©p nieuwjaar btj Semia.
lDcrkmans-©ongrfs.
wer N. als kalf werd verkocht, thans voor den enormen prijs van
900 guldens werd aangekocht. Met zoo'n beestje in de kuip, zou
menigeen het des noods een winter kunnen doen.
Men meldt uit den Haag llit de instruktie door de raadka
mer van de rechtbank is gebleken, dat cr voldoende bezwaren
aanwezig zijn om ten aanzien van den aangehouden zandschipper
De Jong bevel tot gevangenhouding te verleenen, als verdacht den
bedrijver te zijn van den dubbelen moord, of althans van mede
plichtigheid. Tevens vernemen wij, dat De Jong Vrijdag avond
beproefd heeft zich in het huis van arrest door ophanging van het
leven te berooven, macr in zijne poging niet is gelukt. Hij wordt
nu zeer streng bewaakt. Nog loopt het gerucht, dat de raadkamer
der rechtbank, wegens dezelfde gruwelijke, zaak bevel gegeven
heett tot inhechtenisneming van twee andere personen, niet in den
Haag woonachtig.
toma. Nog een tasken kaffé, Sis of een sncéken peper
koek
sis. Danke, vrouw, 'k ben voldaan. Maar 'k zal u nog eens
inschenken.
tosia. Veel attentie, Sis-lief, merciWe zijn dus 1873
srs. Hoe dat die jaren voorbij vliegen
toma. ln April zal 't twalf jaar zijn dat we trouwden,
sis. Twalf jaar 'k rappcleer mij alles nog zoo wel als
wij bij M. den deken gingen, als wij voor den outaar zaten en
malkaar eeuwige liefde en trouw zweerden. Och, Tonia. w'hebben
in ons houwelijk moeielijkheden gehad, maar toch, we zijn ge
lukkig geweest, kind is 't niet waar
tonia. Godlof ja, ik heb u alles te danken, Sis.
sis. En ik nog meer aan u, Tonia, 'k heb in u een brave en
naarstige vrouw gevonden.
tonia. Och Sis, ge maakt mij beschaamd
sis. Weet ge nog wat ik u op ons speelreis, zegde Tonia,
zei ik u, ik zie u geerne doch er kunnen tusscben ons vlaagskes
komen willen wij 't propoost maken van nooit den dag te eindi
gen zonder alles te zeggen wat ons op het hart ligt, en elkander
te vergevenMaar, waar zijn de kinderen nugeloopen toch
buiten zeker niet
tonia. Daarfleus warenei, ze zijn daar.
(Toontje en Threseke l»omen binnen, eenen brief in de hand en
vinnig gelijk biêkes; ze groeten beleefdToontje ontvouwt zijnen
briefen begint te lezen,terwijl Threseken hem angstig beziet
ZEER BEMINDE OUDERS,
Moge dc goede God. die ons dit nieuwjaar schonki, over mijne lieve
Ouders zijne liesln zegeningen uitstorten
Lieve Vader, beminde Moeder, mijne stem is zwak. mijn liarl ktein,
doel) mijne dankbaarheid en liefde voor U is dos te grooler. Ik zal alle
dagen van dees jaar God cu zijne Heiligen bidden, op dat gij gezond
moget blijven rn ik altijd braver moge worden en rap groeien om eens
voor u te kunnen werken.
Beminde ouders, dat is de vurigste wensch van
Uwen onderdanigen zoon,
ANTONIUS.
tonia. Sis, och man, dat is schoon,
sis. Kom hier Toontje, mijn braaf zoontje in mijn armen,
(hij keert zich om en wischt een traan uit zijn oog).
(Treseke ontvouwt ook haar brief en leest met haar zilverfijn
sterameke
ALLERLIEFSTE OUDERS,
Mijn hart verlangde naar dezen gelukkigen dag om U, lieve Vader, U
allerbeste Moedor, mijne wenschen aan te bieden.
Moeder, Vader, uw Threseken zal U meer en meer heminnon en dit loo
sen door iiare braafheid en naarstigheid Nu kon ik slechts wenschen en
bidden, doch later hoop ik U andere leckens mijner dankbaarheid te ge
ven.
Mogo de goede God deze mijne vurige wenschen die ik Hem dagelijks
toestuur, verliooren, lieve Vader, lieve Moeder.
Uwe onderdanige dochter,
THERESRV.
(Tonia snikt als een kind Sis draait zich altijd naar den muur,
Thresektn loopt in hcurs moeders armen. De zon schiet heldere
stralen op dit hemelschoon schouwspel,benijd door de Engelen
sis. Toontjen en Threseken, 'k ben kontent van ugaat zoo
voortuw ouders zullen ook Yoor u bidden want, kinderen-lief,
al wat wij doen is voor u ge zijt onzen besten schat op de we
reld. Gij, Toontje, gaat een groot jaar in, 't jaar van uw eerste
Communie jongen-lief, ge moet daarvoor alle dagen een parte-
kulier gebed doen wij ook zullen dit niet vergeten. En uw ge
schrift wordt schoon on 't Threseken 't heur ook. Mijn dochterke,
't is wel... Allo, moeder, de klok luidt, haal eens de nieuwjaars
uit... Zie, Toontje, daar is 'nen schoouen kerkboek.
toontje. Danke, Vader, o dat blinkt, mag ik er van daag
in lezen
srs* en voor u, Threseke is dezen peperkoek, en voor
moeder, (Tonia kijkt op) voor ons beste moeder is dezen wollen
doek daar, Tonia 'k heb hem van mijn spaargeld gekocht
tonia. Och, Sis, ge zijt al veel te goed.
sis. k Doe mijn plicht, ToniaToe kinderen, komt nu
aan, fleus zijn we nog d'hoogmis te laat geef mijn muts, Tonia.
