3
Wij, Handelaars
Ons dagelijks brood
Derde Nationaal Congres van het
Onafhankelijkheidsfront.
Hallo Hallo
Inwoners van Aalst Toeristen
Van al Maandag 9 Juni a. s. zal de BELFORTTOREN toegan
kelijk zijn voor het publiek op Zaterdag, Zondag, Maandag en Don
derdag, 's morgens van 9 tot 11 u. 's namiddags van 4 tot 7 u.
Bezichtigt van daarboven het mooie PANORAMA van onze stad.
Inkomprijs 3 Fr. Scholen 1 Fr. per leerling.
Het MUSEUM zal toegankelijk zijn op Donderdag en Zaterdag na
middag. Voor groepen (leerlingen, toeristen, enz.) alle dagen mits aanvraag
op voorhand. Zich wenden Secretariaat van de Commissie, Heer R. Van
de Wiele, Stadhuis, Bureel 7, Telefoon nr 11.
Het Museum is open op Donderdag, van 13,30 u. tot 16.30 u.) en
Zaterdag, van 14 tot 17 u. Inkomgeld: 5 Fr., inbegrepen een boekje
Wandelgids,, met toelichting over merkwaardigheden der stad.
Personen die de ARCHIEVEN wenschen te raadplegen, gelieven
zich te wenden tot de heer A. Van der Heyden, Stadsarchivaris, Moorsel-
baan, 139/4. Telefoon 915
MOREEL VERSLAG
De nieuwe taken van het
Onafhankelijkheidsfront
Wie ons commissie steunen wil, storte zijn gift op postcheck-
rekening nr 5024.23, van de schatbewaarder, hr. Rob. De Mette.
Namens de Commissie voor Toerisme en Vreemdelingen,
De VoorzitterG. HAERS, schepen.
Zijt ge weer luidop aan 't dromen,
mompelde zijn ega.
Laat het maar zijn, vrouwtje. Morgen
hebben we een ganse zak rode kolen. En.
voor niks...
Is nog lang van Sinterklaas.
Maar Jean wipte het bed uit, trok een
oude broek en een versleten mantel aan,
nam in de kelder een zak en ging naar
buiten.
In het Gijpenveld stond een groot stuk
rode kolen De vruchten raakten elkander,
zo schoon gevuld waren ze, Het leek wel,
in de grijze nacht, een zwaar, donker ta
pijt, dat zich wijd openspreidde.
De duitsers eisten natuurlijk al deze
kolen op. De bevolking der stad ontrukte
dan ook zoveel mogelijk van de plantage.
Ook Jean was naar de rode-kolen-
markt getrokken, Zijn hart was nog zo
groot als dit van een mus, die zojuist het
ei verlaat.
Goed rondgeloerd of niemand in het veld
was, en Jean ontplooide zijn zak. Hij trok
een vijftal dikke kolen uit de grond, met
wortel en al.
Toen ze reeds opgeborgen waren en de
koord aangesnoerd was, hoorde Jean plot
seling boven zijn schouder iemand vragen.
Wie zijt gij
't Loopt verkeerd, dacht de discipel van
Guthenberg. liet de zak vallen en beende
het veld uit.
Hij liep regelrecht naar huis en kroop
weer in de veren.
Awel, is Sinterklaas geweest, vroeg
zijn vrouw.
Ik weet niet of het Sinterklaas was,
maar er is toch iemand bij mij geweest. Als
die me niet erkend heeft, is het nog niet al
te erg.
's Anderendaags kwam een goede ken
nis van Jean bij hem thuis. Zijn ware naaai
weet ik niet. maar we zullen hem Konijntje
noemen.
Ik heb een goede zaak vannacht ge
daan, zei Konijntje. Ik was eens gaan zien
naar wat rode kolen, omdat mijn vrouw
ibekl«a had gemaakt over de prijs in
de winkel. Ze staan, naar 't schijnt, twaalf
frank de kilo.
Aan wie zegt g'het, peinsde Jeanin zich
zelf.
Toen ik in het Gijpenveld kwam.
vervolgde Konijntje, zag ik daar plots nog
iemand, aan 't inbinden.
Ik vraag hem, wie hij is. Maar zonder
boe of ba te zeggen, zet die het op een lo
pen en laat zijn zak in plan.
't Was toch te jammer van die rode kolen.
Ik heb ze dan maar mee naar huis geno
men. Ze steken thuis al in de grond.
Ja, Jean, ge vind toch vieze mensen. Ik
vraag me af, wie dat mag geweest zijn. En
fin, alleman heeft ons karakter niet, hé Jean.
Echt. Echt gebeurd.
Ge zult in het zweet van uw aanschijn
uw brood verdienen zei God tot de zon
dige Adam. En Eva, dié van de zonde de
oorzaak was, kreeg geen verwijt
Wat er ook van zij, het merendeel der
mensen verdient zijn brood met zijn zweet.
