Troonrede Z. M. Konin Leopold ÏII KONING LEOPOLD ill Eene Dagöfder aan hat Layer Het plechtig Te Deum van heden Zaterdag in de Sle öoedelekerk te Brussel XXXX JAARGANG NUMMER 46 K«rkeiraat, 9 «n SI Aalst. T«lefo9B 114. - DAGBLAD - 20 ü.atUm«B Ultgarar J. Vaa Naffal-D» Qandt Publiciteit buiten het Arrond. AALST Agentschap Uaïas, Adolf Maxkian 13, te Brussel Bue de Richeleu, Pa rijs i— Bank Bulding/KIngsway, 20 Londres W. 0. 2, Zondag 25 Februari H. Mathiag Zon op 0,44 Zon tf 5,25 Maandag 26 Februari 1934 H. Walburjis Zon op 0,42Zon »f 8,28 V. M. 1 L. K. 8. Cf5isi®sï de ze daarom met liaar oudsten zoon' incognito naar Stockholm en daar ont moetten Leopold en Astrid elkaar, een kennismaking die voortgezet werd tij dens een verblijf van de Zweedscho prinsessen op de zomer-residcnlie van de. Belgische Koninklijke familie* Gisteren hebben wij in ons blad, zoo trouw moyelijlhel relaas gegeven van de schitterende plechtigheden bij de eedafleg ging van .on-tn nieuwen Vorst Koning Leopold IIIop wien de gansche Katie in deze beroerde lijden haar hoop vestigt. Van Zijn troonrede, die Minister Van Cauwe- laert gisteren avond in de radio betitelde als 'n meesterstuk in haar genre, hebben tv ij slechts een samenvatting gegeven. Om onze lezers in staal te stellen deze rede als historisch document te beu aren. laten tv ij ze volledig volgen, Mevrouwen, Mijne Hoeren, Ik ben. me den staat en den omvang bewust van de verantwoordelijkheden die mij worden opgelegd terwijl ik, treurend om- den tragischen docd van een dicp-beminden Vader, tegenover de plechtige verbintenis aanga, tusschen den Vorst en de Natie een verdrag van vvederzijdsch vertrouwen bezegelt. Ik ken de zware plichten aan dezen 'eed verbonden. Om hem zoo 't moe', te Vervullen hoef ik mij slecht.-, naar hel Voorbeeld van mijne drie groole voor gangers te gedram^). Do traditie die zij duurzaam hebben gevestigd, eischt dat het Belgisch Vor stenhuis zichzelf ten dienste van de Na tie stelt. iViijn vaste wil is zulks nooit te vergeten. Sinds hare stichting, werd 'de Monar chie' bezield door hare offervaardige 'tyr^bftdang aan 's Lands gemeenschap- poIfflirnoTangen. Het was de dagebjk- sr-he zorg van mijn Vader en de eer van zijn leven. Alle Belgen zien de weldaden in. die voortvloeien uit een dergelijke, isamenwerking van de Natie en haar Vorst. Zulks belicht dan ook de sponta ne en aandoenlijke blijken van ver knochtheid die ons door de eensgezinde bevolking werden gegeven. Ik betuig hier aan dc Natie mijne Öicpe erkentelijkheid voor de algemce- no en ongeëvenaarde hulde die Zij aan 'den betreurden Koning, mijn Vader heelt gebracht, en in deze gevoelens tieelt ook mijn teergeliefde Moedor, wier eïndelooze droefheid een kostbaren troost vindt in de weeklacht van gansch jeen volk. Uit liet buitenland bereiken ons talrij ke rouwhewijzen. Namens mijn Land, dank ik uit gansoher hart al wie aan ons heeft gedacht, en in de eerste plaats de Versten en Staatshoofden die deer hunne persoonlijke aanwezigheid of doer met hoog gezag bekleede verte genwoordigers hunne deelneming heb ben betuigd in onzen nationalen rouw. In het hijzonder trof ons bij de Ko- ïfinklijkc Uitvaart de afvaardiging van 'de dappere leger- on zeemachten uit Frankrijk en Groof-Briltanië. Deze op komst heeft de herinnering aan een ede le wapenbroederschap' weer opgewekt 'in onvergetelijke dagen van roem en smart gesticht. Zoo reeds Iegelijk 'de onverdelgbare beeltenis van den heldbaftigen bevel heer onzer heldhaftige soldaten, aan Wie wij hebben te danken dat wij ons- zelven gebleven zijn. De gestorven