Hunne Waarheidsliefde
LEBBEKE
KLAGERS
Missiewerk in Congoland
Verwereldlijking der Hospitalen
Socialea-kinderen in Holland
Slechte Christenen en Godsdienst
We ontzagen helm noch safels,
We schuwden flesch noch glas,
We spaarden stoel noch talels
En stikten somtijds wafels
Dat 't waarlijk schriklijk was
En broeide ods braai Lowieken
Bij 't stillen van den 6trijd
Een grapken of een liêken,
Of ander keskedieken
Meedoen deed hij altijd
En nu eilaas, mevrienden,
Wat wreede, droeve maar P
Waar wij het toch verdienden,
Hem dien we zoo beminden
Ons hoofd, M. Van Laer'
Nu gaat hij ons verlatem
Naar 't roode, ruige Gent...
Er helpt peen bidden, praten
De bisschop vroeg soldaten
En hij, hij riep present
Eerwaarde Vriend en broeder,
Wij volgen U met 't hart
Ga, wees in Gent de hoeder
Der afgedwaalde moeder
Zoek 't k nd, zoo wreed benard...
En tracht den man te winnen,
Die nu den priester Maat...
Zoo zult, zult ge een werk beginnen
Dat recht naar ziel en zinnen
Des waren priesters gaat
Wij volgen U met liefde
,En dekken U met 't schild,
Dat nooit een pijl doorkliefde
Wat ooit ons kwelde of griefde
De vriendschap van ons gild.
P. V. S.
Hen paar staalkens.
Onze vrijmetselaars verzetten hemel en
aarde, om onze bewonderensweerdige
Zusterkes uit de hospitalen te krijgen.
Hier en daar zijn ze erin gelukt. Hoe het
er toegaat met die wereldlijke dienersen
diensters, hoeftnauwelijks gezegd't Eene
schandaal volgt op 't andere. We schreven
'nen berden bock ..ïoesteii w al de droeve
n inedcdeeien. Ziehier laatste ons
ter core gekomen
In Italië, te Ferrare bestaat er ook zulk
een modelhospitaal. 'Nen armen blinde,
zijn einde voelende naderen, vroeg om de
troostmiddelen van den Godsdienst te ont
vangen. Een der dieners, een laffe rekel,
gebaarde 'ne kloosterling te zijn en hoorde
de biecht van den stervende 1
Moet men niet waarlijk van den duivel
bezeten zijn om zoo laag te zakken
Doch we moeten zoo ver niet gaan
zoeken.
De Petit Laekenois kondigt een
artikel af, waarin het spreekt van onnoem
bare feiten die voorgevallen zijn in het
verwereldlijkt hospitaal dier voorstad.
Het zij voldoende te weten, schrijft
het, dat een bestuurlijk onderzoek zaken
aan 't licht heeft gebracht, die thuis hoo-
ren in een ontuchthuis, en dat in die
vuiligheden gemengd zijn inwonende
geneesheeren, ziekendiensters en ver-
pleegden.
Arme, arme zieken die in de handen
vallen van zulke losbandige godsdienst
haters
Welk verschil met de kuische, reine,
zachte Zusterkens
De Nederlander schrijft alsvolgt
Van morgen verscheen op ons bureel
een jorge dochter uit den werkmansstand.
Op de vraag wat zij wenschte, kregen we
te hooren
Och mijnheer, wij hebben drie kin
deren van Belgische stakers in huis geno
men, ziet u, maar nu hebben we niets voor
ze eten te geven, en als u misschien zoo
vriendelijk zoudt willen wezen, een klei
nigheid voor ze te geven....
Het onnoodig te publiceeren, wat er
verder besproken is, maar wij vragen ons
toch afIs dit nu de wijze, waarop de met
overvloed van humbug aangediende Bel
gische - kinderen - onderdakbrenging, ten
uitvoer gelegd wordt En is deze bedel
partij zoo weinig doelmatig georganiseerd,
dat men meent op de publieke weldadig
heid een beroep te mogen doen voor stak
kers, die het slachtoffer zijn van roekelooze
handelingen, het publiek belang ten zeer
ste schadende.
