8 5& - ZIJN KERSTBELOFTE Kerstfeest wollen trui en een donkerblauwe ma» kindje vroeg re, wat ze al dagen ge-'metje. «.ik zou zoo gaarne nog chesterbroek had Vader voor hem dacht had. dat ze vragen zou: een pop. het Kerstfeest met moeder vieren, gekocht. Voor Anneke had de buur- die slapen kon. een serviesje en... het Maar... U weet wel. moeder is in den vrouw V paar flanellen kleedjes uit de gTOOte. 't mooie van vader... dat die hemel. Ik zou dus erg graag voor een stad meegebracht en een mooi mantel- blijven zou, zooais hij nu was... en dat paar dagen naar den heinel gaan. Gij tje. De slager was betaald en de bak- zij, Anneke, nooit meer bang voor leunt immers alles, wat Gij wilt. Stuur ker en de kruidenier. Avonds, als hem behoefde te zijn... daarom moeder vannacht met een Vader thuis kwam. was er al gauw Vader zat er met het hoofd in rijn paar vleugels om me te halen.lk zal op een groote gezelligheid onder het af- handen. Rechts van hem wist hij An- haar wachten.» hangend dak van het kleine huisje.Be- neke zitten, links van hem zijn jongen. Drieske verbeeldde zich dat het schenen door het gelige licht van de Lowie. Die twee. wat had hij ze veel Kindje tegen hem larhie.Toen wist hij. petroleumlamp, legde vader een pakje te kort gedaan. En ze moesten door dat het in orde zou komen. Met gcluk- n»et een paar stukken spek of wat lap- den dood van moeder toch al zooveel kig hart bleef hij kijken naar het krib jes vleest-h op de tafeL Lowie had de missen. je en groette met een bescheiden knik- aardappelen geschild. Die stonden al Leermans begreep het niet. Terwijl je, Maria en Jozef en de herdertjes met te koken op het scheeve kacheltje, hij hier zat tusschen zijn twee kinderen de schaapjes. Hij zat daar nog toen de Soms hadden ze zuurkool of boeren- in het licht van de vele electrische menschen lang al de kerk uitgestom- kool met een eindje worst. Onder lampjes, die het stalletje overstraalden meld waren. Dorus stond buiten op grapjes var vader werd dit allemaal.met een gouden schijn, begreep hij het hem te wachten. Maar toen Drieske klaar gemankt en de kinderen wisten niet dat hij soms méér dan z'n halve zoo lang weg bleef, meende hij dat niet wat ze nog meer zouden wen- weekgeld had kunnen brengen naar de zijn vriendje al naar huis was. »<-Nsn. la van den kastelein. Dat was gesto- j De dagen schoven al dichter naar len geld. geld. dat zijn kinderen toe- Kerstmis toe en nu was het de laatste kwam. En wat kocht hij er voor> iliddag.Anneke's kinderfantasie zag Vergift en ongeluk. Leermans wist het den hemel opengaan. Ze zag een lange wel als hij te veel drank gebruikt Drieske.Want de lange ladder, die van den i hoogen he- had. was hij niet meer de goede vader dwarrelden wild door Ik zal vlug doorloopen, dan vind ik hem nog wel onderweg». Hij sloeg den weg in naar huis en werd een beetje bang voor kleine sneeuwvlokken de lucht. De KERSTLIED De herderkens kwamen gegangen. Met koekskens en doek •ker» en fruit. Ze kwamen zoo vol verlangen Het Inchte hun oogen uit. ILiadadeia. kindeken klein. Laat ons zortekes wiegen, mei tot de aarde reikte. En langs de voor zijn kinderen, die hij moest zijn. grond zag al wit. De weg was bijn sporten van die ladder klom het Dan was hij een woesteling, die zijn niet meer te herkennen. Dorus haastte schoone Kindje Jezus naar beneden, in eigen kinderen mishandelde. Dan was zich. maar hoe hij ook zocht, hij vond I gezelschap van vele. vele engelen.