Tot algemeen voldoening der gansche Aalstersche bevolking
is is achtbare Hser Feiix DE HERT, door 11. de KoniBa. herbeaoeKd als Baneieestsi'
Oe Poll der Katholieken
Frankrijk en België
misdTmi EI BE®
II)'
in hel Arrondissemont Aalst
üiislerie van Landbouw.
De kwestie der vergoedingen
Zaterdag
Sept. 1921
Een roemrisk(?)voorvader
van Willem II.
Kerkstraat, 9 en 82, Aalst.— Tel. 114
XXVII* JAARGANG NUMMER 209
- 8 CENTIEMEN -
WEKELIJKS ©.50 UitgeverJ. Van Noffbl-Db Genot
H. Nicola'us
l'Zon op,5,22, onder 6,1-ljjj
Volle Maan deii 16
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te w.nd.n tot hel Agentoehap Hat«,8, MaHetaarpleii., te Bbim.1 - 8, Pl«ce de la Bourae, Parijs - en 6, Bream's Buildings Londres E.G.4
Ovar de kwestie van het Belgisch reoht
van voorrang.
Om bet spreekwoord om te draaien, zullen
we zeggen, slaohle rekeningen maken slechte
-manden. Men schijnt het eindelijk te Pa rijs
in te zien en hel werd zachtjes aan tijd.
Men meldt inderdaad dat hei algemeen
verzet der Belgische pers tegen de Fransche
aanspraken en tegen het besluit der Fransche
regeering, betreffende de op 13 Augustus te
Parijs getoekende finaucieele overeenkomst,
in Fransche regceringskringen eene leven-
dige ontroering hebben teweeggebracht.
Ook zou de Belgische regeering formeele
verzekeringen ontvangen hebben, waaruit
blijkt dat M. Briand geenszins het voorne
men koestert, iets te willen afsnijden van
BejgiiVs recht van voorrang op het eerste
milliard door Duilschland gestort, doch in
tegendeel dit recht absoluut erkent.
Halfambtelijke berichten, te Brussel ont
vangen, melden dat de Fransche minister
van financiën opdraolit haeft ontvangen on
derhandelingen te. openen met Londen en
Brussel, met het oog op de wijziging der
Parfjzer overeenkomst ('t is te zeggen die van
13 Augustus). maar die wijzigingen zou
den enkel do Britsche aanspraken betreffen.
Want het is overbodig er bij te voegen
dat de Belgische rogeering vast besloten is,
geen wijziging hoegenaamd te aanvaarden
van de haar betreffende bepalingen en dat zij,
krachteus den formeelen tekst van het ver
drag, dat haaf prioriteitsrecht toezegt, niets
wil afstaan vaiï wat haar reeds gestort i3 en
van wat haar op het eerste milliard nog toe
komt. M. Dotraher slaat hier voor eene 011-
wederroepelijï& beslissing van het Belgisch
gouvernement.
-f:
Het zou er tfbk nog aan ontbreken, dat wij
andermaal in de doeken werden gelegd,
xooüIs oen gttffet deel der Fransche pers het
van de regeer mg te Parijs verlangde.
Het is afgeschilderd geworden als een groot
geluk voor België, dat ons land ;?in'do con
stellatie der groote mogendheden was toege
laten.
Maar wij hebben sedert lang de onder
vinding opgedaan, dat we in die constellatie
zoo wat aanzien zijn als oen satelliet, en,
rechtuit gezegd, als het is om satelliet te
spelen, is 't oneindig beter van niet bij dc
sterren van eerste grootte gerekend te wor
den.
Onder dat oogpunt had Gesar gelijk, die
was ook liever de eerste in Gallic dan de
tweede in Rome; daarom trok hij er uit in
Rome, en wij zouden oneindig beter doen
van niet in die fameuze constellatie te blij
ven, indien ze ons daar niet als gelijkwaar-
digen beschouwen.
Wat er ook van zij, men heeft ons een
recht van voorrang toogekend en als de
woorden in het Fransen nog hunne beteeke-
nis hebben, dan wil dit zeggen iets dat vóór
•al het andere gaat. Dat andere kan door
partijen gewenscht, betracht, verlangd wor.
don, die partijen kunnen daarbij gelijk heb
ben of ongelijk, om het even; erss recht
gaat voor, en, zooals'Shylock op zijn pond
vleesch stond, moeten wij op ons rechtstaan.
