Co huidige cconemisclio toestand van Belgis MISDAAD EN BEDROG Oe ir döhI op Erzberger De nieuwe bslaslinpn in 'i Senaat. Groote spoorwegramp in Italië. Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.— Tel. 114 XXVU' JAARGANG NUMMER is3 T~> S\, <"JATR:T r» 8 CENTIEMEN WEKELIJKS 0.50 Uitgever: J. Van Ndffal-Ds Qarraï Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agenlsohap Havas.S, Marlelaarplein, te Brt.ssblS, Place de la Bourse, Parijs en (i. Bream's Buildings Loodres E.G.4 Het ministerie van Staathuishoudkundige «aken heeft nogmaals een vlugschrift uitge geven nopens den economische» toestand van België. Dit boekje handelt over den al- gcraeenen staat van zaken in ons land gedu rende hel 1® kwartaal 1921. Hel bewijst dal d<> opbrengst gedurende het afgeloopen jaar 1900 aanzienlijk is vermeerderd. Zoo over treft de suikei opbrengst in 1920 verre die van 1913. in bet jaar 1900 bedroegen da steenkolen uitbatingen gemiddeld 98 per cent. Einde Januari van dit jaar beliep zij zelfs op een peperen oogenblik 107.2 per cent, maar is beurtelings gedaald op 95 in Februari, op B9 in April on op S3.7 in Mei 1921, terwijl de voortbrengst in Juni laatstleden terug op 89.3 per cent geklommen is. De kotenvooriyden zijn daarentegen niet r rminderd. Einde 1920 bedroeg den steen- kolen voorraad 230,720 tonnen en in April laatstleden bereikte dit cijfer ongeveer een inijlioen 160,000 tonnen. In de ijzernij verheid is de toestand beden kelijk. Men oordeele, na kennisneming der hierouderstaande opgaven Op 1 Juli 11. be stonden erin België 5-1 hoogovens, ^waarvan Br-enkel 13 in werking waren. De voortbrengst der ijzersmelterijen is ook trapsgewijze gedaald. Het eerste kwartaal 4921 stelt een cijfer daar van 98,000 tonnen tegen 1,222,400 tonnen voor hetzelfde tijd perk 1913. De katoenspinnerijen liggen tegenwoordig Btil. De wolnijverheid doorslaat een zeer scherpe krisis. Op dit oogenblik bedraagt liet getal arbeidsuren gemiddeld 30 in plaats van 43 vóór do krisis. in de. panncubakkerijen en de baksteen- nijverheid is de toestand tamelijk gunstig, terwijl nochtans de krisis zich gevoe iger al- teekent voor de fabrieken van vuurvaste steenen, in welke nijverheid er op de 33 smeltovens s'ecbu twee in werking zijn. De nijverheid der chemicale voortbreng selen is niet minder zwaar aangetast. Mine rale zuren en de ei van afkomende voort brengsels worden berekend op 35 per cent dar voortbrengst van voor den oorlog. Ook worden de fabrieken van kunstmeststoffen stilgelegd. Do waarde van invoer overtreft het beloop van den uitvoer voor ecne sum van ongeveer éen milliard 300 millioen fr. Dit is nochtans eene vermindering bij vergelijking met het zeilde bedrag dat zioh in 1920 becijferde op twee en een half milliard frank. Het bedoeld vlugschrift wijdt een kapittel aan den toestand der openbare Belgische schuld en een ander aan de opbrengst dei- belastingen. Het invorderen der belastingen verschul digd, over 1913 tot 1919, heeft 410 milli oen en een hal!' opgebracht, hetgeen 86 p. c. vertegenwoordigt van hetgeen er in te beuren viel. Overhel dienstjaar 1920 valt nog een to taal van 313 1/2 millioen in te vorderen. Daarvan zijn 81 (millioen op afkortingen te betalen van nieuwe imposten; 37 millioen voor de grondlasten; 90 millioen en half voor de beroepstaks en 23 millioen voor taks op de openbare vermakelijkheden. Het totaal bedrag der ontvangsten vpor de dienstjaren 1912 tot 1921 beloopt 844 milli oen en half. De rollen der bijzondere belastingen op de oorlogswinsten bedroegen 723 millioen; op die som zijn 235 millioen ingebeurd. Kortom, er werden op twee jaren tijds voor een milliard 79 millioen ontvangsten gedaan aan imposten. 