Zedenïsnjilfcriito.
a
7 -
MISDAAD EN BEDROG
03 Roamsslis kwestie.
In den Volkerenbond
Ministens van landbouw.
Woensdag
Sep!. 1021
Front tsgea het helflenflöm.'
HIJ WAS NIET DOOD 1
Het landvsrhuizersverkoer uit de
haven van Antwerpen.
Een opllclitiaa van 205,633 frank
XXVII' JAARGANG NUMMER 203
Kerkstraat, 9 en 22, Aat.st.- Tel. 114 - J3AGM3J-.A.D - 8 CENTIEMEN - WEKELIJKS O.sS - Uitgever: J. Van NorrtüJ» Qb*M
It. Claud
Zon op 5.17, onder 6,21|
Eerste Kwartier den f*
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst,
zich te wenden tot liet Agentschap H*r*s,8, Martelaarplein, te Broesel8, Place de la Bours», Parijs en fi. Bream s Buildings Londrea E.C.t
Weer gaat er een noodkreet door
tie katholieke pers. Herhaaldelyk
reeds werd bier do openbare onzede-
lijkbeid aangeklaagd deze maat
schappelijke kwaal kankert aanhou
dend voort, en onze samenleving wordt
er meer en meer het slachtoffer van.
Met meer durf dan ooit voor het
goede geschiedde, wordt nu hot recht
op de straat door de zedeloosheid
opgeëiscbt.
Getuige van al die driestheid, waar-
modo dit alles aan de oogen van ieder
een uitgestald wordt, vraagt een
ernstig mer.scli zich af, waar we alzoo
naartoe gaan.
Hebt ge u reeds afgevraagd, boe
liet mogelijk is dat de opsnbrre onze
delijkheid in Weeding ea mode, in
prent en geïllustreerde bladen in aller
lei verlokking lot bet gemeene, boe
liet mogelijk is dat dit alles het dag
licht niet meer schroomt
Voorzeker, wij hebben een wet
geving op dit gebied wij bezitten
art. 383 van het slrafwelbook tegen
al wie voor de eerbaarheid aanstote
lijke liederen, schriften, beelden of
prenten tentoonstelt, verkoopt of ver
spreidt wij kunnen ons vorder nog
beroepen op do verscherping der
wettelijke macht door da wet Woeste
van 1905.
En desondanks gaat de zedeloosheid
in 'l openbaar baar gangen.
Zulks is wellicht het gevolg van de
zwakheid der bevoegde macht om be
teugelend op' te treden. Maar de
hoofdoorzaak ligt wel meer in hot
algemeen zedelijk verval, dat de
groote massa meesleept, omdat zij
niet bestand is om weerstand te bieden.
Reeds lang wil het heidendom zijn
kop omhoog steken men heeft den
oorlog verklaard aan de christelijke
moraal de vrije liefde en do zinne
lijke genotzucht gepredikt. Al hel
boogere, al het zedelijk schoone moest
bukken voor de bevrediging der
zinnen.
Weldra werden de gevolgen van
die heidenscbe levensopvatting tast
baar. Sprekend door de statistieken
der geboortenvermindering, door de
toename der misdaden en vergrijpen
tegen de zeden, word do ziekte van
onzen tijd aangewezen in do verwilde
ring der zeden.
Men herinnert zich nog boe alsdan
de bisschoppen van België en nabu
rige landen bun stem verhieven om
lront te maken tegen het opkomende
heidendom, met de vermaning dat
rrsT'V*
men in het belang der beschaving,
moest wederkeeren naar cbristolijke
ernst van bet leven. IJit eerbied voor
Gods buis, uit een gevoel van eerbaar
heid tegenover anderen, eisebte men
een zedige vrouwenkleeding.
En waar wo llians, lien jaar later,
staan met do openbare zedelijkheid,
moet niet worden afgeschilderd. Wie
niet blind is, moot zien, dat bot zede
lijk gevaar op straat grooter wordt.
De groots fout ligt aan de heden-
daagsche levensopvatting, die ons
terugvoert naar hot heidendom.
Waar men schijnt te vergeten dat
er zedelijkheidsvoorscbrillen bestaan
in de Meeding, kan al weinig verhoopt
worden dat men ingrijpe tejpn de op
komende onzedelijkheid in illustraties
en prentkranten die in 't openbaar vor-
handold worden.