We zijn gereed.
de twee kleintjes. Dag moeder-lief, lot fleus. (Ze trekken
op).
tonia. (alleen). Och, wat ben ik gelukkig 'k cn wist niet
dat er zooveel geluk op de wereld was 'k zou een gat in de
lucht springenMaar, nu voor de koekérnagie gezorgdZe
zullen geen klein beetje verschieten. Schrinkel, patalten in 't vet
gestoold... een endeke saueis en voor vader eene pijp en toebak-
borze
Brief van Sis de Scheer aan Bismarck.
Niriovo, 1 Januari 1873.
Kozijn Bismarck.
n Ik zou u van harte enn goed cn zalig Nieuwjaar wenschen, kozijn
maar, ge leefl jandorie, zoo onzalig, go bewandelt zoo 'n kroinmo wegen'
dal ik u niets zaligs kan wenschen.
Hier. te Ninove. kozijn, hangen wij aan ons long geen doekskes
daarom permotteert mijn stoutigheid 'ken kan 'Iniet gebeteren. Zie, 'k ben'
lujna beschaamd dat gy van ons familie zijl want, Bismarck, jongen, er
liggen grove stukkon op uwen lever ge zijt gij het dio Pruisen tegen do
andere duilsehe stalen hebt doen vechten co zijl gij hel die d'cerslo oc
casie dc beste hebt waargenomen om legen Frankrijk te oorlogen.. Hoe
veel onnoozcl bloed hebt gij niet doen vergieten, Bismarck kunt gij alzoo
gerust leven, kozijn is uw consciëntie geheel en gansch naar do knoppen
En ware 't nog gedaan geweest met dien oorlog, maar neen, dan bei
gosten uw andere perlcn, dan hebt gij de treffelijke menschen, klooster-
lingen, valsclielijk beticht en uil 't land doen jagen. Wat hadden die men
schen u misdaan 5 u in der, weg geleid z'hebt.en op de slagvelden uw zie
ken bezorgd, uw dooden begraven, cn gij,gij, jaagt zc scliandig uit 't land-
kozijn, hier le Ninove zeggen ze dal gij 'nen ii.gralien mensch zijt
En als 't nieuws toekwam dat gij tot zelfe de oonnekes uit hunne scho
len verjaagdet, dan, zie dan schoot ik in mijn vet en heb ik u verwensclil
kozijn. Ongelukkige mensch zie-de niet dal gij alle dagen 'non dag ouder
wordt misschien zult gij 't einde van 1873 niet zien, want die glazen bee-
nen zijn slechte teekens en zoudt gij alzoo willen sterven met al die
criemen op uw geweten Kozijn, kozijn, 'k moet u beklagen
Ga eens in uw zelveu met hel nieuwjaar onderzoek eens uw cons-
cienlio. ga 'nen keer le biechten; smijt al die muizennesten van kanons, van
soldalen, van vechten enz. uil uwen kop en go zult 'nen anderen mensch
worden gezond, vrolijk, gerust, enfin cornme il faut, zegt dc Franschman
Kozijn Bismarck, ge meugt mij vrij gelooven 'k heli liever mijn scheer
als uwe minislersporlefeuilld koin eens naar Ninove zien hoe floranii" ik
leefhoe lang is '1 leön dat gij gezongen hcb?i< geef alle dagen twee a
drij deuntjes En hoe is't met nichte Agatha Zo moet niet gelukkig met
u zijn, 't mensch Allo, voor alle zoodon is er vorgiff-nis, luistert eens
naar den raad vau Uwen Kozijn.
SIS DE SCHEER.
N. B. 'k Ontvang daar de werkman er staan weer stukken in van u
kerel! kerel! go gaat nu don Paus atlaquceren. 'k En geef geen slechte
spelle voor u.
1 -'f-/cT-/Trvrn-
tonen. Awel, vrienden, wat nieuws in de wacht?
nelen. Nieuws en geen nieuws gisteren ging ik om een
glas bier, en er was daar 'nen heer die katoen gaf, zulle! hij pre
tendeerde bij hoog en laag dat er geen hei noch hemel is met
den dood houdt alles op, riep hij.
tist. En g'hebt dat laten zeggen zonder te riposteeren en
zodder hem zijn zaligheid te zeggen
nelen. Konikg'heel 't staminé gaan overeen zetten en
ook, hij scheen een beetje bij drank te zijn.
tist. Algelijk! ik zou 'them links en rechts gedraaid heb
ben Wat peisde gij daarvan, Tonen
tonen. Tegen bedronkene mensehen redeneeren, is olie in
't vuur gieten, dunkt mij in zoo 'n geval is 't best zijn pint uit
drinken en die gasten deer der zotten aan doen. Maar, in al ander
geval, is spreken eene plicht.
tist. En hard spreken en in kas van nood, met de vuist op
tafel slaan
tonen. Met de goeie reden geraakt men altijd 't verste. En
Nelen kon zijnen man toch zoo wel den bol wasschen. Wat! met
de dood houd alles op bij de honden, de kattten, de ezels, de
kanarievogels, ja, maar bij ons redelijke menschen
tist. Hij vergeleek zich dus bij een beest.
tonen. Schoonc eer zich bij de beesten te plaatsen. Wij,
menschen, die een ziel hebben't is te zeggen, iets dat in ons