29e vervolg. Kent gij bem niet vroeg Amafia, aan het raam tredende. Ik herinner mij niet meer. De jager Wout, hij was weleer reeds in dienst van baron de Mariemont. Den naam herinner ik mij wel maar den man had ik niet weder herkend, hij is oud geworden. Het schijnt een onaange naam persoon te zijn, een norscli somber ge laat. A line prijst hem, hij moet zeer trouw en gehecht zijn Daar komt baron Lodewijk aan riep de graaf levendig, terwijl hij zich van het raam verwijderde. Een schoon paard, edel ras Het dier wekt mijne belangstelling. Komt Aliue niet mede vroeg Amalia verward. Neen, ik zie haar niet. Mag ik u een oogenblik alleen laten Zonder antwoord af te wachten snelde de graaf naar buiten toen hij onder bij het portaal kwam, steeg de baron juist van het paard. Ontvang mijn hartelijken gelukwenscli! zegde de graaf zacht, terwijl bij den slanken man met den blonden baard, en het ernstige, trouwhartige gelaat de ha d reikte. Uwe bruid verwacht u Over liet gelaat van den jongen man gleed een gelukkig lachje. Ik dank u, hernam hij, de schoonste De beroepstaks en de boventallige (super) laks zullen de inkomstén van dén Staat gaan vermeerderen. Doch dit belet allemaal niet dat wij er op lange na nog niet in ^gelukken bijmiddel van al die inkomsten de uitgaven onzeiv.be- grootingen le dekken. In bedoeld vlugschrift zijn ook inlichtin gen vervat over onzen geldelijken toestand op gebied der in omloop zijnde bankbriefjes. Indien wij als maatstaf het getal 100 ne- men der op 30 Juni 1914 in omloop zijnde Belgische baukbriefjes, dan vindon wij dat er (volgens de Jrieronders taande tabel) 100 bankbriefjes in omloop zijnde, op 30 Juni 1914, er op 31 Dec. 1918 in plaats van 100 318 id. 1919 id. id 475 id. 1920 id. id. 621 op 29 Juni 1921 id. id. 606 in omloop waren. Wat do klinkende munt betreft, goud en zilvergeld, die omloop kan samengevat wor den a Is volgt Op 30 Juni 1914 nemen wij er 100, het geen maaktop 31 Dec. 1918, 83; op 31 Dec. 1919, 75; op 31 Dec. 1920, 68; op 29 Juni 1921, 70. Wij zijn dus iets of wat in dc winst, dooli wij gaan maar langzaam vooruit. Onze zaken staan ontegensprekelijk heele- maal niet schitterend. Eon bandelaar of nijveraar die don staat en den toestand zijner geldkas bij die van den Staat zou vergelijken, zou wel mot de han den in de - haren mogen zitten. Dat belet niet dat er zoovele Belgen op hunne twee ooren slapen en dat zelfs som mige onzer regeerders het geld met kwistige hand uitdealen engrooter verteer maken dan het 's lands nering toelaat. Sparen en werken zouden bijgevolg onze leuze moeten zijn. Eiiaas, de spaarzaamheid wordt nog altijd maar weinig betracht en heel min beoefend. Geldverspillingen op groole schaal en van hoog tot, laag, steken ons langs alle kanten de oogen uil En 't werken laat niet minder veel te wenschen. De werkstakingen dreigen zelfs op som mige plaatsen nogmaals uit te breken. De patroons willen de dagloonen verminderen of weigeren die te verhoogen, maar het werkvolk weigert en gaat in slaking De roode kopstukken der svndikaten geven er den brui van, want wat baat hun den voor uitgang van het land en den bloei van han del en nijverheid Zij worden evengoed betaald en er beslaat een fonds voor werkeloozen, waar er altijd mogelijkheid toe bestaat om wat van los te krijgen voor de arme stakers, die voor wer- ktloozen doorgaan. In troebel water is 't goed visschen dat welen de roode menners bij ondervinding het best en het arme werk volk dat zij drillen en rnet groote beloften paaien, dat volgt op goed valle 't uit. Zoo naderen wij de wetgevende kiezingen van October. ?De socialisten en sommige verblinde politiekers misleiden en bederven