Tot algemeen voldoening der gansche Aalstersche bevolking is is achtbare Hser Feiix DE HERT, door 11. de KoniBa. herbeaoeKd als Baneieestsi' Oe Poll der Katholieken Frankrijk en België misdTmi EI BE® II)' in hel Arrondissemont Aalst üiislerie van Landbouw. De kwestie der vergoedingen Zaterdag Sept. 1921 Een roemrisk(?)voorvader van Willem II. Kerkstraat, 9 en 82, Aalst.— Tel. 114 XXVII* JAARGANG NUMMER 209 - 8 CENTIEMEN - WEKELIJKS ©.50 UitgeverJ. Van Noffbl-Db Genot H. Nicola'us l'Zon op,5,22, onder 6,1-ljjj Volle Maan deii 16 Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te w.nd.n tot hel Agentoehap Hat«,8, MaHetaarpleii., te Bbim.1 - 8, Pl«ce de la Bourae, Parijs - en 6, Bream's Buildings Londres E.G.4 Ovar de kwestie van het Belgisch reoht van voorrang. Om bet spreekwoord om te draaien, zullen we zeggen, slaohle rekeningen maken slechte -manden. Men schijnt het eindelijk te Pa rijs in te zien en hel werd zachtjes aan tijd. Men meldt inderdaad dat hei algemeen verzet der Belgische pers tegen de Fransche aanspraken en tegen het besluit der Fransche regeering, betreffende de op 13 Augustus te Parijs getoekende finaucieele overeenkomst, in Fransche regceringskringen eene leven- dige ontroering hebben teweeggebracht. Ook zou de Belgische regeering formeele verzekeringen ontvangen hebben, waaruit blijkt dat M. Briand geenszins het voorne men koestert, iets te willen afsnijden van BejgiiVs recht van voorrang op het eerste milliard door Duilschland gestort, doch in tegendeel dit recht absoluut erkent. Halfambtelijke berichten, te Brussel ont vangen, melden dat de Fransche minister van financiën opdraolit haeft ontvangen on derhandelingen te. openen met Londen en Brussel, met het oog op de wijziging der Parfjzer overeenkomst ('t is te zeggen die van 13 Augustus). maar die wijzigingen zou den enkel do Britsche aanspraken betreffen. Want het is overbodig er bij te voegen dat de Belgische rogeering vast besloten is, geen wijziging hoegenaamd te aanvaarden van de haar betreffende bepalingen en dat zij, krachteus den formeelen tekst van het ver drag, dat haaf prioriteitsrecht toezegt, niets wil afstaan vaiï wat haar reeds gestort i3 en van wat haar op het eerste milliard nog toe komt. M. Dotraher slaat hier voor eene 011- wederroepelijï& beslissing van het Belgisch gouvernement. -f: Het zou er tfbk nog aan ontbreken, dat wij andermaal in de doeken werden gelegd, xooüIs oen gttffet deel der Fransche pers het van de regeer mg te Parijs verlangde. Het is afgeschilderd geworden als een groot geluk voor België, dat ons land ;?in'do con stellatie der groote mogendheden was toege laten. Maar wij hebben sedert lang de onder vinding opgedaan, dat we in die constellatie zoo wat aanzien zijn als oen satelliet, en, rechtuit gezegd, als het is om satelliet te spelen, is 't oneindig beter van niet bij dc sterren van eerste grootte gerekend te wor den. Onder dat oogpunt had Gesar gelijk, die was ook liever de eerste in Gallic dan de tweede in Rome; daarom trok hij er uit in Rome, en wij zouden oneindig beter doen van niet in die fameuze constellatie te blij ven, indien ze ons daar niet als gelijkwaar- digen beschouwen. Wat er ook van zij, men heeft ons een recht van voorrang toogekend en als de woorden in het Fransen nog hunne beteeke- nis hebben, dan wil dit zeggen iets dat vóór •al het andere gaat. Dat andere kan door partijen gewenscht, betracht, verlangd wor. don, die partijen kunnen daarbij gelijk heb ben of ongelijk, om het even; erss recht gaat voor, en, zooals'Shylock op zijn pond vleesch stond, moeten wij op ons rechtstaan. Frankrijk heeft ons dit recht mee toege kend en