Frankrijk heeft ons dit recht mee toege
kend en zelts de meest Franschgezindon
3öe vervolg.
Duid hel mij ten goede, mijnheer de
graaf, dat ik in mij in mijne bezorgdheid tot
u wend en u smeek, om mijn man aan zijne
belofte, te herinneren.
Het zou mij het liefste zijn, wanneer
hij mij het reisgeld kon zenden, want ik
verlang er zeer nüar hem weder te zien.
Vergeef mij mijnheer de Graaf, dat ik
de vrijheid gonomen heb mij tot u te wen
den wegens den lroc3teloozen toostand,
waarin ik mij bevind. Schrijf, bid ik u, spoe
dig een klein briefje aan uwe onderdanige
Maria Van Hemert.
Dat is zeker de vrouw van dien van
Hemert, wiens naam ik in uwe aanteokenim
gen vond, vroeg Amalia. Wij moealen die
vrouw spoedig antwoorden.
Ik heb daar geen lust in, zegde de
graaf.
Mij dunkt, bet was onze plicht, haar
over te laten komen.
In geen geval, viel de graaf zijne zus
ter toornig in de rede. Het zou een last zijn.
die ons later onaangenaam zou kunnen wor
den. Zij kan in Amorika misschien nog eene
goede betrekking bokomen en wellicht daar
weer trouwen. Het zou dwaas zijn, in een
vreemd peatcon zooveel belang ie stellen.
Amalia zag haren broeder verwonderd aan;
tij begreep zijne opgewondenheid Diet, waar-
Voor zij goene reden vond.
Zij is de vrouw van uwen vriand, zegde
bladen te Brussel houden er aan, Frankrijk
te herinneren in welke voorwaarden en
waarom de geallieerden, de republiek erin
begrepen, ons dit recht toezegden.
In den oorlog betrokken, zonder eenig
belang, schrijft de XX® Siéole terecht,
geruïnoerde en in de schuld zittende over
winnaars, hebben wij van de overwinning
enkel de kruimels bekomen, die Frankrijk
en Engeland ons wilden overlaten.
Als wij plaats namen aan de reeds afga-
diende tafel, waren onze ooren nog vol van
de plechtige beloften van Engeland, dat wij,
die 35 milliard sphade geleden hadden, tot
de laatste duit zouden vergoed worden.
Daarop begonnen de groóten to grabbelen
Frankrijk nam Elzas-Lotharingea en hel
Saarbekken, Engeland nam heel de Duitsche
koopvaardijvloot en al de Duitsche koloniën
erin begrepen Oost-Afrika, dat door onze
troepen veroverd was; en wij kregen... hel
plebisciet van Eupen en Malmédy.
Onze milliarden schuld, onze 6 milliard
mark, liet men voor onze rekening en 't is
dan, nadat we zoo hard gebulderd hadden
als een klein land bulderen kan, dat men
ons de beruchte prioriteit toekende.
En die prioriteit, die ons eigenlijk geen
centiem meer dan ons karig deel toekent, en
die ons enkel recht op een voorschot geeft,
die zou men ons op slot van rekening nog
betwisten.
Welnu, hoe mager dat ook hel cadeauke
zij geweest, wij willen het behouden, en wij
heelen hel niet waardig van een groot land
als Frankrijk, hoe slechts het financieel er
ook voor zilte, ons die almoes nog te
betwisten.
Wij weten heel goed dat Frankrijk er al
even slecht voor zit als wij, misschien nog
slechter; wij weten ook dat ikzucht tegen
woordig overal de eerste viool speelt en aan
alle goede gevoelens het zwijgen oplegt, maar
dat is nu nog geen reden om het handteeken
niet te honoreeren, dat ge zelf onder een
overeenkomst gezet hebt.
v-
Enfin, volgens de laatste berichten, is men
te Parijs tot betere opvattingen gekomen.
't Zijn wij die ons bedrogen hebben,
schijnt het, welnu, des te beter, en we vragen
natuurlijk niet beter dan volle betrouwen
te hebben.
