IN MEMORIAM B. V. L. Annalen uit den Weerstand. 2 Aangehouden, maar ontsnapt. LIBERA ME Bericht aan de agenten S.R.A. De leden die nog geen vraag voor vergoeding aan de S. G. A. R. A. of aan den dienst voor oorlogsschade ingediend hebben, voor de voorwer pen afgenomen bij een huiszoeking of bij de aanhouding, gedaan door den bezetter, zijn verzocht een bij zondere formulier te vragen aan he Federaal Komiteit van het Eenheids front van België, 82, Thomas Vin cottestraat, te Brussel 3, voor de vorming van hun bundel. Een kouden Novembernacht in 1943, een Duische colonne bestaande uit tien tallen zware Reichsbahnwagens had halt gehouden, en de moffen hadden de voer tuigen verlaten om zich warmpjes te nes telen in de lokalen van een gebouw, aan geslagen door de Wehrmacht. Twee Parti- sanen, teruggekeerd van een welgeslaagde actie op de spoorbaan, reden per fiets voor bij de zware wagens. Alhoewel vermoeid van de geleverde inspanningen, en het ver gevorderde uur. een paar woorden, één hunner bleef ter plaatse, de andere fietste snel door. voelde geen vermoeidheid meer en reed dat, niet tegenstaande de koude, dikke zweetdrop pels hem van het gelaat afrolden. Drie kwartier later kwam deze terug ter plaatse met een groot pak op het fiets- stoeltje. Verkleumd, bibberend van koude, kwam onze tweede P. A. te voorschijn, en in een donker hoekje werd het pak open gemaakt. Vlug links en rechts gekeken, de kans was mooi. vooruit, gewapend met planken met groote nagels erdoor, bukten beide mannen zich en plaatsten voor de banden de planken met de blinkende punten der lange nagels wachtend op hun prooi. Op een tiental minuten zonder onder breking was het zaakje klaar. Voor twee wagens planken te kort, en onze twee P. A.'s blaasden even uit van de geforceerde inspanningen met verkleumde ledematen. Vermoeid doch gelukkig drukten onze beide dapperen elkaar de hand en beste gen het stalen ros. een korte doch welver diende rust tegemoet. Het resultaat was prachtig, de kolonne werd één dag opgehouden ten gevolge der aangerichte schade. Eens te meer had de P. A prachtig werk verricht. XZ. Den Nationalen Leider der Revoluti- onnaire Volksjeugd, deknaam "Paul" werd door de moffen in Aalst neergekogeld door een Duitschen Gestapo in het Peperstraatje en werd overgebracht naar het stedelijk hospitaal, dit gebeurde in de maand |anu- ari 1944. "Paul" was getroffen in de rechter dij en kon zich niet bewegen, hij lag met ap paraten "geketend". Op 4 Februari gebeurde het zaakje de duisternis viel in en om 17,10 u. storm den 5 "onbekenden" (P. A. en Rev. Volks jeugd Brussel) met den revolver in de vuist het kamertje binnen. Een politieagent die in dienst moest bij Paul de wacht houden werd het wapen uit den zak gehaald en in de hand van "Paul" gestoptdeze murmelde stilniet te brut zijn, den agent is een kameraad. Zware gewichten hingen aan den voet van Paul, en den agent Jan Coppens vezel de hun dat er een ziekenwagentje stond, waarop dit gehaald werd, en den van pijn kreunenden Paul op het wagentje neerleg den, en weg waren ze met den duurbaren last. Een der Partisanen fluisterde den agent in het oorik zal de deur op slot doen, en wacht nog een tien minuten voor de deur in te trappen, en den agent werd achter gelaten met de deur op slot. Deze op zijn beurt maakte het nachtta feltje ledig om de streng verboden voor werpen, zooals schrijfgerief en rookgerief, en rolde zulks in zijn politiemantel. Na een goed tijdje wachten kwamen de zusters de deur openen. Alle telefoons waren afgesneden op één na, en alles ver liep zoodanig dat een vol uur na het ge beurde de Duitschers slechts ter plaatse waren. Ze waren zoodanig onder den indruk dat een Feldwebel stotterde dat heeft hier erg geweest, moesten wij hier geweest Lees verder onderaan 2e kolon. Ik had zeven vrienden... allen zijn dood. Zeven mannen onder de mannen Zeven dooden onder de dooden En alle zeven, laffelijk vermoord. Ziedaar waarom... ja waarom Spijts mij, onverhoopten terugkeer Mijn wonde niet heelt En nooit genezen zal. In mijn bloedend hart Diep in het gepijnigd vleesch Druppel na druppel Zeer langzaam stijgt en zijpelt Het bloed der martelaars. Een gulden naald Grift op de levensplaat