36" vervolg.
Dat er diefstal of misbruik van vertrou
wen zou gepleegd zijn, wilde hij volstrekt
niet aannemen. Ik voor mij heb mij altijd
verzekerd gehoudeD, dat over deze geheim
zinnige zaak te gelegenertijd nog, wel eens
het noodige licht zou worden verspreid.
Nu komt eohter weder een nieuwe ramp
mijn geluk verstoren. Geheel onverwacht
plaatst zich een vreemdeling tusschen mij en
Aline. Doch, de hemel geve, dat het niet
verder zal komen Kom, Willem bege
leidt gij mij een wegs Ik moet een mijner
vrienden, den inspecteur Garlier gaan opzoe
ken. Hij is een verstandig mau, dien ik om
sijnen ijver, vindingrijkheid en veratandigen
raad zeer heb leeren hoogschatten.
Den inspecteur Garlier Gij neemt
daar oeaen man, die ook mij wellicht in de
gegeven omstandigheden van dienst zoude
kunnen zijn. Gelijk gij weel, is or in onze
woning inbraak gepleegd. Een der dieven is
gevangen genomen. .Doch de andere, de
eenige, die in het bezit is van het gestoiene,
heeft zich uit de voeten weten te maken
Mijn v;,der hecht bijzondere waarde aan do
rich in het kistje bevindende papieren. Ik
gelooi', dat Garlier de geschikte man is, om
ons bij de opsporing van den dief en hot ge-
stolene hij te slaan.
Ik meen u mijn vriend Garlier gerust te
mogen aanbevelen. Daar ik f nu toch bij hem
moet zijn, zal ik voor u oen goed woord bij
hem doen en hem zeggen, dat gij hem heden
«vond wsnscht lo spreken.
Ook andersdenkenden beginnen
zicb om hel zedenverval te bekom
meren.
Reeds hebben de Londensche bank
instellingen, zoo schrijft een katho
liek confrater, besloten zicb gelegen
te laten liggen aan de kleeding van
hot vrouwelijk bankporsoneel. Voor
taan zullen zoowel de kleur en het
weefsel als de snit worden gekeurd,
en verboden. Tal van kantoor
meisjes waren onder den indruk van
do heidenscbe mode gekomen tot een
zoo ver doorgevoerde Meeding-» ver
eenvoudiging dat zij van de directios
te hooren kregen, hoe haar Meeding
weinig businesslike was.
Nu de vreeselijke gevolgen van de
zedenverwildering aan alle zijden
zichtbaar worden, begint zelfs doü
heidenscbe volksopvoeders de schrik
om het hart te slaan, en gaan ook
niot-christelijkc kringen uitzien naar
middelen om den stroom van verderf
te koeren. Willens of niet worden zij
gedwongen om mee te doen aan do
bestrijding der slechte zeden.
Aan katholieken past het, meer nog
het is hun plicht, vooraan te staan ia
den strijd voor oen zedige mode.
Uw Meeding weze zedig het geve
blijk van goeden smaak, het getuige
van zelfeerbied en christelijk bewust
zijn en strekke anderen niet tot erge-
nis. Een smaakvolle kleeding kan
levens zedig zijn.
Zulks zal de uiting zijn van meer
levensernst de algemeene opvatting
van de zedelijkheid zal er door winnen
on dan zal ook de strijd tegen do
openbare zedeloosheid beter doorge
voerd worden.
Voor een zedige kleeding, en front
tegen het heidendom.
De Temps ontvangt uit Rome oen telegram
van den volgenden inhoud Het artikel van
de Osservutorc Romano omtrent de verhou
ding tusschen Quirinaal en Vatikaan heeft
aanleiding gegeven tot veel discussie in de
Italiaansche politieke middens.
Het gerucht loopt, dat de regeering een
ontwerp voorbereidt, om de kwestie met den
H. Stoel te regelen. Dat ontwerp 7,pu door
den president van den ministerraad, Banomi,
den minister van justitie en den minister van
builenlandsche zaken bestudeerd worden.
