere zaak ^aardig is. Men geeft 100 fr. uit aan rekenaar en narekenaars om te zien of er hier of daar geene tien centiemen te veel is gerekend. En dat duurt... duurt... duurt Het verslag zegt het Cijfers toonen het weinig getal kontrakten aan die uitgevoerd worden inderdaad het voltrekken van het werk laat oneindjg te wenschen. Het grof- werk wordt gewoonlijk met spoed ge daan, maar zeer vele woningen worden en blijven maanden lang onbewoon baar, bij gebrek aan deuren, ruiten of vloeren. die naam toebehoorde en aan welke orde van denkbeelden bij kon verbonden zijn. Vorst, vorst zeide Lidivina, gij weet missobien niet, wie die man ia en wat hij ▼erlangde 1 Ga voort, ga voort I zeide de prins. Jean l'Ourte hernam Lidivina met eene stem, die van ontwaardiging trilde, kwam in uw naam de nalatenschap van Lijderik op vorderen Het handschrift, dat Lijderik op zijn doodsbed aan zijne dochter vermaakte... Dit, vroeg hertog Ilsndrik Ja, dit. Gij had het moeten weigeren. Ik heb het hem geweigerd. En Men antwoordde mij Caudos zal mor gen hiei-zijn plicht doen Caudos, prins gij weet misschien ook niet, wie Caudos is Neen, antwoorde de hertog met doffe stem. Dat is de beul. Hendrik slaakte een kreet van afgrijzen. Zoo gebiedt het de wet, prins. Jean l'Ourte vervulde zijn plicht.Maar, wat hij verlangde was zoo afschuwelijk, dat ik om uitsel vroeg. Ik zeide tot mij zei ven De hertog is jong en goed. Hij zal voor een on kelen keer van een verfoeielijk recht afstand doen hij zal mij aanhooren, door mijne traneu bewogen worden. Wel wel mompelde Hendrik. Ik liep met verwarde baren en halfdood naar het paleis. Ik vroeg naar u, ik vroeg naar rinder Olto. Gij waart te zamen op jacht gegaan, vorst. God wilde mij die beproefing Volgens bat verslag zijn 2580 kon trakten (van herbouwing in uitvoe ring) enkel 220 zijn geheel afgedaan 7305 zijn geteekend en men is bezig met het onderzoek van 12923 andere. We zijn bijna drie jaren na den oorlog en enkel 220 huizen zijn her bouwd op 66.540 die vernield werden Men moet bekennen dat bet mager is. Het verslag stelt vast dat bet nu toch wat rapper begint te gaan 't wordt tijd. Doch met bet huidig stelsel is het te denken dat de kleinkinderen van vele geteisterdon do oorlogsschade zuilen mogen gaan ontvangen die toe gekend zal worden aan hun groot vader l Om ta sluiten, laat ons zeggen Jat de Senaat daar een zeer goed werk heelt gedaan dat wellicht de slaperigheid uit de bureelen wat zal verdrijven. Laaiste dagen der inschrijving voor Lourdes Voor inlichtingen zich te wenden bij den heer Modeste Cercofett Leopoldstr. 11, Aa'st. Prins Leopold heeft gisteren te Luik don gedenksteen ingehuldigd, ter herdenking van de 91 voor het vaderland gevallen leer lingen van het Atheneum. Ontvangen in de Guillennnslalie door den heer gouverneur Grégoira en den heer d. d. burgemeester Hénault, is de prins in auto gereden naar hel Collége St Servais, waar hij bloemen ging neerleggen op het gedenklee- kön der 161 gesneuvelden van dit gesticht. Verder bezocht de pms het Huis van den Nationalen Strijdersbond en daarna het pro vinciaal hotel, waar hen* overheden wer den voorgesteld. Daarna had de inhuldiging plaats van het gedenkleeken in het Atheneum, waar de prins omringd was door de ministers en staatsmi nisters van de streek, heeren Jaspar, Neu jean, Wauters, Van Hoegaerden en Beryer, de senateurs, hoogere officieren, het schepen college, enz. Do prefekt van het Atheneum begroette den prins, die in zijn antwoord hulde bracht aan de vaderlandsche gevoelens der jeugd. Na een optocht der leerlingen en der volks