msiTrmmv "1 hot afgelegen' dorp to bageveu Hierop weende zij bitter, zuchtte diep, on hustle het kruis van baren roozekrans, dien zij gewoon was met groote aan dachtigheid te bidden. Beide hare zonen, te arm om een rijtuig te huren, ver zonnen een middel ten einde den hertelijken wenseh hunner moeder te kunnen vervullen. Zij voorzagen oenen leuustoel met 2 draagstokken, zetleden daar hunne moeder in, en droegen haar naar de kerk. Verwonderd bleef het volk staan, beschouwde met aandoening dit voorbeeld van kinderlijke teederheid, en strooide bloemen op den weg langs waar zij gingen. De pastoor stelde dit oogenblik .van algemeeno aandoening ten nutte, en sprak over liet vierde ge bod ecne hartroerende redevoering uit, warrin hij de zegeningen door God aan do goede kinderen beloofd, vergoloek met de bloemen die men zoo even op de baan gestrooid had. Zijne'woorden, bekrachtigd doorliet voorgevallene, brachten welhaast bij de jeugd der gemeente de zoetste vruchten voort. 8Si?7cnbrij. Wasclit uwen l ijst, natuurlijk laat hem ecne uur weêken, doet er een weinig kanneel en zout in, water of melk, laat koken, roert er bloera in totdat liet dik is, en ge zult eene kermispotie kunnen opdienen, waaraan men zich zoo kloek kan eten om den Keizer van Duitschlnud omver te blazen. 'k Heb dtt van iemand geboord die kan koken tegen de beste op. De kuiper en zijn zwijntje. i. Luistert met ganuchte, Kn blyft hier wat staan 't Is een vieze kluebte, Ide ik zingen gaan. Van eeneu kuiper, Keil gróoten zuiper, Laatst op de reis ondergaan. Hij kocht op de markt Ken zwijn, 't was een zwart, 't Kn koste maar zeventien franken. 't Was een scheone beest, Wel gemaakt van leest De kuiper was verheugd van geest. (bis). Do kuiper naar buis, Met zyn zwijn in een zak Kn ieder bierhuis Hy nog eens aansprak. 't Kn koude missen, Die drinkt die moet missen, Zyn hoofd wierdt verdraaid van dien kwak Hij kwam op een plaats Daar zaten vier maats. En 't waren van de meeste kwasten, Zij gaven zoolang Aan den kuiper drank, Dat hij viel in 't slaap op do bank. (bis). 3. De vier kameraden Zijn zwijn dood gedaan, Met hnaste gebraden, Aan 't eten gegaan. De kuiper ontwaakte Kn aan 't eten geraakte Hij smeerde gestadig maar aan. Hij dacht niet dat hij Zijn zwijntjen opat. Terwijl hij daar te smeren zat, Staken zij terstond Een ouden hond In den zak,die men wel toobondt. (bis). 4. Do kuiper meend' even Te gaan zijnen gang, Maar hy die moest geven Vier franken voor drank. Hij zeid' hun melkijven 'k Kn wil hier niet blijven, Mijn zwijntjen beeft honger al lang. Hij nam dan dien zak. Waar dien hond in stak; Eu kwam alzoo thuis bij zijn vrouwe. Hij zeid'onbevreest: k Heb een schooue beest, Ziet eens hoe zij is gevleescht. (bis). 5. De zak was nauw open, Of den zwarten bond Kwam daaruit gekropen(goewgoew De kuiper terstond Dio viel op de steenen; En zijn wijf met eeneu Die sloeg zooveel als zij kon. Hij riep: o Pieternel. 't Is ean spook der hel Ik biilu, houd op van slagen Ik beloof en 'k zweer 't Is den laatsten keer. Nooit oin geen zwijntjen niet meer! (bis). Jan Fraueies De Boever, Eccloo. AU d boenders kaak'lcn lang en goed, 't Zal regenen in overvloed. kwade wijven, knorren en kijven. De koude, sneeuw en ijs, doen lijden zot en wijs. Een arme stand, geeft rijk verstand. - Leer en overweeg hee gij uwe ouders alles verschuldigd zijt Hoeveel lieeft uwe moeder om uwentwege geleden, hoe zeer heeft zij gewaakt, hoe zeer gezorgd en zich uitgeput Tel do zweetdroppels die uw vader vergoten heeft om u te, voeden, de stappen die hy gezet, de zorgen die hij uit liefde tot u ge tiad, en de ontberingen die hy voor u zoo geerne onderstaan heeft. K t V ermaak is overal voor dengene die het niet zoekt 't is nergens voor dengen e die het overal zoekt. De werkman wordt geboren, werkt en sterft vele rijken worden geboren, vervelen zich en sterven. Wie is de ongelukkigste! hen reiziger vroeg aan iemand die in de deur van een herberg stond Zegt eens, vriend, zijt gij hier baas in buis? Ja, mijnbeer, was liet antwoord, mijne Trouw is over drie weken gestorven. Een soldaat die in den slag van Waterloo beide zijn beenen bad verloren, zegde zeer bedaard Dat is nu mijn eigen schuld. Dikwijls heb ik den goeden God myn lyfen ziel aanbevolen, maar aan die ongelukkige beeuen heb ik niet oens gedacht. t SLMI. hen burgemeester, hoorende van iemand die tweemaal de pokken had ge- eB erTan gestorven was, vroeg of dat de eerste of de tweede keer gebeurd Een oud spreekwoord zegt- Do zedigheid is als eene witte lelie; gelijk het minste stofje en ook het kleinste ongedierte op deze bloem aanstonds be merkt wordt, en dier witheid ontsiert, zoo gaat liet ook met de lelie der zuiver- - beid, die door alle vrijwillige, ontuchtige inbeelding bevlekt wordt. Ik ben een dier met veel geduld, Ik heb de grootste plicht vervuld, Stelt gij mijn hoofd achter mijn staart, Dan hen ik een dorp, wijd vermaard. BRIEVENBUS. C n'.vangen uit Heestert 4 lr. voor 1874. Vriend V. te Gavere, De 11 erkmaii dankt u: bravo! met mainen als gij moei onze zaak vooruit; heer G. insgelijks dank! Men vraagt een LEERJONGEN voor de boekdrukkerij, ten bureele dezer. DENDERMONDE, Tarwe per iOO kilo. Rogge Mastel uin Haver Geerst Lijnzaad Hoppe (1873) de 50 k. Aalst, Kemp Aardappelen, (roode) de 100 K. (witte) Boter per Kilo. Eijers de 25 Vlas de Kilo. Viggens 2 Aalst, 5 JANUARI. Per kilo Ossenvloesch. 2 soort. Koevleesch. 2 soort. Kalfsvlecsch. Scliaaaps v leesch Lamrneivleesch. Verkcnsvleesch. Stiersvleesch. Yerech roet. PRIJ8RN VAX HUT Tt.BESCH 2 JANt/AHI '1873. ,00 h ,00 ,00 ,00 00 .00 ,00 00 00 00 ,99 ,00 ,76 ,00 39,00 30,00 00,00 25,00 00,00 36,00 85,00 0,00 7,25 0,01 0,00 0,00 0,00 83,00 1 35 1 12 1 05 0 00 2 00 2 10 0 00 1 65 1 10 0 64 1 90 1 60 1 40 1 15 0 00 0 00 0 00 0 00 1 60 0 70 AALST, DRliliEMI VAN P. Daens.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 4