De internationale
toestand
Prins Boudewijn op
bezoek te Oostende
29
De Dijkbreuk aan hel Aiberlknnaai
tusschen Godsheide en Diepenbeek.
Donderdag
JUNI 1939
Senaat
IXaar een verdaging der
provinciale verkiezingen
XXXXVIo JAARGANG NUMMER 148
Drukker-Uitgever J. Van Nuffel-Da Gcndt,, Kerkstraat, 9. en 21* AALST, DAGBLAD, 2X CEN T1EMEN. - TELEFOON 114*
Publiciteit buiten het Arrondissement AALST: Agentschap Havas, Adolf Maxlaan, 13, te Brussel - Ruc de Richeleu, Parijs, Bank Buldings-Kingsway, 20 Londen, W.C.Z*
H. PETRUS ca P.
Zon op 3, 51 af 19,56
V. M. 1 L.K. 9
In den Senaat werd het ontwerp be
handeld houdende verlenging der wet
op de werkgeversbijdrage voor het nog
niet goedgekeurde ontwerp inzake ver
plichte verzekering tegen werkloosheid
M. BOON (rex) bestrijdt het voor
stel. M. ROGISTER (soc.) bepleit de
goedkeuring. Wanneer hij cijfers aan
haalt wordt hij in de rede gevallen door
hh. J. J. DECLERCQ en MOYERSOEN
(kath.) De h. CLAUS (kath.) bestrijdt
het onderhavige ontwerp als ongrond
wettelijk en zijnde van zuiver fiscalen
aard. Wij zijn stellig voor de belangen
der werkloozen te vinden doch de nij
verheid kan deze lasten niet dragen en
men moet haar eerst toelaten zichzelf
behoorlijk in te richten. Spreker vraagt
de regeering in het kader der bekomen
volmachten deze belastingen met bezui
nigingen te dekken.
Het debat wordt onderbroken om
den h. VANDERPOORTEN, minister
van Openbare Werken, toe te laten uit
leg te verschaffen over de dijkbreuk
aan het Albertkanaal.
Bij de herneming van het debat over
de patronale bijdrage voor de werkloos
heid komt Pater RUTTEN eerst aan
het woord en verdedigt het ontwerp,
terwijl h. CARTON DE TOURNAY
(kath.) het bekampt.
De h. DELFOSSE, minister van Ar
beid en Sociale Voorzorg is weinig
enthousiast over het ontwerp inzake
verplichte verzekering tegen werkloos
heid en zal een ander ontwerp indienen
dat hoopt hij, de algemeene goedkeu
ring zal wegdragen.
Sinds 1920 hebben de werklieden
jaarlijks 150 millioen aan de werkloos-
heidskassen bijgedragen, waarom zou
den de patroons geen 1 20 millioen kun
nen betalen.
Daarna gaan een tweetal interpel
laties door. De zitting wordt geheven.
EEN SOCIALISTISCH OORDEEL
Le Peuple» kondigt aan dat de ge
dachte aan een verdaging der provin
ciale verkiezingen tot in 1943 verkie
zingen die in 1940 zouden moeten
plaats hebben met den dag veld wint
Het socialistisch orgaan schrijft na
melijk
Onze lezers kennen de houding van
de socialistische Kamergroep te dien
opzichte ofwel moeten de kiezerslijs
ten voor 1940 worden herzien, ofwel
dienen de provinciale verkiezingen ver
daagd.
Laatstgenoemde oplsosing schijnt de
bovenhand te zullen behalen. Verte
genwoordigers der meerderheid hebben
zich reeds in betrekking gesteld met le
den der socialistische oppositie in ver
band met deze oplossing die, zoo zegt
men in regeeringskringen, verschillende
voordeelen zou opleveren
1Herstel der gelijktijdigheid tus
schen de wetgevende en de provinciale
verkiezingen, gelijktijdigheid die zich
opdringt, aangezien de provinciale
raadsleden de provinciale senatoren
verkiezen dit argument wordt even
eens ingeroepen door de hoogere amb
tenaren van het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken 2. Verdaging der
regeeringsmoeilijkheden die zouden
kunnen verwekt worden door de plotse
linge uitbreiding van het vrouwenkies
recht tot de provincie. 3 Voorkoming
der politieke beroering waarmede elke
verkiezing gepaard gaat, op een tijdstip
dat in internationaal opzicht weer ge
spannen dreigt te zijn.»
Het spreekt vanzelf dat wij deze
overwegingen van Le Peuple slechts
ten documentairen titel mededeelen.Zij
wekken trouwens den indruk dat onze
confrater hier veelal zijn wenschen voor
werkelijkheid neemt.
In elk geval meenen wij te weten dat
de hoogere ambtenaren van het Depar
tement van Binnenlandsche Zaken, in
strijd met wat Le Peuple beweert,
geenszins de meening zijn toegedaan
dat een verdaging der provinciale ver
kiezingen wenschelijk ware.
Het ware inderdaad onaannemelijk
dat de huidige provincieraadsleden on
onderbroken zeven jaren lang hun
mandaat zouden blijven uitoefenen.