zelts de meest Franschgezindon 3öe vervolg. Duid hel mij ten goede, mijnheer de graaf, dat ik in mij in mijne bezorgdheid tot u wend en u smeek, om mijn man aan zijne belofte, te herinneren. Het zou mij het liefste zijn, wanneer hij mij het reisgeld kon zenden, want ik verlang er zeer nüar hem weder te zien. Vergeef mij mijnheer de Graaf, dat ik de vrijheid gonomen heb mij tot u te wen den wegens den lroc3teloozen toostand, waarin ik mij bevind. Schrijf, bid ik u, spoe dig een klein briefje aan uwe onderdanige Maria Van Hemert. Dat is zeker de vrouw van dien van Hemert, wiens naam ik in uwe aanteokenim gen vond, vroeg Amalia. Wij moealen die vrouw spoedig antwoorden. Ik heb daar geen lust in, zegde de graaf. Mij dunkt, bet was onze plicht, haar over te laten komen. In geen geval, viel de graaf zijne zus ter toornig in de rede. Het zou een last zijn. die ons later onaangenaam zou kunnen wor den. Zij kan in Amorika misschien nog eene goede betrekking bokomen en wellicht daar weer trouwen. Het zou dwaas zijn, in een vreemd peatcon zooveel belang ie stellen. Amalia zag haren broeder verwonderd aan; tij begreep zijne opgewondenheid Diet, waar- Voor zij goene reden vond. Zij is de vrouw van uwen vriand, zegde bladen te Brussel houden er aan, Frankrijk te herinneren in welke voorwaarden en waarom de geallieerden, de republiek erin begrepen, ons dit recht toezegden. In den oorlog betrokken, zonder eenig belang, schrijft de XX® Siéole terecht, geruïnoerde en in de schuld zittende over winnaars, hebben wij van de overwinning enkel de kruimels bekomen, die Frankrijk en Engeland ons wilden overlaten. Als wij plaats namen aan de reeds afga- diende tafel, waren onze ooren nog vol van de plechtige beloften van Engeland, dat wij, die 35 milliard sphade geleden hadden, tot de laatste duit zouden vergoed worden. Daarop begonnen de groóten to grabbelen Frankrijk nam Elzas-Lotharingea en hel Saarbekken, Engeland nam heel de Duitsche koopvaardijvloot en al de Duitsche koloniën erin begrepen Oost-Afrika, dat door onze troepen veroverd was; en wij kregen... hel plebisciet van Eupen en Malmédy. Onze milliarden schuld, onze 6 milliard mark, liet men voor onze rekening en 't is dan, nadat we zoo hard gebulderd hadden als een klein land bulderen kan, dat men ons de beruchte prioriteit toekende. En die prioriteit, die ons eigenlijk geen centiem meer dan ons karig deel toekent, en die ons enkel recht op een voorschot geeft, die zou men ons op slot van rekening nog betwisten. Welnu, hoe mager dat ook hel cadeauke zij geweest, wij willen het behouden, en wij heelen hel niet waardig van een groot land als Frankrijk, hoe slechts het financieel er ook voor zilte, ons die almoes nog te betwisten. Wij weten heel goed dat Frankrijk er al even slecht voor zit als wij, misschien nog slechter; wij weten ook dat ikzucht tegen woordig overal de eerste viool speelt en aan alle goede gevoelens het zwijgen oplegt, maar dat is nu nog geen reden om het handteeken niet te honoreeren, dat ge zelf onder een overeenkomst gezet hebt. v- Enfin, volgens de laatste berichten, is men te Parijs tot betere opvattingen gekomen. 