Kr. Men werpt dikwijls op dat onder
de kristenen veel kwaad gebeurt, dat
menschen, die eene christene opvoeding
gekregen hebben, later soms heel slecM
worden, en dat dus de christene zede-
leer en godsdienst niet meer waarde
heeft dan het ongeloof...
Antir. 1. Voorzeker, er gebeurt veel
kwaad, ook in katholieke middens. Doch
men vergeet daarnevens te bezien, wal
al goed er gebeurt, en dat juist onder
den invloed van den godsdienst. (Zie
O. G-, October 1912, bl. 425.)
2. De christenen die slecht leven,
doen dat juist wanneer zij de princie
pen van den godsdienst verwaarloozen,
of positief tegen de wetten van den
godsdienst b. v. over eerlijkheid, kuisch-
heid enz., ingaan. Integendeel, zoolang
zij leefden volgens die wetten, deden
zij geen kwaad.
3. Velen die eene godsdienstige op
leiding kregen, worden later slecht.
Voorzeker, doch bewijst dat, dat die
godsdienstige opleiding slecht was of
toont dat niet, dat zij zelf slecht zijn
Ik geef b. v. aan eiken inwoner mijner
straat eene som van 1000 fr. de helft
der inwoners gebruiken 't geld goed,
zetten het op de spaarkas, steken het
in hunnen handel, enz. De andere he.lft
verbrast het in dronkenschap en komt
zoo tot baldadigheden en vechten.
Toont dat. dat ik en mijn geld slecht
zijn Bewijst dat niet, dat de helft der
inwoners mijner straat slechterikken
zijn Zoo ook is het met de weldad >n
eener goede opvoeding 't zijn de m> m-
schon die niet deugen. T! V. i.
De Journal de Charleroi een geu-
zenvod van de ergste soort, vertelde met
veel uitroepingsteekens, dat een onder
pastoor, Guiseppe Armando tot 3 jaren
dwangarbeid veroordeeld werd om onnoe
melijke feiten, door het tribunaal van Elba.
's Anderdaags jubileerden al de anti
klerikale bladen met 't zelfde nieuws.
Het verdedigingscomiteit van Seraing,
dat reeds meermalen ondervonden had,
hoe die soort van bladen voor de gemeen
ste s'reken niet achterui'gaan, stelde een
onderzoek ir: en schreef naar Elba.
Al de registers van het tribunaal werden
onderzocht er was geen spoor te vinden
van zoogezegde veroordeeling. Men zocht
ook tevergeefs naar Guiseppe Armando
zoo beston i er geen in 't eiland.
Denkt ge nu dat die propere blaadjes
eerlijk genoeg zijn om hunne beschuldi
ging in te trekken
Als ge dat meent binnen eenige dagen
verschijnt er ongetwijfeld een nieuw kle
rikaal schandaal, Ons Heer weet, op welk
eiland
Welke laaghartige laffe rekels
Zondag 11 Mei, na de halfachtmis.
vergadering in de Congregatiezaal voor
de bestuurleden en de wijkmeesters van
den ONDERLINGEN BIJSTAND.
Ter gelegenheid van den Hoogdag
van Sinxen, zal het geene VAKSCHOOL
zijn, ook den Maandag niet.
Least verspreidt "DE VRIJE
WERKER tolk der Christene Vak-
vereeaigiagea va a kat Arrriigse-
meat Aalst
Goede menschen, die veel klagen,
veel mopperen, maar weinig goeds tot
stand brengon.
't Klinkt vreemd, maar 't is een al
gemeen verschijnsel, dat zij, die vaak
't hardst klagen, het minste uitvoeren.
Een algemeen verschijnsel, dat zij, die
steeds den mond vol hebben van ver
keerde toestanden, metterdaad nooit ern
stig nadenken over den toestand en zich
nooit rekenschap geven over wat in de
toekomst gebeuren moet. Zij breken al
les af, maar een ernstig onderzoek naar
de werkelijk bestaande ellende stellen
zij niet in en zij zinnen nooit op mid
delen, om den zegenrijken invloed van
het Christendom tot zijn recht te doen
komen in de groote maatschappij het
Christendom dat de Grieken en Romei
nen bekeerde en aan de meest wilde
en onbeschaafde volkeren de weldaden
der beschaving bracht.