Ko ning had zijne wapenbroeders vader lijk lief. Ik zelf heb onder hen geleefd. Zij zullen aan mij dezelfde hartelijke genegenheid ervaren. Deze gevoelens bezielen mij insgelijks tegenover het huidig leger, waarvan ik in alle tijden de trouwe en vastberaden aanvoerder wil zijn. De instellingen die uit de Grondwet voortvloeien en wier deugdelijkheid ge durende honderd jaar bleek, zijn breed en lenig genoeg om zich in ordeli jke en Wettelijke tucht bij de veranderlijke noodzakelijkheden van den tijd aan te passen. De Koning was van deze zekerheid diep doordrongen en ik zelf, naar zijn voorbeeld, heb er mij "nig van over tuigd. Om de vestiging van den maatschap- pelijken Vrede was Hij, in hooge male DE EEDAFLEGGING VAN Z. I¥1. KONING LEOPOLD III, bezorgd. Alles moe! worden aangewend om hem te verwezenlijken in de bevre diging van alle belangen en de verzoe ning van alle harten. Bijzonder zwaar is in den crisistijd dc taak van de Regeering geworden. Wij belcveo, uil iiilciiïaiiottaa! stand punt, de rampen van een economischcn oorlog. IDienaangaanthe heeft de overle den Vorst bij meer dan een gelegenheid het dreigend gevaar verraden en uiting gegeven aan zijn angst. Met aile macht zal ik mijn steun aan elke poging ver- leenen die Landbouw en Arbeid, Handel en Nijverheid doelmatig mogen dienen, en ons uit den haelielijken toestand red den, die zoo'zwaar de middenstanden en de werklieden treft. Ik heb mij sinds enkele jaren in hoofdzaak toegelegd op dc studio van Koloniale vraagstukken. Naar het ver nuftig inzicht van den genialen Vorst, aan wien wij den Congo verschuldigd zijn, nroelen de na te streven oplossin gen nauw verbonden blijven aan de grootheid van het Vaderland. In die richting zal ik mijne aandacht gaande honden. 'De geestelijke en zedelijke krachten bevorderen de ontwikkeling van een Volk. Steeds moedigde dc Koning den ijver aan die scheppingskracht en zolfver- loocheningsgeest tot werking brengen kon. De heerlijke geestdrift, die tot dc stichting van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aanlei ding gaf, is aan een van zijne schoonste initiatieven te danken. Mijn levendigst vorlangen is op dat spoor de lichtvolle wenken van mijn Vader te volgen. Het behoud van de nationale onaf hankelijkheid en van de onschendbaar heid van het grondgebied is onafscheid baar van hel behoud onzer nationale, eenheid. Ken onverdeelbaar en zelfstan dig Beieie is de historische factor die het Europeesch evenwicht bepaalt. De eendra-cht. en saamhoorigheid die op dezen dag zoo sterk tot. uiting ko men. laten mij toe niet vast' betrouwen de toekomst te gemoet. te gaan. Ons land zal niet ophouden mede ie werken aan de inrichting van den vre de, die, door de toenadering van allo volkeren, in eer en recht, zal worden gehandhaafd en bestendigd. En alle of fers zullen aanvaard worden ter verde diging van onze vrijheden en onzen moedergrond. Mevrouwen, Mijne Heeren, Aan België ben ik tot in de ziel ver kleefd. De Koningin denkt en voelt als ik. En onze kinderen leiden wij op in dezelfde onwankelbare belijdenis. Moge de Goddelijke Voorzienigheid ons hierin helpen. Mijn vurigste wensoh is mede te wer ken aan den voorspoed de grootheid cu het geluk van het Vaderland, "Wanneer H. M. de Koningin de zaal der Kamer verlaten had om zich naar den uitgang te begeven, schreed zij voorbij de rangen der parlements-afge- v/iardigden, bij dewelke zich had aange sloten Z. Em. Kardinaal Van Roey. In 't voorbijgaan kreeg de Koningin den Kardinaal in 't zicht, en instinct matig trad zij op den Kardinaal toe, hare ibeide kinderen bij