't Zijn wij die ons bedrogen hebben, schijnt het, welnu, des te beter, en we vragen natuurlijk niet beter dan volle betrouwen te hebben. Maar we vinden dat de rageeringen, de diplomaten en de gazetten der groote landen voortaan beter zouden doen wat duidelijker te spreken en het op zoo'n manier te zeggen dat wij hen van het eerste oogenblik goed verstaaa- Voor de rest mogen ze onder elkander kibbelen en ruzie maken zoo veel het hun lustvan 't oogenblik dat ze tegenover ons hun woord houden, zijn we bereid- hun boste vriouden te blijven zoo niet, bornique NAAR AMERIKA Luitenant generaal baron Jacques, samen raet maarschalk Foch door het Amerikaansch Legioen op een bezoek in Amerika uitgenoo- digd, zal den 13 October aan boord van de Lapland scheep gaan naar de Vereonigde Staten. De Belgische generaal Maglinse en kolonel Cumont zullen kortelings ook naar Amerika vertrekken, waarzij de bijeenkomst der geallieerde generaals zullen bijwonen. Ten tijde dat de gehate Hohenzollerns over Duilschland regeerden, was de nationale geschiedenis van dat land in een ander kleed gestoken, en werden al de voorzaten der familie van Willem II voorgesteld als voor beelden van krijgskundigen heldenmoed en huiselijke deugden. Allen hadden om ter meest bijgedragen aan de grootheid van Pruisen en Duitschlanö. De geschiedschrijvers, die naar den zin van Willem II schreven, of enkel maar de duistere zijden van dezes voorzaten verzwe gen, kregen alle soorten van beloor.ingeu en de keizer kon dus zijne voorvaderen naar be liefte standbeelden bezorgen. Nu de dynastie der Hohenzollerns in het slijk gedompeld ligt, komen er ook Duitsche waarheidslievende geschiedschrijvers voor dan dag en een dezer, professor Bezold deelt een en ander mede over het doen en laten van eenige der voorzaten van Willem II. Een prachtstuk uit die verzameling is voorzeker markgraaf Albert-Alcibiade von Brandenburg-Kulmbach die in de eerste helft der XVI' eeuw leefde. Tot over de ooren in schulden zittende, vond hij niet beter dan zijn eigene landge noten den oorlog aan te doen. Aan het hoofd van eenige duizendemsoldeniers overviel hij Zuid-Duilschland verwoestte de vallei van den Mein en brandschatte de bisschoppen van Bamberg en Wurtzberg. Deze Ilohenzol- lern had het bijzonderlijk gemunt op de geestelijkheid en op de peperzakken of handelaars, daar dezen er het best inzaten. Nadat er in Zuid-Duitschland niets meer te pluimen viel trok hij naar h9t Noorden en viel Menlz aan. De bisschop moest eene groolo geldsom betalen en dan trok de mark graaf naar Trier. Hier plunderde hij geduren de veertien dagen en toen hij vertrok waren de inwoners nog verbaasd, dat hij het lood dat* dakkeivoek niet nioiegcnomsn had. Professor Bezold vernoemt aldus drie hon derd dorpen en gehuchten welke door hem vermeld werden in Wurtzberg alleen in Ulm bedraagt de reeks meer dan honderd. In den omtrek van Nuremberg verbrandde hij twee sleden, drie kloosters, 90 kasteelen en prinselijke woningen, 17 kerken en 170 gehuchten en dorpen, natuurlijk na alles ter dege geplunderd te hebben. De bisschop van Bamberg moest 80.000 -florijnen losgeld be talen, dezen van Wurtzberg 220.000 en moest daarenboven eend schuldbekentenis van 350.000 gulden, som welke hij aan don markgraaf geleend had vernietigen. De markgraaf bekende zelf dat deze stroop tocht hem in twee maanden tijds 870.000 gulden opgebracht had„ Volgens professor Bezold zag de markgraaf or uit als een echte bandiet, met zijne lange golvende haron, zijn vossen baard en zijn gezicht vol sproeten. Gehuld in een malliën kolder en eene zware speer in do vuist, reed hij aan het hoofd zijner benden en stak zelf het vuur aan de dorpen welke in vlammen moesten opgaan. Op het einde van 1534 werd hij in den Keizerlijken ban geslagen zijne roofgezellen verlieten hem en hij vluchtte naar Frankrijk en daarna naar Hollandjuist als zijn beruchte afstammeling en navolger^ Willem II het in 1918 zou doen. zij, en wanneer gij haar op de eene of an dere wijze ondersteundet, dan Ik wil er volstrekt niets mpde te doen hebben, hernam Adolf, driftig. Geeft men den vinger, dan wordt terstond de geheele hand