Maar we vinden dat de rageeringen, de
diplomaten en de gazetten der groote landen
voortaan beter zouden doen wat duidelijker
te spreken en het op zoo'n manier te zeggen
dat wij hen van het eerste oogenblik goed
verstaaa-
Voor de rest mogen ze onder elkander
kibbelen en ruzie maken zoo veel het hun
lustvan 't oogenblik dat ze tegenover ons
hun woord houden, zijn we bereid- hun boste
vriouden te blijven zoo niet, bornique
NAAR AMERIKA
Luitenant generaal baron Jacques, samen
raet maarschalk Foch door het Amerikaansch
Legioen op een bezoek in Amerika uitgenoo-
digd, zal den 13 October aan boord van de
Lapland scheep gaan naar de Vereonigde
Staten. De Belgische generaal Maglinse en
kolonel Cumont zullen kortelings ook naar
Amerika vertrekken, waarzij de bijeenkomst
der geallieerde generaals zullen bijwonen.
Ten tijde dat de gehate Hohenzollerns
over Duilschland regeerden, was de nationale
geschiedenis van dat land in een ander kleed
gestoken, en werden al de voorzaten der
familie van Willem II voorgesteld als voor
beelden van krijgskundigen heldenmoed en
huiselijke deugden. Allen hadden om ter
meest bijgedragen aan de grootheid van
Pruisen en Duitschlanö.
De geschiedschrijvers, die naar den zin
van Willem II schreven, of enkel maar de
duistere zijden van dezes voorzaten verzwe
gen, kregen alle soorten van beloor.ingeu en
de keizer kon dus zijne voorvaderen naar be
liefte standbeelden bezorgen.
Nu de dynastie der Hohenzollerns in het
slijk gedompeld ligt, komen er ook Duitsche
waarheidslievende geschiedschrijvers voor
dan dag en een dezer, professor Bezold deelt
een en ander mede over het doen en laten
van eenige der voorzaten van Willem II.
Een prachtstuk uit die verzameling is
voorzeker markgraaf Albert-Alcibiade von
Brandenburg-Kulmbach die in de eerste
helft der XVI' eeuw leefde.
Tot over de ooren in schulden zittende,
vond hij niet beter dan zijn eigene landge
noten den oorlog aan te doen. Aan het hoofd
van eenige duizendemsoldeniers overviel hij
Zuid-Duilschland verwoestte de vallei van
den Mein en brandschatte de bisschoppen
van Bamberg en Wurtzberg. Deze Ilohenzol-
lern had het bijzonderlijk gemunt op de
geestelijkheid en op de peperzakken of
handelaars, daar dezen er het best inzaten.
Nadat er in Zuid-Duitschland niets meer
te pluimen viel trok hij naar h9t Noorden en
viel Menlz aan. De bisschop moest eene
groolo geldsom betalen en dan trok de mark
graaf naar Trier. Hier plunderde hij geduren
de veertien dagen en toen hij vertrok waren
de inwoners nog verbaasd, dat hij het lood
dat* dakkeivoek niet nioiegcnomsn had.
Professor Bezold vernoemt aldus drie hon
derd dorpen en gehuchten welke door hem
vermeld werden in Wurtzberg alleen in
Ulm bedraagt de reeks meer dan honderd.
In den omtrek van Nuremberg verbrandde
hij twee sleden, drie kloosters, 90 kasteelen
en prinselijke woningen, 17 kerken en 170
gehuchten en dorpen, natuurlijk na alles ter
dege geplunderd te hebben. De bisschop van
Bamberg moest 80.000 -florijnen losgeld be
talen, dezen van Wurtzberg 220.000 en
moest daarenboven eend schuldbekentenis
van 350.000 gulden, som welke hij aan
don markgraaf geleend had vernietigen.
De markgraaf bekende zelf dat deze stroop
tocht hem in twee maanden tijds 870.000
gulden opgebracht had„
Volgens professor Bezold zag de markgraaf
or uit als een echte bandiet, met zijne lange
golvende haron, zijn vossen baard en zijn
gezicht vol sproeten. Gehuld in een malliën
kolder en eene zware speer in do vuist, reed
hij aan het hoofd zijner benden en stak zelf
het vuur aan de dorpen welke in vlammen
moesten opgaan.
Op het einde van 1534 werd hij in den
Keizerlijken ban geslagen zijne roofgezellen
verlieten hem en hij vluchtte naar Frankrijk
en daarna naar Hollandjuist als zijn
beruchte afstammeling en navolger^ Willem
II het in 1918 zou doen.
zij, en wanneer gij haar op de eene of an
dere wijze ondersteundet, dan
Ik wil er volstrekt niets mpde te doen
hebben, hernam Adolf, driftig. Geeft men
den vinger, dan wordt terstond de geheele
hand genomen.