^t het. of zijn verstand stilstond. Dan Drieske niet meer. Goede Kindje kwam naar de aarae. deed hij dingen, die hij anders nooit] vooral om de «me kinderen te helpen. zou doen Neem "t kleine manke An- Toen de laatste tonen van het fee- dal «at Anneke, t h wam naar de aai- neke maar een.. Srnd. hij haar een., m ,elijk orgel .1 een tijdje waren wegge- en K"1* 'n K" .'e "1 kerk hg- een dronken bui mishandelde, werd s,orven. schrok Drieske op. Hij zag de gen en wachtte, tot de kmderen kwa- het kind wanhopig bang. aU hij eens Uerk ]eeg. Gauw. gauw naar buiten. men. luisterde naar hun gebeden en te laat thuis kwam. Dagenlang bleef •gaf wat ze vroegen. die angst in het kind wonen. Hij zag Ook Anneke zou voor 't kribje het aan haar schuwe oogjes en hij knielen, vlakbij *t Kindje, nam zij zicb nhaimdc zich. voor. Ze zou veel. véél vragen 'n Wat is het voor kinderen toch erg», nieuwe pop. 'n serviesje en natuurlijk dacht Leermans. een vader te heb- dat van vader. Natuurlijk, dat kou ze ben die drinkt». eiken dag weer opnieuw vragen. net Hij deed de handen weg van 't ge- zoolang. als het kribje in de kerk bleef zicht en keek naar 't Kindje in de ^taan. armzalige kribbe. Dit kind was geko- De buitendeur sloeg open en weer men tot redding en tot heil der dicht, 't Was Lowie. die van een paar menschheid. Dit Kind zou ook hém boodschappen terug kwam. Buiten helpen. sloeg de torenklok haar slag van twee. En met de oogen strak op de krib- 'i Ga je mee naar t bosch, Anneke, be gericht, gaf hij aan t Kerstkindje, denappels rapen zijn schoone. groote belofte. Dat wilde "t kind gTaag. i We vragen den kruiwagen bij HaVfe H Sanders beloofde Lowie. dan be- a#S* S hoef je zoo ver niet te loopen j De lucht hing laag over 't bosch.De bosch.De Drieske keek peinzend naar do hoo- Manr een groot geluk was het ook denneboomen stonden irr stil en em- ge> klare winterlucht dat tic kou de lucht uit win. De se- .tic. „hof zij begrepen, wat een groot w;|d<, ,|at nog „n, met moe. draaide wind nam heel wat ellende wonder er dezen nacht te gebeuren der Kerstmis kon vieren...» weg uit de huizen der armen, waar de stond. In die stilte zochten de kind'*-Nu was Drieske's moeder al zeker 'n kolenkist ledig stond achter 'n zwarte, ren hun denneappels en vulden de geleder, naar den hemel gegaan, koude kachel. zakken Eén twéé uur waren ze er Drieske wilde dus t Kerstfeest vieren De buurvrouw was m t huisje van mee bezig. Toen kwam ongemerkt de in dcn hemel. Hoe Ja. hij meende. Viottwr arh Uw Kindie Ier H*™*™ mCt de wfkc,"k8che ^hemenng het bosch bewonen. Lo- dat moeder hem misschien wel zou ko- Vrouwe. ach. geef ons Uw Kind et r kamertjes en de armza- wie keek door t takkengewelf naar men halen. Dan kon hij een paar da- 1 »Ke meubeltjes. Ze schuurde de tafel de laag hangende lucht en zei we gen in den hemel logeeren. De groote. dc^ hagelwit, poetste het kacheltje, dat het moeten naar huis, Anneke. Anders goudcn poort moest toch open ge-j Maar... OCharm. Na een tijdje mis- glom en goo.de veel emmers water komt de avond.» maakt worden voor *t Kindje Jezus,leidde hem de duisternis. Want beken- Gij krijgt 't weerom zonder liegen. naar Dorus, die wel wachten zou. Maar hij zag Dorus niet... En de sneeuw o, de sneeuw, de koude sneeuw begon al wilder en dichter te dwarrelen. Dorus zal bij den hoek wel wach ten. meende Drieske hoopvol en begon dapper te loopen. De witte sneeuw verblindde hem en maakte den weg onzichtbaar. De laatste kerkgangers waren al verdwenen, zoodat het vent je alleen, met bang kloppend hartje, klomp-klepperde over den ongelijken. hard bevroren grond. Wat ging het loopen moeilijk. De sneeuw plakte en maakte hooge stelten onder zijn klom pen. die hij dan eerst weer moest