flleuw Banfc&lllel ¥<ïs SO H3l!Si iScgd vsfj Braggs
Een BraadkasS geblunderd
Os uitwijking van iiüggn
naar Frankrijk
Ëaüdletensireèk
Walerabsïd
ia list
In 't Waïar
Gr©@Sheid en Verval
Na den terugkeer
onzer Vorsten
üausfsSlins
v
De leren maken zich van een
Estgelschen sleepM meester
Prctestmeeting te Winetepeg
ssrr-rs
71.1. „I nlr.nw hvnin77lVt)'t I
Dezer dtigen zol een nieuw bruinzwart
wpkbiljel viui twintig frank in omloop
i-uudri worden. Aan de voorzijde links
getn. Cuj-i:i011.|ioi-iret van den Koning
de Koninain;' .'«chts, in watermerk,
bót hoofd van Lenpola I- ^kew-
zi jde een zicht van de Groote Mm 4 au
een
en
Brussel.
OVER HOPTEELT
Telken jare stellen wij
ivmw ^>4vvast dat de
landbouwers die naar onzen raad luiste
ren goede uitslagen bekomen.
Jammer dat er nog zoovclen zijn die
zich bij de teelt dezer zoo nuttige plant
bepalen bij het aanwenden van stalmest
en beir. Deze meststoffen zijn geenszins
af te keuren, maar men mag niet verge
ten dat de minerale elementen er in te
geringe hoeveelheid aanwezig zijn.
In andere landen aanziet men den
compost als de beste meststof voor deze
plant. Deze wordt gemengd metataal-
slakken en potaschmesten, en op die ma
nier geeft men do minerale bestanddee
len terug.
Daar de hop een plant is aie sterk ont
wikkelt en hoog groeit, moet er ook voor
etik#tof gezorgd worden.
Deze wordt best toegediend onder vorm
van zwavelzuur ammoniak, omdat hij de
rijkheid aan hopmeel en de reuk der hel
len vermeerdert.
Derhalve raden wii aan bij het open
rijden der hoppevelden de volgend*
scheikundige meststoffen aan te wen-
20 kg. zwavelzuur ammoniak per hec
tare;
600 kg. superfosfaat, en
200 kg. zwavelzure potasch.
Deze vetten worden goed vermengd
regelmatig uitgestrooid en ingeëgd.
Dergelijke bemesting gaf ons in 1911
te Erembodegem bij den beer D. C. een
meerdere opbrengst van 1824 kg. droge
hop. Dat jaar was de hop zeer duur, en
voor een uitgave van 134 fr. aan mest
stoffen, bekwam hij een zuivere winst
van 7162 fr. per hectare.
Deze cijfers zijn welsprekend genoeg
om eiken hoppeplanter aan te zetten zij
ne toevlucht tot de hulpmesten te nemen.
De landbouwers zulien wei doen een
oog in 't zeil to houden om het zwart en
het schimmel te bekampen door de plan
ten duchtig tc besproeien met tabaksen
waarin bruine zeep is opgelost, en dat
zoodra de eerste viiegskeps zien vcuou-
nen. Deze bewerking zal men herhalen
zoolang er bloedluizen te bespeuren zijn.
Dl XI.
Brugge viert in de Meimaand de 772e
verjaring van het overbrengen van haar
arootsten schat, de relikwie van het Al-
ferd 11 ui naarste Bloed O. H. J. C., uit het
Heilig Land gebracht ten jare 1148 door
Died cv ik van den Elzas, graaf van
V laanderen.
De duurbare Relikwie was van den be
ginne af en zonder ophouueii het voof-
wérp eener bijzondere vereering en het
onderpand van talrijke weldaden.
Ter gelegenheid der verjaring heeft
een Veertiendaagsche Plechtigheid plaats
van den 3 tot den 17 Mei, binst dewelke
de Processie uitgaat op Maandag 8 Mei,
de Bedevaart op Zondag 14 Mei.
