MARkTPRIJZEN. öij ccitc vuicg. ?o? ita mij bekennen, dat zulke han.b-1-.viaag en hoogst strafbaar is. Uw poerd im niers is cene g-rde, verdol hg* ;st, die in plaats ran slagen, alle zorg en loon verdient, niet waar Ja, dat moet ik bekennen't is spijtig'k heb misdaan Wat nu uw vloekon aangaat, nooit zal ik vergeten, wat mij daarover myn bravo schoolmeester zaliger eens verteld heeft. Mijne kinderen, zegde hij, Ik weet een duivel wonen Meester I waar mag dat zijn Man hooft ons altijd gezegd dat men den duivel niet kan zienmen schildert hem wel af gansch zwart, met twee hoor nen, koeipoolen en eoneu langen stoort; doch zulks bediedt maar, dat de dui vel een allorafschuwelijkste monster is. Ia, en ik weet er zelfs vele wonen Wol zog dan tocli waarwij zouden hem wel willen zien. Wol, vriendjes, welke taal spreken de duivels? Wat doen zij den gansclien dag? Men zegt dat zij niets doen dan God vervloeken en verwcnschen Hewel dan, de vlooker is dan een duivel, en waar een vloeker woont, woont een duivel De voerman, gansch beschaamd en vol van vrees, sprakIk dank u, goede pachter, voor uwe voordeelige lesik wil geen duivel zijnzoo aanstonds neen» ik voor van nooit meer mijne tong door dc godslastering, een zoo schandelijk en afgrijselijk schelmstuk ,to besmetten. Ja, vriend, uw voornemen is loflijk, tracht het te volbrengen. D' ondankb're monscli alleen durft Godes naam verdoemen. Die naam, dien 't hoilig Drom uit eerbied schrikt te nocfncn Toon Oomen was naar Brussel gegaan, en daar de straton gladdig waren, schoof hij uit, en kwetste zijnen elleboog. Waar woont ergens een dok- lor vroeg hij aan eenen voorbijganger. Een doktor, Mijnheer Daar recht over, aan den anderen kant van de straat. - Toon Oomen ging er naar toe, on werd in de salon gebracht. Dc lieer van den huizo verscheen. «Doktor, zei Toon, ik ben gevallen, en heb mij zoodanig aan den arm, bezeert, dat ik vrees Excuseer, onderbrak hem de heer, ik ben geen doktor in de medecijuen, maar wel doktor in de rech ten Zoo. - zei Toon, dat is wat anders, dan kunt gij mij niet helpen, want hot is aan den linken arm dat ik pijn hebon daarmode kon bij naar eenen anderen doktor gaan zoeken. Peer de zatlao iw 1 dorst, maar aangezien hij niets had dan eenen slechten halven frank, stak j ij twee riesschen die er juist eender uitzagen, in zijne zak ken. Do cone was niet water gevuld, en de andore was ledigzoo ging hij naar een kwakhuis. Geef mij eens voor een halven frank genever, zoide hij, en zette de ledige Ilesch op don toog. Het kort nat werd er in gedaan, en Peer stak zo in zijnen zak en gaf zijnen halven frank, en wilde vertrekken. Hola! riep de baas, dat geld deugt niet. - Niet? vroeg Peer; dat is spijt; ik heb er go-:n ander, wilt gij liet goed vinden? - Niet te doen, - zegde do baas, - geefv do ilesch De lcwaksmoel gaf de Ilesch met wa ter, cn de baas die dacht dat bet do flesch was waarin hij de genever geriefd had, nam dezelve en goot ze in het tonneken bij don anderen genever, en zoo behield Peer zijn geld en trok er mat den kwak van door. Het kastocl van Laarno is een der merkwaardigste overblijfsels van de mid deleeuwen. Het dagteekent van do twaalfde eeuwwerd in 1382door do Gente naren gedeeltelijk in brand gestoken, dan prachtig herbouwd. In 1451 was do heer van Laarne, Boudewijn De Vos, oud-schopene van Gent, ter dood veroor deeld, doch ontging gelukkig, zijne straf, Toen was er spraak van bet kasteel teenemaal to vernietigen. 