genomen. Na doze woorden, begon 4e graaf met ge dwongen lach over andere en meer huishou delijke zaken te spreken, en verliet vervol gens de kamer. Amalia leunde met de hand onder het hoofd, en bleef geruimen tijd in gedachten verzonken. Welke redenen er ook voor mochten be staan, in elk geval was het plicht aan do on zekerheid van deze arme vrouw een einde te maken en haar de volle waarheid mede te deelen. En waarom zou men haar lijden niet zoeken te verzachten, door haar eenige deelneming te betoonen en zich bereid to verklaren voor hare toekomst te zorgen Wilde zij overkomen, dan was men in de gelegenheid haar een goed onuorkoolen te verschaffen wenachte zij liever eene gelde lijke ondersteuning, welnu de familie Leeu- wendae! was rijk genoeg haar deza te kun nen geven. Amalia besloot een brief te schrijven bui ten weten van haren broeder zij vreesde zijn verwijtzij stond niet meer op dien ver- trouwolijkea voet met hem het was reeds duidelijk geworden, dat took in vele zakou hunne gevoelens verschilden. Het smarttehaar hel meest, dat Adolf in zijne zelfzucht zoo wroed^cn ongevoelig kon zijn. Donderdag namiddag had ia den Katholie ken Werkmanskring te Aalst, de algemeens vergadering der afgevaardigden ran dc ver- schillige Katholieke Vereenigingen en Sek- tien van hot arrondissement Aalst plaats. Van de kleinste en verstafgelegen gemeen ten van het arrondissement waren afgevaar digden opgekomen. Zelden werd eene verga dering van afgevaardigden zoo talrijk ^bijge woond. Van de 932 afgevaardigden waren er ruim 900 tegenwoordig. Aan het bureel bemerken wijM. R. Moyersoen, voorzitter der Katholieke Veree- niging, graaf Woeste, volksvertegenwoordi ger on staatsminister, M. de Sadeleer, senator en staatsminister, M. P. Van Schuvlenbergh, volksvertegenwoordiger, baron Louis de Be- thune en M. Vincent Diericx, oud-volksver tegenwoordigers, M. Felix De Hert, burge meester van Aalst, M. Flauiant, burgemeester van Geeraardsbergen, MM. De Beer, Rollier, Limbourg, Carlier, enz. M. Moyersoen bedankt de vergadering voor de talrijke opkomst en deelt do schikkingen mede welke genomen zijn aangaande den poll. Hij geeft lezing van een schrijven van den heer senator de Kerchove d'Exaerde, waarin deze laat weten,dat hij de hernieu wing van zijn mandaat niet meer verlangt. Dan geeft de voorzitter lezing van een verzoekschrift, onderteekend door 140 leden, heibergiers van de Vrije katholieke burgers, vragende de herziening der alkoolwct. M. Moyersoen verzoekt dan M. Vincent Diericx dc vergadering te willen voorzitten. Wanneer graaf Woeste rechtstaat om bel woord te nemen, wordt bij op eene luidruch tige ovatie begroet. Spreker drukt zicb in 't Vlaamsch uit en wordt herhu-alde malen door toejuichingen onderbroken, vooral wanneer hij verklaart dat hij de vcrvlaamsching der Gentsche Iloogeschool zal stemmen. Spraken dan nog, MM. Moyersoen, baron de Bethune en P. Van Schuylenbergh. M. J. Schelfhout, die meldt, dat M. Felix De Hert zijne plaats op de kandidatenlijst voor den Senaat afstaat aan M. Jos. De Gleroq advokaat te Ninove. M. De Hert neemt liet woord en wordt ook warm toegejuicht. Ten slotte spreekt advokaat Jos De Clercq eene geestdriftige redevoering uit. Deze verschillige redenaars bespraken het katholiek programma voor den aanstaanden kiesstrijd en drongen aan op een eendrachtig optreden, om de katholieke zegepraal volko men te maken. De lijst der kandidaten werd dan zonder poll als volgt vastgesteld Voor de Kamer r 1. M. Woeste 2. voor- behouden aan de werklieden 3. R. Moyer soen 4. baron Louis de Bethune 5. voor behouden aan de Middenstand. Voor den Senaat 1. M. de Sadeleer 