Binst de plechtigheid wordt de Heilige
Relikwie 111 de Heilige Bloedkapel uit
gesteld van 6 ure tot 11 1/2 ure en van
3 ure tot 6 ure; gelezen missen worden om
6, 7 en 8 ure geofferd, een plechtige mis
om 11 ure (uitgenomen op den dag der
Processie en van de Bedevaart)het lof
wordt om 6 ure gezongen.
De Processie in dewelke nieuwe groe
pen zullen vertoond worden, maakte al
tijd grooten indruk op de geloovigen
door de schoonheid en ue orde van haar
historische en biblische vertooningen.
Om door de oneindige verdiensten van
het Allerduurbaarsle Bloed van Ov H.
J. C. den goudelijken zegen voor Kerk
en Vaderland af te smeeken, zal een
plechtige mis ter eere van het Heilig
Bloed om 10 ure op den Burg gezongen
worden, waarna de jaarlijksche Bede
vaart uitgaat.
P. S. Buiten de Veertiendaagsche
Plechtigheid is dc relikwie van het II.
Bloed uitgesteld 's Vrijdags van 6 tot
11 1/2 ure en om 3 ure; op Witten Don
derdag van 3 tot 7 ure; op Goeden Vrij
dag van 6 tot 12 ure en van 3 tot 9 ure.
W-
Sedert ccn paar maanden was een 26-
jarige winkeldochter, zekere Claeys. bij
genaamd Dolly, van Gent, .in dienst'bij
een pasteibakker op het Grondwetjdein,
tc St-Gillis-Brussel. De juffrouw hau ver
zuimd zich op het bevolkingsregister te
laten inschrijven. Aan den pasteibakker
had zij een valschen naam opgegeven.
Daartoe bestond cr reden, daar zij het
verkieslijker achtte, dat vroeger geldver-
duisteringen, waaronder een ten bedrage
van 8000 frank ten nadeele van haar ou
ders, liefst niet bekend waren. De juf
frouw bad tijdens haar verblijf bij den
pasteibakker de plaats goed verkend en
de gewoonte Ier bewoners gadegeslagen.
Zondag avond - ui de vrouw des huizes
den sleutel in dc tocglade, waarin de sleu
tel van de brandkast ligt, laten steken.
Een tijdie later was haar zulks tc binnen
geschoten. De sleutelbos echter was in-
tusschen verdwenen. Mevrouw koesterde
geen argwaan. Do sleutels waren mis
schien verlegd, 's Anderendaags groote
verbazing van mevrouw, toen ze den
sleutel in de brandkast zag zitten, waar
uit vijftien bankbiljetten van duizend
frank verdwenen waren. Dolly was
's nachts opgestaan en had de som ge
roofd. Vroeg in den morgen zei ze, dat
zc even naar den schoenlapper toe moest.
Ze is natuurlijk niet teruggekeerd.
De Revue Internationale du Tra
vail maandschrift van het Internatio
naal Arbeidsbureau (Genève), publiceert,
naar aanleiding van een artikel van de
hand van den heer Ed. Ronse, advocaat
bij het Beroepshof van Gent en raadge
ver van de Werken der Uitwijkelingen,
getiteld Dc Bescherming der Belgen
in den Vreemde en opgenomen in de
Strijd tegen de Werkeloosheid or
gaan van de Belgische afdeeling der In
ternationale Vereeniging,. het volgende
overzicht betrekkelijk de uitwijking van
Belgen naar Frankrijk
De Fransche statistieken, en deze zijn;
wellicht onvolledig, kondigden in Mei
1921 meer dan 400,000 personen van
Belgische .nationaliteit. De elementen,
welke deze bevolkingsgroep uitmaken,
kunnen in verschillende reeksen worden
onderverdeeld
1. De Grensbewoners. Tot deze
reeks behooren voornamelijk de nijver-
hcidswerkiicden, die zich dagelijks per
trein of tram naar hun werk over de
grens begeven en 's avonds huiswaarts
koeren. Geen vast cijfer kon worden
vastgesteld betrekkelijk deze belangrijke
uitwijking, die op het oogenblik, meer
dan ooit, in groote mate schijnt toe te
nemen.
