wekelijks, 's vrijdags.
DE WERKIAI
J."' JAAR H" 34-
IforJl verhoahl te
AVvreL. Daene, Molenstraat, Kr 72.
AT IK. 's zondags aan de Kerk en aU«
ij de Uilverkoopers.
Ch. Vcrschncren, St-Apollonestraat
BRUSSEL,
NINOVE,
Oudeuaarde,
Galmaarden,
THIELT,
LOKEREN,
OOSTENDE
ASSCHE.
WETTEREN-ton-eede - M
M Vander Kydt, bockd..
vl.-Steenweg 104.
Avoux-Mulkers, boekdr.
L. Ghys, winkelier,
J 1!_. Sabatier
J. Van de Graveele, hoogs
- J. De Kiuder, schoolst 41.
- Duclos, kerkstr. 2fi.
P. J. Do Mey, (dorp.)
tinkel.
B Staes, winkelier, (dorp.)
P. De Potter, winkelier.
P.De Meester, in de Paal.
AUWEGEM.
CALCKKN,
EREMBODEGEM, F. Verleysên.' aêui
Sl-Amand ,bij Puurs.j Aug Pauwèds.
kinam (waïsj - Subbas Van Acker.
JUKI- 1873-
GENT,
M Van N'euwlandt. zandb.
steend. lioogstr.
ST-NIICOLAAS m IC. De Smet. kalkstr. 40,
GEERAARDSBERG., - Avoux, lithograf
GREMRERGEN. - IVHollaader.
Tkralpbene - Kr. Van Nieuwxrenhove.
KEKKLGEM, D'haescleir, mozits.
AY'ETTERE.N, - E. Van de Morgei, ata-
LEDE.
HERZEEE,
DENDERUAUTEM,
MOORSEL,
MERCHTEM.
NAZARETH
DENDERLEEUAV.
LIEDEKERKE,
MALDEREN
ESSCUENE illrabant)
Nieukerkc (waas)
eh I- Do Smet, ra
J.B Dc Smet. dreef
A'it. Hapinan, wink
Silv. Goubert, bakker.
Bourlon, winkel. dorp.
wde Gevaert, winkeliers.
Juf. Van der AVeeén vrouw
De Polsomalter.
C. A'andur Gucht, bakker
Kr. De Mneyer.
André A'an Mulders
Htlaire Steppe,
Jozef Mazas,
Pit IJS j in 't bureel of In de winkels gekocht '3 COTS. .liet dc posl of Ie linis gebracht2.00 \s jaars.
Al wat voor DE WERKMAN bestemd is, moet vrachtvrij gezonden worden aan P. Daens, opsteller, Molenstraat 72.
Twee krawatten te Parijs.
Schelen. Go krabt gelijk achter uw ooien, Tonen.
Tonen. 'k Mag, vénterdorie, welwe meenden al aan de brokken te
liggen. En nu itt de kermis we£r iudefinitief uitgesteld.
Schelen. En alles dat zoo schoon stondllarodet met klank gekozen!
Tkiers van ons bevreesd, en....
Tonen. Zwijg,'t water komt my in den mondzijn wij jongens om nog
te werken
Schelen. kEn werk niet al wierden al de boomen galgenDat de rij
ken nu eens beginnen te werken
Tonen. En waarom zouden wij ons met patatten te voet en groensoep
voeden 1 Maar, zeg eens, waarvan leeft gij, Schelen?
Schelen. W el 'k had nog al goede sommen getikt onder de Communeen
hier en daar attrappeer ik nog ietsmaar Jors begint nu zijn ooren uit te
steken.
Tonia. Mijn beurs is zoo plat als mijnen buik, Schelenis dat oen leven;
lir moest alle twee jaar eou Commune komen. We zouden de papen leereu.
Schelen. ArVatjerren mij dc papen! 'tEn is daar niet, makker, dat de
brokken liggen; wat hebben zij in de kloosters, in de pastorijen gevonden
bah, al 't goud kon op mijn hand liggen.
Tonen, 't Is waarons mannen zitten er beter in
Schelen. De tyd van op de papen te schreeuwen ia voorbij al wie iets
bezit is on vijand enze pakken wat men krijgen kna.