De Belgische renners, GRYSOLLE, WIERINCKX en SPIESSENS hebben een
prachtprestatie geleverd in de Ronde van Duitschland en de eerste plaats ver
overd in de landenrangschikking. Na den laatsten rit werden zij met bloemen.
overladen..
Een gezicht op de ontzaglijke bres door den alles overweldigenden vloed in den dijk geslagen. Op den voorgrond de
puin en van de woning van den hulpsluiswachter.
DE MINISTER VAN OPENBARE
WERKEN TER PLAATSE
De h. Vanderpoorten, minister
van Openbare Werken, is Dinsdagmor
gen naar Hasselt gereisd, om ter plaatse
na te gaan in welke omstandigheden .de
dijkbreuk heeft plaats gehad aan het
Albertkanaal. Hij was vergezeld door
de hh. Devallée, kabinetshoofd, Bijl,
toegevoegd-kabinetshoofd, Van Wet
ter, direkteur-generaal van Bruggen en
Wegen en Willems, kabinetssekretaris.
Bij zijn aankomst te Hasselt, heeft de
minister het stoffelijk overschot be
groet van ingenieur Cogan, waarna hij;
zich naar de bres heeft begeven.
Als aanvullende bijzonderheid dient
nog gemeld, dat onder het kanaal een
beek liep, daar waar de bres zich heeft
voorgedaan'.
Men blijft van meening dat de inzij-
pelingen de basis zelf van den dijk
hebben aangetast en aldus het ongeluk
is gebeurd.
SCHEEPVAART GESTREMD
De scheepvaart is dus gestremd maar
de booten er lagen er juist maar
twee in de haven van Hasselt bleven
op normaal peil. Ook deze welke te
gen de sluis nog baggerwerken uitvoer
den.
Het mag dus tevens een geluk hee-
ten dat de dijk begaf tusschen de twee
sluizen, en het dus een beperkte afstand
van 4 km. gold. Het water had er eene
diepte van 4.70 m.
Men vreest dat nog verschillende
huisdieren zijn omgekomen. In de wijk
Kapermolenkwam het water tot aan
de huisdorpels, zoodat de kelders vol
liepen, maar de woningen toch ge
spaard bleven.
DE SCHADE
De schade wordt nu reeds op 60 a
70 millioen geschat.
Totnutoe kan men zich niet met zeker
heid uitspreken over de oorzaak van de
ramp welke niet in het minst kon voor
zien worden, wel hadden er doorsijpe
lingen plaats, maar het gold hier enkel
zuiver water, dat dus geen zand mee
voerde en dus ook geen ondermijning
ten gevolge had. De dijken die hier dus
een basis hadden van 60 meter werden
zelfs sterker gebouwd dan voorzien
werd.
Het verkeer langs de noodbruggen
werd weer toegelaten.
Dinsdagmorgen had alles weer zijn]
gewoon uitzicht, behalve dat hier en
daar nog groote waterplassen bleven en
de plaatsen waar de dijkdoorbraak ge
beurde een allertreurigsten aanblik ver
toonden.
DE VOORUITZICHTEN IN
VERBAND MET INWIJDING
VAN HET KANAAL
Wij hebben gezegd dat het ongeluk
al de vooruitzichten in verband met de
inwijding van het Albertkanaal, op 30
Juli, in de war heeft gestuurd, want dat
thans de scheepvaart tusschen Hasselt
en Diepenbeek niet meer mogelijk zou
zijn, gedurende verscheidene maanden
Naar verluidt is besloten dat door de
aannemers van dit vak der kanaalwer-
ken een groote inspanning zal worden
gedaan om te bereiken dat de inwij
dingsplechtigheid toch op den gestelden
datum zal kunnen plaats hebben.
Er is niet alleen de bres te stoppen
maar ook de dijk op den rechteroever
moet worden hersteld, daar de kracht
van het plots vrijgekomen water ook
aan die zijde groote schade heeft aan
gericht.
Men verzekert nochtans dat stellig
het noodige zal kunnen gedaan worden
in technisch opzicht om op den gestel
den tijd nog klaar te komen.
Het Koninklijk werk van den Ibis
werd gesticht op 6 Juli 1906 op initia
tief van Prins Albert die later onzen
doorluchtigen Koning zou worden. Het
werk had tot doel onderdak en opvoe-
cing en opleiding te bezorgen aan de
weeskindertjes van ons visschersvolk en
hen niet te laten verloren gaan voor het
beroep van hun vader.
Zes mannen spanden zich in om dit
werk te doen bloeien Prins Albert,
Generaal Jungbluth, Commandant Bul-
tinck, Ed. de Cuyper, Pastoor Pype en
John Bauwens. Slechts de laatste is nog
in leven en zet de taak voort van zijn
medestichters, daarin op daadwerkelij
ke wijze bijgestaan door den h. Cour-
tens. beheerder.
Toen Koning Albert uit ons midden
werd gerukt, werd zijn plaats in den
beheerraad overgenomen door Koning
Leopold die evenveel belangstelling
toonde voor ons visschersvolk en hun
kinderen. Prins Albert zou nochtans,
terwijl hij prins was, nooit één zitting
van den beheerraad onverlet gelaten
hebben en ook Koning Leopold zou
thans deze traditie voortzetten.