het werkvolk. Zij preeken over minder werkuren en over grooter dag- loonen. Dat immers is water op hunnen molen. Hunne praatjes en dagbladartikelen bekoren zelfs de godwilligete arbeiders. OP den builen, in den landbouw en op de boerderij, praat reeds het werkvolk over opslag van dagloon en vermindering der arbeidsuren. droom mijns levens is nu verwezenlijkt. Laat mij een oogenblik bet achoone paard bewonderen, ik heb zelden zulk een prachtig dier gezien. De baron streek, zichtbaar gestreeld, met de hand over zijn blonden baard, terwijl de graaf liet paard bezag, dat een rijknecht eenige malen heen en weer leidde. Benige woorden over het ras, den prijs en de afkomsi van liet dier werden nog gewis seld toen viel de blik van den graaf als toevallig op den jager van den baron, die naast het portaal stond. Wacht gij op uwen heer? vroeg hij. In het kasteel is hij niet meer, gij zult hem-aan het meer vinden. Ik dank u zegde Wout kortaf. De graaf had de woorden nauwelijks gehoord of hij slak zijnen arm door dien van den ba ron en trad met hem het kasteel binnen. VIII. Gevonden. De jager Wout beschouwde de opmerking dat hij zijnen heer aan hel meer zou vinden, als eene aanwijzing zich daarheen te bege ven en hij ging dan ook door den tuin op het park toe. Zijn somber uiterlijk, het beven zijner lippen en de vlammende blik zijner oogen, bewezen duidelijk dat deze aanwij- zing hom ergerde. Hij was een statig man en eenige grijzen haren in den wel wat ruigen baard bewezen dal zijne eerste jeugd reeds ver achter hem lag. Toch zou hij niet tegenstaande zijne grijze haren iiogeen knap man geweest zijn in do netto groene uniform, wanneer niet Iedereen immers (.betracht om beter te komen, om meer te winnen, om het gemak kelijker te hebben, 's Lands vooruitgang ren heropkomst zijn nochtans daarmee niet gediend Willen wij België's vroegere welvaart en bloei terug vinden, dan moet ei ferm on eew- (Iraohtig gewerkt worden. Dan moei hot op geen koppel uren meer arbeid aanko- men. Wantin het werk ligt onze vooruitgang onze opkomst en onze kracht, terwijl ons door de eendracht alle macht wordt gewaar borgd. Geweldige tooneelen in het Station te Ciney. Esn Disitsoher en zijns vrouw mishandeld. Een Duitscber, zekere Ulstrunok, die het hoofd der kommandantuui' was geweest te Ciney en zich aldaar door onmetdoogendheid wist te onderscheiden, was onlangs in het huwelijk getreden met een juffrouw dei- gemeente, bij wie hij ingewoond had. Donderdag waagde het paar het, op huwe lijksreis zijnde, naar Ciney te komen. Maar de oud-strijderS die juist vergaderd waren, gaven Uistrunck en zijn vrouw bevel, binnen de 24 uien de stad te verlaten on deelden dat besluit, per aanplakbriof aan de bevolking mede. Vrijdagmorgend vertrok het paar, Maar enkele oud-strijders zochten liet op, in den trein, nadat zij den machinist aangema&md hadden niet te vertrekken alvorens zij aan den Duitscber en zijn gezellin de waarheid zouden gezegd hebben; toea de passagiers vernamen wat er gaande was, verlieten zij den trein en weigerden zij verder t» rijden ia gezelschap van den Duitscher. Hel paar werd ontdekt en do menigte liep er woedend naartoe on deelde slagen uit. Het gelukte de gendarmen don Duitscher en zijn vrouw in bet bureel van den onder-over ste te brengen. Maar het bureel werd inge nomen on verwoest. Toen traden de gendarmen heftiger op om een tragisch einde le voorkomen. Het paar kon ten slotte in een auto gestopt en naar een onbekende bestemming gezonden worden. De Duitscher was met bloed bedekt; zijn voorhoofd was gekloven; ook zijn vrouw was laelijk toegetakeld. Onze achtbare'senator eri staatsminister M. L. de Sadeleer, die voorzitter