Tonen. Alles wel ingezien, de papen zijn nog de slechste niet, over zes
jaar was de cholera in ons gangskowie denkt gy dat we zagen
Schelen. De heoren papen-schreeuwers
Tonen, Wordt ge zot? Zeiiepen met den neusdoek voor don neus weg
als do windmaar mijnheer pastoor is gekomen, in mijn-huis; hij heeft ons
vertroost, voedsel gezonden en alle dagen krak was die man daar
Schelen. In don nood kent men zijn ware vrienden. Over 10 jaren was
ik in d uiterste armoede. Ik ging bij den rijken vrijmetser in de Honoréstraat
de knecht opende, ging mijn kommissie doen, keerde terug en sloeg mot een
snabbe en een beet de deur toe. Dan ging ik bij den onderpastoor die mij als
een engel ontving, geld gaf en werk bezorgde.
Tonen. D'auiler kennen ons maar om hun vuil werk te doen.
Schelen. En wie zijn de beste van leven ook? Zie, Tonen, ik ben 'ïje
krawat dat is waarik ben eon slechte huisvader, maai* als ik 't leven van ons
chefs nazie, hoe ze krapuleus leven, hoe ze eer en deugd bezoedelen, dan...
dan sta ik op mijn teunen.
'1 oni:n. Wel, zien wij het aun ons eigen nietin den tyd dat ik te biechte
ging, och t was goud woerd tegen r.u lood.... Maar dat knaagt mij te veel
kom, 'k ge»f 'nen sjnap wijn.
Schelen. G'haalt er eer vanmaar waet ge wat ik zeg Taney in mijn
hert oïtimeer ik do papen en voor dat den Schelen naar 't ander leven verhuist,
zou hij toch geernemet hen zijn rekening hebben effen gemaakt.
Tonen. Och, ik ook; later, maar nu is't te ver gekomen;... dat Mak-
mahon ons in den weg nidt stond.... Baas, twee sjnaps wijn.
Eigendom is diefstal.
Proidhox.
De fransche rat, die dit in zijne boeken had geschreven, Proud-
hon zat zekeren zomeravond in liet park van Parijs, de koele
windjes te vangen.
Eensklaps ziet hij tAvee arme dui\-els recht op hem afkomen.
Mijnheer, zeggen ze, ge zijt gij Avel Prondhon?
Ja, en verders?
Meester, Ave zijn tAvee van uw discipeleneigendom is diefstal
g'hebt daar een schoon lakenen Irak aan, toe, begint ze eens voor
ons uit te spelen.
Wat, u mijn frak gevenmaar dit Avare gruwelijk ik heb ze
betaald met mijn eigen pijnlijk gewonnen geld.
Dan moet uw kleermaker..., dc dief zijn?
Waarschijnlijk. En zij in eenen asem naar den kleermaker.
Meester Tallon, neemt ons eens de maat voor twee frakken,
van 't fijnste laken.
Hoeveel mag 't wel kosten, heeren?
Kosten! wel, verjipt,'geen roode duit; eigendom is immers
diefstal.
Ge lacht er zeker mee; heb ik 'tgoed voor niet en moet ik,
met mijn werk, vrouAv en kinderen niet onderhouden?
Zander, hij heeft gelijk!.... de dief is hier niet; 'tzal delaken
verkooper zijn. Excusez, meester Tallon.
De lakenverkooper trok scheele oogen als hij de gasten hoorde
afgeven: «Wel, vrienden, zegde hij, waar zijn uw arme zinnen?
met mijn gespaard geld heb ik die stof gekocht, om ze met de
weinige winst die er van komt, huishuur, patent te betalen en
verders te leven.
Daarmee trokken de twee arme sukkelaars naar den fabrikant,
die zede dat hij de eerste stof moest betalen en bovendien zijne
werklieden.
Noglans, eigendom is diefstalkom Ricus, naar den wolle-
koopman.
Maar, vrienden, sprak deze, ge d,enkt toch niet dat de vrolle
hier uit den hemel valt? ik moet ze peperduur betalen aan de
schapenhoercn. Wat meent gij wel?