Vanaf 9,30 u. Dinsdag morgen kwa
men autos aangehold om te stoppen
voor het schoolgebouw van den Ibis.
Stapten opeenvolgend uit H. Marck
Minister, van Verkeerswezen H. De
De Vos, direiteur-generaal bij het Zee
wezen H. Baels, Goeverneur van
West Vlaanderen. De hooge gasten
werden welkom geheeten door de HH.
Bauwens, ondervoorzitter van het werk
cn Courtens, beheerders.
Op straat was een strenge ordedienst
ingericht, alhoewel de bevolking niet
vermoedde dat Prins Boudewijn zou
ter plaatse komen.
Tien uur. Een auto stopt. Prins Bou
dewijn, in blauw matrozenpak, verge
zeld van Burggraaf du Pare, stapt uit.
Presentaties zijn vlug voorbij. Alles
geschiedt in het Nederlandsch, en de
jeugdige prins zal verder aantoonen,
door de talrijke vragen die hij stelt, dat
hij goed de taal der visschers en van
het Vlaamsche volk kent.
Van zoodra prins Boudewijn op de
groote speelplaats verschijnt luidt de
ZWITSERLAND'S VASTBESLOTEN
HOUDING
HERDENKING VAN DEN SLAG
VAN LAUPEN
Ter gelegenheid der viering van het
óeeeuwfeest van den veldslag bij Lau-
pen heeft de president der regeering
van het kanton Bern een redevoering
uitgesproken waarin hij zeide
«Gebeurtenissen van kapitaal belang
voltrekken zich heden, evenals zes
eeuwen geleden. Opnieuw verdeelen de
kreet Leve Prins Boudewijn» uit tien
tallen monden. De jongetjes gekleed in
hun visscherswerkpak staan geschaard
rond een mast. De Belgische vlag wordt
geheschen. De leerjongens slaan aan.
Prins Boudewijn doet hetzelfde.
Een jongetje leest een komplimentje
dat aandachtig aanhoord wordt door
den Prins die antwoordt Dank u
vriendelijk» en onmiddellijk het briefje
op zak steekt.
Een fluitsein, zooals op een schip, en
de jongens stuiven uiteen om hun post
waar te nemen in turnzaal en klassen.
Prins Boudewijn vangt zijn inspectie
tocht aan.
Eerst naar de turnzaal oefeningen
worden uitgevoerd en aandachtig ge
volgd door den prins. Wij hooren een
jongetje aan zijn maat fluisteren «Hij
heeft ook goesting op die koorden te
klimmen.»
Het programma van het bezoek voor
ziet ook een bezoek aan de klaslokalen
waar de jongetjes aan het werk zijn.
In aanwezigheid van den Prins wordt
vervolgens een documentarische film
van Kapitein Benoit afgerold. Hier
wordt het leven aan wal en op zee van
de jongens van den Ibis op daadwerke
lijke wijze uitgedeeld. Genot en werk
alles wisselt af. Men krijgt hier een kla
ren blik op het harde leven waartoe de
jongens gevormd worden.
Het was met spijt dat de Prins moest
vernemen dat er slechts een documen
tarische film was. Voor zijn aanstaande
bezoek zal men voor andere zorgen.
Nu nog een wedstrijd tusschen de
scheepsjongens van twee opleidings
schepen.De bevolking was inmiddels op
de hoogte geraakt en juichte den Prins
toe die zich uiterst vriendelijk aanstelde
en de wedstrijd met aandacht volgde.
Nu nog het teekenen van het Gulden
Boek waarin hij de handteekening van
zijn grootvader cn vader harkende en
dan een prachtige défilé van de Ibis
jongens met vaandel voorop waarin de
Koninklijke Kroon prijkt, en het be
zoek nam een einde.
De Prins vertrok warm toegejuicht
door ons visschersvolk dat hoopt hem
nog dikwijls te Oostende terug te zien.
machten der aarde de wereld onder
elkander. De kleinen mogen zich ge
lukkig prijzen, wanneer zij niet gegre
pen worden door den wals en verpul
verd worden. Zij mogen blij zijn,wan
neer men, links of rechts, nog rekening
met hen houdt.
Maar geen enkele macht ter wereld
is in staat een klein volk dat den wil
heeft te blijven wat het is, en wat het
was in den loop der jaren te onderwer
pen. De roemrijke dag van Laupen
heeft ons getoond wat een volk ver
mag, wanneer het werkelijk al zijn
krachten totaal in dienst wil stellen van
zijn eigen zaak».
Bondspresident Etter, die vervolgens
het woord voerde, herinnerde er aan,
dat de Zwitsersche democratie in Lau
pen gevestigd en gered is. Hij beslopt
«Het is voor ons allen een leering en
een aanmoediging. De tijden waren niet
gelukkiger voor Bern in die dagen dan
thans, maar de oude Berners waren
nooit mannen, die tegenover het gevaar;
den moed verloren»..