's Menschen leeftijd is nog geeno seconde in vergelijking met de eeuwigheid. Zorgen wij voor een gerust geweten, eene matige bezigkeid en eone goede gezondheid; want zij zijnde bronader onzer vreugde. PIUS-LIED gezongen door de Eekloonaren op den bedevaart naar Stoepe, den 14 dezer. De Paus, helaas! stort bitt're tronen, Door haat en list in 't naauwgezet Hij komt ons vaderlijk vermanen Om hem te helpen door 't gebed. Refrein Maria, wil den Paus beschermen, Vertroost hem in dit tranendal Geleid hem met uw moederarmen, Hij is den vader van ons al. (bis). Hij die ons.zegent alle dagen. Hij die ons leidt langs 's Hemelsbaan: Zou hij de ketens moeten dragen Of uit zijn land als balling gaan 3. De goddeloozen, ah! beramen Een misdaad zoo verschrikkelijk groot, De wereld spant met d'hcl te samen, Zij dreigen Pius met den dood. 4. O Godgij zult dat kwaad beletten Gij, die uw Kerk toch nooit verlaat, Gij zult den helschen draak verpletten Die L" en Paus en Godsdienst haat. P. D. S. 1. Gelijk de visscher, als dc nevols vlieden, De vroegste zonnestralen gaat bespieden, En daarin hoop op helder weder vindt, Zoo staart uw mo»der in uw toekomst, kind O Engeltje, wat zult ge op aarde wezen Vreólievend of als ooi logsman te vroezen Geduchte ridder? Priester? Groote hold Of dichter schiU'rcnd op hot letterveld? Mijn engel lief, intusschen doe Op mijnen schoot uw oogjes toe. ik kan het krijgsvuur in zijn blikken lezen Hoe fier zal ik op zijne lauw'ren wezen Hij is soldaat.... hij loopt ten zegepraal, Hij vliegt vooruitliij is al gene raai Ziet, ziet hij tart kanon 011 zwoerd en bommen, En dreigend stuift hij door de dichte drommen De vijand vlucht het bliks'men vau zijn staal Trompetten, schalt en voert zijn zegepraal.'.. Mijn generaal, intiisschen doe Op mijnen schoot uw oogjes toe. 3. Maar neen. mijn zoon, hoe zon uw moeder zuchten, En voor u 't bloedig spel des oorlogs duchten Oliever vloeit in 't heiligdom uw lot, Ver van 't gevaar en in 't gezicht van God Woos gij die lamp die brandt voor 's Heeren oogon, Zendt smoekgobeén als reukwerk naar den hoogen, Wees gij die wierook dien do Serafien Aan d' Allerlioogsto al bevend aan komt biön O njijn leviet, intusschen doe Op mijnen schoot uw oogjes toe. 4. Genadoor liefde blind.en opgewonden Heli ik uwe wijze wetten, God! geschonden. Zoo ik misdeod straf, Heer !stral"niet dan mij, Ik dwaaldealléén dus heb ik schuld erbij. Bij eone wieg mag van de moedorslippon Niet anders dan oen vuur'go beo ontglippen, Godkies Gij zelf, want vaster is uw blik. En Gij, Gij ziet mijn kind zoo geern, als ik; En gij mijn wicht, mijn engel doe Op mijnen schoot uw oogjes toe. Oplossing van 't vorig raadselGod zag nooit zijn begin noch zijns gelijko, wij wél. Gevonden door den broederbond St. Nikolaas. Oudenaarde A.De Bock R.Martens H.Rombaut J.Van Brussel A.Vorsckelden ,T.Auwe- gem, Aug. DoKeiikelare, timmerman: A. H. enJ. V. uit de parochie dc II. Catarinate Brussel; Cliimmj, L. Van Vynckt; Oudenaarde, J. De Bruync en D. De Cr^-o; iSinove, Th, \anCauter, oud 9jaar; Oostende, de Broodbijter. Wat ziet men óonmaal in oen minuet i i tweemaal in éen moment? De Bièvre, Wiez BRIEVENBUS. B. P. geneert u nietalles is wol. Bravo, vriend van Cliimay, go zijt op goeden weg. St. uit Óoatwinkel; de Jurij zal uw berm r- king in aandacht nemen. St. Nikolaas; proficiat, broederbond, rnoget gij even goed gelukkig in 't leven van Pius IX. L. D. B. L. uit Laken, vóór 15 November. L>. D. M. Asscho, schrijf maar op. Ami dc L'ouvfier, pro ficiat! Vriend Frans. Oost. geen pikkers of zakkers, maar echte draaiers. Vriend Koben blameert uw gedrag. E. H. te S. 0,50 c. E. V. te B do kwitt, w. in orde; dank voor uwenaangeuamen. ,V. to Leeuw, wist niets or van neme wèl in dank. M. S. te Calloo, gelief do zaak met den postbode te onderzoeken, ik bob voor u geen centiem ontvangen. D. B. te Wieze, de naaste weck. Allen gegroet. AALST, 20 SEPTEMBER. Tarwe per hectoliter, 32 lit. Rogge Masteluin Haver Lijnzaad Hoppe (1872) de 50 k. Aardappelen, (roode) de 100 K. (witte) Boter per 3 K. Eijers de 25 Vlas de 3 K. Viggens 2 35,00 h 41,00 28,50 24,00 35,00 39,00 23,00 26,00 33,00 35,00 90,00 100,00 70,0 8,00 0,00 0,01 8,70 9,61 2,20 2,20 5,00 6,21 29,00 36,55 AALST, DRUKKERIJ VAN P. DaENS.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 4