af schoppen om vooruit te kunnen. Zoo sukkelde hij maar langzaam vooruit. En bij den hoek Drieske sperde zijn oogen wagenwijd open... want, daar was geen Dorus... Ach, nu moest hij in de sneeuw en de strenge winterkou heelemaal alleen den weg naar huis gaan. Oei oei Wat snerpte de wind en wat sloeg de sneeuw koud in zijn ge zicht. Drieske huiverde en sukkelde weer voort en bad tot het Kindje Je zus, dat hij den goeden weg zou hou- 7e kwamen het stalleken binnen Ze waren al zonder kaproen Ze leken door blijdschap van zinnen, Ze wisten niet wat te doen. Eiadodeia. Kindeken zoet. Laat ons U kuiscbelijk kussen. Hier aan ons harte, daar is *t goed. Met niets van de wereld ertusschen. Ze vielen op beide hun knieën F.n kropen al dichterbij. Heel evekens weende Marie St-Jozef stond monk lend terrij. F.iadodeia. Kindeken teer. Laat ons U moederlijk dekken. Dun zijn uw doekskens en guur i 't weer t Zijn dekentjes zonder vlekken. Ze staarden zoo fel uit hun oogen. Afs stalen zij 't Kindeken geer Toen heeft er het Wichtje bewogen Zijn handjes voor d'eersten keer. Fiadodeia. Kindeken lief. Laat ons U koestren en warmen. Haast wierden zij allen door U tot dief. En stalen U weg in ons armen. F.n t Kindeken heeft hen gezegend En zachtjes gevezeld nu ga. En t heeft in hui zielkes geregend Een stroom van geluk en genu. F.indodeia. Kindeken goed. Laat ons toch eenmaal nog kijken. Uw mondeke schoon.Uw oogskens zoet Uij kunnen maar nood van u wijken De herdrrkeas zijn werr gegangen. Als koningen rijk en trotsch. Hun harte hield veilig gevangen Den vrede en den zegen G< Eiadodeia. kindeken groot. Maak ons toch zoo rijk ook allen. F.n moge U ons leven en ooze dood. Rem Kindeken, wél gevallen. van het voorhuis. Anneke zat in een Dii jaar zou Kerstmis geen sneeuw If**ven. De kou was uit de hscht. In den nnrht was dr haan van den kerktoren Zuid-West gedraaid. De die buiten kwamen, keken in dering naar den grijzen hemel den «niks kond». Een beetje jammer was dit wal Bij Kerstmis hoort sneeuw. Witte wegen en witte hutzen. 't Kerstkindje moet komen over een zacht, smetteloos ta pijl. emmers water komt de avond, i over de roode. gebarsten plavuizen De (wee zakken werden op den dal ™,'r"dr«rd"e"kw«m!*AUDrieVke Xdfng"™ die hïj'oTo'o goed" kende] kruiwagen geladen. Anno*, troonde er dan zorgde Dp tijd boven te zijn, kon ai, b.v. de knoestige knotwilg bij den hoekje met haar bovenop. „I, een komsgm. lerwtjl hij gauw-gauw naar binnen sluipen, draai van den weg. zag hij niet. oude „oppen te spelen. Ze keek door Lowie den kruiwagen reed over het zonder dat iemand het zag. I Verdwaald. 'n Schok van schrik heilage venstertje met de pa, gew«- smalle bojhpad. begonnen de klok- De dag vóór Kerstmi, kwam. Koud ging door Drieske. En n wanhopige ,cht» d' '"th' r".'e,,U,d™ Z? Iuldden de bl"d<! vinnig koud. Drieske', tante die hem .ng« trad in z,jn hartje... Verdwaald, en bedacht, dat het morgen Kerstmr, boodschap van den Kenrtnacht over verzorgde sind, moeder naar den he- bij vrieskoude en een wilde sneeuw- zou zrjn. En met dre gedachte kwamen het dorp en een groote vreugde m het mel wa, gegaan, blies in haar paarse jacht, op n avond, dat niemand meer er veel goede dingen m de schoone hart van de twee kmdeien. kleumhanden en zei over den weg zou komen, kinderfantasie van Anneke. Langs een omweg reden ze naar t 1, vreeselijk koud. Er komt ln radeloozen angst sloeg Driesko ki'jgen een stalletje. Anneke het dorp terug, zoodat ze voorbij het ,neeuw ook. echt Kerstmisweer...» |de handjes voor het gezicht en tranen Als moeder me drupten tusschen zijn vingertjes dood. had Lowie gisteren opgetogen gezegd, huis van Lowie's meester kwamen. Al- Drieske dacht En toen had hij tretsch gerammeld les was anders nu. De dorpswegen le- komt halen, doe met wat geldstukken. ik mijn dikwollen Arme, arme Drieske. Hij plofte *cn feestelijk en de huisjes stonden er Zondagsche jasje aan. Dat staat goed weer Vo'ort door de al hoog III rn tfprlvkl-hlinoivn en Kinnnn hun -III. I a te gaan logeeren.» de aarde naar gevallen groote.