Nog eens, wij vreezen niet in de eer
ste plaats de groot-industrie, maar wel
de u goede en u brave menschen, die
de heerlijke beginselen van ons geloof
niet in krachtige daden weten om te
zetten, die nooit de handen uit de mou
wen steken, om dammen en dijken te
leggen, waardoor de groote stroomingen
van onzen tijd binnen hun beddingen
worden gehouden. Het groote gevaar
schuilt in de goeüe menschen, die
alleen kunnen afbreken en zelfs geen
tijd hebben om aan opbouwen te den
ken. Willen wij ons de toekomst ver
zekeren, dan weg met die goede
menschen, en gezorgd, dat we krijgen
echte Christen mannen, die vooral hun
goedheid toonen door kwaad te kunnen
worden tegen alles wat laag, gemeen
en slecht is.
Weg met de slapers, de weifelaars,
de kortzichtigen, de domme, kleinzieli
ge egoïsten, die niets doen en al
leen wakker worden, als het geldt
onze kloeke voormannen te waarschu
wen en te becritiseeren, als deze ande
re, nieuwe banen durven opgaan. Wier
liefde voor den goeden ouden tijd ver
eenzelvigd schijnt met hun liefde voor
de Kerk. Die alleen offervaardig zijn
als er gegeven moet worden voor een
nieuw raam of een mooi beeld in een
kerk, maar nooit een offertje weten te
brongen, als het geldt goede wetten te
maken en instellingen in het leven te
roepen, die diep ingrijpen in het volks
leven. Zelfs de noodzakelijkste maatre
gelen om het volk te helpen, te be
schermen, te redden, kammen zij het
liefst af met een beroep op de hoogste
beginselen.
Kruisverbonders zijn in hun oog dwee-
pers, die den 'werkman geen borrel
gunnen en de herbergiers schaden in
hun bedrijf.
Coöperatie is uit den booze. Als rij
ken coöpereeren en een broodfabriek
als nu te Heerlen oprichten, dan
zwijgen zij, maar als boeren en arbei
ders aan coöperatie doen, dan wordt
terstond een beroep gedaan op de chris
telijke naastenliefde. Als een R. K. Ar
beidsbeurs wordt opgericht om vreemde
elementen te weeren, dan rijzen aller
lei bezwaren. Wat is er onschuldiger,
dan een patronaat en toch, ook dat
wordt bestreden en tegengewerkt, om
dat weieens een lokaal voor andere ver
gaderingen wordt disponibel gesteld.
Dat schijnt niet te mogen, maar loka
len afstaan voor dansgelegenheden en
socialistische bijeenkomsten, daartegen
toornt men niet. Bij alle instellingen
zoekt men maar verkeerde neigingen,
allerlei -bijbedoelingen, en houdt men
hemelhooge bespiegelingen over de al
lerhoogste beginselen.
Wat is de bestrijding der mannen, die
de Christelijke beginselen in het open
baar leven willen in toepassing bren
gen, anders dan een bewust of on
bewust kleinzielig egoïsme van hen,
die meer waarde schijnen te hechten
aan Christelijk voelen, dan aan Chris
telijk denken, die op sociaal gebied de
oude liberale leer huldigen en het voor
al verkeerd vinden, de verkeerde din
gen uit den weg te ruimen.
(Dr. Poels, op den Katholieken
dag te Weert.)
D—O—
Een vraag van belang, is deze be
treffende ït kristenzijn onzer zwarten en
hun streven naar de beschaving.
Om de kristene zwarten te beoordee
len in hun kristen-zijn, moet men reke
ning houden, eerst en vooral, met het
geen zij eens waren, en, tweedens, met
den aard, het karakter, de gemoedsstem
ming die ze met al hunne kleurgenoo-
ten deeleii.