2. De uitgewekenen van het Seinede-
partement. Uit cijfers, medegedeeld
door het Belgisch gezantschap te Parijs,
blijkt, dat, in 1914, 44,000 Belgen in het
Seinedepartcment' verbleven. Gedurende
den oorlog nam dit aantal toe en over
schreed in dit departement de 200,000;
de moesten onder de vluchtelingen keer
den echter, bij den wapenstilstand, naar
hunne haardsteden terug. De buitenge
wone uitbreiding der nijverheid in 1919
lokte wederom talrijke Belgische werk
lieden naar Parijs en omstreken; gedu
rende de eerste zes maanden van 1919
zijn in het. Seinedepartement zoowat
7000 gedemobiliseerde^ soldaten binnen
gekomen, die'onder toezicht der Belgi
sche krijgsafvaardiging stonden.
3. De industrieele nederzettingen in het
Noorden. Rouaan en Den'Haver zijn
belangrijke middenpunten van Belgi
sche inwijking, overblijfsels van de uit
gebreide Belgische burgerlijke en mili
taire nederzettingen tijdens den oorlog.
Ook zijn talrijke Belgische dienstboden
in het Koorden werkzaam, zoo 0. m. 3600
dienstmeiden.
4. De frontarbeiders. Deze zijn
voornamelijk werklieden, welke aange
worven worden voor den heropbouw der
verwoeste gewesten; het zijn hoofdzake
lijk grondwerkers. Hun aantal, dat in
1920 de 200,000 bereikt had, is in den
loop van het jaar 1921 met de helft ver
minderd; zulks vindt zijne oorzaak in
het feit, dat het grootste gedeelte der toen
bestaande loopgraven thans gedempt is
en dat de heropbouw der verwoeste ge
westen thans meer geschoolde arbeids
krachten vereischt.
5. De landbouw-ingewekenen. On
ze landgenooten haten talrijke hofsteden
in het Koorden van Frankrijk uit, hij
zonder in de departementen gelegen ten
Koorden eener lijn tc trekken van Saint-
Malo naar Genève; belangrijke midden
punten dezer nederzettingen zijn het
Noor der departement, het Sommedcpar-
tment en het departement Pas-de-Calais.
Het aantal dezer landgenooten kon niet
nauwkeurig worden vastgesteld, maar liet
bedraagt zonder twijfel meerdere dui
zendtallen, die pachthoeven uitbaten
waarvan de uitgestrektheid afwisseld tus-
schen 100 en 150 heet. In Normandie zou
hun aantal volgens schatting op het oo
genblik 2000,. in het Kóórden 2500 be
dragen. 1
6. De seizoenwerklied^n. Het aan
tal dezer werklieden van Belgische natio
naliteit, die naar Frankrijk: uitwijken,
werd door de Frarischè overheid, voor
den oorlog, op 40,000 ;s jaars geschat;
dit aantal is op het 0ogenblik sterk ver
minderd. Er dient echter te worden opge
merkt, dat de ambtelijke Fransche 'sta
tistieken slechts die seizoen werklieden
vermelden, waarvan het binnenkomen in
•Frankrijk werd gekonlroïeerdzoo stel
den de inwijkingsbureelen te Feignies
en Toureoing, waar de landbouwwerk-
lieden zich gedwongen moeten aanbieden
op last van bet. ministerie, van Landbouw,
gedurende bet jaar 1Q20, een cijfer va-st
van 15,213 Belgische landbouw werklie
den. Deze kontrool, alhoewel verplicht,
wordt nochtans niet streng uitgeoefend,
zoodat een aanzienlijk getal Belgen als
seizoenwerklieden in frankrijk werk
zaam zijn, zonder evepwei als dusdanig
te zijn ingeschreven. Van den anderen
kant, gebeurt het vaak dat de grondwer
kers, na enkele weken, het werk aan het
front verlaten om 'a& fendbömvwerklie
den werk aan tc nemen op Fransche
pachthoeven. t.;
EEN VROUW EN EEN MAN
VERMOORD
De 62-jarige landbouwer Jules Des-,
troy, wonende te Samart bij Philippe-
ville, werd \s avonds, in den stal, onver
hoeds aangerailcl or een kerel, die hem
verscheidene bijlslagen op het hoofd toe
bracht. De dader begaf zich vervolgens
naar het. woonhuis, trof er de 54-jarige
meid Leon-ardine Mcuris aan en maakte
haar me* bijlslagen af.
