Co huidige cconemisclio toestand van Belgis
MISDAAD EN BEDROG
Oe ir döhI op Erzberger
De nieuwe bslaslinpn in 'i Senaat.
Groote spoorwegramp in Italië.
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.— Tel. 114
XXVU' JAARGANG NUMMER is3
T~> S\, <"JATR:T r» 8 CENTIEMEN WEKELIJKS 0.50 Uitgever: J. Van Ndffal-Ds Qarraï
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agenlsohap Havas.S, Marlelaarplein, te Brt.ssblS, Place de la Bourse, Parijs en (i. Bream's Buildings Loodres E.G.4
Het ministerie van Staathuishoudkundige
«aken heeft nogmaals een vlugschrift uitge
geven nopens den economische» toestand
van België. Dit boekje handelt over den al-
gcraeenen staat van zaken in ons land gedu
rende hel 1® kwartaal 1921. Hel bewijst dal
d<> opbrengst gedurende het afgeloopen jaar
1900 aanzienlijk is vermeerderd. Zoo over
treft de suikei opbrengst in 1920 verre die
van 1913.
in bet jaar 1900 bedroegen da steenkolen
uitbatingen gemiddeld 98 per cent. Einde
Januari van dit jaar beliep zij zelfs op een
peperen oogenblik 107.2 per cent, maar is
beurtelings gedaald op 95 in Februari, op
B9 in April on op S3.7 in Mei 1921, terwijl
de voortbrengst in Juni laatstleden terug op
89.3 per cent geklommen is.
De kotenvooriyden zijn daarentegen niet
r rminderd. Einde 1920 bedroeg den steen-
kolen voorraad 230,720 tonnen en in April
laatstleden bereikte dit cijfer ongeveer een
inijlioen 160,000 tonnen.
In de ijzernij verheid is de toestand beden
kelijk. Men oordeele, na kennisneming der
hierouderstaande opgaven Op 1 Juli 11. be
stonden erin België 5-1 hoogovens, ^waarvan
Br-enkel 13 in werking waren.
De voortbrengst der ijzersmelterijen is ook
trapsgewijze gedaald. Het eerste kwartaal
4921 stelt een cijfer daar van 98,000 tonnen
tegen 1,222,400 tonnen voor hetzelfde tijd
perk 1913.
De katoenspinnerijen liggen tegenwoordig
Btil. De wolnijverheid doorslaat een zeer
scherpe krisis. Op dit oogenblik bedraagt liet
getal arbeidsuren gemiddeld 30 in plaats van
43 vóór do krisis.
in de. panncubakkerijen en de baksteen-
nijverheid is de toestand tamelijk gunstig,
terwijl nochtans de krisis zich gevoe iger al-
teekent voor de fabrieken van vuurvaste
steenen, in welke nijverheid er op de 33
smeltovens s'ecbu twee in werking zijn.
De nijverheid der chemicale voortbreng
selen is niet minder zwaar aangetast. Mine
rale zuren en de ei van afkomende voort
brengsels worden berekend op 35 per cent
dar voortbrengst van voor den oorlog. Ook
worden de fabrieken van kunstmeststoffen
stilgelegd.
Do waarde van invoer overtreft het beloop
van den uitvoer voor ecne sum van ongeveer
éen milliard 300 millioen fr. Dit is nochtans
eene vermindering bij vergelijking met het
zeilde bedrag dat zioh in 1920 becijferde op
twee en een half milliard frank.
Het bedoeld vlugschrift wijdt een kapittel
aan den toestand der openbare Belgische
schuld en een ander aan de opbrengst dei-
belastingen.
Het invorderen der belastingen verschul
digd, over 1913 tot 1919, heeft 410 milli
oen en een hal!' opgebracht, hetgeen 86 p.
c. vertegenwoordigt van hetgeen er in te
beuren viel.
Overhel dienstjaar 1920 valt nog een to
taal van 313 1/2 millioen in te vorderen.
Daarvan zijn 81 (millioen op afkortingen
te betalen van nieuwe imposten; 37 millioen
voor de grondlasten; 90 millioen en half
voor de beroepstaks en 23 millioen voor taks
op de openbare vermakelijkheden.
Het totaal bedrag der ontvangsten vpor de
dienstjaren 1912 tot 1921 beloopt 844 milli
oen en half.
De rollen der bijzondere belastingen op de
oorlogswinsten bedroegen 723 millioen; op
die som zijn 235 millioen ingebeurd.