Na doze woorden, begon 4e graaf met ge
dwongen lach over andere en meer huishou
delijke zaken te spreken, en verliet vervol
gens de kamer.
Amalia leunde met de hand onder het
hoofd, en bleef geruimen tijd in gedachten
verzonken.
Welke redenen er ook voor mochten be
staan, in elk geval was het plicht aan do on
zekerheid van deze arme vrouw een einde
te maken en haar de volle waarheid mede
te deelen. En waarom zou men haar lijden
niet zoeken te verzachten, door haar eenige
deelneming te betoonen en zich bereid to
verklaren voor hare toekomst te zorgen
Wilde zij overkomen, dan was men in de
gelegenheid haar een goed onuorkoolen te
verschaffen wenachte zij liever eene gelde
lijke ondersteuning, welnu de familie Leeu-
wendae! was rijk genoeg haar deza te kun
nen geven.
Amalia besloot een brief te schrijven bui
ten weten van haren broeder zij vreesde
zijn verwijtzij stond niet meer op dien ver-
trouwolijkea voet met hem het was reeds
duidelijk geworden, dat took in vele zakou
hunne gevoelens verschilden.
Het smarttehaar hel meest, dat Adolf
in zijne zelfzucht zoo wroed^cn ongevoelig
kon zijn.
Donderdag namiddag had ia den Katholie
ken Werkmanskring te Aalst, de algemeens
vergadering der afgevaardigden ran dc ver-
schillige Katholieke Vereenigingen en Sek-
tien van hot arrondissement Aalst plaats.
Van de kleinste en verstafgelegen gemeen
ten van het arrondissement waren afgevaar
digden opgekomen. Zelden werd eene verga
dering van afgevaardigden zoo talrijk ^bijge
woond. Van de 932 afgevaardigden waren er
ruim 900 tegenwoordig.
Aan het bureel bemerken wijM. R.
Moyersoen, voorzitter der Katholieke Veree-
niging, graaf Woeste, volksvertegenwoordi
ger on staatsminister, M. de Sadeleer, senator
en staatsminister, M. P. Van Schuvlenbergh,
volksvertegenwoordiger, baron Louis de Be-
thune en M. Vincent Diericx, oud-volksver
tegenwoordigers, M. Felix De Hert, burge
meester van Aalst, M. Flauiant, burgemeester
van Geeraardsbergen, MM. De Beer, Rollier,
Limbourg, Carlier, enz.
M. Moyersoen bedankt de vergadering voor
de talrijke opkomst en deelt do schikkingen
mede welke genomen zijn aangaande den
poll. Hij geeft lezing van een schrijven van
den heer senator de Kerchove d'Exaerde,
waarin deze laat weten,dat hij de hernieu
wing van zijn mandaat niet meer verlangt.
Dan geeft de voorzitter lezing van een
verzoekschrift, onderteekend door 140 leden,
heibergiers van de Vrije katholieke burgers,
vragende de herziening der alkoolwct.
M. Moyersoen verzoekt dan M. Vincent
Diericx dc vergadering te willen voorzitten.
Wanneer graaf Woeste rechtstaat om bel
woord te nemen, wordt bij op eene luidruch
tige ovatie begroet. Spreker drukt zicb in 't
Vlaamsch uit en wordt herhu-alde malen door
toejuichingen onderbroken, vooral wanneer
hij verklaart dat hij de vcrvlaamsching der
Gentsche Iloogeschool zal stemmen.
Spraken dan nog, MM. Moyersoen, baron
de Bethune en P. Van Schuylenbergh.
M. J. Schelfhout, die meldt, dat M. Felix
De Hert zijne plaats op de kandidatenlijst
voor den Senaat afstaat aan M. Jos. De Gleroq
advokaat te Ninove.
M. De Hert neemt liet woord en wordt ook
warm toegejuicht.
Ten slotte spreekt advokaat Jos De Clercq
eene geestdriftige redevoering uit.
Deze verschillige redenaars bespraken het
katholiek programma voor den aanstaanden
kiesstrijd en drongen aan op een eendrachtig
optreden, om de katholieke zegepraal volko
men te maken.
De lijst der kandidaten werd dan zonder
poll als volgt vastgesteld
Voor de Kamer r 1. M. Woeste 2. voor-
behouden aan de werklieden 3. R. Moyer
soen 4. baron Louis de Bethune 5. voor
behouden aan de Middenstand.