Alvorens het huis te verlaten, legde
hij de hand op een som van 1490 frank.
De zwaar gewonde landbouwer slaagde
er intussehen in de rijkswacht tc waar
schuwen, die den bandiet, een zekeren
Louis Jules, hoeveknecht, in hechtenis
nam.
Do landbouwer overleed een weinig
nadien aan de gevolgen van de bekomen
verwondingen.
'W'V
De nationale vlag wapperde op gelieÖL
den doortocht-.. Vele gevels waren versierd
en hier en daar trof men welgepaste jaar
schriften aan.
De plechtigheid in dc kerk, opgepropt
van geloovigen, was aandoenlijk. De aan
stelling had plaats door den Z. E. H. de
ken van Maria-IIoorebeke, in bijzijn der
getuigen, de Z. E. HH. kanunnik Roe
land, van Aalst, en den pastoor van Eine.
Na dc aanstelling vergaderden al de
overheden in de pastorij.
De nieuwe herder leve lang te midden
zijner kudde!
Zondag was een echtpaar, te Brussel
wonende, naar Zelzate gekomen ter gele
genheid der Eerste Kommunie.
Eon bezoek willende brengen aan een
familielid, over de vaart wonende, en
hunnen weg willende verkorten,vroegen
zij Zondag morgend, rond 10 ure, aan
eenen schipper, liggende aan den kaai
muur ter hoogte der teerfabriek, om hun
met, zijn klein achterbootje te willen
overzetten.
Hieraan zou voldaan worden en de
man stapte eerst in het bootje om zijn
vrouw te helpen. Bij het instappen der
vrouw (die ongeveer 80 kilos weegt),
helde het bootje nogal hevig naar de
eene zijd. Hierdoor verloren ue echtelin
gen het evenwicht cn vielen in het wa
ter. Gelukkig slagaden zij erin den schip
per aan denials vast te klampen en heel
weinig scheelde het of doze laatste ge
raakte ook in het water.
Met groote moeite is men erin gelukt
de baders op het droge te brengen. Bij
familieleden hebben ze al de kleederen
uitgetrokken en zoo eindigde dit zwem
en Eerste Kommuniefeest.
7. De industrieele scizoemoerkliedcn.
De Belgische arbeidskracht, welke in
de Fransche steenbakkerijen wordt ge
bezigd, bedraagt op het oogenblik meer
dan 10,000 werklieden.
3. De vluchtelingen. Het aantal
Belgische vluchtelingen, dat tijdens de
oorlogsperiode in Frankrijk zeer aan
zienlijk was, is zeer geslonken zoo re
gistreerde men bij den aanvang van het
jaar 1921 nog nagenoeg 40,000 Belgi
sche vluchtelingen.
Wij werden herhaaldelijk in de gele
genheid gesteld, u de maandcijfers der
uitwijking van Antwerpsche ambachts
lieden naar Frankrijk mede te declen.
Het komt ons voor, dat het niet van be
lang ontbloot is, u ook dezen terugblik
op de Belgische uitwijking naar Frank
rijk mede te doelen. Stellen wij met den
heer Ed. Ronse vast, dat het vooral naai*
Frankrijk is, dat de uitwijking onzer
landgenooten gericht is en dat dit ver
schijnsel bovendien sinds den oorlog een
onverwaehtcn omvang genomen heeft.
DE AVONTUREN VAN EEN
KROONPRINS
Nizza, 3 April. Prins Krahim Ben-
gami Kachalu, zoon van den afgestorven
negerkeizer van Bornoe, was, om zijn be
staan te verzekeren, in dienst getreden
van een hotelhouder te Nizza. Een zijner
kollega's, een boodschapper zooals hij,
had hem beleedigd, met het gevolg dat
de kroonprins het hotel verliet.
