flleuw Banfc&lllel ¥<ïs SO H3l!Si iScgd vsfj Braggs Een BraadkasS geblunderd Os uitwijking van iiüggn naar Frankrijk Ëaüdletensireèk Walerabsïd ia list In 't Waïar Gr©@Sheid en Verval Na den terugkeer onzer Vorsten üausfsSlins v De leren maken zich van een Estgelschen sleepM meester Prctestmeeting te Winetepeg ssrr-rs 71.1. „I nlr.nw hvnin77lVt)'t I Dezer dtigen zol een nieuw bruinzwart wpkbiljel viui twintig frank in omloop i-uudri worden. Aan de voorzijde links getn. Cuj-i:i011.|ioi-iret van den Koning de Koninain;' .'«chts, in watermerk, bót hoofd van Lenpola I- ^kew- zi jde een zicht van de Groote Mm 4 au een en Brussel. OVER HOPTEELT Telken jare stellen wij ivmw ^>4vvast dat de landbouwers die naar onzen raad luiste ren goede uitslagen bekomen. Jammer dat er nog zoovclen zijn die zich bij de teelt dezer zoo nuttige plant bepalen bij het aanwenden van stalmest en beir. Deze meststoffen zijn geenszins af te keuren, maar men mag niet verge ten dat de minerale elementen er in te geringe hoeveelheid aanwezig zijn. In andere landen aanziet men den compost als de beste meststof voor deze plant. Deze wordt gemengd metataal- slakken en potaschmesten, en op die ma nier geeft men do minerale bestanddee len terug. Daar de hop een plant is aie sterk ont wikkelt en hoog groeit, moet er ook voor etik#tof gezorgd worden. Deze wordt best toegediend onder vorm van zwavelzuur ammoniak, omdat hij de rijkheid aan hopmeel en de reuk der hel len vermeerdert. Derhalve raden wii aan bij het open rijden der hoppevelden de volgend* scheikundige meststoffen aan te wen- 20 kg. zwavelzuur ammoniak per hec tare; 600 kg. superfosfaat, en 200 kg. zwavelzure potasch. Deze vetten worden goed vermengd regelmatig uitgestrooid en ingeëgd. Dergelijke bemesting gaf ons in 1911 te Erembodegem bij den beer D. C. een meerdere opbrengst van 1824 kg. droge hop. Dat jaar was de hop zeer duur, en voor een uitgave van 134 fr. aan mest stoffen, bekwam hij een zuivere winst van 7162 fr. per hectare. Deze cijfers zijn welsprekend genoeg om eiken hoppeplanter aan te zetten zij ne toevlucht tot de hulpmesten te nemen. De landbouwers zulien wei doen een oog in 't zeil to houden om het zwart en het schimmel te bekampen door de plan ten duchtig tc besproeien met tabaksen waarin bruine zeep is opgelost, en dat zoodra de eerste viiegskeps zien vcuou- nen. Deze bewerking zal men herhalen zoolang er bloedluizen te bespeuren zijn. Dl XI. Brugge viert in de Meimaand de 772e verjaring van het overbrengen van haar arootsten schat, de relikwie van het Al- ferd 11 ui naarste Bloed O. H. J. C., uit het Heilig Land gebracht ten jare 1148 door Died cv ik van den Elzas, graaf van V laanderen. De duurbare Relikwie was van den be ginne af en zonder ophouueii het voof- wérp eener bijzondere vereering en het onderpand van talrijke weldaden. Ter gelegenheid der verjaring heeft een Veertiendaagsche Plechtigheid plaats van den 3 tot den 17 Mei, binst dewelke de Processie uitgaat op Maandag 8 Mei, de Bedevaart op Zondag 14 Mei. Binst de plechtigheid wordt de Heilige Relikwie 111 de Heilige Bloedkapel uit gesteld van 6 ure tot 11 1/2 ure en van 3 ure tot 6 ure; gelezen missen worden om 6, 7 en 8 ure geofferd, een plechtige mis om 11 ure (uitgenomen op den dag der Processie en van de Bedevaart)het lof wordt om 6 ure gezongen. De Processie in dewelke nieuwe groe pen zullen vertoond worden, maakte al tijd grooten indruk op de geloovigen door de schoonheid en ue orde van haar historische en biblische vertooningen. Om door de oneindige verdiensten van het Allerduurbaarsle Bloed van Ov H. J. C. den goudelijken zegen voor Kerk en Vaderland af te smeeken, zal een plechtige mis ter eere van het Heilig Bloed om 10 ure op den Burg gezongen worden, waarna de jaarlijksche Bede vaart uitgaat. P. S. Buiten