Kortom, er werden op twee jaren tijds
voor een milliard 79 millioen ontvangsten
gedaan aan imposten.
29e vervolg.
Kent gij bem niet vroeg Amafia, aan
het raam tredende.
Ik herinner mij niet meer.
De jager Wout, hij was weleer reeds
in dienst van baron de Mariemont.
Den naam herinner ik mij wel maar
den man had ik niet weder herkend, hij is
oud geworden. Het schijnt een onaange
naam persoon te zijn, een norscli somber ge
laat.
A line prijst hem, hij moet zeer trouw
en gehecht zijn
Daar komt baron Lodewijk aan riep
de graaf levendig, terwijl hij zich van het
raam verwijderde. Een schoon paard, edel
ras Het dier wekt mijne belangstelling.
Komt Aliue niet mede vroeg Amalia
verward.
Neen, ik zie haar niet. Mag ik u een
oogenblik alleen laten
Zonder antwoord af te wachten snelde de
graaf naar buiten toen hij onder bij het
portaal kwam, steeg de baron juist van het
paard.
Ontvang mijn hartelijken gelukwenscli!
zegde de graaf zacht, terwijl bij den slanken
man met den blonden baard, en het ernstige,
trouwhartige gelaat de ha d reikte. Uwe
bruid verwacht u
Over liet gelaat van den jongen man gleed
een gelukkig lachje.
Ik dank u, hernam hij, de schoonste
De beroepstaks en de boventallige (super)
laks zullen de inkomstén van dén Staat gaan
vermeerderen.
Doch dit belet allemaal niet dat wij er op
lange na nog niet in ^gelukken bijmiddel
van al die inkomsten de uitgaven onzeiv.be-
grootingen le dekken.
In bedoeld vlugschrift zijn ook inlichtin
gen vervat over onzen geldelijken toestand
op gebied der in omloop zijnde bankbriefjes.
Indien wij als maatstaf het getal 100 ne-
men der op 30 Juni 1914 in omloop zijnde
Belgische baukbriefjes, dan vindon wij dat
er (volgens de Jrieronders taande tabel) 100
bankbriefjes in omloop zijnde, op 30 Juni
1914, er
op 31 Dec. 1918 in plaats van 100 318
id. 1919 id. id 475
id. 1920 id. id. 621
op 29 Juni 1921 id. id. 606
in omloop waren.
Wat do klinkende munt betreft, goud en
zilvergeld, die omloop kan samengevat wor
den a Is volgt
Op 30 Juni 1914 nemen wij er 100, het
geen maaktop 31 Dec. 1918, 83; op 31
Dec. 1919, 75; op 31 Dec. 1920, 68; op 29
Juni 1921, 70.
Wij zijn dus iets of wat in dc winst, dooli
wij gaan maar langzaam vooruit.
Onze zaken staan ontegensprekelijk heele-
maal niet schitterend.
Eon bandelaar of nijveraar die don staat
en den toestand zijner geldkas bij die van den
Staat zou vergelijken, zou wel mot de han
den in de - haren mogen zitten.
Dat belet niet dat er zoovele Belgen op
hunne twee ooren slapen en dat zelfs som
mige onzer regeerders het geld met kwistige
hand uitdealen engrooter verteer maken dan
het 's lands nering toelaat.
Sparen en werken zouden bijgevolg onze
leuze moeten zijn.
Eiiaas, de spaarzaamheid wordt nog altijd
maar weinig betracht en heel min beoefend.
Geldverspillingen op groole schaal en van
hoog tot, laag, steken ons langs alle kanten
de oogen uil
En 't werken laat niet minder veel te
wenschen.
De werkstakingen dreigen zelfs op som
mige plaatsen nogmaals uit te breken. De
patroons willen de dagloonen verminderen
of weigeren die te verhoogen, maar het
werkvolk weigert en gaat in slaking De
roode kopstukken der svndikaten geven er
den brui van, want wat baat hun den voor
uitgang van het land en den bloei van han
del en nijverheid
Zij worden evengoed betaald en er beslaat
een fonds voor werkeloozen, waar er altijd
mogelijkheid toe bestaat om wat van los te
krijgen voor de arme stakers, die voor wer-
ktloozen doorgaan. In troebel water is 't
goed visschen dat welen de roode menners
bij ondervinding het best en het arme werk
volk dat zij drillen en rnet groote beloften
paaien, dat volgt op goed valle 't uit.