Men merkt op, dat Don Sturzo den laalsten
tijd zeer dikwijls op de consulta komt. De
leider van de Katholieke Volkspartij zou de
besprekingen tusschen het Vatikaan en de
Italiaansche regeering zeer vergemakkelijken.
Pauselijke paspoorten.
De Gaulois beweert, uit zeer goeds bron
te hebben vernomen, dat dc diplomatische
vertegenwoordigers van het Vatikaan voor
taan uit Home zullen vertrekken met passen,
afgeleverd door den H. Stoel en geviseerd
door den minister van Buitenlandse he Zaken
van het Quirinaal. Tot dusverre had het
pauselijk paspoort feitelijk geene waarde.
De diplomaten van den II. Stoel moesten,
gelijk elk ander Italiaaosch onderdaan, in hel
bezit zijn van een Italiaaosch paspoort.
Onlangs heeft de H. Stoel het Italiaansch
Gouvernement langs een omweg doen vra
gen, 'of het bereid zou wezen, zich voortaan
niet hel viseeren van 'l buitenlandse!» pas
poort, afgeleverd aan dc vertegenwoordigers
van den Paus, tevreden to stellen. De Gon-
snlta heeft op die vraag bevestigend geant-
woord.
Willem keurde dit voorstel goed, en na
zijnen vriend lot aan do woning van den in
specteur te hebben begeleid, scheidden zij
van elkander.
Eene zonderlinge omstandigheid voerde
op dit oogenblik Kapitein Coquille naar de
woning van dezen politiebeambte 1
Van af den eersten dag. dat hij den graaf
van Leeuwendael had leeren kennen, had
hij een zekeren afkeer van dezen gevoeld.
De tooneelachtige wijze van handelen van
den graaf, zijne achterhoudenhcid en het
zonderlinge zijner manieren bevielen den
ernstigen en ronden krijgsman niet.
Ofsohoon dóór de rechterlijke macht de
boschwachter Vaohemclen als de moorde
naar van den malrooa was erkor.d on deze
veroordeeld was zij no misdaad met lange
gevangenisstraf te boeten, waren toch bij
Coquille eenige zonderlinge vermoedens le
gen deu graaf zeiven ontstaan.
Hadden deze hunnen eenigen grond in den
afkoer van Coquille tegen den nieuwen be
woner van Leeuwendael Of was liet min-
uennijd, die bij hem deze verdenkingen op
wekte tegen den man, die om de hand van
Aline gevraagd had
Vooral echter waren zijne vermoedens
legen den graaf zeer opgewekt door eenige
gesprekken, die bij met Wout, den jager
van baron de Mariemont, had gehad.
Ook deze koesterde om geldige redenen,
gelijk wij weten, afkeer van doorgraaf. En
hij was in deze vermoedens versterkt. Want
in hel bosoh bij het moor wandelend, was
hij door een toeval lol eene zonderlinge ont
dekking gekomen.
Ilij had namelijk dicht bij da plek, waar
land, 209 landverhuizers naar Canada; 696
naar de Vercenigde Staten van Noord Ame
rika en 59 naar Zuid Amerika.
De Lapland, de Finland en de Zeeland,
vertrokken naar New York, de Scandinavian
en de Corsican zijn naar Montreal afgevaren.
Verdeeld volgens nationaliteit heeft men
Belgen, 99; Hollanders, 15; Amerikanen, 3;
Duitsciiers, 5; Italianen, 2; Zwitser, 1; Eu-
gelschen, 5; Luxemburgers, 4; Oostenrijkers
*16: Hongaren, 70; Polen, 1352; Tchecho
Sic.wakken, 127, Russen, 283; Rumenen,
602; verschillige, zooals Lilhauers, enz., 93.
IV!Van Karnebeek, Hollandsoh minister
vau Buitenlandsobe Zaken, wordt voor-
ziiter gekozen
Genève, 5 September. M. Van Karna-
beek, Hollandsch minister van Buitenland-
sche Zaken, werd gisteren ia de tweede
ronde voorzitter der vergadering gekozen
met 2i stemmen tegen 15 gegeven aan M.
Da Cunha.
Reeds bij het openen der zitting had M.
Balfour, afgevaardigde van Engeland, de
kandidatuur van M. Van Karnebeek voorge
steld, terwijl M. Jonesco, afgevaardigde van
Rumenie de kandidatuur van M. Da Gunha
voorstelde.