maatschappijen, reed de prins naar de statie en vertrok te 1 uur 10 terug naar Brussel. De winner van het groot lot. Luidens een bericht uit Koitrijlc, is de winnaar van het groot lot de eerw. li. Nau- vvyck, pastoor te Houthem. Vroeger was hij onderpastoor te Harelbeke, waar hij zeer ge acht was. Het winnende lot was door de Bank van Kortrijk aan haar bijhuis te Poperiughe ver kocht. Het lot is goed gevallen de geestelijke, die't gewonnen heeft, stond vroeger om zijne hulpvaardigheid voorde armen goed bekend. niet sparen... Ik begreep het. Ik voldeed in vertwijfeling, half waanzinnig, want vast besloten, mijn vader voor dien laatsten hoon te behoeden, ten naaste bij de vereischten der wet.... Zij vorderdo eene doode hand voor u... welnu gij hebl er eene... En nu, prins, genade en medelijden Laat de straf dio Lidivina alleen verdiend heeft, ook op haar alleen neerkomen laat mijne broeders en zusters in vrede leven en ontheilig niet het graf van Lijderik. Lidivina wierp zich op de knieën en strekte naar dan prins hare beide armen uit, waar van een de sporen droeg van een heldendaad zonder voorbeeld in de geschiedenis. Hendrik sprong op haar toe. Tranen, die van zijn edel hart getuigden, ontsprongen zijn oogen. Hij siddorde van bewondering en medelijden. Lidivina, riep hij uit, o edelmoedige dochter 1 En ik, ik ben de schuld van uw ongeluk Waarom -wilde de Voorzienigheid niet, dat ik iu het palois was, toen gij naar mij [toekwaamt Een onherstelbare ramp ware voorkomen en ik zou niet die gewetens wroeging gevoelen, die mij nu mijn geheel leven zal vergallen... Wat kan ik uog voor u doen wat vraagt gij van mij wat wilt gij van den prins, die vau nu af vreemd zal zijn Niets, vorst, uwe goedheid roert mij meer dan ik het kan uitdrukken, Maar, hernam c1# hertog, terwijl hKLi- divina deed nederzilten, vergun mij nog*eene vraag gij spraakt daar straks van een huwelyk Eene nieuwe ziekte door den oorlog mee gebracht en waarvan eonige paarden in Bel gië aangetast zijn. Ze zet zich uilsluitelijk voort door de geslachtsorganen, derwijze dat een aangetaste hengst, soms een groot getal merriën kan besmetten. Do omloop der ziekte wordt gewoonlijk iu 3 tijdperken verdeeld. Hierna geven wij de kenleekcns der ziekte binst de verschillige tijdperken 1*) Eerste tijdperk bij den hengst. Dit tijd perk wordt gekenmerkt door de gezwellen. Van den elfden lot den 20n dag na de be smettelijke bekoppeling bemerkt men eene water inhoudende opzwelling soms alleenlijk aan het onderste gedeelte van den koker, soms uitgebreid aan de teelballen on aan den onderbuikswand. Hel vrije uiteinde van de roede is doorsijpeld en dik gedurende het rekken. Het water-kanaal io bij de opening ontstoken, en wordt donkerder van kleur (slijmvlies). Da oppervlakte vae de roede toont in zekere gevallen roode vlekken aan, kloven en verschillende kleine blaasjes. Doch dikwijls ontbreken of verdwijnen deze ver wondingen. Do teelballen en de poes zijn gewoonlijk pijnlijk, de klieren van de lies zijn gezwollen De zwelling verdwijnt langzamerhand en doet zich enkel nog voor aan de geslachts. organen. Het wateren en het rekken dei- roede zijn pijnlijk, de eetlust blijft bestaan doch het dier vermagert. De lendenen zijn zeer gevoelig, wanneer men er op duwt zakt het dier in een, of werkt tegen en krqjut den rug. 29) Eerste tijdperk bij de merrie. De eerste verschijnselen toonen zich 5-6 dagen na de bespringing. Eene of beide lippen van de scneede zwellen, het slijmvlies is vuurrood. Het dier verliest eene slijmachtige vloeistof, eerst dun en vloeibaar, na eenige dagen kleurig en geelachtig. Er ontstaat hevige jeuking. Het ontstoken slijmvlies is soms etterachtig. Na eenigentijd wordt de zwelling kond en ongevoelig. Aan de oppervlakte der roode plekken vau het slijmvlies doet zich eone afscheiding voort van de opperhuid dio witachtige, weinig uitgebreide onregelmatige plekken achterlaat. Het dier vermagert en de lendenen zijn pijnlijk. 