Voor den Senaat 1. M. de Sadeleer 2.
voorbehouden aan hel arrondissement Oude
naarde 3. M. Jozel De Gleroq.
De vergadering ging in don grootsten
geestdrift uiteen, hetgeen den besten uilslag
laat verhopen van de kieswerking. Toen
graaf Woeste de zaal verliet word hij nog
maals levendig toegejuicht.
Gift des Konings, voor den aanleg vaa
fruitboomgaarden in hei verwoeste gebied.
Vele landbouwers uit hei verwoeste gebied
zijn begonnen met aanleggen van nieuwe
boomgaarden.
Deze kunnen een rijke bron van inkomsten
uitmaken in geval zij geplant worden met
inachtneming der vereischle voorzorgen.
Slecht aangelegde boomgaarden daarentegen
zullen den landbouwer meer last borokkenen
dan opbrengst.
Met bet doel do nieuwe boomgaarden in
de best mogelijke voorwaarden te doen aan
leggen, hcèft Zijne .Majesteit de Koning
besloten toelagen te verleenen aan de bewo
ners der verwoeste streek die zich schikken
naar de raadgevingen der deskundigen van
net Ministerie van Landbouw.
Volgens het geval beloopen die toelagen
tol 20 of 40 per honderd van de waai de der
aangekochte boomen.
Aanvragen te sturen aan bot Ministerie van
Landbouw, 7, Quelelet Plaats, te Brussel.
Nog de Ramp van de R. 38
Hot ovdrbreisycn der Amerlkaansche lijken
Londen, 8 Sept. In tegenwoordigheid
van een groflte menigte officieren van de
marine en de luchtvaardiensl zijn gistermid
dag de lijken van de Amerlkaansche slacht
offers van de R. 38, het dezer dagen boven
Huil vergane luchtschip, te Devonport over
gebracht aan boord van den Engelsehen
kruiser - Dauntless welke ze naar New-
York zal vervoeren.
Engelscbe matrozen droegen de lijkkisten
aan boord van den kruiser en bij het vertrek
van de Dauntless gaf het Engelscbe slag
schip «.Impregnable» saluutschoten.
Terzelfdertijd had te Londen in dé abdij
van Westminster een herdenUingsdienai
plaats voor alle officieren on manschappen,,
'die het leven bij de ramp hebben verlorenj
Bij dcze,n indrukwekkenden dienst zou§
men het strijdlied der Vereenigde Staten e»
de Engelscha en Amerlkaansche volkslie
deren.
Amalia schreef lang toen adresseerde zij
den brief aan niejuffer Van Hemert.
Zij trok aan de bel. Het kamermeisje
kwam binnen, Amalia gaf haar den brief.
Deze brief moet lieden nog naar de post
gebracht worden, zegde zij, maar de graaf
mag er niets yan welen, ik stel u verant
woordelijk voor de bezorging.
Het kamermeisje volbracht den haar op
gegeven last den volgenden dag mdest zij
weder aan hetzelfde adres een brief bezorgen
waarin geld scheen gesloten to zijn, daar hij
op de post moest worden aangoteekend. Dat
het kamermeisje en de andsro bedienden hier
door overvloedig stof om te spreken hadden,
laat zich begrijpen.
NIEUWE ONDERZOEKINGEN.
Het leven werd op Leeuwendael immer
ernstiger en somberder. Hoe zachtzinnig en
toegevend Amalia' ook was, het, norsoho,
zelfzuchtige en willekeurige gedrag van haar
broeder belette haar alle genoegens des le
vens. Menig hard woord on ruwe bejegening
had zij te verduren hare gezondheid en
levenslust werden van dag tot nag minder.
Eene kwijnende ziekte bedteigde hare dagen
In dezen toestand vond zij ecu (er eene
steeds getrouwe vriendin, in Aline do Marie-
mont. Ofschoon door don wil gaars vaders
bestemd, om dc eehtgenoote van don graat
van Leeuwendael te worden, wist deze
voortdurend door uitvluchten dit huwelijks
plan te verijdelen. Aline was ve l scherp,
zinniger en achterdochtiger dan Am-dia ook
in haar geest waren sinds lang kwade ver*
Hog stesds de kwestie van het
Belgisch voorrangsrecht.