Traag en geheimzinnig Onmeedoogend maar zeker De verzuchtingen en wenschen van het hart der verdwenenen. Alle zeven waren edel Allen Zoowel de nederige arbeider Als de ridder magistraat Want de ridder, hij ook was edel... zeer. Allen verkondig ikU, allen Edel van een zelfden adel Eenvoudig en diep menschelijk Zonder iets bovenaardsch Zeven mannen als de anderen Doch vermoord. In mijn hart, geest en in mijn vleesch Voel ik ze. schouder aan schouder Eenstemmig Zuiver, en fier en groot Zooveel grooter dan wij allen. Bekleed, alleen door hun oprechtheid Op weg naar hetzelfde ideaal Schrijden ze bij gelijken pas In hetzelfde licht Dragers van gelijke waarheden. Deze nacht, zooals iedere nacht Doch met nog meer aandrang Zelfs met ietwat verwijt Vragen ze me te spreken Te verkondigen Hun boodschap. Een konde van liefde en broederschap En van onmetelijke goedheid Die boodschap breng ik U Precies zooals ze mij werd gebracht Geen woord hoort hen niet toe En niet bedriege hen. Wij gingen den dood niet in Noch voor Vorst, noch voor geloof, Noch voor Vlaanderen Noch voor Wallonië Noch voor dewelke bestaande grenzen En niemand, niemand heeft het recht [ons op te eischen. Neen, Gekomen uit de verscheidene ideëen Zijn wij den dood ingegaan Eerstens opdat geen schaduw zij Tusschen wieg en graf En dan. dood zijn wij Opdat in het herboren Vaderland Iedereen leve moge Vrij Bij een totale vrijheid eenieders gedachte Wij zijn gevallen Gescheiden doch vereenigd Als pand voor alle mannen Uit allealle landen. AMEN. Gedicht in de Fransche taal door den heer Josse Gits, vertaald in het Neder landse h door den Voorzitter der A. Z. Ringoir Robert. hebben, dan waren we allen gedood Paul was wel aangehouden, maar ont snapt. De vogel was gaan vliegen 1 De Partisanen, in samenwerking met de Revolutionaire Volksjeugd van de afdee- ling Brussel, hadden dit prachtig stout stuk je volbracht en Paul veilig te Brussel on dergebracht, waar hij verzorgd werd door een illegale Dokter, maar toch voor den duur van zijn leven zal hinken. Trouwe Strijdmakkers. Met diepen rouw heeft uw heengaan ons geslagen, We wisten dat U, dappere helden, eens in de klauwen der Duitsche nazibeesten, geen leed zou gespaard zijn gebleven, doch, niettegenstaande alle ge varen, koesterden we nog immer de hoop U weer te zien in ons midden. Helaas, in plaats daarvan kregen we noodlottige doodsberichten. Samen zijt gij allen den marteldood gestorven, zooals ge samen den strijd aandierft tegen den bruta len overweldiger. Uw heldenhoofden hebben ze in een zelfde misdaad gebroken, maar nooit heb ben zij het kunnen doen buigen. Uw dierbare lichamen hebben ze ver brand, of verre van Uw vaderstad begra ven, doch wij houden U in eere, want dit vaandel dat ons vandaag zal overhandigd worden is voor ons het symbool van Uwe heldendood. Voor ons verdwenen veel helden, voor- Ioopers van den onverschrokken, onbaat- zuchtigen Weerstand, die vast besloten waren niet terug te schrikken voor de zwaarste offers, uw wijs voorbeeld gaf ons den moed eveneens die gevaren te trotsee- ren om dat schoone idéaal, de eed van B. V. L. trouw te dienenvoor Vorst en Vaderland, en liever te sterven dan een makker te verraden. Gij hebt ons den weg getoond door uw dapperheid, den eenigen te volgen weg. Zonder aarzelen zijt gij ten strijde getrok ken, en hebt ge den handschoen opgeno men die men U tergend toewierp, niets viel U te zwaar om dat gemartelde Vader land, verkocht door eigen volk, te helpen bevrijden. De jaren 1941 en 1942 kenden U in de volle ontplooing van uw werkkracht, strij den. al was het om het hoogste offer, dat van uw leven. Dat hier in de Denderstreek, nog zoo vele B.V.L.