de handen, knielden en: vroeg om den Zegen van Zijne Eminencie. Dc Kardinaal zegende de Koningin en de twee Prinsjes. De Koningin stond dan recht, en hief één voor één hare kinderen op naar den Kardinaal, die een kruisje teekende op het voorhoofd van de Prinsjes on een kruistecken sloeg over de Koningin. Toen de Koningin door dc zalen van den Senaat ging, en tengevolge ie ont roering der zoo indrukwekkende plech tigheid, is zij in tranen uitgebarsten en moest zij zich terug trekken in een van de salons. Haar. vader, prins Karei, is haar aldaar gaan opzoeken om haarj te omhelzen en geluk te wenschen. Zooeven voelden de Belgen het hart vol weemoed onder de neep van het overlijden van Koning Albert I. Giste ren was er een gansche kenteri ig in die gemoedstoestand. De onschatbare opgetilde menigte die zich te Brussel bevond overrompelde letterlijk de ruim te voor het Paleis. Nadab de nieuwe Vorst van de eed aflegging was teruggekeerd. Zij gaf on ophoudend uiting aan haar koortsachtig verlangen om het Koningspaar op het balkon van de Koninklijke verblijf plaats te zien. En onze lieve koning en zijn schoone gemalin konden daaraan niet onbeanl- woordencl blijven. Onder daverend ge juich verscheen liet vorstenpaar, één, twee maal. En daar de menigte de ruimte voor "t paleis maar niet verlaten wou, zoo ver schenen onze vorsten voor eene derde maai op het balcon. Het. was of er een storm losbrak toen de Koningin -op het balcon verscheen met. princes Josephine op den arm en de Koning den kleinen prins Baudewijn aan het volk toonde.. Wat wij reeds met zooveel geluk van on. zen nieuwen Koning kunnen zeggen,kun nen \\;ij ook volmondig herhalen voor Haar die thans onze nieuwe Koningin geworden is, voor de lieve, bevallige, maar hoven alles hartelijke en schoone Koningin Astrid. Ook zij is geboren aan een haaru ivaar goede verstandhouding, heerschte waar ouders en kinderen elkander lief hadden, elkander hielpen en steunden. De nieuwe Koningin, van België is nauw verwant aan dc koninklijke fa milie van Scandinavië. I-laar vader, prins Karei van Zweden, is de derde zoon van wijlen Koning Oskar II en haar moeder, prinses Ingeborg van De nemarken, is een zuster van den Deen- schen Koning Christiaan X en van Ilaakon I van Noorwegen. Koningin Astrid is zeer eenvoudig, ja voor een prinses zelfs ongewoon eenvoudig opgevoed. Al is haar een breede algemeene ontwikkeling gege ven, van een speciale voorbereiding voor de taak van koningin is geen sprake geweest prinses Ingeborg heeft haar drie dochters voorbereid voor het practische leven en gezorgd dat ze zoo noodig op eigen beenen zou den kunnen staan. Koningin Astrid en haar zusters, waarvan de jongste eens Koningin van Noorwegen zal zijn, hebben geleerd zelf een huishouding te vo-cren. Om het ko ken en naaien, het organiseeren en het personeel controleercn in de praclijk te oefenen, moesten de drie prinsessen thuis beurtelings een week de laak van huisvrouw vervullen, waarbij zelfs het toezicht op de uitgaven voor de huis houding aan haar werd overgelaten. Prinses Astrid werkte daarbij no, eenige maanden in een ziekenhuis,waar ze hetzelfde grove werk te doen had als de andere leerling-verpleegsters in het begin en waar ze ook om vijf ure des morgens moest opstaan om tiaar taak te beginnen. Ook volgde ze kursussen in zuigelingenvcrzorging en heeft ze geleerd haar eigen kleeren te maken, al zal de steeds zeer smaakvol en elegant gekleede vorstin, zoo ze er al den lust t.oe mocht gevoelen, wol geen tijd heb ben die kundigheid voortdurend in praclijk te brengen. Toen het Zwccdsche