de Veertiendaagsche Plechtigheid is dc relikwie van het II. Bloed uitgesteld 's Vrijdags van 6 tot 11 1/2 ure en om 3 ure; op Witten Don derdag van 3 tot 7 ure; op Goeden Vrij dag van 6 tot 12 ure en van 3 tot 9 ure. W- Sedert ccn paar maanden was een 26- jarige winkeldochter, zekere Claeys. bij genaamd Dolly, van Gent, .in dienst'bij een pasteibakker op het Grondwetjdein, tc St-Gillis-Brussel. De juffrouw hau ver zuimd zich op het bevolkingsregister te laten inschrijven. Aan den pasteibakker had zij een valschen naam opgegeven. Daartoe bestond cr reden, daar zij het verkieslijker achtte, dat vroeger geldver- duisteringen, waaronder een ten bedrage van 8000 frank ten nadeele van haar ou ders, liefst niet bekend waren. De juf frouw bad tijdens haar verblijf bij den pasteibakker de plaats goed verkend en de gewoonte Ier bewoners gadegeslagen. Zondag avond - ui de vrouw des huizes den sleutel in dc tocglade, waarin de sleu tel van de brandkast ligt, laten steken. Een tijdie later was haar zulks tc binnen geschoten. De sleutelbos echter was in- tusschen verdwenen. Mevrouw koesterde geen argwaan. Do sleutels waren mis schien verlegd, 's Anderendaags groote verbazing van mevrouw, toen ze den sleutel in de brandkast zag zitten, waar uit vijftien bankbiljetten van duizend frank verdwenen waren. Dolly was 's nachts opgestaan en had de som ge roofd. Vroeg in den morgen zei ze, dat zc even naar den schoenlapper toe moest. Ze is natuurlijk niet teruggekeerd. De Revue Internationale du Tra vail maandschrift van het Internatio naal Arbeidsbureau (Genève), publiceert, naar aanleiding van een artikel van de hand van den heer Ed. Ronse, advocaat bij het Beroepshof van Gent en raadge ver van de Werken der Uitwijkelingen, getiteld Dc Bescherming der Belgen in den Vreemde en opgenomen in de Strijd tegen de Werkeloosheid or gaan van de Belgische afdeeling der In ternationale Vereeniging,. het volgende overzicht betrekkelijk de uitwijking van Belgen naar Frankrijk De Fransche statistieken, en deze zijn; wellicht onvolledig, kondigden in Mei 1921 meer dan 400,000 personen van Belgische .nationaliteit. De elementen, welke deze bevolkingsgroep uitmaken, kunnen in verschillende reeksen worden onderverdeeld 1. De Grensbewoners. Tot deze reeks behooren voornamelijk de nijver- hcidswerkiicden, die zich dagelijks per trein of tram naar hun werk over de grens begeven en 's avonds huiswaarts koeren. Geen vast cijfer kon worden vastgesteld betrekkelijk deze belangrijke uitwijking, die op het oogenblik, meer dan ooit, in groote mate schijnt toe te nemen. 2. De uitgewekenen van het Seinede- partement. Uit cijfers, medegedeeld door het Belgisch gezantschap te Parijs, blijkt, dat, in 1914, 44,000 Belgen in het Seinedepartcment' verbleven. Gedurende den oorlog nam dit aantal toe en over schreed in dit departement de 200,000; de moesten onder de vluchtelingen keer den echter, bij den wapenstilstand, naar hunne haardsteden terug. De buitenge wone uitbreiding der nijverheid in 1919 lokte wederom talrijke Belgische werk lieden naar Parijs en omstreken; gedu rende de eerste zes maanden van 1919 zijn in het. Seinedepartement zoowat 7000 gedemobiliseerde^ soldaten binnen gekomen, die'onder toezicht der Belgi sche krijgsafvaardiging stonden. 3. De industrieele nederzettingen in het Noorden. Rouaan en Den'Haver zijn belangrijke middenpunten van Belgi sche inwijking, overblijfsels van de uit gebreide Belgische burgerlijke en mili taire nederzettingen tijdens den oorlog. Ook zijn talrijke Belgische dienstboden in het Koorden werkzaam, zoo 0. m. 3600 dienstmeiden. 