Gij moei voorl, verslaan of nicl Eer ik 'l hoofd kon wel reelil dragen, Kreeg ik zoo veel stoute», slagen, llal *fc er schier mijn Luid bij liet. Als g'lieel dagen moet marcheren. En iii 'l vuur gaan exerceren, Dal is niet om uil te slaan. Uou 'It in 'l kamp niet ben bezweken, Waar m' hei zweet afliep mei belten, Daar kan mijn versland nicl aan 'k Zoil nog alles maar zoo la ton, Kregen d'liong'ri?e soldaten. Maar zooveel als 'i bun belieft Doch, men houdl nicl veel van eten Mei een maatje, scherp gemeten. Zijn zij voor een dag geriefd. En als u de dorst koml plagen. Waar zult g'j le drinken vragen. Zonder cenlen in den zak Kunt gij niet konlant betalen, Dan valt Lier maar niets to halen. Zelfs niet 'l kleinslo labakspak. 't Weinig dat ik meó kon dragen, Was verleerd, op weinig dagen, Zoo als gij 'l van zelf verslaat. 'It Moei dan mijnen nood u klagen, En uw bert zul niol verdragen. Dat 'k blijf in de sukkelstraat Vader, 'k wil't niet verder drijven Want, ging 'k alles overschrijven. Dan kwam aan 'l gekerm geen end 'k Vraag niet om le kunnen smeren, Neon, een iels om to verleren, Eeuige franks, en 'k ben konicnl. Uwe onderdanige Zeoif In 't Lamp, s Antwoord van den Vader Zoon, als 'l huis wij aan u peizen, Zitten wc, aan den haard, lo grijzen Want gij liet ons in den nood I Vroeger kondl gij helpen zorgen, Nu werkt, van don vroegen morgen, Va&r alleen voor 'l dagelijks brood. Gij zit in bel kamp le kannen, Juist als of u beenon, armen, Gingen vallen van bet lijf Laat, in Gods naam. Vader klageu. Die zoo zwaren last moet dragen. Hij, reeds krom gekerkt en stijf. Draagt gij over dag liet wapen, 's Avonds gaat gij rustig slapen. Zonder eeuige achterdocht 't Brood wordt u le voor gesneden, En, hebt gij al iels golodcu, D'arnioé hoeft u niet bezocht. Gij Klaagt van uw loopen... zweolcn... Jongon Iiebt gij al vergelen, Wat gij leerde bij uw vair Daar viel ook wel 't exerceren, Niol met sabels of geweren, Maar met wapens ruim zoo zwaar Wij die 't veld met moed beploegen. Wij arbeiden en wij zwoegen, Dal liet zweel loopt in de voor. Hier slaat alles duur le winnen, 'l Boerke vail niet te verzinnen, Hij moet overal maar door. 'l Huis hadl g'oob niet voel te schoven, En uw hand, vol brcodu klovon, Toonde dal g'badl vaders aard En zall g'in '1 soldatenleven, Voor eeu exercitie boven, Als of g'een stadshoerken waart Gij klaagt ook al over '1 clem... 'k Heb van uwe soep niet g'eëelcn. Maar men zegt er voel goeds van Zaagt gij 'i buis dan zoo veel weelde Waarlijk, T is als of gij spoelde, En leedl in uw hersenpan 1? Wclko vsftr kon ooit verwachten. Dal zijn zoon uitbersto in klachten, Die van d'nrmoö word verlost 'k Meinde dat g'u gingl bolovon, Van hclgooii z'u ginder stoven 'i Waar voor ous eeu lekkere kost f Gij vraagt in uw brief wal franken.... 'k Zal den Hemel moeten danken. Krijg 'k mijn huurkoa al vergoerd. Zond ik geld... hoe lang zou 't duren Misschien liadl g'in weinige uren. Alles opgckasl, verleerd ?I In hel werken gaf ik u lessen. Maarniet hoc men naar do fljsschen. Of geneverwinkcl loopt.- Ile-m zal ik nooit mijne achting geven, bie om goed ervan te leven, D'armen vader'1 geld afstroopt* Zoudl gij dan iets meer begeren Wil het hoofd naar huis niet keererr, Daar klopt g'op eon lefige kas. Zoon, schep inood voor twee, rij jaren j Zoek een weinig uil lo sparen. Opdat g'eer betaalt uw mass Uw toeaenegene Vader SIS De soldaten, welke krachtens een bevel of een verlof, af zonderlijk reizen, zullen voortaan op de spoorwegen maar half geld betalen. De uitbreiding die, in Vlaanderen de handel in konijnen heeft genomen, is ongelooflijk groot. Wekelijks zendt men uit Thourout, Staden, Thielt, Ruisselede, Eecloo en Gent meer