2. voorbehouden aan hel arrondissement Oude naarde 3. M. Jozel De Gleroq. De vergadering ging in don grootsten geestdrift uiteen, hetgeen den besten uilslag laat verhopen van de kieswerking. Toen graaf Woeste de zaal verliet word hij nog maals levendig toegejuicht. Gift des Konings, voor den aanleg vaa fruitboomgaarden in hei verwoeste gebied. Vele landbouwers uit hei verwoeste gebied zijn begonnen met aanleggen van nieuwe boomgaarden. Deze kunnen een rijke bron van inkomsten uitmaken in geval zij geplant worden met inachtneming der vereischle voorzorgen. Slecht aangelegde boomgaarden daarentegen zullen den landbouwer meer last borokkenen dan opbrengst. Met bet doel do nieuwe boomgaarden in de best mogelijke voorwaarden te doen aan leggen, hcèft Zijne .Majesteit de Koning besloten toelagen te verleenen aan de bewo ners der verwoeste streek die zich schikken naar de raadgevingen der deskundigen van net Ministerie van Landbouw. Volgens het geval beloopen die toelagen tol 20 of 40 per honderd van de waai de der aangekochte boomen. Aanvragen te sturen aan bot Ministerie van Landbouw, 7, Quelelet Plaats, te Brussel. Nog de Ramp van de R. 38 Hot ovdrbreisycn der Amerlkaansche lijken Londen, 8 Sept. In tegenwoordigheid van een groflte menigte officieren van de marine en de luchtvaardiensl zijn gistermid dag de lijken van de Amerlkaansche slacht offers van de R. 38, het dezer dagen boven Huil vergane luchtschip, te Devonport over gebracht aan boord van den Engelsehen kruiser - Dauntless welke ze naar New- York zal vervoeren. Engelscbe matrozen droegen de lijkkisten aan boord van den kruiser en bij het vertrek van de Dauntless gaf het Engelscbe slag schip «.Impregnable» saluutschoten. Terzelfdertijd had te Londen in dé abdij van Westminster een herdenUingsdienai plaats voor alle officieren on manschappen,, 'die het leven bij de ramp hebben verlorenj Bij dcze,n indrukwekkenden dienst zou§ men het strijdlied der Vereenigde Staten e» de Engelscha en Amerlkaansche volkslie deren. Amalia schreef lang toen adresseerde zij den brief aan niejuffer Van Hemert. Zij trok aan de bel. Het kamermeisje kwam binnen, Amalia gaf haar den brief. Deze brief moet lieden nog naar de post gebracht worden, zegde zij, maar de graaf mag er niets yan welen, ik stel u verant woordelijk voor de bezorging. Het kamermeisje volbracht den haar op gegeven last den volgenden dag mdest zij weder aan hetzelfde adres een brief bezorgen waarin geld scheen gesloten to zijn, daar hij op de post moest worden aangoteekend. Dat het kamermeisje en de andsro bedienden hier door overvloedig stof om te spreken hadden, laat zich begrijpen. NIEUWE ONDERZOEKINGEN. Het leven werd op Leeuwendael immer ernstiger en somberder. Hoe zachtzinnig en toegevend Amalia' ook was, het, norsoho, zelfzuchtige en willekeurige gedrag van haar broeder belette haar alle genoegens des le vens. Menig hard woord on ruwe bejegening had zij te verduren hare gezondheid en levenslust werden van dag tot nag minder. Eene kwijnende ziekte bedteigde hare dagen In dezen toestand vond zij ecu (er eene steeds getrouwe vriendin, in Aline do Marie- mont. Ofschoon door don wil gaars vaders bestemd, om dc eehtgenoote van don graat van Leeuwendael te worden, wist deze voortdurend door uitvluchten dit huwelijks plan te verijdelen. Aline was ve l scherp, zinniger en achterdochtiger dan Am-dia ook in haar geest waren sinds lang kwade ver* Hog stesds de kwestie van het Belgisch voorrangsrecht. Een brief van Briand aan Carton de Wiart, Parijs, 8 Sept. De Fransche blader weten (e melden, dat de besprekingen ove» de herziening van do financieele regeling van 13 Aug. roods