14\ÊÊ
cara
1
MISDAAD EN BEDROG
Nieuwe belasliagsn is DuilSGliland-
gg W^^j, f™' 3
fÊlÈ&m -."1
Dinsdag
114 33 A.G-:&$£-. A. 23 s
2i?
Oogst 1021
Miliaria van Lendsvardadigiag.
Döor een stier geöeoa
te Yyv8 St-Eloöi
DE VLAAMSCHE BET08SING
Mijnongeval in Engeland.
Hst versterken van
den schoolplicht
aiknMl
o
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.Tel.
XXVII* JAARGANG
NUMMERI&3
CENTIEMEN -
YVEKEUJKS 0.50 Uitgever: J. Van Nufff.l-Ds Qthst
H. SiJoalus
Zon öp4,56, onder 6,5.
Laatste Kwartier deu 20ï
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot liet Agentschap Havas.S, Martclaorplsin, te Brussel8, P1'e*
de la Bourse, Parijs en 0, Bream's Buildings Loadras K.C.4
YVst tot wijziging, wat ds klassen 1920,
1921, en 1922 betreft, der in 1913
geordende militiewetten.
HOOFDSTUK Öl.
Over de vrijstellingen, de ontheffingen, de
Ontslagingen en de uitsluitingen.
IV. Lilt. C. van artikel 14 der sanaengeor-
dende militiewetten wordtgewijzigdals volgt:
Bij koninklijk besluit wordt bepaald welke
lichaamsgebreken en ziekten aanleiding ge
ven lot de definitieve vrijstelling, de tijdelijke
vrijstelling en de aanwijzing voor zooge
naamde hulpdiensten.
V. till. A. B, C en E van artikel 15 der
geordende militiewetten worden ingetrokken.
Blijven, bovendien, behouden
1° Het recht op vrijstellifig van dienst,
voorzien bij art. 2, n° IV, iitt. F van de wer-
vi'igswet van 1 Maart 1919, ten voordeeic
van den milicien wiens vader of twee broe
ders door den vijand werden gedbod, bezwe
ken zijn aan de gevolgen van voor den vijand
ontvangen kwetsuren, opgeschreven staan
als vermist gebleven onder den oorlog, onder
de Düitsche bezetting hun leven voor het
Vaderland hebben gegeven, of werden afge
dankt als oorlogsinvallieden, wanneer het
invallidileits peil ten minste 50 t. h. be
draagt. De vrijstelling waarvan sprdke
wordt, echter maar verleend wanneer geen
enkel broeder van den belanghebbende vroe
ger deswege werd vrijgesteld.
2° Het recht op ontslaging of dienstinkor-
ling, voorzien hetzij bij n° V, Iitt, a en b der
wet van 1.Maart 1919, hetzij bij art. 3 der
wet van 10 Augustus 1920, ten voordeelo
der miliciens en der militie vrij williger» gebo
ren voor uen 1 Maart 1903. De werkelijke
diensltenmjfi die nog uit te dienen blijft, ten
gevolge eener aldus verleende inkorting,
mag in geen geval, beneden de vier maand
blijven.
3'' Hel voorstel der vrijstelling len voor
deele van den milicien die, vroeger als vrij
williger binnengekomen, werd! afgedankt
Dij toepassing van artikel 2, n° IV en VI der
wel Van 1 Maart 19*9, of van artikel 8 der
wet van 10 Augustus 1920, dan als hij nög
militieverplichtingen had.
VI. Artikel 10 der geordende militiewetten
wordt ingetrokken en wordt vervangen door
den volgende tokat
Er worden tijdelijke vrijstellingen voor
één jaar Verleend, tweemaal achtereen her
men-baar, voordat er hetzij eene beslissing
tot definitieve vrijstelling wegens lichamelij
ke ongeschiktheid, hetzij eene aanwijzig voor
den dienst moet tusschenbeide komen
A. Aan de miliciens die, om roden van
hun te zwak lichaamsgestel, gebrekkigheden
of ziekten tijdelijk ongeschikt bevonden
worden tot den dienst bij het leger.