Zoo naderen wij de wetgevende kiezingen
van October. ?De socialisten en sommige
verblinde politiekers misleiden en bederven
het werkvolk. Zij preeken over minder
werkuren en over grooter dag-
loonen. Dat immers is water op hunnen
molen. Hunne praatjes en dagbladartikelen
bekoren zelfs de godwilligete arbeiders.
OP den builen, in den landbouw en op de
boerderij, praat reeds het werkvolk over
opslag van dagloon en vermindering der
arbeidsuren.
droom mijns levens is nu verwezenlijkt.
Laat mij een oogenblik bet achoone
paard bewonderen, ik heb zelden zulk een
prachtig dier gezien.
De baron streek, zichtbaar gestreeld, met
de hand over zijn blonden baard, terwijl de
graaf liet paard bezag, dat een rijknecht
eenige malen heen en weer leidde.
Benige woorden over het ras, den prijs en
de afkomsi van liet dier werden nog gewis
seld toen viel de blik van den graaf als
toevallig op den jager van den baron, die
naast het portaal stond.
Wacht gij op uwen heer? vroeg hij. In
het kasteel is hij niet meer, gij zult hem-aan
het meer vinden.
Ik dank u zegde Wout kortaf. De
graaf had de woorden nauwelijks gehoord
of hij slak zijnen arm door dien van den ba
ron en trad met hem het kasteel binnen.
VIII. Gevonden.
De jager Wout beschouwde de opmerking
dat hij zijnen heer aan hel meer zou vinden,
als eene aanwijzing zich daarheen te bege
ven en hij ging dan ook door den tuin op het
park toe. Zijn somber uiterlijk, het beven
zijner lippen en de vlammende blik zijner
oogen, bewezen duidelijk dat deze aanwij-
zing hom ergerde.
Hij was een statig man en eenige grijzen
haren in den wel wat ruigen baard bewezen
dal zijne eerste jeugd reeds ver achter hem
lag. Toch zou hij niet tegenstaande zijne
grijze haren iiogeen knap man geweest zijn
in do netto groene uniform, wanneer niet
Iedereen immers (.betracht om beter te
komen, om meer te winnen, om het gemak
kelijker te hebben,
's Lands vooruitgang ren heropkomst zijn
nochtans daarmee niet gediend Willen wij
België's vroegere welvaart en bloei terug
vinden, dan moet ei ferm on eew-
(Iraohtig gewerkt worden. Dan moei
hot op geen koppel uren meer arbeid aanko-
men. Wantin het werk ligt onze vooruitgang
onze opkomst en onze kracht, terwijl ons
door de eendracht alle macht wordt gewaar
borgd.
Geweldige tooneelen in het
Station te Ciney.
Esn Disitsoher en zijns vrouw mishandeld.
Een Duitscber, zekere Ulstrunok, die het
hoofd der kommandantuui' was geweest te
Ciney en zich aldaar door onmetdoogendheid
wist te onderscheiden, was onlangs in het
huwelijk getreden met een juffrouw dei-
gemeente, bij wie hij ingewoond had.
Donderdag waagde het paar het, op huwe
lijksreis zijnde, naar Ciney te komen.
Maar de oud-strijderS die juist vergaderd
waren, gaven Uistrunck en zijn vrouw bevel,
binnen de 24 uien de stad te verlaten on
deelden dat besluit, per aanplakbriof aan de
bevolking mede.
Vrijdagmorgend vertrok het paar, Maar
enkele oud-strijders zochten liet op, in den
trein, nadat zij den machinist aangema&md
hadden niet te vertrekken alvorens zij aan
den Duitscber en zijn gezellin de waarheid
zouden gezegd hebben; toea de passagiers
vernamen wat er gaande was, verlieten zij
den trein en weigerden zij verder t» rijden
ia gezelschap van den Duitscher.
Hel paar werd ontdekt en do menigte liep
er woedend naartoe on deelde slagen uit.
Het gelukte de gendarmen don Duitscher en
zijn vrouw in bet bureel van den onder-over
ste te brengen. Maar het bureel werd inge
nomen on verwoest.
Toen traden de gendarmen heftiger op om
een tragisch einde le voorkomen. Het paar
kon ten slotte in een auto gestopt en naar een
onbekende bestemming gezonden worden.
De Duitscher was met bloed bedekt; zijn
voorhoofd was gekloven; ook zijn vrouw was
laelijk toegetakeld.