In afwachting van betere tijden, be
sloot hij zijn neveu aan de Gouden
Kust aan te spreken. Hij meldde zich
■weldra aan bij den Sjah van Perzie, die
hem tot tweemaal toe geld schonk. Dè
koning van Zweden overhandigde hem
insgelijks een geldsommetje, doch pei
gerde hem nog te ontvangen.
Prins Krahim Bengami Kachalu werd
bij den overste van den Veiligheidsdienst
ontboden, die hem verzocht... de vreemde
monarken met rust te laten. De kroon
prins teekende daartegen protest aan,
doch begreep weldra, dat hij naar een
andere betrekking moete uitzien.
KONING ALBERT BEDANKT
DEN H. STOEL
Brussel, 3 April. Na zijn terugkeer
uit Rome, heeft de Koning een schrijven,
gestuurd aan den H. Vader, waarin hij
zijn dank uitdrukte om het genoten ont
haal, en om den zegen voor Belgie.
WISSELING VAN TELEGRAMMEN
Bij zijn vertrek uit Como heeft koning
Albert aan den koning van Italië het vol
gend telegram laten geworden
Op het oogenblik dat wij Italië ver
laten, houden ik en de koningin eraan
uwe Majesteit en hare Majesteit de Ko
ningin onzen innigsten dank te betuigen
om het ons zoo aangenaam gemaakt ver
blijf te Rome.
Wij zijn zeer getroffen geweest door
de gevoelens waarmede het gouverne
ment en de overheden tegenover Belgie
zijn bezield, evenals door dc warme sym
pathiebetuigingen der bevolking.
De bedrijvigheid welke Italië op alle
gebied aan den dag legt vervult ons met
bewondering. Ik wensch van harte de
uitbreiding der traditioneele genegen
heid' tusschen beide landen.
De koning van Italië heeft hierop al9
volgt geantwoord
Wij danken Uwe Majesteit om het
hartelijk telegram dat zij ons liet gewor-
Wij zijn allen met de erkentelijkste
gevoelens bezield tegenover Uwe Majes
teit, Hare Majesteit de Koningin en
Zijn Doorluchtige Hoogheid den Hertog
van Brabant, om wille van hun zeer
lieftallig bezoek dat ons heel gelukkig
heeft gemaakt, en wprvan de herinne
ring ons dierbaar blijven zal.
Gelieve Uwe Majesteit de zeer innige
wcnschen te aanvaarden welke ik naar
on mijne beurt toestuur voor den voor-
"t 11-7. lvof rrpmiP.n fiOT
Nog eens zoo brulde nu ook Paul.
Jack wilde tusschen beiden treden.
Stil zeg ik u, stamelde hij, gij zult
-deze knapen geen haar op het hoofd
krenken cn gij oude jongen, Harry,
kom hier, neem uw glas gevuld met dien
goeden drank en ledig het in eene teug
nis een man, hoor
Terw.jli Jack zich met moeite tot Har
ry wendde, wilde Squib en Paul, Sim
beschonken maken. Deze trad achter
Harry terug, doch op eens pakte Squib
Sim bij dc keel en wilde hem Paul nu
een glas heeten punch in de keel gie
ten, toen Harry, verwoed door de ellen
dige taal die hïj zoolang reeels had moe
ien aanliooren, Paul het glas uit de hand
wrong on hom de volle inhoud* in het
gezicht smeet, zoodat Paul zoo lang als
Rij was, achterover tuimelde. Squib wil
de nu zijen vriend verdedigen en trad op
Harry toe, om hem met ecnen stoel op
hot hoofd te slaan.
Halt riep nu Jack er donderend
j tusschen, eerlijk et-rijden, twee tegen
t één gaat niet.