prinsenpaar in den Zomer van 1025 met zijn vier kin- deren in Spa vertoefde, ontmoette Ko. ningin Elisabeth prinses Astrid voor 't eerst en de persoonlijkheid van het sportieve en elegante meisje liok haar aan. In Maart van het volgende jaar reis- Toen in 1909 koning Albert I don' troon besteeg dat was op 23 P,eecm- ber legde die in het Fransch en in het Nederlandsch den grondwettelijken eed af. Dat was voor de eerste maal, dat zulks geschiedde in het onafhanke lijke België. De beide vorige vorsten toch, Leopold I en Leopold II legden hem enkel in het Fransch af. Leopold III heeft meer nog willen doen dan zijn vader; niet alleen heefti hij den eed van trouw ook in de taal der. Vlaminjgen afgelegd, maar hij hield ei! aan eveneens zijn troonrede in het Ne derlandscli af te lezen. En hoe dan Een zwierige', nette' taal. Men hoort het den jongen vorst aan, hij heeft het Nederlandsch, de taai van dc meerderheid zijner onderdanen niet aangeleerd als een tweede taal rr uit noodzakelijkheid des gebods. Neen bij heeft die geleerd omdat liij wenschte ook met de Vlamingen van zijn land in aanraking te komen. Hij heeft ze ge leerd, zooals hij liet Fransch heeft ge leerd als zijn eigen taal: de taal yan ZIJN land, van ZIJN volk. De Minister van Landsverdediging richtte het volgend order tot liet leger: Zijne Majesteit, Koning Leopold 111, 'heeft heden, voor de vercenigda Kamers gezworen «de Grondwet cn de wetten van het Belgisch volk na te leven, 's lands onafhankelijkheid te handhaven en den vaderlandsclion bodem onge schonden te bewaren. Het Leger slaat ten dienste van den Koning, zijn opperste hoofd. Het is Hem zijn vuriigen ijver verschuldigd bij het voorbereiden van al de opdrachten wel ke uit den militairen plicht voortsprui ten zijn stugge tucht-, zijne dapperheid tegenover het gevaar, zijn trouw. Het vervult ze alle met liefde en eerbied om Zijnentwille. Koning Leopold III is niet 'alleen de erfgenaam van den onsterfelijken roem zijns vaders. Tijdens den veldtocht waê hij de jongste onzer oorlogsvrijwilligers Sold^fit bij het 12e linicrcgiment vol bracht hij in het vuu,r den loopgraven dienst. Hij draagt met volle recht den edelen titel van oudstrijder. Het leger is fier op Hem. Zijn vaste wil is te verdie nen dat hij steeds fier moge zijn oj> zijne soldaten. Leve de Koning. (w.get.) De Minister van Landsver dediging, A. DEVEZEL Rijtuigen van groot gala brachten Zaterdag naar het Te -Pieum Do Ko ning, de Koningin, Z. K. H. den graaf van Vlaanderen, Graaf de. Lannoy, graaf de Patoul, kolonel graaf dc Mocus, ka- pitein-kommandant Van den Heuvel, Mevr. du Roy de Blicquy, de burggravin de Lantsheer, baron Capelle, h. W'odon, luitenant-generaal Lemereier, de h. Vanderlinden, kapitein-kommandant de Pret Roose de Galesberg. Het Sint Rombautskoor van Maehe- len (250 zangers, 100 knapen en 150 mannenstemmen) onder leiding van kanunnik Van Nuffel, voerde het groot «Te Deum» voor acht-stemmig gemengd koor en groot orgel, getoonzet door den dirigent uit. Het orgel werd bespeeld door meester Flor. Peelers, organist der. kathedraal te Mechelen. Vóór het Te Deum voerde de heer Jo zef Jongen, bestuurder van het Konink lijk Conservatorium te Brussel uit: Of fertorium op het thema van het Alma Mater en bij het uitgaan Grand Choeur beiden van de hand van den orgelist. Vóór als na de plechtigheid was het nogmaals de groote massa die onze nieuwe Vorsten op bunnen- doortocht luidkeels groette en daardoor uiting, gaf van hare verknochtheid aan onzQ dynastie*

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1934 | | pagina 1