Onze brave werklieden zullen met genoegen vernemen dat de E. P. Weyn, wiers vertrek was aangekondigd, onze stad niet zal verlaten. Men schrijft ons uit Calloo, 22 sopt.De roeijing v.ln aar dappelen is hier volop in gang. Sedert 23 jaren hebben onze pol derlanden ccnen zoo rijken oogst aan aardappelen niet opgebracht als dit jaar; de gemiddelde opbrengst is 23 kilos per genlsche roeder en op sommige landen is dit zelfs 40 kilos. Van de ziekte hebben de aardappelen bijna niets geleden, en zijn van smaak allerbest. De weinige schade door verrotting die men ondervindt wordt toegeschreven aan den overvloedigen regen, die men kor telings gehad heeftmen schal de opbrengst in de 5 polders, onder onze gemeente op 13,000 zakken goedé aardappelen. Ilel getal Belgen die naar Maastricht vertrekken om zich voor den oorlog tegen Atchin tc laten inlijven, vermeerdert van dag tot dag. Nadat deze soldaten gekeurd en aangenomen zijn, ontvangen zij cene premie en vertrekken onmiddellijk naar hunne beslemming. Vele gewezen soldaten van liet belgisch leger zijn reeds voor den oorlog tegen Atchin vertrokken. Er is een zeker getal Luikenaars eergisteren te Maastricht aangekomen. HET ZEVFESTE KIN©. 4° VERVOLG. 111. Is de dienaar beter dan de Meester Het II. Evangelie. Eene plechtige stilte over gansch de natuur alles in diepe rust, na het werken en zwoegen van den dagalles dat ons, aardbewoners, schijnt toe te roepen Begeef u ter ruste, de dag is voor 't werk, de nacht voor den slaap; slaap gerust daarbo ven waakt de maan, flikkeren de starren; enhooger nogheerscht een ader die uwe rust beschermt! slaap gerust: een morgen zal komen, met nieuwe wellust voor de natuur, met nieuwe kracht voor bezielde en onbezielde wezens. Doch, overal wordt die stem der natuur niet aanhoorder zijn er die zich de noodige rust weigeren, die waken onder den angel der wroeging, onrechtveerdigaards jegens God of jegens lyinnen evennaasten, woekenaars wiers vingeren naar 't geld ge kromd staan, nijdigaards die de eer huns evenmensch verscheu ren er zijn er die waken om zich een anders goed toe te eigenen, en zich met broederbloed te besmeuren er zijn er die waken op hun bed gedrukt door den vinger der dood aan ditzelfde bed genageld door de trekking der liefde des bloeds of des godsdiensles; teergeliefde kinderen, zelfsopoft'erande zieke- diensters er zijn er die waken, uit reine liefde, om God te loven, om uit te boeten wat anderen tegen die heilige nachtrust misdoen? Hebt ge reeds nagedacht, lieve lezers hoe de slaap rechtvaar dig is!,... Zie, in dit arme huisje ligt die brave werkman als cene roos te slapen, terwijl in gindsch paleis een rijke fokker hoopen gelds zou geven voor een oogenblikje rust.... De man die slechts zijn huishouden bestuurt, legt het hoofd op 't oorkussen en geniet de wellusten van den slaap, terwijl hij die gansch een volk bestuurt, tevergeefs de hulp dier weldoenster inroept Arm of rijk, die een gerust geweten heeft, slaapt zonder kommer, terwijl de booswicht eveneens arm of rijk, gedurig door dit klop pertje in zijn hart wordt wakker gehouden.... Zien wij daarin niet de hand des Scheppers, die èn natuur èn onze harten meton- eindige wijsheid vormde Alles is wonder (in de wereld waar we bijwijlen eens onze overweging moeten op vestigen.... Maar, stil.... we moeien lieden een ander slack van wakende lieden aanschouwenKom de maan blikt zoo helder, dc slarre- kens pinken zoo lief; we gaan 'tveld in, langs heen hot bosch van Doorne, naar de pachthove van Buydens, op Vogelenzang.... Alles is daar in beweging, als ware het volle dag in gang en kamers is licht de poort staat met eene spleet open en reeds zijn veertig personen de pachthoeve binnen geslopen.. Waarom die beweging dit om-en weer geloop die bijeensnelling van allerhande personen?.... Waarom gaan allen boven als de horlo- gie twee ure slaat We gaan 't aanstonds weten.... Zie; daar op 'i uiteinde van dien langen zolder, is een outaar geplaatst, arm, eenvoudig een kruisbeeld met die kandclaais van weerskanten, op eene kas daaronder lijnwaad krakende van netheid, en alles wat tot het II. Offer van noode is; wat verder banken en huisstoe- lenen achter het outaar, de cerw. Herder van Lede, die de ge- wijdde kleederen aantrekt om het H. Misoffer den Heere op te dragen. Ai de personen treden zacht naar boven, de Priester treedt ter» outaar, de bel klinkt, allen wenden de oogen naar den geliefden Pastoor die, van zijnen'kant, een vluchtige oogslag op zijne be droefde Parochianen werpt. W elk verschilover eenigen tijd nog werden