Onze achtbare'senator eri staatsminister
M. L. de Sadeleer, die voorzitter is der Com
missie van Financien in 't Senaat, heeft
gedurende de bespreking der nieuwe wet
over de belastingen grondige opmerkingen
doen gelden, die giooten ia druk hebben ge
maakt op de vergudering.
De heer de Sadeleer zegde onder andere
Mijne Ileeren, uwe Commissie van
Financien, die ik de eer heb voor te zitten,
heeft ondanks den vacancietijd, drie lange
zittingen toegewijd aan het onderzoek van
het wetsontwerp. Talrijke schikkingen,
onder andere deze die eene nieuwe verhooging
stellen op de erfenisrechten werden afge
keurd omdat wij de familién, hun bezit 6n
hun werk willen besohermeu. Wij waren
van gevoelen eene reeks wijzigingen voor te
stellen aan het wetsontwerp. Wij wilden ook
dal er een einde gesteld werde aan allegeld-
verkwisting en dat in ieder Ministerie de
grootste gespaarzaamheid ïngehuldig werde.
Wij deden onze tegenwerpingen kennen aan
den Heer Minister van Financien die, op ons
verzoek, onze laatste zitting bijwoonde.
i Hij verklaarde dat bij van gedacht was
dat de nieuwe verhooging op de erfenis-
rechten de laatste moest zijn en, indien later
het Ministerie verplicht was, nieuwe belastin
gen daar te stellen, men de erfenis rechten
het donkere gelaat zooveel terugslootends
had gehad.
In hot park aangekomen ging hij van den
hoofdweg af, om langs een zijpad het doel
zijner wandeling spoediger te bereiken en
hij kon omstreeks het midden van het park
bereikt hebben, toen plotseling van achter
een boscbje een gestalte te voorschijn trad
bij wier aanblik de jager verschrikt achter
uit trad.
Zijn hand greep onwillekeurig naar hel
geweer dat in een draagriem over zijn sohou-
der hing het was te begrijpen dat deze va-
gebond hem geen vertrouwen inboezemde.
Wout zegde de vagebond kalm.
De jager trad nader, zijn scjierpe blik
rustte een oogenblik uitvorschend op de
ellendige, in lompen gehulde gestalte.
Ja, gij" zijt het, Vanhemelen, hernam
hij, reeds voor eenige dagen zag ik in u en
herkende u dadelijk, maar later kwam er
toch weer twijfel bij mij op, ik kon niet den
ken, dat gij zoudt zijn teruggekeerd
Is een ander ook niet teruggekeerd
vroeg Vanhemelen spottend.
Dus om hem zijt gij hier
Denkt gij dat ik mijn arm kind heb
vergeten
De jager maakte een afwerende beweging.
Herinner mij niet aan Anna ze^de hij
barsoh, aan bet gehoele ongeluk draagt gij
alleen de schuld.
Werkelijk Ik alleen De graaf was
natuurlijk in zijn recht, hij mocht het meisje
verleiden, zij was toch maar de dochter van
een armen bosohwaohter, van een slaaf, die
ongehinderd zouden laten. De Heer Minister
beloofde stellig meer en meer de misbruiken
uit te werpen in de uitgaven en het gebruik
der gelden van den Slaat.
Verders verklaarde de Heer Minister dat
het inkomen der nieuwe belastingen onont
beerlijk was dat ieder dag uitstel meer
dan een millioen deed verliezen aan de schat
kist en cr namelijk geen geld meer was om
de gemaakte schulden der provinciën en
gemeenten terug te betalen.
Het is om deze talrijke reden, verklaarde
de Heer dc Sadeleer, dat de Commissie alleen
lijk handelende uit vadgriandsohe liefde en
om hel crediet van Belgie te reddon, geene
wijziging heeft voorgesteld aan het wets
ontwerp.
Zijne woorden werden bekrachtigd door
talrijke leden.
De Hoogo vergadering heeft da Commissie
gevolgd en de wet goedgekeurd bijna met
eenparige stemmen. Het wetsontwerp Is dus
naar de Kamer niet verzonden en zal in 't kort
in't Staatsblad verschijnen.