4. De frontarbeiders. Deze zijn voornamelijk werklieden, welke aange worven worden voor den heropbouw der verwoeste gewesten; het zijn hoofdzake lijk grondwerkers. Hun aantal, dat in 1920 de 200,000 bereikt had, is in den loop van het jaar 1921 met de helft ver minderd; zulks vindt zijne oorzaak in het feit, dat het grootste gedeelte der toen bestaande loopgraven thans gedempt is en dat de heropbouw der verwoeste ge westen thans meer geschoolde arbeids krachten vereischt. 5. De landbouw-ingewekenen. On ze landgenooten haten talrijke hofsteden in het Koorden van Frankrijk uit, hij zonder in de departementen gelegen ten Koorden eener lijn tc trekken van Saint- Malo naar Genève; belangrijke midden punten dezer nederzettingen zijn het Noor der departement, het Sommedcpar- tment en het departement Pas-de-Calais. Het aantal dezer landgenooten kon niet nauwkeurig worden vastgesteld, maar liet bedraagt zonder twijfel meerdere dui zendtallen, die pachthoeven uitbaten waarvan de uitgestrektheid afwisseld tus- schen 100 en 150 heet. In Normandie zou hun aantal volgens schatting op het oo genblik 2000,. in het Kóórden 2500 be dragen. 1 6. De seizoenwerklied^n. Het aan tal dezer werklieden van Belgische natio naliteit, die naar Frankrijk: uitwijken, werd door de Frarischè overheid, voor den oorlog, op 40,000 ;s jaars geschat; dit aantal is op het 0ogenblik sterk ver minderd. Er dient echter te worden opge merkt, dat de ambtelijke Fransche 'sta tistieken slechts die seizoen werklieden vermelden, waarvan het binnenkomen in •Frankrijk werd gekonlroïeerdzoo stel den de inwijkingsbureelen te Feignies en Toureoing, waar de landbouwwerk- lieden zich gedwongen moeten aanbieden op last van bet. ministerie, van Landbouw, gedurende bet jaar 1Q20, een cijfer va-st van 15,213 Belgische landbouw werklie den. Deze kontrool, alhoewel verplicht, wordt nochtans niet streng uitgeoefend, zoodat een aanzienlijk getal Belgen als seizoenwerklieden in frankrijk werk zaam zijn, zonder evepwei als dusdanig te zijn ingeschreven. Van den anderen kant, gebeurt het vaak dat de grondwer kers, na enkele weken, het werk aan het front verlaten om 'a& fendbömvwerklie den werk aan tc nemen op Fransche pachthoeven. t.; EEN VROUW EN EEN MAN VERMOORD De 62-jarige landbouwer Jules Des-, troy, wonende te Samart bij Philippe- ville, werd \s avonds, in den stal, onver hoeds aangerailcl or een kerel, die hem verscheidene bijlslagen op het hoofd toe bracht. De dader begaf zich vervolgens naar het. woonhuis, trof er de 54-jarige meid Leon-ardine Mcuris aan en maakte haar me* bijlslagen af. Alvorens het huis te verlaten, legde hij de hand op een som van 1490 frank. De zwaar gewonde landbouwer slaagde er intussehen in de rijkswacht tc waar schuwen, die den bandiet, een zekeren Louis Jules, hoeveknecht, in hechtenis nam. Do landbouwer overleed een weinig nadien aan de gevolgen van de bekomen verwondingen. 'W'V De nationale vlag wapperde op gelieÖL den doortocht-.. Vele gevels waren versierd en hier en daar trof men welgepaste jaar schriften aan. De plechtigheid in dc kerk, opgepropt van geloovigen, was aandoenlijk. De aan stelling had plaats door den Z. E. H. de ken van Maria-IIoorebeke, in bijzijn der getuigen, de Z. E. HH. kanunnik Roe land, van Aalst, en den pastoor van Eine. Na dc aanstelling vergaderden al de overheden in de pastorij. De nieuwe herder leve lang te midden zijner kudde! Zondag was een echtpaar, te Brussel wonende, naar Zelzate gekomen ter gele genheid der Eerste Kommunie. Eon bezoek willende brengen aan een familielid, over de vaart wonende, en hunnen weg willende verkorten,vroegen zij Zondag morgend, rond 10 ure, aan eenen schipper, liggende aan den kaai muur ter hoogte der teerfabriek, om hun met, zijn klein achterbootje te willen overzetten. Hieraan zou voldaan worden en de man stapte eerst in het bootje om zijn vrouw te helpen. Bij het instappen der vrouw (die ongeveer 80 kilos weegt), helde het bootje nogal hevig naar de eene zijd. Hierdoor verloren ue echtelin gen het evenwicht cn vielen in het wa ter. Gelukkig slagaden zij erin den schip per aan denials vast te klampen en heel weinig scheelde het of doze laatste ge raakte ook in het water. Met groote moeite is men erin gelukt de baders op het droge te brengen. Bij familieleden hebben ze al de kleederen uitgetrokken en zoo eindigde dit zwem en Eerste Kommuniefeest. 