Als gij göenen azija hebt neem dan heele assche doch zoo heet niet dat ze het vel zou verbranden leg ze droog op twee doeken en omwind er afzonderlijk de voeten van het kind mede. Laat de assche er twee of drij uren, ja langer op liggen, indien het kind er geene pijn van schijnt te lijden. Het doel dezer middelen is bet hoofd te ontlasten en liet bloed naar de beenen te trekken. 2U Middelen 0111 de stuipen, seskens te verdrijven als ze reeds gekomen zijn. Bijna onfeilbaar middel leg eene vingergreep zout op de tong van het kind. Daarenboven gebruikt dezelfde papplaasters of assche; gelijk wij hooger hebben aa ngeduid. Zet eene echel bloedzuigend diertje te Gent leken genaamd aan elke knoesel der voeten van het kind boven de plaasters, en laat zetwee uren bloed trekken. Stelp vervolgens hel bloed met spin- nekopneten die gij op de beten der echels leggen zult, en ze met eencn doek omwinden. De baanst of gebrand lijnwaad veroor zaakt hetzelve uitwerksel. De doeken mogen niet te straf gespan nen zijn om den omloop van het bloed niet te beletten. Deze kwaal, welke somtijds op weinige uren de dood der kin deren veroorzaakt, kan men door deze zoo eenvoudige middelen tegen houden of doen verdwijnen. Wij zijn voornemens onze lezers verscheidene dergelijke raad gevingen mede te deelen betrekkelijk de verschilligc ziekten waaraan de kinderen doorgaans onderhevig zijn. Deze raadgevin gen steunen op de ondervindingen zijn door eenen onzer be-, kwaamsle geneesheeren goedgekeurd. De trotschaard en de gierigaard zijn nooit gerust; de armen en da ncderigen van geest genieten eene volkomene rust. Met zijne driften te overwinnen, en ni t met eraan te gehoorzamen vindt men de waro vrede dos harten. HET EEVEKSTE Klim 9° VERVOLG. Helaas, ja sprak de Koster. Die schurken zijnlot alles in staat.... Hier zijn de sleutels van Kerk en Sakristij. En hoe is 't op 't dorp Zoo stille als in een graf. Aan 't werk dus Wat zullen de Fransche raten aardig kijken morgenvroeg.... Kom, vrienden geen tijd verld-en! En Karei met baas Mitsler, den koster, Mena en die boeren trokken de herberg uit. naar de Kerk. Mitsler ging net Karei vooraan en droeg eene dievenlaniecrn. Langs hier, sprak Karei; opgepast links, nu lechts,.... ha, we zijn er'1 Zal gemakkelijkst zijn langs de gr©te deur, niet waar Koster jamaar, de zegeling, heft eens de lanteern op,baas Inderdaad, üweers over de deur was eene strep» afcer aan beide kasten verzegeld en waarop geschreven /arme' a\ nom de la loi. Ziet-ge wel ferme au nom de la loê, zei de Kostei; daar staat de doodstraf op,mannen Wat gaat ge doen,Karei 't is al gedaan! en de band papier vloog op 't klrkhol Doe nu maar open. De sleutel ging in 't slot al krakende rond en zuchtend gin de Kerkdeur open.... Ei, hoe donker, 'tis als een grafwa\ vei dufde geur! nergens licht, zelfs de !amp van't tabernakel, d eeuwige lamp, is uitgedoofd, wijl de Heer-Jezus met gewd uit zijne woning is gedreven. Allen bleven in 't portaal slaan, eenigen van schrik, allen va ontroering want 't was reeds zoq lang dat zij den voet in dit heilige plaats niet hadden mogen stellen. Uit aller ziel klom ongc t wijfeld eene vurige bede ten hemel. Dat de II. Maagd gezeid nood Gods ons bescherme en be ware, zoo galmde Mena's zilveren slem. Amen deed de koster. Zonder haperen aan 't werk Op een omzien wa:en eenige waskeersen ontsteken, eene lad der bijgehaald, en Mitsler klom op het outaar. De overlevering wil hebben dat hij, reeds op zekere hoogte zijnde, een misstap deed, van de ladder viel en,- tot elks verbazing, ongehinderd bleefdoch dit feit staat£nergeus aangeteekend. Althans eer eene halve uur verloopcn was, stond het mirakuleus beeld beneden en werd door aebt kloeke mansarms uit de kerk gedragen, 't Scheen dat de engelen, nevens het outaar, hunne wezens tot droefheid plooiden, als ;:ij hunne Koningin de plaats door haar met duizen- de weldaden bezaaid zagen ontvluchten. 