Belangrijke vondst in Pompeji
Aan dan Noordwostkant van Pompeji zijn
nieuwe uitgravingen thans voor het publiek
opengesteld. Op een hoek van een zijstraat
in de Strada dell' Abondauza werd een tem
peltje gevonden en daarin een groote schil
d .rij met de twaalf penaten, de bescherm
geesten der stad. Hot wordt als een van de
belangrijkste fresco's geroemd, welke te
Pompeji ooit zijn gevonden. Jupiter, JJuno,
Mars, Minerva, Hercules, Venus, Mercurius,
Proserpina, Vulcan us, ;4Ceres, Apollo en Di
ana zijn erop afgebeeld; voorts een offerscène
met dansende laren en een kleine groep van
dienaars, die aan een marmeren altaar offe
ren, terwijl een slang naar het altaar toe
kruipt. Er is ook een interessante kroeg, die
nog met zijn heel oude inrichting prijkt; o. a
vindt men veel terracotta amplioren.
gZon op5,06, onder6,37a
Nieuwe Maan den 1
DE WERKSTAKINGEN
in FrauHCli IVoorcieix
Zaterdag hadden te Pioubaix en te Tour-
konje erge woelingen plaats.
Te Roubaix werden werklieden dia zich
naar de fabrieken begaven door de stakers
aangerand, mishandeld en genoodzaakt huis
waarts le keeren.
Te Toukoup werden twee kamions geladen
met wol aangevallen. De wol Werd over de
straten vei spreid.
Gendarmen kwamen iu auto tei* plaats
doch de woelmakera hadden leeds de vlucht
genomen.
In het stadhuis van Tourkonje had een
onderhond plaats lusscben den prefekt van
het Noorden en een aantal nijveraars. Men
weet nog niet welke beslissing daar genomen
werd.
In de nabijheid van Rome is een goederen
trein in botsing gekomen niet een reizigers
trein die met bestemming der badplaats
Ladispoli, Rome verlaten had.
Tot nu toe heeft men reeds 17 dooden van
onder de verbrijzelde wagons weggehaald.
De minister van openbare werken begaf
zich ter plaats.
80gekwetsten werden naar de gasthuizen
van Rome ovevgebraoht.
NADERE BEZON DERHEDEN
Reeds 30 dooden, 100 gekwetsten.
De opt'uimingewcrken ter plaats van de
groote spoorwegramp die te Mogliano, bij
Rome plaats greep, worden voortgezet.
Er werden reeds dertig dooden uit de
vernielde wagons gehaald. Men denkt dat er
meer dan 100 gekwetsten zijn, waurtusschen
vele zwaar geksvetsten.
altijd zwijgen moet. |En nu de arme bosch.
wachter niet heeft gezwegen, omdat hjj in
zijo recht was, wordt de gelieele schuld op
hem geworpen.
Dat is het geval niet, hernam de jager.
Gij legt dat uit zooals het u het Best
past.
Ik beminde Anna en verzooht £om hare
hand weet gij nog welk antwoord gij mij
gaaft 'l
Anna beantwoordde uwe liefde niet I
Omdat de graaf jlutsohen haar en mij
stond.
Was dat mijne schuld
Ja, Vanhemelen, uwe schuld was het.
gij zegdel [mij tooh zelf dat uwe dochter te
goed was voor een armen jager.
Wilt gij daarmede zeggen dat ik op
den graaf had gerekend
Neen. Wel beweer ik, dat gij door
aw kinderachligen hoogmoed de schuld van
het geluiele ongeluk draagt zegde de jager.
Gij houdt niets tegen mij hebben, gij hadt
mij het meisje moeten geven ik had het
den graaf wel klaar gespeeld. Daarna was
het te laat en door uweu toorn hebt gij alles
bedorven.
Zeg dat niet, hernam Vanhemelen het
grijze hoofd sohuddende. Ik weet het beter,
de graaf heeft mijne Anna in den dood gedre
ven. Het is waar, toen de storm losbrak heb
ik ook menig hard woord gesproken, doch ik
kon uiet auders, ik moest aan mijnen toorn
lucht geven. Maar wanneer de graaf trouw
was gebleven, dan bad nog alles goed kun
nen komen, hij hedït mijn wanhopend kind
Het onderzoek.
Uit de lijkschouwing bleek dat Erzberger
het eerst door een schot in het voorhoofd!
getroffen was.
De daders hebben denkelijk geloofd, dat
de afgevaardigde Dietz, die hulpeloos neer
stortte, ook doodelijk gewond was, en heb
ben zich vervolgens op Erzberger gestort,
die langs een helling naar beneden vluchtte.
Een groot bloedspoor is langs de helling
waar te nemen tot de plaats, waar Erzberger
onder een boom is neergestort.