de godsdienst plechtigheden met luister gevierd, en door 't geluid der klokken heindecn ver aangekondigd, en nu, nu moet alles in stilte, gesto- lenerwijze geschiedennu moeten de geloovigen samenkomen, evenals bandieten of dieven, die een schnndstuk bereiden nu inoet den Hcere-God op een naakte zolder bij zijne kinderen dalen.... Onder de aanwezigen waren persoonen van allen ouderdom, van allen stand, ouderlingen die vol schaamte liet hoofd lieten zinken; jonkheden die dc vuisten samcmvroncen en wien 'tzilte spijt op de lippen stond; vrouwen, dochters die de handen smce- kend verhievenkinderen die met immer even schuldeloos ge laat, dit vreemd tooneel nanstaaiden. Maar, zachtde Mis is begonnen; aller harten vereenigen zich met den Offeraar, op de horst kloppende en hunne schuld belij dende. den Heere genade afroepende, of in den Gloria zijne glo rie verkondigende Glorie aan God in 't allerhoogste, vrede op aarde aan de menschen van goeden wilwij loven U; wij go- benedijden U wij bedankenopperste Koning des Hemels, o almachtige VaderHeere Jezus, die wegneemt de zonden der wereld.... Want, gij zijt alleen machtig, alleen Heer, in de glorie van God, uwen Vader Hoe zoet smaakten deze woorden, te midden der vervolging die thans plaats greep.... Ja, ging het in al die zielen, onze^God is almachtig, is alleen machtig; de beproeving die Hij ons zendt zal Verdwijnen, Zijne macht glansrijker dan ooit schitteren Dan volgden de gebeden voor Kerk en Staat, de lessen der oud- vaders: Aanziet u als reizigers.op deze aarde; wees niet wijs in uw eigen oogen; bemint elkander; dat uw leven waardig zij van het Evangelie Chrislizoo iemand den Heer niet bemint, dat hij vervloekt zij. Het boek is omgedragen, liet Evangelie gelezende Pastoor legt zijn kasuifel aten gaat tot die zijné Parochianen spreken; hij kent en lieft ze allen die daar zijnmenigen hcefl hij gedoopt menigen in den echteband vereenigd; nu, in het lijden,'mint hij hen nog teederder en de Man kan niet zonder moeite zijne tranen wederhouden. (Vervolg nadien.) MENGELINGEN- Te ftl?chclen. Een bediende (gedecoreerd). Hé, landsman, g'hebt gelijk ook een mcdailje, doe dal eens af; dat is hier in dc statie verboden. De landsman. Blijf daar eens af, mijnheerik heb meer recht om mijn medailie van Franciscus te dragen dan gij de uwe. Ilediende. En waarom dit? Landsman. Wél, de mijne is betaald en de uwe niet. hoorde't En stille- kens te blijven zulle, of'k ga eens rap bij den statieoverste. Te I.ede. In eene herberg op den weg der Bedevaart zit een beslagmaker te prinsir.ui- leu.... Hum, hum.... is dat niet onnoozel, alzoo te samen komen om te bidden? Hoe, onnooz-. l? Ja, waarom bidden /e niet alleen, thuis? W aarom al dien erubras maken om voor den I'aus to bidden Jaan, autwoordde een wel ingezet boerkeen waarom zijt gij, met uw Garibaldiers samengekomen, om den Paus te nemen? W'aret gij man voor man gekomen, Hij zou zich kunnen weêren hebben.... Weet ge nu waarom wij bijeenkomen?En boort eéns, hier gcenen ombras te maken of in ons gezicht te spuwen. Den hoed af! De beslagmaker maakte mocielijkheden. Baas, zet eens de venster open, of neen, als, op 'ne weerlicht zijn hoed niet af is, vliegt bij rat door de ruiten op straatEn ook op uw kniéu zitten, zulle lia, ge komt ons tergen.... toe raphet kloek ventje deed hoed af' plooide de knién en zwoer, maar tc laat. dat hij geene Vlamingen in hunne liefde voor I'ius IX, nog zou aanranden. Dc gehrokene pijp. ©cli anno! Zekere voerman kwam eensnaar de stad gereden met eene kar graan, en stapte vol van moed aan de linkere zijde van zyn schoon getuigd peerd hoen. Doch zijn hoofd wat te veol heen en weer draaiende, brak hij ongelukkiglijk zijne nieuwe pijp tegen zijne zweep. Gepijnigd en vernederd door dit verlies, werd hij gram en wrook zich op zijn onnoozel peerd, dc arme Leest herhaalde malen bitterlijk slaande onder oenen hoop van vloeken. Niet verro achter hem kwam een reeds bejaarde pachter aangestaptdeze bad dit spel met medelijden nagezien en by den voerman komende, vroeg hij Wel vriend, wat heeft uw peerd misdaan, dat gij het zoo slaat en zoo vloekt? Och pachter, 'k weet niet'k was boos, omdat mijne nieuwe pijp in stukken viel. Och armezij was tooh zoo schoen Och armemoest gij daarom dit onnoozel dier zoo veel pijn aandoen En wat erger is, moest gij daarom God vervloeken O neenmaar ge weet weldat gaat zoo onder onsocli arme, we hebben daar geen erg inmaar 't is toch niet wel gehandeld. Hoor vriend, gij zult met

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 3