In de eerste ronde bekwam M. Van Kar
nebeek 19 stemmen, M. Da Cunha 12, M.
Motta 4 en M. Blanco 4 stemmen.
Een soldaat van het stadje Chenée, Santa
genaamd, wiens naam op den gedenksteen
der geBneuvelea prijkt, telegrafeerde onlangs
aan zijne vrouw, dat hij binnen kort zou
terugkeeren. De vrouw, die nog rouw droeg,
kon hare oogen niet gelooven.
Eenige dagen verliepen en verleden Vrijdag
keerde de verrezene terug. Ilij werd dadelijk
-herkend door al wie hem vroeger zag en
begeleid dooreen honderdtal vrienden, onder
welke ook de burgemeester, werd hij naar
huis geleid, waar hij door zijne vrouw met
groote vreugd ontvangen w<jrd.
Santa had een gedeelte van" den veldtocht
in Rusland meegemaakt, en was, door de
bolsjewistische oproeren, verhinderd naar
zijn land terug te keeren.
Daardoor werd hij tusschen de roemvolle
dooden gerekend en werd zijne nagedachtenis
gehuldigd.
Gedurende de maand Augustus zijn uit
Antwerpen 9927 landverhuizers vertrokken,
met vijf verschillige stoombooten, de Lapland
de Scandinavian, de Finland, de Corsican,
en de Zeeland.
Aan boord van de Lapland bevonden zich
713 land verhui Iers, waaronder 17 Belgen en
096 vreemden; van de Scandinavian, 535
landverhuizers, waaronder 43 Belgen en 492
vreemden; van de Finland, 630 landverhui
zers, waaronder 22 Belgen én 008 vreemden;
van de Corsican, 418 landverhuizers, waar
onder li Belgen en 407 vreemden; van de
Zeeland, 522 landverhuizers, waaronder 6
Belgen en 516 vreemden.
Afzonderlijk vertrokken nog over Enge-
dc misdaad moet hebben plaats gehad, een
paar knoopen gevonden, die volkomen over
eenstemden met die, welke de graaf gewoon
was aan zijn jas te dragen.
Hierdoor had hij eene verdenking tegen
den graaf opgevat, en deze tevens aan Ka
pitein Coquille medegedeeld. Al sprekende
waren de vermoedens steeds grooter ge
worden, en Coquille meende hiervan mede-
doeling te moeten doen aan zekeren inspec
teur van politie, dien hij door vriendschap-
pöüjken omgang als een zeor scherpzinnig
onderzoeker en rechtschapen man had leeren
waardeeren.
De inspecteur Rubens woonde in eene
afgelegene straat, en wie hem niet nader
kende, hield den kleinen, tongeren heer met
hei vriendelijk innemend gelaat, voor een
welgesteld vrijgezel, die niets meer vau het
leven verlangde dan behaaglijke rust en ge
zonde eetlust. Tegenover dezen man nu zat
Coquille, en de inspecteur wijdde al zijne
opmerkzaamheid aan de mededeelingen, die
hem gedaan werden.
Do kapitein wist, dat hij zich op de stil
zwijgendheid van dezen ouden heer kon
verlaten hij kon zoo open en vrij spreken
als hij slechts wilde.
Toon hij zijne mededeelingen had gedaan,
schudde de inspecteur bedenkelijk hel hoofd
doch stemde tevens met elke Verdenking in,
die Coquille gekoesterd had.
Daarna do handen op den rug gelegd, wan-
delde hij eenige oogenblikkon in de sierlijk
ingerichte kamer.
Ik wil wel is waar de bewijzen, die de
gevonden knoopen leveren, niet ontkennen
zegde luj, maar gij zult, bekennen dat zij
AVV
TE PABUS.
De heer Dupont, bestuurder V2n de fabriek
van scheikundige stoffen te Argenteuil is het
slachtoffer geworden eener stoutmoedige
aftruggelarij.
Vrijdag ontmoette de beer Dupont een
bediende van de hulpbank van de Société
Générale, te Argenteuil, die hem vertelde dat
hij volgens zijn orders eon betaling van
205.000 fr. gedaan had op de Banque de
Franc® te Parijs voor rekening van den
heer Henry Levasseur, wonende n. 20 rue
de Prony, te Parijs.