zijn begonnen met oen brief van Briand aan Carton de Wiart. Daarin be toogt Briand dat Frankrijk geenszins do Bel gische voorkeur op 550 miljoen van het eerste Duitsche miljard botwist, maar de toe kenning van de overschietende 450 millioeti ter dekking van de Britsche bezéllingskosteu niet erkent. Daarbij redeneert hij, volgens het Journal aldusNiemand heeft liet recht te beschikken over miljard, dat vóór 31 Aug*, door Duitschland is gestort. Art. 5 erkent het voor de helft als waarborg voor de rente der eerste afdeeling der obligaties van Duitsch land ter betaling van de 132 miljard geëischt. Het verdrag van Versailles en de overeen komst van Spa hebben België voorkeur op van Leeuwendael ontstaan, en zell's de kwij moenens tegen den zich noemenden graaf nende ziekte, wcaraan hara vriendin Amalia leed, gaven haar aanleiding om hem van nieta vreeselijke te verdenken. De graaf van Leruwendael was het groot ste gedeeelte van den dag op zijn studeer vertrek on zijne bemoeiingen schenen allen slechts oen doel te hebben, namelijk, om zijne bezittingen, zijne kunstverzameling, zijne landerijen en zelfs het slot op min of meer voordeeiige wijze te verkoopen en te gelde te maken. Zelfs had hij reeds door bemiddeling van den bankier Schermbeek de aanzienlijk) som ran 15000 pond sterling bij eene En gelsclie bank in zekerheid gebracht. Des avonds ging hij alleen uit, en keerde dan laat in den nacht terug. De inspecteur was intusschen onvermoeid in zijne nasporingen werkzaam. Kapitein Coquille gaf zich alle moeite, om hem hierbij behulpzaam te zijn. De oude Victor, die uit zijnen dienst door den graaf van Leeuwen dael was verwijderd, en Wout, de jager, die op aanstoken medeVao den graaf, van den baron de Mariemont eveneens zijn ontslag had gekregen, waren voor hem twee gehei me bondgenooten, die hem van bogeerte gloeide1'om hunne wraaklust to koelen. Amalia had zich sterk tegen de verwijde ring van den ouden Victor verzot, dio haron vader altijd zoo trouw, had gediend. De graaf ging echter nog verder in zijne eiscfoen, en wilde ook. tijdens Amelia's ziekte, haar ka mermeisje uit het kasteel verwijderd zien. Aline bezocht dagelijks liaare vriendin en offerde soms u weerwil van de tegenstrevin- gen van don graaf hare nachtrust op aan d« legersponds der zieke Amalia. Terwijl op zekeren dag als naar gewoonte Aline bij het ziekbed van Amalia zat. werdt er aan de deur geklapt en eene wel wat ia 't oog vallend gekleede dame werd door liet kamermeisje bij de gravin binnengeleid. De dame was niet jong meer, maar niet- temin nog eone.bekoorlijke figuur-hoewel de sporen van een stormachtig verleden op haar gelaat zichtbaar waren. Mevrouw van Hemert, stelde het ka mermeisje de vreemde dame voor. Gij komt uit Amerika vroeg Aline haar zacht. Gravin Amalia van Leeuwendael bad de goedheid mij tot een bozoek uit (e noodi- gen eu mij daartoe de noodige geldmiddelen te doen toekomen zegde de vreemde. Heb ik de heer. Korn binnen viel haar Aline in de redt die van kapitein Coquille in vertrouwen ver nomen had, welk eene verwachting men zich van do komst der vrouw kon voorstellers Amalia zag*de binnentredende Vreemd» verwonderd aan toen deze haron naam noemde, zocht zij haar te verbergen. Gij.zijt dus op mijn schrijven hierheen, gekomen, zegde zij, nadat mejufVrouw van. Hemert had plaats genomen. Ik was zoo vrij van uwe uïtrioodiging gebruik te maken, te meer daar gij door eene weldaad mij hiertoe de iniddcjen vorscbaftet. Ik stond in do* nieuwe wereld geheel alleen on ik verlangd* ook uaat' mijn vaderland teru^. (Vervolgt*^

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1921 | | pagina 1