Do definitieve vrijstelling wordt uitgespro
ken indien de belanghebbende, bij de vierde
verschijning, noo'n voor den go wapenden
dienst noch voor een zoogenaamde hulpdienst
geschikt bevonden *ordt.
B. Aan de miliciens dor verderstaande
categories
1. Aan hem die zich, na zijne volledige
middelbare studiën, bestemt lot den geestelij
ken staal of töt de zendingen en die student
is in de wijsbegeerte en aan hern die, zich tol
geestelijken staat voorbereidende in het no
viciaat is.
2. Aan hem die zich bestemt tot bet lager
onderwijs of het middelbaar onderwijs van
Jen lageren graad, in de Slaatsnormaalschó*
len of in de normale inrichtingen die aan het
toezicht van den Staat onderworpen zijn.
8. Aan hem die zich in eene scheepvaart-
dchooi of op een schoolschip van den Staat
voorbereidt tot liet afleggen van het examen
voor officier op de lange vaart.
4. Aan hem die cursussen volgt in eene
koloniale school van den Staat of aan het
Staatstoezicht onderworpen.
5. Aan hem die in Staatsdienst is in de
Kolonie.
6. Aan hem die, op den datum der in
dienstlreding zijner klasse, een broeder als
milicien onder do wapens mocht hebben; be
houdens een andere overeenkomst is bet de
jongste der broedore die tegelijk worden op
geroepen, wien liet voordeel der tijdelijk»
vrijstelling ten goede komt.
7. Aan den weduwenaar met één of moer
kinderen gansch ten zijnen laste.
8® Aan hem die onbetwistbaar de onmis
bare steun is
a) Van vader ©n motder ofwel van een van
beiden.
b) Zoo deze laatsten overleden zijn, van de
grootouders of een van beideo.
c) Van ©en of meer broeders en zusters.
Is gelijkgesteld met den vader of met de
moeder, de persoon die den miiicien heeft
opgenomen en grootgebracht.
9® Aan den eerst opgeroepen© van oen ge
zin, dat nog len minste vier kinderen telt,
jonger dan hij, mits hij noch gehuwd noch
weduwenaar, noch uit deu eoht gescheiden
is mits hij, bij zijne ouders, broeders en zus
ters, inwonende, aan zijne nabestaanden een
zoodanigen steun verleent dat zij dezen niet
zouden kunnen missen zonder zich werkelijk
te kort te doen.
I0e In al do andere gevallen, aan hem die
behoorlijk bewijst dat hij, hetzij in een be
lang van onderwijs, studiën of bet aanleeren
van een beroep, hetzij voor de noodwendig
heden van een landbouw-, nijverheids- oi
handelsbedrijf dat hij uitoefent voor eigen
rekening of voor rekening zijner ouders,
hetzij om reden van zijn verblijf in de Kolo
nie of buiten het land, hoegenaamd niet aan
zijne bezigheden kan onttrokken worden.
Zij, die vrijstelling aanvragen om eên an
dere reden dan de lichamelijke ongeschikt
heid, wordon alleen dan door de wervings*
commissie opgeroepen wanneer htin die vrij
stelling wordt geweigerd.
C. Voor liet V8rleenen der tijdelijke vrij
stellingen zijn de onwettige erkende kinderen
bij afwijking aan het Iitt. B van artikel 14
der geordende militiewetten.
D. Dc miliciens die voorloopig werden
vrijgesteld om een der redenen voorzien bij
de artikelen 10 en 34 der geordends militie
wetten, behouden, echter het recht, tot de
vernieuwing dezer vrijstelling, in de bij die
weiten bepaalde voorwaarden.
Zij worden voor goed vrijgesteld indien
zij zich, in den loop der jaren van uitstel,
mochten bevinden in eer. dor gevallen voor
zien bij de Iitt, A of B van artikel 45.