3e) Tweede tijdperk of tijdperk der plek ken. Eit tijdperk der ziekte is gekenmerkt door eene verergering van dc algemeeno keu- teekans en door het verschijnen van eenige toevallige ziekteteekens. Van den veertigslen tol den zestigsten dag verschijnen overal op hel vel, bijzonderlijk op het kruis, de ribben en 't flaukgedeelte eigenaardige plekken. Op de hoogte dezer plekken, Op de hoogte dezer plekken is de huid eenvoudig dikker geworden en het haar ia.rechtstaande. Ze ontwikkelen zich in 24-36 uren en na 5, 6, 8 dagen verdwijnen za op eenige uren lijd. Bij het zwoeten blijven deze plekken droog. De lymphatieke knoppen zwellen en blijven week en doorsijpeld. Soms verwekt dc ziekte een drogen hoest, andere keeren bestaat er een zeer prikkeleud jeuksel. Men kan vergankelijke of voortdurende ver lamming waarnemen bijzonder aa:i de lippen. Er ontstaat ontstekende zwelliug der ge- wriehtsholten en verlamming, bij ^voorkeur aan de achlerpooten. De verzwakking der dieren neemt immer toe de ^vermagering vermeerdert gedurig, de dieren blij veu lang liggen, zij staan moeie- lijk op en liet staan seliijnt hun pijnlijk. De guug is wankelend, 't kruis zwenkt onder eene* lichte drukking de pooten slepon bijua over den grond gedurende het gaan het stijgeren is moeielijk. De volle merriën ver schieten dikwijls. Derde tijdperk. De zwakte der spieren is Ja, mijn vader had mijne toekomst meenen te verzekeren, door mij Lichthart van Eek tot gemaal aun te wijzen. Dat is de zoon van mijn wapensmid Dezelfde, prius Liohthart voelde dan geene groot# geheohthoid voor mij en ik zou oen gedwongen echt ingetreden zijn. Wat daarna gebeurde, heeft allee tusschen ons afgebroken. Hoe die heldendaad... Ileefl raij verminkt... En Lichthart van Eok heeft zijn woord teruggenomen t Ik heb het hem teruggegeven. D# ellendeling mompelde de prins. Siraon waa de beste vriend mijui va- dors mijn broeder Mark werkt bij hem beiden zullen mij beschermen en liefhebben, vorst.. Dus hebt gij te gelijkertijd uw vader, uw geluk en uw verloofde verloren, zeide Hendrik. Alles, wat mij nog overblijft, is een dierbaar graf, waarop ik kan gaan weenen, een zuiver geweleu en het vertrouwen op God. Vergeef mij, dat ik de oorzaak ben van uw ongeluk. Lidivina, zeide de vorst, het is mijne schuld ik heb er de verantwoorde lijkheid van op mij. Een vorst is pliehtig, wauneor hij niet weet, wat er in sijne staton omgaat. Uw r.aam zij gezegend, lieerik weet, dat gij mij genade zoudt geschonken hebben. Op welke wijze kan ik nu mijn onge lijk herstellen zichtbaar geworden, de gang is twijfelend, lastig, de pooten sleepen over don grond, stijgeren is onmogelijk. De slijmvliezen heb ben eone bleek roosachtige kleur de zieken hebben geen of weinig eetlustde gezwel len bereiken de lagere deelen do water-: looziug is moeielijk, de pis dik. Men kan oppervlakkige zweren of be nevelde oogen bemerken. Ér weze opgemerkt dat de temperatuur gedurig normaal blijft. Weldra ka*i het zioke dier niet meer alleen opstaan de gewrichten kraken en de breu ken zijn menigvuldig. Eindelijk wordt dc verlamming totaal het dier valt om niet meer op te staan en na twintig tot dertig dagen sterft het. De duurte der ziekte is verschillend van acht maanden