'31' B- -SS De naaslc week gaat er hier een koppel trouwen, te samen 130 jaren oud. Proficiat! In de kom van Philippine lagen zondag 27 schuiten met mossels bevracht. Laat ze maar komen. Mossels is kloeke werk- manskost, bijzonder 's middags; 's avonds een weinig te zwaar; in de Kempen eten de boeren 's avonds botermelkpap met roggen kesten in; en ze zijn \et alsslekskes en blozen gelijk krieken.... Wij hebben 't gezien... Daar ook gaan de boeren met de zon sla pen en slaan er mee op. Dat is de manier om honderd jaren te worden... De steden moesten zich daaraan spiegelen. Met bericht ons dat de vier maandelijkschc verlofdagen der werklieden onzer static daarom juist niet altijd zondagen zijn ol kunnen zijn; ze worden rangsgewijzc gegeven. Het cuinogelijKe vraagt niemand; doch zooveel het geschieden kan,zou men de zondagrusl der werklieden dienen te eerbiedigen. Men weet dat Falkcnsteio, welke voor het hoofd der dieven bende doorging, met zijne vrouw te Aken is aangehouden; na de noodige formaliteiten ter uitlevering, zijn ze onder goed geleide naar Drussel overgebracht, waar zij in de gevangenis der Kleine Karmelieten zijn opgesloten. Onder de in hunne woning in beslag genomen voorwerpen, bevinden er zich een groot getal, welke voortkomen van diefstallen te Brussel gepleegd en voornamelijk van den diefstal, ten nadeele van de gebroeders Obrie. Het onder zoek dezer zaak wordt nog altijd voortgezet; maar naarmate het zelve vooruitgaat, komen er nieuwe daadzaken aan het licht, welke er het einde steeds van vertragen. 400 Wevers te Gemert Hollandontevreden over hunnen dagloon, en omdat zij gedwongen zijn bij den fabrikant, tevens ook winkelier, hunne winkelwaren duur te koopen hebben zon dag rumoer gemaakt en bij hunne meesters de glasruiten verbrij zeld. De gendarmerie is ter plaats gekomen, en eene verordening over de samenzweringen is aigekondigd. Van de zijden der fa brikanten is besloten tot loonsverhooging over te gaan, doch na gesamentlijke overeenkomst met de andere fabrikanten. Eene zeldzame bron van welvaart is te Lembeke voor den werkman geopend 'tis namelijk de heigrond. Lembeke is daar aan zeer rijk. Al de groote grondeigenaars laten den werkman toe de grachten rond hunne eigendommen te delven, mits het be houd van den grond. Deze grond maakt eene kostbare voedingstot uit voor de bloemhoven. Men heeft geen denkbeeld van de massa heigrond die er alle dagen wordt uitgevoerd. Reeksen waggons mei dien grond geladen, vertrekken gedurig naar Gent, liijsel, Yaleucijn, Parijs enz. De lembeeksche heigrond is nu zoo ver maard, dat de grootste bloemisten uit deze en andere steden naar Lembeke komen om er groote hoeveelheden van aan te koopen. Een schrikkelijk ongeluk is te Nijvel voorgevallen; een kind van eenige weken oud, is door de ratten, een voet, een ge deelte van het been en een arm afgevreten. Ilet is bijna onmidde- lijk gestorven des morgends hebben de ouders sleehls een af- schruwelijk verminkt lijkje gevonden. Hel is echter te verwonde ren dat de ouders, welke nevens het kindje sliepen, niets gehoord hebben, want het is waarschijnlijk dat de arme kleine wel zal geschreeuwd lïebben. Men-schrijft ons uit Herenthals: Vrijdag der vcrledene week gebeurde er omtrent onze statie een zeer zeldzaam geval. De trein van den Grand Central, welke hier omtrent 7 1/2 ure 's morgends aankomt, voerde van' achter eenige waggons met hoornvee. Aan het gasthuis vloog er eene slecht geslolene deur open en eene koe viel uit den waggon; doch daar zij vastgebon den was, werd zij tien ol vijftien meiers verre mede gesleurd, toen het "zeel brak en de koe van de hoogte, waarop daar de baan ligt, ineenen hof tuimelde, doch zonder letsel te bekomen, want zij stond aanstonds recht, zag verbaasd rond en bulkte een paar ma len. De trein had intusschen in de statie stil gehouden en daar de deur van den waggon wéér toegeslagen was, zou men de koe niet aanstonds vermist hebben maar werklieden, die het geval gezien hadden, brachten het beest naar de statie, waar hun de eigenaar vijf l'r. drinkgeld gal. Zaterdag gebeurde er in de Lepelstraat te Antwerpen een droevig ongeval. Een huismoeder was met haar vierjarig zoontje in de buurt gaan koffie opschenken, en terwijl zij hiermeé bezig was, viel haar kind al spelend in eenen grooten ketel met kokend water; het ongelukkig knaapje, ofschoon bijna oogenblikkelijk gered, bad reeds erge Brandwonden bekomen. Men leest in de Kölnische Zeitung: Het schijnt dal keizer Wilhelm zijne reis naar Ems op die wijs zal regelen, Jat hij er nog eenige dageii met keizer Alexander zal kunnen door brengen, daar de Czar er tot 8 juli zal verblijven, Het geleerdste, liet beschaafdste, het volmaaksle volk de wereld is, raad eens? Is Frankrijk. Zie liever: Het getal der jon gelingen