7. De industrieele scizoemoerkliedcn. De Belgische arbeidskracht, welke in de Fransche steenbakkerijen wordt ge bezigd, bedraagt op het oogenblik meer dan 10,000 werklieden. 3. De vluchtelingen. Het aantal Belgische vluchtelingen, dat tijdens de oorlogsperiode in Frankrijk zeer aan zienlijk was, is zeer geslonken zoo re gistreerde men bij den aanvang van het jaar 1921 nog nagenoeg 40,000 Belgi sche vluchtelingen. Wij werden herhaaldelijk in de gele genheid gesteld, u de maandcijfers der uitwijking van Antwerpsche ambachts lieden naar Frankrijk mede te declen. Het komt ons voor, dat het niet van be lang ontbloot is, u ook dezen terugblik op de Belgische uitwijking naar Frank rijk mede te doelen. Stellen wij met den heer Ed. Ronse vast, dat het vooral naai* Frankrijk is, dat de uitwijking onzer landgenooten gericht is en dat dit ver schijnsel bovendien sinds den oorlog een onverwaehtcn omvang genomen heeft. DE AVONTUREN VAN EEN KROONPRINS Nizza, 3 April. Prins Krahim Ben- gami Kachalu, zoon van den afgestorven negerkeizer van Bornoe, was, om zijn be staan te verzekeren, in dienst getreden van een hotelhouder te Nizza. Een zijner kollega's, een boodschapper zooals hij, had hem beleedigd, met het gevolg dat de kroonprins het hotel verliet. In afwachting van betere tijden, be sloot hij zijn neveu aan de Gouden Kust aan te spreken. Hij meldde zich ■weldra aan bij den Sjah van Perzie, die hem tot tweemaal toe geld schonk. Dè koning van Zweden overhandigde hem insgelijks een geldsommetje, doch pei gerde hem nog te ontvangen. Prins Krahim Bengami Kachalu werd bij den overste van den Veiligheidsdienst ontboden, die hem verzocht... de vreemde monarken met rust te laten. De kroon prins teekende daartegen protest aan, doch begreep weldra, dat hij naar een andere betrekking moete uitzien. KONING ALBERT BEDANKT DEN H. STOEL Brussel, 3 April. Na zijn terugkeer uit Rome, heeft de Koning een schrijven, gestuurd aan den H. Vader, waarin hij zijn dank uitdrukte om het genoten ont haal, en om den zegen voor Belgie. WISSELING VAN TELEGRAMMEN Bij zijn vertrek uit Como heeft koning Albert aan den koning van Italië het vol gend telegram laten geworden Op het oogenblik dat wij Italië ver laten, houden ik en de koningin eraan uwe Majesteit en hare Majesteit de Ko ningin onzen innigsten dank te betuigen om het ons zoo aangenaam gemaakt ver blijf te Rome. Wij zijn zeer getroffen geweest door de gevoelens waarmede het gouverne ment en de overheden tegenover Belgie zijn bezield, evenals door dc warme sym pathiebetuigingen der bevolking. De bedrijvigheid welke Italië op alle gebied aan den dag legt vervult ons met bewondering. Ik wensch van harte de uitbreiding der traditioneele genegen heid' tusschen beide landen. De koning van Italië heeft hierop al9 volgt geantwoord Wij danken Uwe Majesteit om het hartelijk telegram dat zij ons liet gewor- Wij zijn allen met de erkentelijkste gevoelens bezield tegenover Uwe Majes teit, Hare Majesteit de Koningin en Zijn Doorluchtige Hoogheid den Hertog van Brabant, om wille van hun zeer lieftallig bezoek dat ons heel gelukkig heeft gemaakt, en wprvan de herinne ring ons dierbaar blijven zal. Gelieve Uwe Majesteit de zeer innige wcnschen te aanvaarden welke ik naar on mijne beurt toestuur voor den voor- "t 11-7. lvof rrpmiP.n fiOT Nog eens zoo brulde nu ook Paul. Jack wilde tusschen beiden treden. Stil zeg ik u, stamelde hij, gij zult -deze