De moordenaars hebben vervolgens nog
verscheidene schoten afgegeven; waarschijn
lijk tot hunne revolvers leeggeschoten waren.
liet gezicht van Erzberger is weinig ge
schonden, maar hel achterhoofd toont vree-
selijke wonden, daar de kogels groole gaten
in den schedel hebben gemaakt, waar de
hersenen uitpuilen.
Honderdduizend mark uitgeloofd.
De rijksregeering heeft, met het oog op
de mogelijkheid, dat de moord op Erzbergei
een politiek karakter draagt, een belooning
vun 100,000 mark uitgeloofd, voor het op
sporen van de daders of de aanstichters.
Politiehonden op het spoor
Uit Carlsruhe wordt aan het 8 Uhi
Abendblatt gemeld, dat politiehonden ceij
spoor ontdekt hebben dat de ontdekking dei
moordenaars van Erzberger zou vergemak
kelijken.
Twoe aangehouden jongelieden reeds
losgelaten.
Twee jongelieden, die in de statie te Offen-
burg aangehouden werden, in verband inel
den moord op Erzberger, zijn weer op vrije
voeten gesteld, daar zij bij confrontatie met
den afgevaardigde Dietz, onschuldig bleke*
te zijn.
Andóre aanhouding.
M. Loebe, voorzitter van den Rijksdag,
verklaaide aan een opsteller vun de Ber
liner Zeitung am Mittag dat bij, Uuier
den Linden, een heer en eene dame liot aan
houden, die, bij het lezen eener aangeplakte;
dépêche betreffende den moord van Erzber
ger, verklaard hadden Ilij zal geen kwaad
meer doen.
Geen Tannenbargfeest.
De BuilachNaUonaieo wilden gisteren
Potsdam een Tannenbergfeeat inrichten. On-
middellijk na den moord op Erzberger hóef»
de socialiatisclie pers een artikel gepubli
ceerd, waarin zij er bij de arbeiders aan
dringen, dit Tannenbergfeeat le verhinderen.
Het commissariaat van policie te Charlot-
tenburg heeft daarop alle beloogingeu in d<
open lucht ten strengste verboden.
Een zeker aantal peraouen die zich te Ber
lijn uaar een aangeduid punt begaven, om er
de verjaring le vieren van den slag van
Tannenberg, werden eensklaps omringd
door arbeiders die den optooht tol stilstand
verplichtten.
De sooialislen poogden de sabels en epau
letten der aanwezige officieren te ontrukken.
De ter aarde bestelling.
Het lijk van Erzberger zal naar Berlijn
worden overgebracht, en op 31 Augustus
worden bijgezet te Wilmersdorf, naast zijn
in den oorlog gesneuvelden zoon.
Een vroegere aanslag.
Het Tagehlatt zegt dat men in parle
mentaire kringen het eenparig eens is over
het feil dat de moord op Erzberger liet ge
volg is van den veldtocht van ophitsing der
nationalisten.
iu het water gedreven dat vergeef ik hem
nooit.
De jager staarde somber voor zich heen.
Gij kunt het hem ook niet vergeven,
ging Vanhemelen voort, en iu zijn scherpen
blik lag eene vreeselijke wraakzucht hij
heeft ook u bedrogen.
Wout zag op, de gloed van lang vervlo
gen haal blonk in zijne oogen.
Wat wilt gij van mij zegde hij. Waar-
spreekt gij van dit alles.
Om er u aan te herinneren, dat dc
graaf de roover is van uw geluk. Wat ik.
van u wil Verschaf mij een goed geweer en
wat ik er bij noodig heb om te kuunen
schieten, gWilt gij dan een jager of wild
dief worden
Als ik lust had om een dief te worden,
dan zou de vrees voor de gevangenis mij
daarvan niet weerhouden. Ik heb al lang
genoeg reeds achter het slot gezeten, zoodat
ik wel nneet. dat het in de gevangenis nog
zoo kwaad niet is.
Dus zijt gij reeds iu de gevangenis ge
weest'? vroeger de jager met verachten blik.
Dan hebt gij hel reeds ver gebracht
En aan wien heb ik dit te danken
Aan hem, die mij mijn kind heeft ontroofd
en mij tot vertwijfeling hoeft gevoerd.
Ik heb hem dat alles willen zeggen, maag
zijne bedienden hebben mij als een hond naar
buiten geworpen.
Gij meent dal hij de schuld van alles
draagt, hernamJWoul, die toch nog mede-
lijden gevoelde ;ik geloof echter dat de ouda.
graaf. (Vervolgt.)