is der Com missie van Financien in 't Senaat, heeft gedurende de bespreking der nieuwe wet over de belastingen grondige opmerkingen doen gelden, die giooten ia druk hebben ge maakt op de vergudering. De heer de Sadeleer zegde onder andere Mijne Ileeren, uwe Commissie van Financien, die ik de eer heb voor te zitten, heeft ondanks den vacancietijd, drie lange zittingen toegewijd aan het onderzoek van het wetsontwerp. Talrijke schikkingen, onder andere deze die eene nieuwe verhooging stellen op de erfenisrechten werden afge keurd omdat wij de familién, hun bezit 6n hun werk willen besohermeu. Wij waren van gevoelen eene reeks wijzigingen voor te stellen aan het wetsontwerp. Wij wilden ook dal er een einde gesteld werde aan allegeld- verkwisting en dat in ieder Ministerie de grootste gespaarzaamheid ïngehuldig werde. Wij deden onze tegenwerpingen kennen aan den Heer Minister van Financien die, op ons verzoek, onze laatste zitting bijwoonde. i Hij verklaarde dat bij van gedacht was dat de nieuwe verhooging op de erfenis- rechten de laatste moest zijn en, indien later het Ministerie verplicht was, nieuwe belastin gen daar te stellen, men de erfenis rechten het donkere gelaat zooveel terugslootends had gehad. In hot park aangekomen ging hij van den hoofdweg af, om langs een zijpad het doel zijner wandeling spoediger te bereiken en hij kon omstreeks het midden van het park bereikt hebben, toen plotseling van achter een boscbje een gestalte te voorschijn trad bij wier aanblik de jager verschrikt achter uit trad. Zijn hand greep onwillekeurig naar hel geweer dat in een draagriem over zijn sohou- der hing het was te begrijpen dat deze va- gebond hem geen vertrouwen inboezemde. Wout zegde de vagebond kalm. De jager trad nader, zijn scjierpe blik rustte een oogenblik uitvorschend op de ellendige, in lompen gehulde gestalte. Ja, gij" zijt het, Vanhemelen, hernam hij, reeds voor eenige dagen zag ik in u en herkende u dadelijk, maar later kwam er toch weer twijfel bij mij op, ik kon niet den ken, dat gij zoudt zijn teruggekeerd Is een ander ook niet teruggekeerd vroeg Vanhemelen spottend. Dus om hem zijt gij hier Denkt gij dat ik mijn arm kind heb vergeten De jager maakte een afwerende beweging. Herinner mij niet aan Anna ze^de hij barsoh, aan bet gehoele ongeluk draagt gij alleen de schuld. Werkelijk Ik alleen De graaf was natuurlijk in zijn recht, hij mocht het meisje verleiden, zij was toch maar de dochter van een armen bosohwaohter, van een slaaf, die ongehinderd zouden laten. De Heer Minister beloofde stellig meer en meer de misbruiken uit te werpen in de uitgaven en het gebruik der gelden van den Slaat. Verders verklaarde de Heer Minister dat het inkomen der nieuwe belastingen onont beerlijk was dat ieder dag uitstel meer dan een millioen deed verliezen aan de schat kist en cr namelijk geen geld meer was om de gemaakte schulden der provinciën en gemeenten terug te betalen. Het is om deze talrijke reden, verklaarde de Heer dc Sadeleer, dat de Commissie alleen lijk handelende uit vadgriandsohe liefde en om hel crediet van Belgie te reddon, geene wijziging heeft voorgesteld aan het wets ontwerp. Zijne woorden werden bekrachtigd door talrijke leden. De Hoogo vergadering heeft da Commissie gevolgd en de wet goedgekeurd bijna met eenparige stemmen. Het wetsontwerp Is dus naar de Kamer niet verzonden en zal in 't kort in't Staatsblad verschijnen. Belangrijke vondst in Pompeji Aan dan Noordwostkant van Pompeji zijn nieuwe uitgravingen thans voor het publiek opengesteld. Op een hoek van een zijstraat in de Strada dell' Abondauza werd een tem peltje gevonden en daarin een groote schil d .rij met de twaalf penaten, de