dan 50,000 van deze knaagdieren naar Engeland, waar zij talrijke liefhebbers vinden, terwijl men ze hier slechts aan fr. 50 cent. of 2 fr. het stuk kan verkoopen. De bereiding der vellen levert te Gent bezigheid aan meer dan 2000 werklieden deze vellen wor den verzonden naar Amerika, Frankrijk en Rusland. Wegens de zaak der dievenbende te Brussel zijn reeds 30 personen aangehouden. Het hoofd der bende was zekere Falken - stein, pruisman, oudkleerverkooper in de Ophemstraat, en oude schurk, ervaren in de dieverij gelijk Cartouche en Jan (le Licht zijne vrouw is geknipt, alsmede zijn zoon die reeds wegens Kerk diefstal had vastgezeten. Ook te Aken (Duitschland) zijn personen aangehouden. Ziehier een feit hetwelk bewijst hoe stoutmoedig die dieven te werk gin- gen. Falckenstein had de gewoonte, telkens dat hij te Brussel kwam, de herberg van M. Weyers, Gaffelstraat, te bezoeken. Hij was le weten gekomen, dat dezö laatste eenig geld bezat en besloot het hem te ontfutselen. Om zijn doel te bereiken,deed hij het volgende: op zekeren morgend kwam hij in de herberg en noodigde M. Weyers uit, een borreltje met hem te drinken. Deze nam het aan, dronk er een tweede, daarna nog verscheidene anderen, en ein delijk dronken de twee Vrienden te samen cene flesch champagne. Terwijl Falckenstein met Weyers zat to drinken, traden er on gemerkt twee medeplichtigen binnen, klommen in stilte naar boven braken een sekretaire open en roofden er al het geld uit dat er in was. Toen de twee schelmen met den buit vertrokken waren, kwam er een derde in de herberg, vroeg eenen borrel en gaf een bankbriefje te wisselen. Alsdan ging Weyers naar zijne kamer,om geld le halen, en zag dat hij het slachtofler van eenen diefstal was geweest, hetgeen hij onmiddclijk aan Falckenstein vertelde. Deze overlaadde ds daders met de grofste verwijtingen, toonde zich zeer verontweerdigd en deed dc vermoedens vallen op de personen welke het kwartier bewoonden. Hij vergezelde Weyers, om zijne verklaringen te doen, bij den policie-kommissaris, aan welken hij alles verhaalde wat er dien morgend was voorgevallen. Den vol genden dag vond hij zijne medeplichtigen terug en doelde met hen den buit. Van Doren, de moeder-moorder van Schooien, bekent zijne misdaad, 't Proces zal dus niet lang duren. De onder-chef van Meirelbeke is woensdag van deiUrcin onder de rijtuigen gevallen. De dood was oogenblikkelijk. Onze welbeminde Paus is bijna hersteld van de lichte on passelijkheid die Hem cenigc dagen op zijne kamer heeft gehou den. In Spanje gaan dc Carlisten wel vooruit; zij bezetten nu den Eber-oever. Holland gaat tegen de Negers vechten. Pruisen wordt dagelijks boozer en in ons België vieren de studen ten vakantie, terwijl de boerkens schier de tijd niet hebben van hun zweet af te droogen. Als do oogst nu maar wel lukt, dat de werkman 'ne goeden en goedkoopen boterham kan eten, als de heeren hun land niet opslaan en de ontvangers weer geen óken bijzetten, dan kan 't nog schikken. Ramp in eene Koolmijn. Te Binche wordt bijna over niets gesproken dan over eene vreeselijke ramp, die verleden woensdag heeft plaats gehad in eene koolmijn uit den omtrek. Men verhaalt dat op liet oogenblik der nederlating van 9 werklieden, de koord van den bak gebroken is en dat die ongelukkigen allen in den val verpletterd zijn. Die ramp heeft plaats gehad rond half zeven ure 's morgends in de koolmijn Sainte-Barbe, van den bassin Pcronnes, bij Binche. De negen werklieden hadden plaats genomen in den bak en de nedor- daling was nauwelijks begonnen, toen de mckanicien door eene slechte beweging eene verkeerde richting aan den bak gat. Do

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 2