Toen Squib echter op deze waarschu
wing niet ophield naar Harry te slaan,
nam Jack cone ledige flesch, slingerde
die Squib tegen liet hoofd, zoodat ook
deze zwaar getroffen neerviel. Harry en
Sim wisten nu onbemerkt weg te slui
pen en vluchtten verder. Eene minuut
tater bevonden zij zich, laat op don
Verleden Zondag lieeft te Michelbeke,
met groote plechtigheid, de aanstelling
plaats gehad van den Z. E. H. Ceuterick,
den nieuwen pastoor, gewezen onderpas
toor van Aalst. Een stoet van ruiters en
wielrijders zijn deu nieuwen herder op
het grondgebied van Segelsem gaan af
halen.
Aan de plaats van Michelbeke werd
hij verwelkomd door den heer burge
meester, sprekende in naam van den ge
meenteraad, verders door kerk- en arm-
raad. Aan de kerk werd de haag gevormd
door de schoolkinderen.
XX. GEVANGEN GENOMEN
Arme knapen voor wie het noodlot
alleen zijne slechtste gaven scheen te be
schikken, en hun dieper scheen te tref
fen, hoe meer zij met vertrouwen op
God bezield waren Om hun ongeluk
te vergrootcn begon het te sneeuwen,
zoodat zij nauwelijks de oogen konden
openhouden. Diep bedroefd over het ge
drag van Jack met de lantaarn, verwij
derden zij zich van dit huis waar. te ge
lijk dc licfderlijkste dronkenschap, en
dc vroomste onthouding in woonden.
Waar heen zullen wij nu gaan
vroeg Sim op mismoedigen toon.
Ach deze vraag had de arme knaap
reeds op zoo menigen nacht gedaan.
De Refuges zijn zeker overal vol,
en dö Adelphigewelven
Neen, neen, daar heen ga ik niet
weder, zegde Sim angstig.
Gij hebt gelijk broeder, zegde Har
ry. Waar moord en doodslag mogelijk
is, kan een eerlijk mensch gecne nacht
rust hebben, laat ons zoe'* n of wi j niet
ergens eenen schuilhoek kunnen vin
den
Zij gingen verder. De straten waren
reeds ledig, want het was al laat. Zij
ontmoetten twee bedeiknapen, die oude
bezems droegen cn wier gezicht zij niet
herkenden, met eene vrouw die in lom
pen gekleed was. Een der jongens fluis-
avond, geheel alleen cn verlaten, 'weder I dc dc vrouw iets in 't oor, waarop deze
cp straat. I zich tot Harry cn Sim wendde.
Als wij wisten dat zij geld had
den, dan lokken wij ze mede, ontnemen
het hun, en ranselen ze nog eens goed
af, mompelden de bezemdragende jon
gens onder elkander.
Plotseling sprak de vrouw de beide
knapen aan
Waarheen wilt gij nog zoo laat
Wij willen nachtkwartier zoeken.
Ga dan met ons mede, wij weten
ccne goede plaats; moeder Mik zal u
vriendelijk opnemen, en aan ons zult gij
goede verzorgers hebben, wilt gij
Ilarry vertrouwde, haar niet best- De
krijschonde stem der vrouw, gelijk die
eener oude zeemermin, hield hem tegen
er wilden zij zich ongaarne in gezelschap
van "straatjongens begeven, dan liun ver
twijfelden toestand liet hun weihig keuze
over.
Moeten wij nog ver loopen vraag
de Harry.
Neen, wij moeten naar Drüry Lane.
Daar zult gij niet moede van worden.
Maar wij hebben niet meer geld
dan vier stuivers.
Dat is genoeg, als gij niet verlangt
oj) zijden bedden te slapen, gaat maar
mede.
Toen zij Drury Lane bereikt hadden
zegde Lotty Longleys, zoo noemde zich
dc deern, dat zij met hare lieve broeders
in den naast gelegen winkel eonig var-
kenvleesck voor hun avondeten wilde
koopen. De winkel die zij bedoelde was
echter niets anders dan een stalletje,
spoed van Belgie, en voor het gedijen del
rechtzinnigste vriendschap tusschen bei-*
de landen.