Maar niet zoals doorgaans veel gedacht
wordt alleen de werkliedenstand.
Wanneer de arbeiders en bedienden hun
acht uren geklopt hebben, gaan ze, van
zorgen vrij, naar huis en hun dag is goed.
Hoe is het echter bij ons, handelaars,
gesteld
Van 's morgens heel vroeg, tot 's avonds
heel laat zijn wij te been. Het is de ganse
dag niets anders dan rondkijken en achter
nalopen naar winkelwaar.
De huidige regeling van de verdeling
verlangt van iedere handelaar waarachtige
kennis van comptabiliteit.
In ons bedrijf moetën wij medeleven
met het groot verdriet of de bovenmatige
vreugde van de cliënt, niettegenstaande
soms een juist tegenovergestelde gemoeds
toestand in de familiekring heerst.
Ook de dag van morgen baart onze
zorgzame aandacht.
En dan, wanneer we na een jaar wat
geld hebben bijeengeraapt, komt de fiscus
ons van een groot deel verlichten.
Ja, ook wij, handelaars, verdienen ons
dagelijks brood...
KNOP.
Het lekkere diner
Jansen was pas een week getrouwd en
reeds betreurde hij het. Zijn vrouw was
een feeks en daarbij zoo gierig als het
maar zijn kon.
Gisteren, terwijl hij in zijn tuin stond te
werken, hoorde hij haar stem en kon zijn
oren haast niet gelooven.
Jansen 1 riep zij, beste man, kom je
haast eten Alles staat al op tafel, een
lekkere tomatensoep, biefstuk met ge
bakken aardappelen en een pudding toe
Laat me nu niet wachten, anders wordt
alles koud
Jansen stak zijn spade in de grond en
haastte zich naar binnen.
Nu zei Mevrouw Jansen met een triom
fantelijk lachje
Hebt je 't nijdig gezicht van onze bu
ren niet gezien ?Ze kregen 't water in de
mond Kom nu, we eten vandaag eens een
boterham met 'n haring 1
Lees en verspreidt
DE WEERSTANDER
het graag gelezen weekblad
van alle goede vaderlanders 1
Verslaggevers
Fernand DEMANY, algemeen secretaris
van het O. F. en Alois GERLO, nationaal
secretaris van het O. F.
(Vervolg).
Die twee objectieven hebben wij nooit
uit het oog verloren en wij zullen steeds
blijven herhalen dat wij. op 5 September
19-14, twee dagen na de bevrijding van
Brussel en te midden van de algemene uit
gelatenheid van ons volk, een tweede
handvest hebben willen uitwerken van de
taken die wij zouden nastreven in de on
middellijk daaropvolgende na-oorlogse
periode.
Ook dat handvest bevatte 8 punten
waarvan er enkele weliswaar werden ver-
wezentlijkt, maar waarvan het merendeel,
het dient erkend, op verre na niet werden
bereikt.
Die 8 punten luidden als volgt
1. De oorlog voortzetten tot de volledi
ge nederlaag van het fascisme
2. De volledige en vlugge bestraffing
bekomen der verraders
3. De Weerstand betrekken bij het
handhaven van de orde
4. De rechten van alle oorlogsslacht
offers doen erkennen
5. Onze democratische en grondwette
lijke vrijheden doen erkennen en de Demo
cratie verruimen
6. De integrale verdediging van 's lands
onafhankelijkheid voortzetten
7. Het recht van de Weerstand doen
gelden
8. De Weerstand binnen de wettelijke
vormen bij het uitvoeren van de macht.
Het is waar dat het Hitleriaanse Duits
land werd verpletterd, maar reeds tracht
men het weer op de been te brengen.
De verraders zijn nog niet gestraft.
Vele oorlogsslachtoffers wachten nog
steeds op het erkennen van hun rechten.
Onze vrijheden worden voortdurend
bedreigd. De volledige onafhankelijkheid
van het land is niet verzekerd.
De rechten van dc Weerstand worden
met de voeten getreden en al zetelen er in
de Regering vertegenwoordigers van het
strijdende Belgie, toch dient betreurd dat
ze er niet de vooraanstaande plaats bekle
den waarop ze ontegenzeggelijk recht
hebben.
Al deze waarheden hebben wij sedert de
bevrijding onophoudelijk uitgeschreeuwd
in onze pers, op onze meecings, in onze
optochten en in de openbare vergaderza
len parlement, provincie en gemeentera
den, enz.
PROBLEEM DER REPRESSIE
Het spreekt echter van zelf dat het
probleem waarover wij ons het meest blij
ven bekommeren, dat derrepressie en der
epuratie is. Het is op verre na niet opge
lost.
Alle ministers die elkaar op het Depar
tement van Rechtswezen opvolgden, heb
ben, te beginnen met den h. Van Glabbeke
beweerd dat zij de repressie gingen likwi-
deren.