bescherm geesten der stad. Hot wordt als een van de belangrijkste fresco's geroemd, welke te Pompeji ooit zijn gevonden. Jupiter, JJuno, Mars, Minerva, Hercules, Venus, Mercurius, Proserpina, Vulcan us, ;4Ceres, Apollo en Di ana zijn erop afgebeeld; voorts een offerscène met dansende laren en een kleine groep van dienaars, die aan een marmeren altaar offe ren, terwijl een slang naar het altaar toe kruipt. Er is ook een interessante kroeg, die nog met zijn heel oude inrichting prijkt; o. a vindt men veel terracotta amplioren. gZon op5,06, onder6,37a Nieuwe Maan den 1 DE WERKSTAKINGEN in FrauHCli IVoorcieix Zaterdag hadden te Pioubaix en te Tour- konje erge woelingen plaats. Te Roubaix werden werklieden dia zich naar de fabrieken begaven door de stakers aangerand, mishandeld en genoodzaakt huis waarts le keeren. Te Toukoup werden twee kamions geladen met wol aangevallen. De wol Werd over de straten vei spreid. Gendarmen kwamen iu auto tei* plaats doch de woelmakera hadden leeds de vlucht genomen. In het stadhuis van Tourkonje had een onderhond plaats lusscben den prefekt van het Noorden en een aantal nijveraars. Men weet nog niet welke beslissing daar genomen werd. In de nabijheid van Rome is een goederen trein in botsing gekomen niet een reizigers trein die met bestemming der badplaats Ladispoli, Rome verlaten had. Tot nu toe heeft men reeds 17 dooden van onder de verbrijzelde wagons weggehaald. De minister van openbare werken begaf zich ter plaats. 80gekwetsten werden naar de gasthuizen van Rome ovevgebraoht. NADERE BEZON DERHEDEN Reeds 30 dooden, 100 gekwetsten. De opt'uimingewcrken ter plaats van de groote spoorwegramp die te Mogliano, bij Rome plaats greep, worden voortgezet. Er werden reeds dertig dooden uit de vernielde wagons gehaald. Men denkt dat er meer dan 100 gekwetsten zijn, waurtusschen vele zwaar geksvetsten. altijd zwijgen moet. |En nu de arme bosch. wachter niet heeft gezwegen, omdat hjj in zijo recht was, wordt de gelieele schuld op hem geworpen. Dat is het geval niet, hernam de jager. Gij legt dat uit zooals het u het Best past. Ik beminde Anna en verzooht £om hare hand weet gij nog welk antwoord gij mij gaaft 'l Anna beantwoordde uwe liefde niet I Omdat de graaf jlutsohen haar en mij stond. Was dat mijne schuld Ja, Vanhemelen, uwe schuld was het. gij zegdel [mij tooh zelf dat uwe dochter te goed was voor een armen jager. Wilt gij daarmede zeggen dat ik op den graaf had gerekend Neen. Wel beweer ik, dat gij door aw kinderachligen hoogmoed de schuld van het geluiele ongeluk draagt zegde de jager. Gij houdt niets tegen mij hebben, gij hadt mij het meisje moeten geven ik had het den graaf wel klaar gespeeld. Daarna was het te laat en door uweu toorn hebt gij alles bedorven. Zeg dat niet, hernam Vanhemelen het grijze hoofd sohuddende. Ik weet het beter, de graaf heeft mijne Anna in den dood gedre ven. Het is waar, toen de storm losbrak heb ik ook menig hard woord gesproken, doch ik kon uiet auders, ik moest aan mijnen toorn lucht geven. Maar wanneer de graaf trouw was gebleven, dan bad nog alles goed kun nen komen, hij hedït mijn wanhopend kind Het onderzoek. Uit de lijkschouwing bleek dat Erzberger het eerst door een schot in het voorhoofd! getroffen was. De daders hebben denkelijk geloofd, dat de afgevaardigde Dietz, die hulpeloos neer stortte, ook doodelijk gewond was, en heb ben zich vervolgens op Erzberger gestort, die langs een helling naar beneden vluchtte. Een groot bloedspoor is langs de helling waar te nemen tot de plaats, waar Erzberger onder een boom is neergestort. De moordenaars hebben vervolgens nog verscheidene schoten afgegeven; waarschijn lijk tot hunne revolvers