E. Worden gelijk gesteld met de uitge-
atelden bedoeld in Iitt, D hierboven, en wor
den als zoodanig behandeld, de miliciens die
recht hebbend© op eene vrijstelling, aange
wezen werdea voor den dienst en later met
onbepaald verlof gezonden, bij beslissing van
den Minister van Landsverdediging, ter uil
voering van artikel 4, voorlaatste alinea, der
wet van 15 November 1919. Zoo zij voor den
dienst worden aangewezen wordt er rekening
gehouden met den reeds onder de wapens
doorgebrachten tijd.
VII. Artikel 17 der geordende militiewet
ten wordt gelezen als volgt
A. In de gevallen voorzien bij n. 7 en n. 8
van artikel 10 verkrijgt de voor den dienst
aangewezen milicien, door het overlijden van
een lid zijner familie, zelfs wanneer hij in
gelijfd is, hétzelfde recht op vrijstellin als
dit hetwelk hij zon gehad hebben, hadde dit
overlijden zich vóop zijne aanwijzing voorge
daan.
r; a;W-r.inael:)rjfCT7c:- ia: U
h niHiiMwmnii imn Mi' i'Miimnaurm—Tinir
B. Het bezwaarschrift wordt met bewijs
stukken, den gouverneur toegestuurd, die
het rechtstreeks aan bel Hof van beroep
voorlegt.
In geval van gunstige beslissing door dit
hof wordt de milicien, gerangschikt ouder de
gewone vrijgestelden zijner lichting, tenzij
bij reeds actieven dienst hee£ gedaan.
In dit laatste geval blijft hij ingedeeld bij
de lichting met dewelke hij zijn aotiefen
dienst beeft ingezet, doch hij moet, evenals
de gewone uitgestelde, ieder jaar zijn recht
doen blijken vóór de wervingscommissie;
wordt zijne vrijstelling ingetrokken, dan
herneemt hij zijn actieven dieosl op het- pünt
waar hij hem had onderbroken.
VIII. Artikel 49 der geordende militiê-
wetten wordt ingetrokken.
STAD AALST
MQT& - Öe militianen der klassen
1920, 1921 en 1922 die recht hebben on
een der vrijstellingen, hierboven vermeld,
tooiden verzoekt hunne aanvraag zoohaast
mogelijk in te dienenten Stadhuizc, Bureel
van Militie
23' vervolg.
Wat wilt gij hier Wat voert u terug
riep hij met bevende stem. Heb ik nog niet
genoeg voof u gedaan
Genoeg herhaalde de jonge man voor
den van toorn vlammenden blik zijn» Vaders
de oogen nederslaande. Zeer zeker, maar wat
gij gedaan hebt, was niet het ware.
Zoo zal ik clan nimmer raat vinden.
Vader ik bén tot inkeer gekomen en ik
vertrouw dat wanneer wij hierover kalm en
ernstig spreken, er wal een weg te vinden
taUijn, waardoor hei terledene kan hersteld
worden.
Dieo weg heb ik u gewezen
Hij voerde over dsn Oceaan, aegde de
^jongeling op bitteren toon. Wat ware daar
ginds van inh geworden
Qlj ka tijd genoeg daarover na te
denken.
Dat bed ik aiet, ik nam uw vooratol
taa, gelijk de drenkeling naar een elroohalm
grijpt, er. gij dvvougt mij terstond ic vertrek
ken. In Antwerpen dacht ik ernstig over de
toekom»! na. Aan de overzijde van den Oce-
san hab ik niemand, die mij radon kan, wat
te doen. De middelen ontbreken mij om te
wachten tot ik eon betrekking heb gevonden
en waar zou ik een betrekking zoeken Ik
heb nlota geleerd.
Dat is uwe schuld zegde de baron
icherj».
- Niet geheel en al, vader. Ik zou ge
De Reispasseu tusschen
Belgie en Holland
De waderzijddche ophsffing binnen kort
te verwachten.