knapen geen haar op het hoofd krenken cn gij oude jongen, Harry, kom hier, neem uw glas gevuld met dien goeden drank en ledig het in eene teug nis een man, hoor Terw.jli Jack zich met moeite tot Har ry wendde, wilde Squib en Paul, Sim beschonken maken. Deze trad achter Harry terug, doch op eens pakte Squib Sim bij dc keel en wilde hem Paul nu een glas heeten punch in de keel gie ten, toen Harry, verwoed door de ellen dige taal die hïj zoolang reeels had moe ien aanliooren, Paul het glas uit de hand wrong on hom de volle inhoud* in het gezicht smeet, zoodat Paul zoo lang als Rij was, achterover tuimelde. Squib wil de nu zijen vriend verdedigen en trad op Harry toe, om hem met ecnen stoel op hot hoofd te slaan. Halt riep nu Jack er donderend j tusschen, eerlijk et-rijden, twee tegen t één gaat niet. Toen Squib echter op deze waarschu wing niet ophield naar Harry te slaan, nam Jack cone ledige flesch, slingerde die Squib tegen liet hoofd, zoodat ook deze zwaar getroffen neerviel. Harry en Sim wisten nu onbemerkt weg te slui pen en vluchtten verder. Eene minuut tater bevonden zij zich, laat op don Verleden Zondag lieeft te Michelbeke, met groote plechtigheid, de aanstelling plaats gehad van den Z. E. H. Ceuterick, den nieuwen pastoor, gewezen onderpas toor van Aalst. Een stoet van ruiters en wielrijders zijn deu nieuwen herder op het grondgebied van Segelsem gaan af halen. Aan de plaats van Michelbeke werd hij verwelkomd door den heer burge meester, sprekende in naam van den ge meenteraad, verders door kerk- en arm- raad. Aan de kerk werd de haag gevormd door de schoolkinderen. XX. GEVANGEN GENOMEN Arme knapen voor wie het noodlot alleen zijne slechtste gaven scheen te be schikken, en hun dieper scheen te tref fen, hoe meer zij met vertrouwen op God bezield waren Om hun ongeluk te vergrootcn begon het te sneeuwen, zoodat zij nauwelijks de oogen konden openhouden. Diep bedroefd over het ge drag van Jack met de lantaarn, verwij derden zij zich van dit huis waar. te ge lijk dc licfderlijkste dronkenschap, en dc vroomste onthouding in woonden. Waar heen zullen wij nu gaan vroeg Sim op mismoedigen toon. Ach deze vraag had de arme knaap reeds op zoo menigen nacht gedaan. De Refuges zijn zeker overal vol, en dö Adelphigewelven Neen, neen, daar heen ga ik niet weder, zegde Sim angstig. Gij hebt gelijk broeder, zegde Har ry. Waar moord en doodslag mogelijk is, kan een eerlijk mensch gecne nacht rust hebben, laat ons zoe'* n of wi j niet ergens eenen schuilhoek kunnen vin den Zij gingen verder. De straten waren reeds ledig, want het was al laat. Zij ontmoetten twee bedeiknapen, die oude bezems droegen cn wier gezicht zij niet herkenden, met eene vrouw die in lom pen gekleed was. Een der jongens fluis- avond, geheel alleen cn verlaten, 'weder I dc dc vrouw iets in 't oor, waarop deze cp straat. I zich tot Harry cn Sim wendde. Als wij wisten dat zij geld had den, dan lokken wij ze mede, ontnemen het hun, en ranselen ze nog eens goed af, mompelden de bezemdragende jon gens onder elkander. Plotseling sprak de vrouw de beide knapen aan Waarheen wilt gij nog zoo laat Wij willen nachtkwartier zoeken. Ga dan met ons mede, wij weten ccne goede plaats; moeder Mik zal u vriendelijk opnemen, en aan ons zult gij goede verzorgers hebben, wilt gij Ilarry vertrouwde, haar niet best- De krijschonde stem der vrouw, gelijk die eener oude zeemermin, hield hem tegen er wilden zij zich ongaarne in gezelschap van "straatjongens begeven, dan liun ver twijfelden toestand liet hun weihig keuze over. Moeten wij nog ver loopen vraag de Harry. Neen, wij moeten naar Drüry Lane. Daar zult gij niet moede van worden. Maar wij hebben niet meer geld dan vier stuivers. Dat is genoeg, als gij niet verlangt oj) zijden bedden te slapen, gaat maar mede. Toen zij Drury