Geen enkele is er in geslaagd.
De reden van die mislukking is niet ver
te zoeken bij de bevrijding heeft men de
ordewoorden van de Weerstand in de
wind geslagen men heeft de Weerstand
stelselmatig uit de epuratieorganismen ge
weerd. En vooral, men heelt de grote kop
pen niet eerst willen treffen.
Sedert ettelijke maanden heeft men ons
gesproken van grootmoedigheid, herklas
sering en wederopvoeding. Men heeft er
te vroeg en te onpas over gepraat.
Te vroeg, want alvoreas men een indi
vidu herklasseert, dient men hem een be
wijs te laten voorleggen van zijn berouw
of zijne goede voornemens.
Te onpas, want wel mag er gedacht
worden aan het vrijlaten van zeker "klein
grut„, om ze een kans te geven weer een
plaatsje te veroveren in het raam van onze
democratische instellingen, maar het zou
gevaarlijk en misdadig zijn een dergelijke
grootmoedigheid ook toe tc passen op de
aanstichters van het verraad, de profiteurs
van de nederlaag, op al het grof collabora-
teurswild uit de kringen der grootfinantie
en industrie.
Welnu, dat juist wil men bereiken en
daarom is het onze plicht duidelijke taal te
spreken.
Wij hebben steeds gezegd en geschreven
dat de repressie in Belgie op ongeordende
en onsamenhangende wijzeis gebeurd. De
kleine verrade.s, de incivieken van derde
klas heeft men ongenadig gestraft. Men
heeft gezorgd voor tam-tam processen om
het land de indruk te geven dat het Gerecht
zijn man stond. Men nodigde het publiek
uit om zijn woede bot te vieren op de
kleine rexisten, de kleine N. S. K. K.ers en
V. N. V ers. die door valse herders op
een dwaalspoor werden gebracht die
valse herders echter, de voornaamste ver
antwoordelijken voor het incivisme wer
den niet eens gestraft.
Wij hebben vertrouwen gesteld in het
Gerecht, voor het aanhouden, berechten en
bestraffen der grote schuldigen, der grote
economische en administratieve collabora
teurs. Hun schuld stond zo rotsvast voor
ons, de belofte van de Belgische Regering
te Londen was zo formeel geweest dat wij
geen ogenblik hebben kunnen vermoeden
dat het Gerecht de ogen zou sluiten.
Thans echter is de taktiek van de Reactie
zeer duidelijk. Het komt er eenvoudig op
aan de spons te vagen over de misdaden
der grote collaborateurs, en men zal de
noodzakelijke wederopbouw vaa het land
aanvoeren om een u£en v#rioe*u"nn«-
politiek in te luiden.
Die intentie is op overduidelijke wijze
tot uiting gekomen tijdens de behandeling
van de zaak Fibrane-Fabelta, waarvan de
substituut kon zeggen dat ze het meest
typische geval is der groot-collaboratie.,
baron Janssen en zijn medeplichtigen Se-
mal, Washer en Fauquet waren door de
Krijgsraad veroordeeld de een tot 8, de
andere tot 4 jaar gevangenisstraf veroor
deeld, alsmede tot een boet van 50 millioen
frank en tot 480mi!Iieen frank schadever
goeding aan de Staat.
Die cijfers laten toe zich een denkbeeld
te vormen van de fabelachtige winsten,
opgestreken tijdens de bezetting door de
leiders van Fibrane Fabelta, die niet ge
aarzeld hadden in volle oorlog, onder de
leiding en volgens plannen van de vijand
de Fibrane-fabriek van Zwijnaarde te
bouwen die 24 hectaar bedroeg.
Het requisitor van substituut Mahaux,
dat merkwaardig was uitgewerkt en gron
dig ingestudeerd, bevatte dienaangaande
een hele reeks bijzonderheden. Fabelta
had de rayonne-productie van haar fabriek
tijdens de oorlog te Tweebeek op even
hoog peil gehouden als voor de oorlog. De
fibranne-productie werd er in de loop van
de oorlog verdubbeld, dank zij het ge
bruik van grondstoffen die slechts te ver
krijgen waren met medehulp van den
vijand.
80 ten honderd der tijdens de oorlog in
Belgie geproduceerde fibranne belandde in
Duitse handen. De leiders van Fabelta en
Fibranne hebben de vijand wetens en wil
lens geholpen. De hulp die zij hem hebben
verleend was belangrijk op stoffelijk en
zedelijk gebied. De leveringen en de hulp
geschiedden uit eigen beweging en de heer
Mahaux besloot "De vier beklaagden
hebben Fabelta met hun vaderland ver
ward en zonder dwingende noodzaak
nieuwe plannen uitgewerkt en gehandeld
alsof Belgie niet langer in oorlog was en
alsof Duitsland niet langer de vijand was,,,
Vervolg toekomende week.