Men meldt uit 'a Gravenhago
Op dc vragen van het Tweede Kamerlid
van Ravensteljn betreffende opheffing van
pasvisa bij het wederzijÜ6ch verkeer tus
schen Holland en Belgie, luidt het antwoord
van den minister van buitenlar.dsche zaken
als volgt
Hot is juist, dat reeds eenigen tijd geleden
van de zijde der Belgische regeering is t"
kennen gegeven, dat die regeering bereid
zoo worden gevonden, d» verplichting van
reis-visa voor Nederlanders, die zich naar
België begeven, op te heffen, indien de
Nederlandsche regeeriug denzelfden maat-
ra,:el ten aanzien van Belgen zou willen
nemen, die naar Nederland reizen.
De Holiandsche regeering heeft zich be
reid verklaard een zoodanige regeling te
treffen bet is te verwac'nlen, dal zij,
afloop van het overleg met de Belgische
regeering en nadat eeuige voorbereidende
raaalrogolen zullen zijn getroffen, binnenkort
in werking zal kunnen lïëdBii.
Wij durven de hoop uitdrukken'dat men
niet lang met diè voorbereidende maat
regalen talmen zal.
voor Frankrijk heeft men nog eenvoudig
zijn eenzelvigheidskaart noodig voor Enge
land ie het visa afgeschafthèt zou meer dan
törgéhd zijn indien Nederlanden België niet
spoedig, zooniet onmiddellijk tot eene rege
ling konden komen.
leerd hebben wanneer er mij gelegenheid
voor aangeboden wae.
Gij hebt uwe fortuin met de voeten getrapt
en zijt komediant geworden, zegde de baron
op honenden toon. Een baron Dêgreéf kome
diant Lid van eene bedelaarsbende, van
dorp naar dop trekkende.
De jonge man bedekte zich het gelaat met
de handen en zuchtte diep die kwetsende
woorden van zijn vader ttoffbn bém zwaar.
Baron Degreef had medelijden met zijn
zoon, en opende eöiie kast, waaruit hij eene
flesch en oen glas nam.
Drink een glas wijn, aegde de oude lieer,
terwijl hij het glas vulde.
Wat moet ik nu met u aanvangen
ging de baron voort.
Ja, dat weet ik zelf niet, antwoordde
de jonge man. Ik ben tot alles bereid, zelfs
wanneer gij het verlangt wil ik soldaat
worden.
Dat kan nu niet meergeschieden, gij
zoudt als gemeen soldaat moeten gaan en
van onder af beginnen en daarvoor zijt gij nu
te oud geworden.
**- Dus gaat bel niet de koopmansstand
Is ook zeer eervol, maar ik bob er geen ver
stand van en zonder kennis.
Weperom niets l zegd* de baron. Gij
had uwe reis moeten voortzetten, Nioolaaa
aan gindsohe zijde van den Oceaan kondt gij
alles beginnen, uwe adelijke naam rouu daar
niet gehinderd hebben. Gij bad daar des
noods de straat kunnen vegen, zonder le
aioeten vreezen bespot t« worden hier
daarentegen bindt uw uaam u de handen.
Vrijdag namiddag was de genaamde Leo
nard Leblanc, aan het werken in de weide
van den landbouwer Van Temsche, te Vyve
St-Elooi. Verscheidene run dors graasden
de wijde, waaronder oen stier. Kond 6 ure
'8 avonds toen werklieden langsheen de weide
huiswaarts kwamen bemerkten zij De Blanc
ten gronde liggen, voor den stier, die vree-
selijk met kop en horens op het lichaam van
den ongelukkige beukte. De mannen snelden
spoedig ter hulp, verjoegen den woedenden
stier, en namen De Blanc op, die oog teckens
van leven gaf, maar weldra bezweek aan de
bekomen vreeselijke wonden. Het slachtoffer
was 68 jaar oud, weduwenaar, en zeer ge
acht en bemind van zijne meesters.
van 2S Oogj®& B8*mc®3B
In ons voorgaande nummer hebben wij
eene mededeeiing opgenomen van 't Land van
Riem, waarin een oproep gedaan werd lol de
eereleden diar maatschappij om allen deel
te nemen aan de Viaamsche betooging van 28
Oogst to Brussel.