* sneeuw en probeerde op den weg te komen. Vergeefs. Arme, arme Drieske. Doodmoe en steenkoud ging hij zitten aan den kant voor mij meebrengen.» stelde hij zich- Van den weg én schreide en kreunde. kom ik er «Moeder», snikte hij, terwijl hij het moede hoofdje legde tegen een boom. Drieske Toen dacht hij er opeens aan, dat En al- moeder hem zou komen halen. Én dat of hij ze hem mee zou nemen naar den he- ■■H WÊÊJÊM latei. Mij voelde geen kou meer. Een Tegen den middag verdonkerde de warme tinteling ging door hem heen: lucht. De wind blies venijniger dan n behagelijke warmte, die zijn oogjes De avond kwam vroeg. In de mees- L lij i i "v n ucnagenjKe warmi te huizen hadden de menschen het ooit. Heel vroeg daalde de avond, de slaperig maakte, licht »l aan. Ook bi, het hu.sjc met het Kentmisavoi.d. Slapen wilde hij... Anneke's oogm werden groot. Hoe «til en verwachtingsvol en binnen hun om jn den hemel kwam Lowie aan geld muren was er de blijdschap om den Toen hij keek Van onzen meester.. daar moet heiligen nacht die komen ging. dc hooge. klare vrieslucht, vond hij ik hern morgenavond twee zakken Éalig Kerstfeest, jongens, zei Lo- den weg naar den hemel toch wel ver. den-appels voor brengen. Heb je hzf we s meester, toen hij de zakken af- Moeder zal wel 'n paar vleugeltjes stalletje gezien in den wrnkel van Bij- leverde. voor mij meebrengen.» s nen? Dat groote... dat koop ik. De Dank u. meester zei Lowie be- zc|f gerust, «want anders drie koningen zijn er ook bij en een leefd. terwijl hij een kleur kreeg. iniet». heel mooie Maria.» Ik heb vader al voorbij naar huis Heel dien dag was kleine F.n kaarsjes vroeg Anneke. z'^ K»»n. jongen». hij het raam niet weg te slaan. Rooie.zei 1 e»sv»e. die vind ik Lowie antwoordde mets. Hij lachte do0r keek hij naar omhoog, het mooist voor Kerstmis alleen maar en door zijn oogen scheen moeder nog niet komen zag. En een ster en een engel... Je weet Re'uk _v?n z,'in hart. wel Anneke, de engel die in den Kerstnacht .».m de herders verscheen J" «i Anneke. "V" ""'LV""1 met nel Kerstmisavoi.d. I Slapen wilde hij... even. heel even Nu stond het stalletje op het knst «merf hangen de netendak waren de Vannacht zal het zeker gebeuren.» maar... Gek. nu vond hij het heele- jr met de openhangende deurtje,, blmden gesloten l.n het gelige licht peinsde hij, in de duisternis ziet nic-Jmaalzooergnietmeer.dat hij ver- t Was maar een papieren, maar voor de lamp «cheendoor de hartvor- mand het. Vannacht zal moeder ze- dwaaid was. Én koud had hij het niet t kind «ras het 't mooiste, dat ze ooit buitc"- ker komen.. imeer. En daarbij, moeder zou hem wel gezien had. omdat dit hun eigen was. ^-er* bracht Y>wie knnwagen Ik gjng graag vanavond naar het direct komen halen. Haar terug zien rn t Zou een mooi Kerstfeest worden. 