Welnu, nooit had de lieer Dupont derge
lijke oyler gegeven. Hij begaf zich ten zeerste
verbaasd naar de bank in kwestie, waar men
hem een door hem geteekenden brief, op zijn
firma-papier geschreven, voorlegde. Die brief
was deo 25 Augusli toegekomen.
Den 29 Augusti rond den middag was een
man met verbonden hoofd in de Banque de
France gekomen, die zich aanmelde als
zijnde de heer Henry Levasseur, gekomen
orn den wissel van 205.000 fr. te innen.
De bediende geen argwaan koesterend®,
had de betaling gedaan.
Een streng onderzoek is ingesteld.
W
De expeditie naar den berg
Everest, n
De expeditie, die een poging doet om den
Mount Everest te beklimmen, heeft gemeld
dat de Noordelijkeen Noord-Westelijke hel
ling van den berg geen geschikte gelegenheid
bieden om daarlangs den top te bereiken. De
moeilijkheden zijn te groot.
De beklimming aan d® Zuidzijde is ook
vrijwel onmogelijk door groote afgronden,
zoodat de eenige hoop om een weg naar den
top te vinden ligt aan de Oost en Noord
Oostzijde van den berg. De expeditie doet nu
ook in deze richting verkenningen.
Toestand van den Landbouw einde Augus
tus, volgens de verslagon der Siaats-
landbouwkundigan.
HET WEDER.De buitengew one droog
te der vorige maanden duurde ook het grootste
gedeelte der muand Augustus voort. Plaat
selijke or.weders brachten eenige regenbuien.
Het gevallen water, waarvan dc hoeveelheid
van plaats tot plaats verschilt, heeft eon guti-
sligen invloed uitgeoefend op deu planten
groei, en het omwerken der Stoppelakkara
mogelijk gemaakt, evenals het zaaien van
rapen, inkarnaatklaver en ander groenvoeder
voor de lente 1922. In 't algemeen is er
evenwel onvoldoende regen gevallen, en do
planten hebben steeds erg van het waterge
brek geleden. De weiden zijn weer groen,
maar de grond is te droog voor een krachtig
heropschieten van het gras.
DE OOGSTEN. Het graan is in uitsla-
kende voorwaarden binnengehaald. Dc op
brengst bij het dorschen is buitengewoon
groot voor dft borfstgraangewassen. De goede
landerijen gaven per hectare 4.009 tot
4.500 kil. tarwe; 2.500 lot 3.000 kil. rogge;
3.500 to; 4000 kil. vroege gerst. Do korrels
zijn zwaar en van goede hoedanigheid.
De haveropbrengsten verschillen zeer op
rijke gronden met vroege zaaisels verkreeg
men 3.500 tot 4000 kil., elders slechts 1.100
kil. In 't algemeen heeft de haver, voorna
melijk de laatgezaaide, veel meer dan de
herfstgraangewassen geleden van de droogto.
De aardappeloogst is zeer uiteenloopend
van streek tot streek, en zelfs van veld tul
veld. Zekere verslagen melden dal, voor de
variëteiten, en tengevolge van den rond half
Augustus gevallen regen de wasdom merke
lijk toegenomen is. De met aardappelen be
plante oppervlakte was dit jaar zeer groot.
Er dient dus niet gevreesd te worden voor
hel opdoen van wintervoorraad.
De voederbeeten laten veel te wenscheq
over. De opbrengsten zullen merkelijk bene
den de middelmaat blijven. De suikerbeeteit
hebben insgelijks erg van het gebrek aao
water geleden. Nochtans geven het wogen
en het ontleden van beaten uit de beste gron
den cyfers, welke de normale van het zeifd®
tijdstip benaderen.
De meeningsverschillen der brief wisselaars
komen voort ait hel feit dat het in dw eene
streek meer geregend heeft dan in de andere.
In Vlaanderen zal men slechts een derde
van een normalen oogst snijboonen hebben.
De tabak is verre van voldoende. Worden
er daarvoor geen bijzondere maatregelen ge
troffen, dan is een verdwijnen van die teelt
te duchten.
De hop heeft te lijden gehad van de wit
en de roode spin Goede hopvelden zijn
schaars.