leeggeschoten waren. liet gezicht van Erzberger is weinig ge schonden, maar hel achterhoofd toont vree- selijke wonden, daar de kogels groole gaten in den schedel hebben gemaakt, waar de hersenen uitpuilen. Honderdduizend mark uitgeloofd. De rijksregeering heeft, met het oog op de mogelijkheid, dat de moord op Erzbergei een politiek karakter draagt, een belooning vun 100,000 mark uitgeloofd, voor het op sporen van de daders of de aanstichters. Politiehonden op het spoor Uit Carlsruhe wordt aan het 8 Uhi Abendblatt gemeld, dat politiehonden ceij spoor ontdekt hebben dat de ontdekking dei moordenaars van Erzberger zou vergemak kelijken. Twoe aangehouden jongelieden reeds losgelaten. Twee jongelieden, die in de statie te Offen- burg aangehouden werden, in verband inel den moord op Erzberger, zijn weer op vrije voeten gesteld, daar zij bij confrontatie met den afgevaardigde Dietz, onschuldig bleke* te zijn. Andóre aanhouding. M. Loebe, voorzitter van den Rijksdag, verklaaide aan een opsteller vun de Ber liner Zeitung am Mittag dat bij, Uuier den Linden, een heer en eene dame liot aan houden, die, bij het lezen eener aangeplakte; dépêche betreffende den moord van Erzber ger, verklaard hadden Ilij zal geen kwaad meer doen. Geen Tannenbargfeest. De BuilachNaUonaieo wilden gisteren Potsdam een Tannenbergfeeat inrichten. On- middellijk na den moord op Erzberger hóef» de socialiatisclie pers een artikel gepubli ceerd, waarin zij er bij de arbeiders aan dringen, dit Tannenbergfeeat le verhinderen. Het commissariaat van policie te Charlot- tenburg heeft daarop alle beloogingeu in d< open lucht ten strengste verboden. Een zeker aantal peraouen die zich te Ber lijn uaar een aangeduid punt begaven, om er de verjaring le vieren van den slag van Tannenberg, werden eensklaps omringd door arbeiders die den optooht tol stilstand verplichtten. De sooialislen poogden de sabels en epau letten der aanwezige officieren te ontrukken. De ter aarde bestelling. Het lijk van Erzberger zal naar Berlijn worden overgebracht, en op 31 Augustus worden bijgezet te Wilmersdorf, naast zijn in den oorlog gesneuvelden zoon. Een vroegere aanslag. Het Tagehlatt zegt dat men in parle mentaire kringen het eenparig eens is over het feil dat de moord op Erzberger liet ge volg is van den veldtocht van ophitsing der nationalisten. iu het water gedreven dat vergeef ik hem nooit. De jager staarde somber voor zich heen. Gij kunt het hem ook niet vergeven, ging Vanhemelen voort, en iu zijn scherpen blik lag eene vreeselijke wraakzucht hij heeft ook u bedrogen. Wout zag op, de gloed van lang vervlo gen haal blonk in zijne oogen. Wat wilt gij van mij zegde hij. Waar- spreekt gij van dit alles. Om er u aan te herinneren, dat dc graaf de roover is van uw geluk. Wat ik. van u wil Verschaf mij een goed geweer en wat ik er bij noodig heb om te kuunen schieten, gWilt gij dan een jager of wild dief worden Als ik lust had om een dief te worden, dan zou de vrees voor de gevangenis mij daarvan niet weerhouden. Ik heb al lang genoeg reeds achter het slot gezeten, zoodat ik wel nneet. dat het in de gevangenis nog zoo kwaad niet is. Dus zijt gij reeds iu de gevangenis ge weest'? vroeger de jager met verachten blik. Dan hebt gij hel reeds ver gebracht En aan wien heb ik dit te danken Aan hem, die mij mijn kind heeft ontroofd en mij tot vertwijfeling hoeft gevoerd. Ik heb hem dat alles willen zeggen, maag zijne bedienden hebben mij als een hond naar buiten geworpen. Gij meent dal hij de schuld van alles draagt, hernamJWoul, die toch nog mede- lijden gevoelde ;ik geloof echter dat de ouda. graaf. (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1921 | | pagina 1