Een brief van Briand aan Carton de Wiart,
Parijs, 8 Sept. De Fransche blader
weten (e melden, dat de besprekingen ove»
de herziening van do financieele regeling van
13 Aug. roods zijn begonnen met oen brief
van Briand aan Carton de Wiart. Daarin be
toogt Briand dat Frankrijk geenszins do Bel
gische voorkeur op 550 miljoen van het
eerste Duitsche miljard botwist, maar de toe
kenning van de overschietende 450 millioeti
ter dekking van de Britsche bezéllingskosteu
niet erkent. Daarbij redeneert hij, volgens het
Journal aldusNiemand heeft liet recht te
beschikken over miljard, dat vóór 31 Aug*,
door Duitschland is gestort. Art. 5 erkent
het voor de helft als waarborg voor de rente
der eerste afdeeling der obligaties van Duitsch
land ter betaling van de 132 miljard geëischt.
Het verdrag van Versailles en de overeen
komst van Spa hebben België voorkeur op
van Leeuwendael ontstaan, en zell's de kwij
moenens tegen den zich noemenden graaf
nende ziekte, wcaraan hara vriendin Amalia
leed, gaven haar aanleiding om hem van
nieta vreeselijke te verdenken.
De graaf van Leruwendael was het groot
ste gedeeelte van den dag op zijn studeer
vertrek on zijne bemoeiingen schenen allen
slechts oen doel te hebben, namelijk, om
zijne bezittingen, zijne kunstverzameling,
zijne landerijen en zelfs het slot op min of
meer voordeeiige wijze te verkoopen en te
gelde te maken.
Zelfs had hij reeds door bemiddeling van
den bankier Schermbeek de aanzienlijk)
som ran 15000 pond sterling bij eene En
gelsclie bank in zekerheid gebracht. Des
avonds ging hij alleen uit, en keerde dan
laat in den nacht terug.
De inspecteur was intusschen onvermoeid
in zijne nasporingen werkzaam. Kapitein
Coquille gaf zich alle moeite, om hem hierbij
behulpzaam te zijn. De oude Victor, die uit
zijnen dienst door den graaf van Leeuwen
dael was verwijderd, en Wout, de jager, die
op aanstoken medeVao den graaf, van den
baron de Mariemont eveneens zijn ontslag
had gekregen, waren voor hem twee gehei
me bondgenooten, die hem van bogeerte
gloeide1'om hunne wraaklust to koelen.
Amalia had zich sterk tegen de verwijde
ring van den ouden Victor verzot, dio haron
vader altijd zoo trouw, had gediend. De graaf
ging echter nog verder in zijne eiscfoen, en
wilde ook. tijdens Amelia's ziekte, haar ka
mermeisje uit het kasteel verwijderd zien.
Aline bezocht dagelijks liaare vriendin en
offerde soms u weerwil van de tegenstrevin-
gen van don graaf hare nachtrust op aan d«
legersponds der zieke Amalia.
Terwijl op zekeren dag als naar gewoonte
Aline bij het ziekbed van Amalia zat. werdt
er aan de deur geklapt en eene wel wat ia
't oog vallend gekleede dame werd door liet
kamermeisje bij de gravin binnengeleid.
De dame was niet jong meer, maar niet-
temin nog eone.bekoorlijke figuur-hoewel de
sporen van een stormachtig verleden op haar
gelaat zichtbaar waren.
Mevrouw van Hemert, stelde het ka
mermeisje de vreemde dame voor. Gij komt
uit Amerika vroeg Aline haar zacht.
Gravin Amalia van Leeuwendael bad
de goedheid mij tot een bozoek uit (e noodi-
gen eu mij daartoe de noodige geldmiddelen
te doen toekomen zegde de vreemde.
Heb ik de heer.
Korn binnen viel haar Aline in de redt
die van kapitein Coquille in vertrouwen ver
nomen had, welk eene verwachting men zich
van do komst der vrouw kon voorstellers
Amalia zag*de binnentredende Vreemd»
verwonderd aan toen deze haron naam
noemde, zocht zij haar te verbergen.
Gij.zijt dus op mijn schrijven hierheen,
gekomen, zegde zij, nadat mejufVrouw van.
Hemert had plaats genomen. Ik was zoo vrij
van uwe uïtrioodiging gebruik te maken, te
meer daar gij door eene weldaad mij hiertoe
de iniddcjen vorscbaftet. Ik stond in do*
nieuwe wereld geheel alleen on ik verlangd*
ook uaat' mijn vaderland teru^. (Vervolgt*^