Deze belooging is nu door burgemeester
Max verboden gewórden.
De burgemeester van Brussel heeft aan den
heer A. Deswarté, voorzitter van bet inrich-
tingscomiteit der betooging van 28 Oogst het
volgend schrijven gericht
Brussel, 20 Oogst 1921.
Mijnheer,
Als gevolg aan de voorvallen die le Brussel
plaate hadden tijdens de viering der verja
ring van den slag der Gulden bporen, en ge
zien de inlichtingen die mij doen vreezen dat
de op 28 Oogst ontworpen belooging aanlei
ding tot erge wanordelijkheden zou geven,
heb ik de eer Ued. te berichten dat ik mij,
tot mijn groot leedwezen, genoodzaakt zie
deze betooging niet toe te laten.
Goliove, mynheer, de uitdrukking mijner
hoogachtende gevoelens te aanvaarden.
De Burgemeester,
(Get.) Adolphe MAX.
Zoodat de Vlamingen in 't oog van burge
meester Max gevaarlijker zijn dan commu
nisten, extremisten, ferreristen, froiuisten
enz., die belooging mogen houden waar en
wanneer zij willen I
Zevenhonderd mijnwerkers gevangen.
Londen, 20 Aug. Zevenhonderd mijn
werkers hebben in dé Pleasleymijn, nabij
Mannafield, in hot Engelsche graafschap
Nottinghamshire, van Donderdagavond tot
Vrijdagmorgen gevangen gezeten.
Donderdagmorgen wae men bezig kolen
haar boven to halen toen eonsklaps de mijn-
kooi, die volgeladen was met kolen, naar
beneden stortte, waar tij tegen den bodem
te pletter öloeg.
Onmiddellijk werden pogingen in het
werk gesteld om de mijnwerkers, die bene
den zaten, met een tweede kooi te vervoeren,
doch men slaagde hierin eerst na verloop
van veertien pui'. Vrijdagmorgend, viec uur,
werden do laatste mijnwerkers uit hun om
deraardsohe gevangenis bevrijd.
De bedriegerijen in de
verwoeste streken
Ontvreemdingen op groote schaal.
Rijsel, 20 Aug. De gendarmerie komt
le Fauquieres-le»-Lens, de hartn te leggen op
den 47-jariaen Paul durand van Bar lö-Duc,
waar zijn gêScheidëft éehtgenoote nog altijd
verblijft.
Paul Durand wordt van ontvreemdingen
op groote schaal beschuldigd.
Vooreenigen tijd kwam hij te Fauquierie
aan, aan, wierf 150 werklieden tegen 4.50 fr.
per uur aan en MUdrdé ze naar Biache-
St-Vaast, waar bij hen poogde een frank te
doen storten voor verzekering. Dan deed hij
ze werken aan het herstel van gobouwen.
Een voornaam handelshuis zond hem 12
koperen bedden ter waard» van 21,000 fr.
die bq dadelijk voort verkocht.
Daar de werklieden niet betaald wei den,
dienden ze een klacht in, zoodal Durand aan
gehouden werd.
Hij werd drager bevonden van tweo checks
van 9,000 fr.
Twaalf spoorwegwagens vol meubelen
waren reeds uit Parijs aan zijn adres verzon
den geworden.
Berlijn, 19 Aug. In een ofliciause nota
wordt de openbaarmaking van het meeree.,
deel der nieuwe belastingsontwerpen aange
kondigd en de waarschijnlijke opbrengst van
die nieuwe hulpbronnen geraamd.
Belastingen op de stekskens;^ dc öni»ia;n-
bare stoffen, de bieren, bet mineraal water,
de tabak 1 milliard 400 millioen.
Monopolie van de saccharine, belasting op
do suiker, brandewijn monopolio 2 mil
liard.
Verhooging van de doaune-tarieven
61,600,000 mark-goud.