tot twee jaar. De genezing is zeer zeldzaam. De gang der ziekte zou snel ler zijn bij de merrie dan bij den hengst. Bij den ezel is de ontwikkeling der ziskte buiten - gewoon langzaam. De ziekteteekens blijven altijd zeer verborgen en de zieken bezwijkea zelden. Toekomende weck zullen wij de voor schriften- der gczondheidspolitie nopens di dourine aanduiden. D. B. (Naar de Landbouwverdediger.) De Libre Belgique verneemt dat on langs eenige jongelingen van Siraelen, bij Crefeld, de Belgische vlag in de statie heb ben neergehaald. De plichtigen werden aangehouden en zul len voor hunne daad te verantwoorden Leb ben. In afwachting heeft de plechtigheid der in eei'o herstelling den 15 Juli plaats gehad, in tegenwoordigheid eeaer compagnie troepen, dio de eer bewees, toen de Belgische vlag terug gehesclun werd. De Duitsche burgerlijke overheid was er tegenwoordig en de burgemeester van Sirae len drukte het diepste leedwezeu uit voor do smaad, aan de Belgische vlag aangedaan. TE DENDERMONDE Zooals wij Let verlcdei.c week hebben aan. gekondigd, bad alhier Zondag een kongrea plaats van den Middenstandsbond. Reeds ep voorhand kwamen zeer talrijks toetredingen uit de verschillige gemeanten van hot Arrondissement toe, en hadden zeei aanzienlijke personen en leipers hunne mede werking toegezegd. De besprekingen waarover wij hieronder spreken werden in iedere afdecling gevolg door honderde deelnemers, en bek warnet ongemeenen bijval. Deze verschillige wer kingen zullen,wij twijlelen er niet aan talrijke en goede vruchten afwerpen. De werkzaamheden vingen aan te 10 uui des morgens. De eerste afdoeling vergaderde in de feest zaal van het Gasthof a Het Vaderland op de Groote Markt, en was voorgezeten door Notaris Oud-Volks vertegenwoordiger Oscar Vermeersth, eere-Yoorzitler van den Midden standsbond. Met hem zetelden aan het bureei de heeren Grootjans, ondervoorzitter. De Leve Karei, schatbewaarder en Tiree Lebbeke,Van Acker, D'Hollander leden. E8n eerste verslag werd [voorgedragen door Advocaat Maurils Orban van Sint-Nikolaas over Middenstand en Verzekeringswezen en kan zich volgenderwijze samenvatten; Bij de tegenwoordige economische verhou dingen is verzekering op alle gebied voor den Uw hart zal u zeggen, hoe. Ja, Lidivina mijn hart zegt het mij en ik zal zijn ingevingen niet in den wind slaan ik zweer het u wat het mij ook moge be velen, ik zal gehoorzamen... Sta toe dat ik zorg voor de kinderen dien gij lief hebt, waar gij moeder van zijl voor Mark, die morgen een brevet van mijne hand zal ontvangen voor alles wat u aangaat voor allen, die u dierbaar zijn. Prins, zoo ik weigerde, uwe gunsten aan te nemen, zou ik u leed veroorzaken. Moge God u beloonen voor liet goede, dat gij mij doet. Eu u onsgelijki Lidiviaa. Ik zal voor u bidden. Tot weerziens, zeide de vorst. Vaarwel heer antwoorde de dochtei van den kunstschilder. In de aangrenzend* zaal wachtte Olto op Lidivina's terugkomst. Is het mij geoorloofd, u als vriend t« vragen' of niets u in dit gehoor bij den vorst gekwetst heeft. Niets antwoorddejbet meisje de hertog is werkelijk goed. Neeui mijnen garm, want gij zijt zeat zwak, gij beeft en ik heb in last bekomen, u naar huis te geleiden. Gedurende den tocht onderhield Otto haar over die zaken, die hij wist dat haar liet meest aan het hart lagen, over het talont van Lijderik, over zijn roem. IIij vernam van haar, dat de vorst voor Godelieve en Richard zorg drrgen. Gij ziel. zeide het_ meisje, dat uit ees ongeluk altija eene vrtpigde voorkomt. (V<*r volgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1921 | | pagina 1