De voederplanten staan er het slechts voor:
de tweede snede klaver heeft haast niets ge
geven. Er is geen toemaat, en het gras schiet
niet op. daar lucht en grond te droog zijn.
De jonge klaver gezaaid in de graangewas
sen, is op zijn minst genomen tenger op
menige plaatsen zijn de jonge planten ver
brand door de hevige zon, na het verdwijnen
van de beschermende gewassen, en veelal zal
men moeten zorgen voor het vervangen van
dit zoo kostbaar voeder.
In de verwoeste gewesten worden de wer
ken tot herstellingJder gronden, een lijd we
gens de droogte onderbroken, nu weer be
vredigend.
DE VEESTAPEL. Het kweeken en
exploiteeren van vee is lastig geworden door
het zoo goed als geheel verschroeien der wei
landen en der voede» velde», en door den
buitengewoon zwak zijn, zoolang niets meer
ontdekt wordt. Zij kunnen evengoed onge
grond zijn en dan kan, wanneer wij in onze
handelingen te ver gaan, de zaak ons allen
in onaangenaamheid brengen.
Men moet bet zoo aanleggen dat.
Mijn waarde kapitein, dat ik alles, wat
ons in moeielijkheid kan brengen, streng
vermijden zal, spreekt van zelf maar een
onvoorzien toeval kan ons plan verraden, en
graaf vat» Leeuwendael zou dan niet zwijgen.
Het is zeer goed mogelijk, dat hel vermoe.
den van den jager waarheid bevat, maar wij
magen niet uit het oog "erliozen, dat deze
jager, zooals gij mij zogdet, den graaf gloei
end haat. En dan meen ik u op de eerste
plaats te mogen vragen weet gij zeker, dat
de jager deze knoopen op de aangeduide
plaats heeft gevonden
Ja, mijnheer de inspecteur, daar sta
ik u borg voor.
Goed, en hoe oordeelt gij over den
graaf
Hij maakt op mijden indruk van een
man, die zijn werkelijk gelaat achter een
masker verbergt. Ik heb van den beginne af
iets tegeu liem gehad.
Hebt gij hem vroeger voor zijn vei trek
reeds gekend
Neon, hernam Coquille, ik ben immers
eerst sedert oen jaar hier.
Dat is waar, ik dacht daar niet aan,
zegde de inspecteur. Toen ten tijde was ik
nog in dienst, ik herinner mij den jongen
man nog maar duister. Ware het niet moge
lijk een portret uit dien tijd van hem moester
te worden
Moeielijk, zogdo de kapitein. Gij weot»
dat de photographie voor achttien jaren nog
eerst in hare wording was wanneer er du*
ook werkelijk eene pbotographiu van dea
graaf uit dién tijd bestond, dan,
Dao kon men toch niet hopen, daarin
oen gelijkend portret van den graaf te viu-
deu. hernam de inspeoteur.
Maar kan er zich een portret in olievert
van den graaf bevinden
Dan moest gij er toch persoonlijk heen
gaan om hel te zien.
Die moeite zou ik mij gaarne getroosten.
Maar ons geheim
O, zijt onbezorgd de graaf zal geen
vermoeden van mijn bezoek hebben. Wan
neer ik deze laak op mij neem, kunt gij u
van een goeden uitslag verzekerd houden. Ik
moet slechts eene voorwaarde stellen, dat
gij, zoowel als de jagèr, u ia alles naar zijne
voorschriften gedraagt.
Die voorwaarden nemen wij zonder
bedenking aan.
Het was ook te wenschen, zoo wij een
of oud handschrift uit de jeugd, van den
graal konden meester worden. Gij weet niet,
hoe hieraan t® komen. Maar ik meen hier
voor wel een middel te hebben. Eene an ere
vraag is het zou men ook in Amerika niet
onderzoek naar hem kunnen iïtetellen
Coquille wist hierop niet te antwoordden.
Dc inspecteur was in gedachten verzonk^».
Kan ik den jager iets van ons gesprek
modedeelen vroeg Coquille.
Noen, zegde do inspecteur, doe dat
niet, houden wij het besproken voor ons
liet is heler zou. Ik zou gaarne alles verme
den zien, wat oua plan kon verraden.
£v»r<olgt.J