Lane bereikt hadden zegde Lotty Longleys, zoo noemde zich dc deern, dat zij met hare lieve broeders in den naast gelegen winkel eonig var- kenvleesck voor hun avondeten wilde koopen. De winkel die zij bedoelde was echter niets anders dan een stalletje, spoed van Belgie, en voor het gedijen del rechtzinnigste vriendschap tusschen bei-* de landen. De scunbdert 1 gelijks een telegram aan de Koningin-. Moeder van Italië. Londen, 3 April. Woensdag bevond zich een Engelsche sleepboot in de haven van Queenstown met 20,000 geweren en 2 millioen kardoezen aan boord. Terwijl dc kapitóin aan den wal was, kwamen volgelingen van M. de Valera aan boord, en met revolvers gewapend, dwongen zij de bemanning naar Cork te varen, waar de kardoezen en de geweren aan wal ge bracht werden en men ze op 100 auto-ca mions baadde, om alles in veiligheid te brengen. Korten tijd nadien kwam een torpe dojager te Cork aan en maakte zich terug van liet schip meester. waarop gekookte zwijnspooten, pudding en zoutevisch verkocht werden. Tenvijl Lotty zich hield alsof zij een en ander uitzocht, drongen hare broeders zich dicht tegen haar, alsof zij groot belang bij den koop hadden, in waarheid ech ter, om te stelen. Lotty kocht twee var- kenspotten en een groot stuk spek, en alle drie verlieten het stalletje. Lotty gaf Harry een pakje te dragen dit pakje bevatte, zonder dat Harry het wist eenige stukken gezouten vleesch. Noch nauwelijks waren zij dertig schreden ver wijderd of men hoorde het geroep van politie politie Zij komen, fluisterden de knapen hunne zuster toe, en alle drie gingen ijlings op de vlucht. Op het oogenblik hunner vlucht her kende Harry dc beide jongens, die hem bij vrouw Underdun «len souverein uit dén zak gestolen hadden, en nu eerst werd hun dringen aan het stalletje hem duidelijk. Te laat De vluchtelingen ver dwenen om eenen hoek, en eer Harry en Sim van hunne verbazing bekomen waren, werden zij door twee konstabels aangehouden. Harry droeg de gestolene stukken varkens vleesch, die dc koopman cenigc oógenblikken na hunne verwij dering vermiste; op grond dezer bewij zen werden de knapen, ondanks al hunne tranen en betuigingen onschuld, naar het naastgelegene bureel van policic ge voerd. Het policiebureel was een groot luch- Londen, 3 April. Uit Winnepcg seint men dat 12,000 mijnwerkers in sta king gingen om verzet aan te tcekenen tegen "de loonsvermindering. tig doch goed verwarmd vertrek, en in ieder geval het verblijf daar, beter dan 's nachts in de kou op straat. Beide ge vangenen gevoelden echter dubbel het gevaarlijke van hunne positie. Sim was meer dood dan levend, toen hij in het door gaz verlichte lokaal de beambten voor zich zag. De sergeant, zelf vader, was een goedhartig man en was over tuigd dat hij geheel schuldeloos was. Onderzoek de knapen, en brengt ze dan bij het vuur, zoo luidde zijn bevel, het zou onbarmhartig zijn ze m dezen kouden nacht naar de gevangenis te brengen. Houdt het oog op hen, vooral op den oudste, dat schijnt mij een fijne knaap te zijn; zonderling het lijkt mij toch een eerlijk gezicht Men ziet hieruit, dat men zich niet altijd op het gezicht verlaten kande arme schelmen hebben zeker honger gehad, en dit heeft hen zeker tot diefstal verleid. Teen dc politie naar Harry naderde om hem te onderzoeken, overviel hem eene doodelijke bleekheid. Hij sidderde over zijn gansche lichaan. Deze ontroe- rnig ontging den man van het gerecht niet: het is bekend hoeveel waarde z'.j aan iedere innerlijke beweging hechten, terwijl zij immer geneigd zijn dit als een bewijs van schuld aan te zien, Harry s.o- derde omdat hij nog steeds het kostbare pakje van den kapitein bij zich droeg, en vreesde dat het hem afgenomen zou wor- t'en' ('t Vervolgt.)'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1922 | | pagina 2