De scunbdert 1
gelijks een telegram aan de Koningin-.
Moeder van Italië.
Londen, 3 April. Woensdag bevond
zich een Engelsche sleepboot in de haven
van Queenstown met 20,000 geweren en
2 millioen kardoezen aan boord. Terwijl
dc kapitóin aan den wal was, kwamen
volgelingen van M. de Valera aan boord,
en met revolvers gewapend, dwongen zij
de bemanning naar Cork te varen, waar
de kardoezen en de geweren aan wal ge
bracht werden en men ze op 100 auto-ca
mions baadde, om alles in veiligheid te
brengen.
Korten tijd nadien kwam een torpe
dojager te Cork aan en maakte zich terug
van liet schip meester.
waarop gekookte zwijnspooten, pudding
en zoutevisch verkocht werden. Tenvijl
Lotty zich hield alsof zij een en ander
uitzocht, drongen hare broeders zich
dicht tegen haar, alsof zij groot belang
bij den koop hadden, in waarheid ech
ter, om te stelen. Lotty kocht twee var-
kenspotten en een groot stuk spek, en
alle drie verlieten het stalletje. Lotty
gaf Harry een pakje te dragen dit
pakje bevatte, zonder dat Harry het wist
eenige stukken gezouten vleesch. Noch
nauwelijks waren zij dertig schreden ver
wijderd of men hoorde het geroep van
politie politie
Zij komen, fluisterden de knapen
hunne zuster toe, en alle drie gingen
ijlings op de vlucht.
Op het oogenblik hunner vlucht her
kende Harry dc beide jongens, die hem
bij vrouw Underdun «len souverein uit
dén zak gestolen hadden, en nu eerst
werd hun dringen aan het stalletje hem
duidelijk. Te laat De vluchtelingen ver
dwenen om eenen hoek, en eer Harry
en Sim van hunne verbazing bekomen
waren, werden zij door twee konstabels
aangehouden. Harry droeg de gestolene
stukken varkens vleesch, die dc koopman
cenigc oógenblikken na hunne verwij
dering vermiste; op grond dezer bewij
zen werden de knapen, ondanks al hunne
tranen en betuigingen onschuld, naar
het naastgelegene bureel van policic ge
voerd.
Het policiebureel was een groot luch-
Londen, 3 April. Uit Winnepcg
seint men dat 12,000 mijnwerkers in sta
king gingen om verzet aan te tcekenen
tegen "de loonsvermindering.
tig doch goed verwarmd vertrek, en in
ieder geval het verblijf daar, beter dan
's nachts in de kou op straat. Beide ge
vangenen gevoelden echter dubbel het
gevaarlijke van hunne positie. Sim was
meer dood dan levend, toen hij in het
door gaz verlichte lokaal de beambten
voor zich zag. De sergeant, zelf vader,
was een goedhartig man en was over
tuigd dat hij geheel schuldeloos was.
Onderzoek de knapen, en brengt
ze dan bij het vuur, zoo luidde zijn bevel,
het zou onbarmhartig zijn ze m dezen
kouden nacht naar de gevangenis te
brengen. Houdt het oog op hen, vooral
op den oudste, dat schijnt mij een fijne
knaap te zijn; zonderling het lijkt
mij toch een eerlijk gezicht Men ziet
hieruit, dat men zich niet altijd op het
gezicht verlaten kande arme schelmen
hebben zeker honger gehad, en dit heeft
hen zeker tot diefstal verleid.
Teen dc politie naar Harry naderde
om hem te onderzoeken, overviel hem
eene doodelijke bleekheid. Hij sidderde
over zijn gansche lichaan. Deze ontroe-
rnig ontging den man van het gerecht
niet: het is bekend hoeveel waarde z'.j
aan iedere innerlijke beweging hechten,
terwijl zij immer geneigd zijn dit als een
bewijs van schuld aan te zien, Harry s.o-
derde omdat hij nog steeds het kostbare
pakje van den kapitein bij zich droeg, en
vreesde dat het hem afgenomen zou wor-
t'en' ('t Vervolgt.)'