Verre 't meeste deel onder hen heb
ben tien, twintig en nog meer jaren ge
leefd als loutere heidenen 't is te
zeggen dat ze, heel dien tijd, de gebrui
ken en de zeden, de gedachten en de
meeningen van hunnen volkstam heb
ben gevolgd en nageleefd, hunne nei
gingen en driften voldaan waar ze kon
den, zonder ooit gestaan te hebben on
der den invloed van hoogere en edele
begrippen die ze hen deed beteugelen.
Voegt daarbij de erfelijkheden die in
hun bloed en merg liggen, erfelijkheden
van heidensche voorouders daar opeen
gedrongen, waarvoor zij niet te verant
woorden hebben en waarvan zij niette
min de gevolgen dragen.
Wie iet of wat kennis heeft van 't
mehschenhart weet genoeg hoe diepe en
jammerlijke sporen één slechte gewoon
te nalaat in den geest, in de verbeel
ding, in de gevoelens en in den wil
van den mensch hij weet ook hoe die
sporen onuitwischbaar blijven, in dezen
zin ten minste dat ze een menschenle-
ven lang de bronne zijn van, soms me
nigvuldige, altijd lastige bestrijdingen,
om alles op zijn beste te nemen, bij
de nleest oprecht gebeterde zielen.
W"'e zal berekenen de stoornissen en
de verwoestingen die het heidensch le
ven in 't wezen van b. v. een twintig
jarigen zwarte heeft teweeggebracht?...
Wie zal nagaan en meten de ontwik
keling van zijn verkeerde en bijgeloovi-
ge gedachten, van zijn gewoonten in
zake onrechtvaardigheid, van zijn hard
heid in onmenschelijkheid, van zijn
zucht naar wellust en zinnelijk genot,
en de gevolgen ervan bepalen Wie
zal den invloed hk-Icu dor iwidci.oone
opvattingen in zake betrekkingen tus-
schen mannen en vrouwen, en in zake
huwelijk
Dit alles is reeds meer dan genoeg,
niet waar, om u te laten gissen dat
onze zwarte kristenen te vechten heb
ben, iii hun eigen en rondom hen, te
gen vijanden, tegen een kwaad waar
van een geboren kristen mensch zich
geen juist gedacht vormen kan. Ieder-
eenimmers weet dat het H. Doopsel de
natuur van den mensch niet verandert,
de gebreken niet uitroeit, de slechte in
drukken en sporen van een slecht ver
leden niet wegneemt uit het hart noch
uil den geest.
Daaruit volgt dat onze zwarten tot het
kristen leven moeten gevormd worden,
niet alleen tijdens een lang katekume-
naat, maar ook na hun Doopsel daar
uit volgt nog dat die vorming in 't kris
ten leven jaren oppas en leiding vergt,
welke naar gelang de omstandigheden
vergemakkelijkt of vermoeilijkt worden.
's Heoren licht en genade, en al wat
ze met het H. Doopsel ontvangen heb
ben, met hetgeen zij nog bijwinnen in
de andere Heilige Sacramenten enz.
wordt door die brave lieden benuttigd
in hun eenvoudigen goeden wil, en be
vordert ze langzamerhand in een wer
kelijk kristen leven. Ze vallen ja, maar
n»et gedurig zij hervallen ook, maar
zij blijven niet liggen wat ze vroeger
deden onbedacht, weten ze nu kwaad
te zijn en het goede, de kristene deug
den, waar ze vroeger geen gedacht
van hadden, die ze zelfs in den begin
ne niet verstonden, kennen, betrachten
en bestreven ze nu, in de mate van
hun vermogen.
Ja, onder den invloed van Gods ge
nade, kiemen en groeien schoone ge
voelens van naastenliefde, van kristene
gelatenheid, van zelfopoffering enz. die,
wel is waar, niet tot de volmaaktheid
gedreven worden, doch niettemin in da
den worden overgebracht door harten
die er vroeger ontoegankelijk voor
schenen.
Na jaren volharding en beoefening
worden onze zwarten goede kristenen,
die niet te blozen hebben. Zij, die vroe-