'oen nam hij Anneke op zijn ï^of smeekte Drieske. toen tante de dan naar den hemel gaan- Vader had beloofd, vroeg thuis te ko- "oudersen droeg haar het hui» bm- i;amer inkwam. «Dan kan ik O. L. I Hoor. wat was dat Engelenvleu- men ra dm met Anneke en Lowie f"V j u kamcrt,e rade7- t1'' Heer no* e€n# vra«cn- of Hij moeder gels hoorde hij ruischen. En opeens naar t Lof te gaan. Vader was goed aan^oken asjeblieft sturen wil dacht hij stil. had Drieske wel kunnen jubelen van geweest de lant»te weken. F.n in An- «P het k»««je. Ln voor luaw Maar tante keek bezorgd naar de geluk. Want... daar was moeder. Ze nekes hart was de angst voor den Anneke had-ie een kerstcadeautje lucht. boog zich naar hem over en zei met dronken man 1 ingraam weggevaagd. meegebracht, voor Lowie een warme We krijgen sneeuw zei ze, t en Tegen I.owie hnd-ie gezegd. den mut* gevoerd, voor Anneke dan kan zoo'n kleine jongen toch niet morgen, nadat re in de kerk gevlucht En een Kerstbrood had va- alleen naar de kerk gaani. nu gebeurt het nooit meer. der. overvloedig bestrooid met witte Drieske schrok. poedersuiker. Dorus van de groote hoeve gaat n Groote innige vreugde woonde ook», zei hij gauw a Ik zal nu even er in t kale kamertje. gaan vragen, of hij mij komt halen. »D»t-. dacht Lowre. moest moeder Ja. doe dat. Drieske weten.» Maar oh. natuurlijk, natuur Buiten klepperklapte Drieske F.r wat iets m Vaders stem geweest, laraan I owie merkte. dat-ie het meende. Maar toch durfde de jongen het niet vn«t gelooven. Dikwijls al had vader beterschap beloofd en tel- k'k W*V ^et" ^an ,u*llt^en zijn klompjes op den hard bevroren Itrn. had ie zijn belofte gebroken. De- "op hcn «n, «IbnUchte. zen keet wbeen bet echtrr getorend te zijn. En eiken avond, rond half zes. terwijl de kinderen waehtten. toch altijd nog met een beetje angst hadden ze vader's «Sap geboord op he? pad rond bet Kuis. Hij bracht win terkou mee. maar vooral bracht hij een groote blijdschap mee. die wiim branden Meet in de harten van Anne ke en 1 .owie. AMes was na veranderd. De kolen-' kist was gevuld en Lowie had een nieuw pok gekregen, 'n Grijz' warm Er zaten drie gelukkige menschen grond. Brrr. wat was het haar zachte, lieve stem, terwijl ze zijn haren streelde Dag Drieske «Dag moeder juichte Drieske, «komt u me halen Ja. Drieske. kom maar gauw». Hebt u *n paar vleugels voor me. moeder, want de weg naar den hemel n zoo ver en... ik ben zoo moe... Mag k... mag ik nog even slapen, moeder? Lo* Uk ons Ken tb oak voor de Jeugd i boud. Bij Kijk, mijn oogen vallen dicht», u# K j i m den b 1 van dcn weg boUtc ,e*en Neen- moeder, ter- °P Anneke*de vastmaakte op zijn ïl i D"'u' rug. .Kom gauw. in den hemel zult ge 1U. 1 C',ukk'K Dricskc. ik wild. gen, moeheid meer voelen.» talletje met het knhbeke van u juist vTagen. of ge me komt halen Toen nam moeder hem bij de hand M '"T t«-e~groole beelden voor I lof. Tnnte laai me liever niet rn Drieske voelde, hoe de mooie vleu- van hUrm en wan» mooi ook alleen gaan F.rf komt «imiw, ieg, ze., igel. hem dronren naar omhoog C„ d. ,.,l de E iPïT llr b',oofH' h"- naar den hemel, om daar met moeder en de ezel en de Engel boven het Heel vooraan, op een der eerste zijn Kerstfeest te vieren. moomt vond Anneke r stoelen zat Drieeke en keek met blijde Na uren zoeken vonden te hem ein- Kindje lachte Die oogen naar het mooie Kerstkribje, delijk Dood. Stijl bevroren t moede .-Anneke a so gen en Vriendelijk knikte hij naar t Jezus- hoofdje geleund tegen een hoorn Maar kir,die. dat met reikende armpjes lag om zijn mondje lag een blijde geluk- in het sfrooharde kribj». Jezuke kipe .-hmlarh bad Drieske met zacht «neekend «ern- Kleine Drieske was in den hemel. de herders met i de Maar Kerstkin deke. lach blonk ook ging recht naar Anneke s kart. En het kind vouwde de handjes en met d«- oogen recht in de oogjes van "t Kerst-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1940 | | pagina 4