die, in 1873, op de tafel vau het contingent des Fran sehen legers gebracht zijn, beloopt 325000. Daarvan zijn er 190,000 afgekeurd, te weten 18.000, ter oorzake van kleine ge stalte 30.000 om zwakke lichaaras-gesteldheid; 10,000 manken en kreupelen; 9000 bultenaars, enz. Kortom, op 325,000 jonge lingen zijn er 190,000 ongeschikt voor den krijgsdienst! Als het alzoo voortgaat, zegt eenschrijver, dan is er binnen 147 jaar geen enkele Franschman meer in staat soldaatje te spelen. De Shah is te Londen feestelijk ontvangen. Verleden zaterdag is de stoomboot Colombus nabij Holyhead gestrand. Van de 200 reizigers welke aan boord waren, zijn er 12 verdronken, buiten 3 man der ekwipagie. Bomiens familie op wandeling. Domien. Wat volk in do kerk hein, Tonia; er is nog gele of in de we reld.... Toe, maakt u gereed; we gaan naar buiten een wandelingske doen. Tonia. Hó, Toontje en Threaekcn, kaast u, wo gaan wandelen Domien, 'k zal uw frak wat afborstelen;.... zou ik mijnen mantel aandoen? Domien. 't Is toch zoo keetge zijt anders ook wel, met dit pellorinnen- klecd.... allo, we gaan. Tonia. G'kcbt den sleutel, Domien, en geld? Domien. Ja, alles; Toontje, kom, geef mij een hand, dat is deftiger in stad.... Wat een wéér, Tonia! 'tis no lustom kuiten te zijn; Toontje, ge sckupt te zeer op de steenen, stapt wat hooger manneken. Tonia. Kijk, daar is een van ons pastoors! beleefd uw muts afco?n. Toontje; en met Je hand salueeren, Tkreseken.... G'est ga; want, wo moeten een geestelijk man respekteeren. Domien. Of we moeten! wat zou de wereld zijn zonder do Priesters? Zonderden troost die zij ons, van do wieg tot aan'tgraf, verschaften Keu belle, Tonia, een hélle! Tonia. Promeulig gelijk g'bet zegt.... Oh, we ziju buiten, wat gezonde loebt. En de vruchten staan nog al wel. Ziet eens dat vlusseken! Domien. Eerste klasEn de patatten Als de plaag er maar niet aan komt. Tonia. De boeren klagen wel bijtijds. Domien. Met verloopen water kan men niet slijten; zhebben gelijk Toontje, voorzichtig van de grachten daardat is een baaskeu, hein, Tonia, 'k heb mijn plezier in dat kind. Tonia. Threseken is gezetter, maar ook zeer wel.... Mij dunkt mij dat de oogst ook nog al gelukt is? Ziet eens die tarwe'? Domien. Het koren is zoo goed niet... Maar, kijk eens, wat verschil, tusschen die twee plekken tarwe. D'een is gekuischt en U ander niet. Tonia. Ja, ja, alles vraagt zijn zweetge kunt hier ook de luie boereu uitrapen, precies gelijk in d'huishoudeus de luie vrouwen.... Wol, wel, Domien, dat is hier schoon Domien. Een paradijs, vrouw, ginder ver die hoornen, daar dit helder water, die weiden met duizeude bloemekes en die rijke lachende vruchten. Wat is ons Heer goed voor do mensclien! want, Tonia, dit alles is voor ons gemaakt! In do bosschen, die zingende vogels, in 'twater die zoete visehkens, op 'tveld die geurige bloemekes, daarboven die blauwe lucht, die zou die on6 licht en warmt, alles is voor ons gemaakt, Tonia. Tonia. Ja, Ons-Heer is zoo goed! Domien. En 'savonds dien Hemel vol starren, is dat niet verrukkend? Elke star is grooter dan de wereld, vrouw; en er zijn er die vragen: hoe is uit. hoe is dat mogelijkAlsof er voor God iets onmogelijk warealsot God voor elkeen van ons geene nieuwe wereld kon scheppen Tonia. Och, Domien, waar haalt gij dit alles! Domien. De Natuur verrukt mij, Tonia; ik zou die velden, die hoornen, die vogels, die bloemen willen omhelzen... Och, wat moet het in 'tParadijs geweest zijn. als de natuur in volmaakte orde was; geen onkruid, geen tegen- wil, alles in akkoord! Tonia. En wat zal 't in den Hemel zijn, waar Ons-IIeer zijn almacht voor ons zal uitputten! Och, Domien, wat zijn wij gelukkige menscheu! In dien 't iedereen alzoo verslond Domien. Er is te veel haat en nijd in de wereldwo zouden ons allen, als broeders en zusters, moeten beminnenen wat hebben wij hier anders dan de genegenheid, dan do liefdedan d«' plicht om ons gereed te maken tot het geluk in 't paradijs,... Tonia, wat is't? ge zijt gepakt! Tonia. Ja. er rolt daar een hemelsche zoetheid op mijn hartDomien, wat ben ik gelukkig met u! och, tegen de prinses van Pruisen en zou k niet wisselen.... 'tls ook Ons-IIeer dieu aan mij gegeven heeft, want 'k heb veol en lang gebeden om 'uen braven jongen te hebben. Domien. God lof! 'k mag 't zelfde zeggen, liefste Toniage zijt 'tgeluk van mijn leven; ik heb u wel niet rijk gemaakt maar.... Tonia. Maar, gelukkig, man lief, en dat is alles 'tgeluk is iu 't hart en mijn geluk kan ik niet beschrijvenWillen we duur, in Sint Cornells, recht over de kerk, een ftcech leuvenschgaan drinken.... wat heeft Ilofstade een schoon kerkhof! Domien. Ja, wo gaan eens binnenIlazinne, een flesch leuvena en drij glazekens. O u s Tonia.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 2