Belasting op de steenkolen 4 milliard 500
millioen.
Belasting op de wedrennen 150 millioen.
Belasting op do eutomobiélon 55 roilioen.
Belasting op de verzekeringen 200 mil
lioen.
Belasting op dc vennootschappen en op dc
financieel© zaken 881,400.000 mark.
De opbrengst der belasting op den liart-
dolsomzet (het zakencijier zal stijgen v;»n
4 milliard 500 mihoen raming van de Be
grooting 1921 tot 21 milliard.
De schoolwet van 1914 bepaalt dat alle
kinderen van 6 tot 14 jaren verplicht zijn
naar school te gaan.
De toepassing dier bepaling is lot hiertoe
zoo goed als eene dooda letter gebleven en
de heer minister van ondersvijs heeft het
noodig geaoht de straffen te versterken tot
beteugeling van hel schoolverzuim.
We laten hier tot inlichting onzer lezers
de voornaamste bepalingen der nieuwe wet
volgen
De kantonale schoolopzieners zulian tn
het vervolg geholpen wordon in bel nazicht
der-aanwezigheidslijsten door dc gemeente
besturen de gmneante-, aangenomen en aan
neembare onderwijzers.
De scholen, niet aan toeziolit onderworpen,
zijn niet gehouden huane aanwezigheids
lijsten mede te deelen.
De policie zal de ouders opzoeken, wien di
de vermauing van den opziener niet is toege
komen.
De toegeving dat de leerlingen drie halve
dagen per maand mogen afwezig zijn, is ia-
getrokken.
Het is niet fioodig een getalschrift vaa
den geneesheer naar de schooi te zenden i
geval van ziekte, maar de policie zal bij mid
del van huisbezoek of anders bot budrog
trachten te ontdekken.
De afwezigheden uit oorzaak vnn armoede
zullen verminderd worden door de tusaclie; i-
komst der ondersteuningswerken uf door de
gemeentebesturen."
s|.llet veranderen van school binst 't school
jaar isüiet toegelaten tenzij in geval van ver
huizing of met de schriftelijke toelating van
den kantonalen schoolopziener. Tegen dezos
weigering is er boroep bij den hoofdopzich;
ter en bij den minister.
Bijzondere maatregelen zullen door de re
geering uitgevaardigd worden nopens dj
schoolbijwoning def kinderen tan schippers,
fooiekramers, enz.
De lijst der afwezigheden zal niet éénmaal,
maar tweemaal per maand aan den kanto
nalen schoolopziener overgemaakt worden.
Er zal geene voorafgaande vermaning
door den vrederccnter meer plaats hebben,
dóch de ouders der schoolverzuimende kin
deren zullen rechtstreeks voor den vrede
rechter gedaagd worden.
Gij hebt mij door uwe onverwachte terug*
kom»} in grooie verlegenheid igebracht. Dat
ik een zoon heb, weet hier niemand. Wat
zullen de mensohen zeggen, wanneer gij daar
plotselig komt opdagen 'l En mijne financi*
eele omstandighèdon kent gij.
Mogelijk kan ik u den steun worden
Ik zou niet welen hoe gij dat zoudt
aanleggen.
Men moet daarover nadenken I
De baron schudde bet hoofd en liet zijn
blik op zijn zoon rusten.
De eenig» mogelijkheid was een rijk
huwelijk zegde hij.
Ik ben daartoe met genoegen bereid.
Ja gij I maar waar de bruid te vinden?
Ilalt, daar heb ik het I ging de oude
heer voort en de duistere wolkeu verdwenen
van zijn voorhoofd. Wanneer dit plan ge
lukte, waren wq beiden geholpen.