'I Scheen dat hunne stemmen klagend en dreigend door de kerk galmdenWee, wee het aardrijk En zwijgend trad de treurige eerewacht der Moeder Gods door dc kerke; hun hart was toch zoo benepen! in 't portaal keken ze nog eens naar de plaats waar ze zooveel zoetigheden hadden ge smaakt, die ze nu ontberen moesten. De Koster stak de deur in 't slot, draaide om, trok weer de sleutel af. Tot hoelang! vroeg Mena; 0 Heere, tot hoelang! Ja tot hoelang! galmde 's Kosters stem natot hoelang zal Godshuis gesloten blijven En niemand wist daarop te antwoorden. Na eenige oogenblik- ken afgezet te hebben, torschlten de dragers hunnen duurbaren schat weer op de schoudersMena las haar Rozenhoedje en in de stille des nachts werd het mirakuleus beeld door het dorp naar de hoeve gedragen van den braven landbouwer. Bernard Saey. Een weinig later was alles weer doodstil op de vreedzame ge meente Lede; geen levende ziel op de dorpplaatsdejloos lag, even als de andere buizen, in eene dikke duisternis verborgen. Tok! lok! ging het, aan den uitkant des dorps, op de ven ster van 't molenhuis. Wie daar Goedvolk; we zijn 't wij, üomien; doe rap open. De moeder, eene vrouw die bijna zestig zomers had beleefd, zat vol angst in de keuken. Haar moederhart sprong op en was slechts gerust, na wel gekeken te hebben dat heur twee kinderen voor haar stonden. Ei, kinderen, wat was ik ongerust! maar ge deedt niets dan uwe plichtEn alles wel vergaan Ja, moeder, t en kon niet beterOns-Lieve-Vrouw is op veilige plaats, waar geene schendende hand haar zal vinden. En Karei begon alles in 't lang en 't breed te vertellenMena voegde er nu en dan een woordje tusschen. God zij geloofdsprak de brave weduwe. Kinderen, we moeten God en de II. Maagd bedanken. Vader zal, in den Hemel, te vreden zijn. Ailen zwegen eene lange wijl. Werd hunne ziel misschien tot hoogere steeren verheven? Zagenzij daar dien teergeliefden Vader, in de glorie der Godheid, zijne wederhelft, zijne kinderen met hemclsch reine liefde aanschouwen! Wie weet het? onze ziel immers is door geen banden vast te leggen. God zegene en God beware u, kinderen! sprak moe- dei-, ten afscbeide 's Anderendaags, rond 8 ure, kwam eene bende Franschmans, gevolgd door het Jacobijnsch Aalstersch gespuis, met lange vin geren en groote zakken, Lede binnengestormd. Gevloek en gebrul toen zij de zegels gebroken zagenhelsch gehuil, vermaledljding, toen zij 't Wonderbeeld niet op het outaar zagen. Gezocht, her- zocht, gevraagd, heen en weer geloopen, niets te vinden. Onze vrienden zwegen en de brave Ledenaars lachten in hun vuist. Voor de Kerk stond dc bende te dreigen en een opperhoofd riep dc vuist naar 't dorp stekendeKomen zal 't er. al moesten we 't geheele dorp afbranden. Mannen, aan 't werk! al de meubels uit de Kerk en naar Aalst vervoerd (Wordt voortgezet). GEZOND POLITIEK. Siska- Awé, Doka, is er nu al 'ne Koning in Frankrijk'? Doka. Nog niet, myn kindge moet weten dat heeft nog al misteries aan; er is daar een partij in Frankrijk die niet en weet noch en wilt; Jambor zou mogen komen, maar op conditie van zijn witte Uag daar te laten en van te be sturen gelijk Lowie Flip en Napoléon. Sisra. Merdja! wat dat ge zegt! Doka. Ja, just gelijk't ik vertel. Eu Jambor zou willen veranderingen in 'thuishouden brengen, per exempel meer macht Lebben over 't slecht, en beletten dat er alle vijf voel revoliches in Frankrijk zijn gelijk sedert dc jaren negentig. NVant ge moet toch bekennen dat dit laud niet goed op zijn nooten staat. Siska. Dat is kleer. Doka. Komt dit niet bij die nieuwe manier van besturen, bij die gedurige kiezing en herkiezing? Mijn advies is ja als g' uw huishouden ziet, ziet ge de reld. Nu, Siska, boo zou 't gaan, indien uw kinderen recht hadden van te itemmen, van allo vijf voet de reglementen te veranderen? Siska. Wel! reglementen blijven reglementen, wat is dat nu?'k Zou eens rillen zien, reglementen veranderen dan is 't huishouden oin zeep j Doka. Zoo is 't in Frankrijk gegaan sedert da jaren 90. Men heeft 't volk liigens met steerten opgedraaid, 't volk moest zelve zijn wetten veranderen, le vijf voet was wat nieuws en wat verschten lange leste wilden ze de wet God geven en dan speelde 'te kat op do koorde: geen overeenkomst moer; chefs hun gezag kwijl, de onderdanen allabaudon, en eindelijk vecht»n en porden ondereen. Jamhor weet diten ook, hy springt nic-t om Koning zijn; Koning volgens zijn gedacht, of geen Koning,zegt- hij.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1873 | | pagina 3