-ers, strijders van de eerste da gen, geen van die talrijke van het laatste uur, hun kostelijk leven hebben bewaard, hebben zij te danken aan uw trouwheid aan het gegeven woord. Wij kunnen ge tuigen hoe rotsvast en belangloos Gij het Vaderland diendet. Het was een gevaarlijke tijd nochtans, overal Gestapo verraad, 't zij grijs, t zij zwart, ook in onze rangen sloop het vuige verraad binnen en werd Gij en nog vele anderen, onmeedoogend weggehaald. Wat de laffe barbaren in die dagen B, V. L. hebben ontstolen, voelen we thans te goed en dat zullen we nooit, noch aan Duitschland, noch aan de laffe zwarte ver raders vergeven, uw lijden en uw dood zal han vervolgen tot in het graf. Enkelen slechts weten wat U te Gent en daarna in Duitschland hebt geleden. We willen trachten ons eens voor te stellen, een oogenblik maar, wat U in dien tijd moet bezield hebben. Verre weg van dat Vader land waar een minzame moeder, een held haftige vader, een beminde echtgenoote, broeders, zusters en kinderen, snakten naar eenig nieuws, van dengene wien hetzelfde bloed in de aderen vloeit. En dan ter dood veroordeeld of doodziekwat gewordt er van vader, moeder, vrouw, broeders, zus ters en kinderen, al het duurbaarste dat ze bezaten. Geen nieuws meer van hen, ster ven dan zoo ver van hen. In die mate, dappere makkers, hebt gij uw land liefgehad, dat voorbeeld is het eenige dat ons van U allen overblijft. Waar anderen door geldzucht gedreven den vijand dienden door laf verraad, gaaft Gij uw mooi leven. Daarom is het verraad aan het land en de misdaad aan U gepleegd nooit goed te maken. We moeten verge ven, ja, maar, dan alleen, wanneer recht is geschied. Wisten zij die ons hebben weggevoerd langs Gent naar de Duitsche folterkampen, naar de executie peletons en de guillotine hier in België en in Duitschland. dat ze twee jaar later zouden smeeken om barm hartigheid en medelijden voor hun kinderen en familie. Maar hebben zij medelijden gehad toen ze uw huiselijk geluk aan scherven sloegen, beseften zij uw lijden, hebben zij ooit wil len weten, toen ze teerend op hun verra derswinsten vierden en feestten, dat in vele woningen onnoemlijk veel verdriet geleden werd om het lot van een duurbare vermis te. Hebben zij zich uw laatste stappen voor gesteld op den weg des levens, hebben zij het knarsen gehoord van het schavot, het fluiten van de moordende kogels toen ge uw teerbeminden een laatste vaarwel toe- riept. Te veel lijden en kostbare levens zijn aan het nazimonster geofferd geweest, daarom mogen uw beulen aan hun verdien de straf uist ontsnappen. Vandaag nog, 10 November, is de vierde verjaardag van de drie eerste en dapperste slachtoffers van B. V. L. vandaag over vier jaar vielen onder het moordend lood te Loppem bij Brugge, Eerw. Pater Dom An- selmus. Verleyen René en Hannoset An- toine, de eersten van een lijst waar er nog tientallen zouden op volgen. Beste vaders, moeders, echtgenooten, broeders en zusters van onze dappere hel den, met een onbeschrijdijken moed hebt gij al het leed van deze laatste jaren gedra gen, U ook hebt uw lijdensweg gehad. De dood uwer dierbare helden verraste U niet, doch sloeg U onmeedoogend. Maar wij weten het, U zijt fier dat uw. geliefden süerven als echte helden en hun leven ga ven om onze vrijheid, Wij, hun medestrijders en soldaten, rouwden met U mede, dierbare en edele vrienden zijn van ons weggenomen geweest en ook wij zijn fier ze als leiders of mede strijders gehad te hebben. Hun namen zijn diep in ons hart gegrirt, en hun aandenken zal ons eeuwig bijblijven. De martelarenlijst van B. V. L., zoo ont zaglijk groot, zal vereeuwigd worden door deze vlaggen, die ons aanstonds zullen overhandigd worden, deze driekleur, het symbool van onze vrijheid, zal voor ons heilig zijn en we zullen ze met fierheid dra gen, daar we weten hoeveel lijden ze ge kost heeft. Het is diezelfde driekleur die eens onze martelaren naar hun laatste rust plaats geleidde, het is diezelfde driekleur die ons, hun medestrijders, naar onze laat ste rustplaats zal geleiden. Voor ons verbeeldt deze vlag een heele geschiedenis, het zwart is de rouw over onze gevallenen. Het rood, het bloed on zer martelaren, en het geel is voor ons de eindoverwinning, helaas ten koste van zooveel heldenhoofden. Ik zou dan ook vragen aan zijne Exel- Ientie, afgevaardigde van den Heer Cler- dant, leider van het B. V. L. de vaandels te willen overhandigen aan de verschillende sectoren en afdeelingen en mogen diege nen die zich onder deze vaandels scharen, een oogenblik denken dat die vaandels het symbool zijn en de losprijs van tientallen helden, SECTIE EENHEIDSFRONT van BELGIE

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Weerstander | 1946 | | pagina 2