Mij wandelde wederom door de kamer en
hulde zich in dikke rookwolken het was
een avontuurlijk plan. dai nu op dit oogeo-
blik zijne gedachten vervulde, maar wanneer
hij zijn doel eens bereikte I
Ik sta sedert een jaar met den bankier
Schermbeek in betrekking, ging bij na eene
pauze voort, het is een zeer rijk man, die
millioenen bezit. Schermbeek is nu juist geen
parvenu maar hij deelt met den parvenu
de zucht van hot streven naar hoogor. Hij
verlangt naar een titel, bij wenscht in den
adehtand verhoven te worden en geen offer
is hem te groot, om de vervulling van dezen
wcnsch te koopen. De bankier Schermbeek
bezit slechts tweo kinderen, zooa qü ooa^
dochter, eone schitterende schoonheid. De
zoon is een nuchtere, alledaagsche man, die
slecht» aan zijne broodwinning denkt, maar
men raoat tegenover hem zeer voorzichtig
zijft, opdat hij geen argwaan koestert hij
heeft een scherpen blik, en zijne waarBchu
wingen konden alle» bederven.
Of dit plan werkelijk uitvoerbaar i»
moet gij natuurlijk beter dan ik welen
zegde de jonge man bedenkelijk, ik zal mij
naar u schikken en in alles zoo handelen
als gij het mij voorschrijft.
Volg slechts in alles mijnen raad
Nicolaas de nadere bijzonderheden van
mijn plan, dal ik zelfs nog eerst moet uit
werken, zal ik u later mededeelen. Voor
alle dingen is een ferm optreden noodig
Ieder moet gelooven, dat gij rijk en onafhan
kelijk zijt, maar wacht u voor slechte gc-
zelsohappen. Laat u niet tot het spel verlei
den neem niöt aan groote drinkpartijen
deel zij leggen ons verplichtingen op, die
men moet vervullen, en deze verplichtingen
kosten veel geld.
Ik ben door ondervinding wijs geworden.
Zooveel te beter voor u 1 Maar aan de
verstandigste kan de verleiding te zwaar
worden neem u dus in aoht. Geef u liever
den schijn, alsof gij aan niöts eenige hchoofte
hebt, vooral wanneer meu op uwo eer wil
werken vraagt men naar den maatschap-
pelijkcn toestand van uwen vader, geef dan
een zoodanig ontwijkend antwoord, dat moti
tevens door uw eigen optreden het bewijs
galevord zie dal uw vader een rijk man is.
Eu hiormedo moet gij igratoadi l}é§mn9n, ik
zal nóg heden den bankier mededeelen, dat
mijn zoon is aangekomen en hem verzoeken,
u aan hem le mogen voorstellen.
Maar voor mijn optreden hebben wij.
Geld noodig dat is waar. Ik zal zier
bet te bekomen tot dusver kon ik er niet
toe besluiten, eohulden te maken nu ik
echter een bepaald doel voor oogen heb.
moeten kleingeestige bezwaren zwijgen. Gij
zuli natuurlijk hier bij mij wouon.
Ik hob reads eene kamer gehuurd.
Waar
In bet koetbuis, waar ik overnachtte
het was mijn vast voornemen, u niet het
minste lastig (e vallen en er mij op de eene
of andere wijze eerlijk door te redden. Ik
wilde alle» aanvatten, om zelf in mijn onder
houd te voorzien.
Maar zoo i» bet locli beter, niet waar
vroe» de baron schertsend. Ik wil aan uw
bèrouw gelooven, Nikolaas, en het verledcuc
trachten le vergelen de herinnering daar
aan kan niet anders dan onaangenaam voor
mij zijn. Maar in een koethais kunt gij mot
wonen, (*at pa»t niet voor eenen baron.
Dan zal ik er heengaan en mijne reke
ning voldoen, hernum de jonkman Ik heb
voor heden middag mijn eten reeds besteld
en daar het een zeer fatsoenlijk buis is, zoo.
Zoo gij kunt daar liedon middag e'.eu i
van af morgen eten wij te zamen in het ho'.oL
Ik ga nu naar den bankier Schermbeek, na
tafel ontmooten wii elkander in bét Café
Dujardin, ik speel naar eiken middag mijnt*
partij sohaak of domino»
(VerrolgLA