NARkTPIUZRN. felijk man ware volgens de voorschriften van den Godsdienstmaar indien men slechts treffelijk man is volgens do wereld, ho mijne vrienden, gij gevoelt ge noeg dat men met zulke trelfelijkheid nog een groot booswicht kan zijn. De heilige Ludovicus, koning van Frankrijk, werd tijdens den tocht dei- Kruisvaarders, door de Sarrazijncn krijgsgevangen gemaakt. Hij toekende met hen eene overeenkomst om zichzelveu en verscheidene van zijne krijgso versten, die met hem insgelijks gevangen waren, af te koopen. Do Sarrazijncn hadden in het optellen hunner rekening eene misgreep van tien duizend livres teu voordeclo van den koning begaan. De Heilige Ludovicus" nochtans omdat hij zijn woord van eer gegeven had, wilde die dwaling niet waarnemen, en deed de Sarrazijnen ten vollen betalen. Hen treffelijk man,volgens do wereld, zou tien duizend livres in zijnen zak bohoudon hebben, denkende laat ze maar loopenwij zijn er van af. De H. Eligius, patroon der smids asten, werd door Clotarius II, koning van Frankrijk, gelast om eenen gouden zetel te maken, die met zeer kostelijke gesteouten moest versierd zijn. Te dien einde bezorgde hom d« koning eon a zekere hoeveelheid gouden gesteenten, welke Eligius, alvorens dezelfde te verwerken, nauwkeurig woog. Hij maakte, volgens het voorbeeld of model, dat men hem gegeven had, twee zetels in plaats van ecnen. Hij toonde voor eerst maar eenen zetel aan den koning, die ten uiterste over dit werk verge noegd- wasvervolgens loonde hij hem den tweeden. De koning stond geheel verbaasd en kun niet gelooven dat die tweede zetel gemaakt was van het goud dat hij aan de» smid had gegeven. Eligius was genoodzaakt de zotels in de tegenwoordigheid van Clotarius te wegen om hem van het tegendoel te over tuigen. Indien Eligius maar oen treffelijk man volgens de wereld ware geweest, hij zou voor den keni»g maar eenen zetel gemaakt en het overige van het goud behoadon hebbe». Die grooto en gemakkelijko diefte zon zijne treffelijkheid volgons de wereld niet geschonden hebben, maar zijn geweten of zijne conscien ce sprak: hij was ook treffelijk inau voor God. Dozelfdo Eligius kreeg later van Dagobert I, zoon van voornoemden ko ning, een sehoon on groet huis van hetwelk hij een klooster maakt». Bij dit huis lag een plekje grond, dat ook aan don koning behoorde. Eligius deed dien grond meten en vroeg aan den koning, of hij denzelven wilde afstaanten einde zijn klooster te voltooien: hij voegde er tevens bij hoeveel roeden dit plekjo grond groot wae. De koning maakte daarin geene zwarigheid en stond hem volgeemo dien grond af. Maar eenige dagen later ondervond Eligius, bij eeno twoede moting, dat er eenjvoet grond meer was dan hij aan don koning verklaard had. Hij was hierover 7.00 bedroefd dat hij aanstonds het werk deed staken en naar het paleis liep om den koning vergiffenis over zijne misslag te vragen. De koning was over die treffelijkheid zoo zeer vergenoegd dat hij tot zijne hovelingen zegdeZiedaar de getrouwheid van degenen die in Jezus Christus gelooven. Mijne gouverneurs en officieren maken geene 3crupulon, om mij groot® landerijen en heerlijkheden ta ontnemen, 011 die dienaar Gods wilt zelfs geonon voet van mijnen grond zonder mijn weten behouden. Waarbij kwam dat? Omdat die gouverneurs en officieren welke de koning bedoelde, zeer treffelijke lieden waren volgons do wereld on dat Eligius een treffelijk man was volgens den Godsdienst. Dus,in een woord, geene trelfelijkheid zonder Godsdienst. STRAATGEKLAP. Is er wel iemand ooit gevonden Die kokon kon voor alle monden Of "t is te zout Of wel te koud, Tc hart, te heet Te laat gereed, 't Is altijd iets, 't is altijd wat, Waarmeó da koker wordt bekladt. Ja, vrienden-lief, men heeft het nog gezeid. Waar is een steen voor elk va a pas geleid Is 't dat iemand zijn oordjes spaart En iets voor d'ouden dag vergaart, 't Is van den wrek, Den zotten gek, Den dwazen gait, Het dom schavuit. Hij wordt begekt, bespot, beklad. Zijn name rijdt doorgansch do stad: Ja, vrienden-lief, men heeft enz. Maar leeft een vent op grooten voet, Als hij zijn goud ras rollen doet. Dan is 't om 't meest, Die domme beest, Dien Balthasar, rt Is vast en klaar, Hij komt ras met den bedelzak, Als and'ren zijn op hun gemak Ja, vrienden-lief, enz. Spreekt iemand wat beleefd u aan Men roept: ei, zie hem daar eens gaan, Moschieu Baltist, Den doren Tist, Den dollen kop, Den vollen krop. Den franschen arlokijn, het spillewiel, Die straks voor elk op zijne knien viel. Ja, vrienden lief, enz. Maar is de man wat serieus. Dan is 'thij maakt van zijnen n Den wilden beer, Is daar alwéér, Den besseastok, Den lompen bok. Die raoont: ik ben des keizers nicht. Groote lanteern, maat- heel klein licht. Ja, vrienden-lief, enz. Doe wat gij wil, do boo/.e tong, Op uw bedrijf zijn liedje zong; Daarom *®or "t lest. Weet ik als best, Een sprcukje waar, En kort en klaar: Ga recht uw weg en zie niet om. Al spot do straat zich scheel en krom, De rechte vore, gelijk in het land, Recht ia do .ziel, reeht ook in d'band. Manier om ijs voort tc brengen. JTNeem 11 deelen ammoniakzout, IC deelem glauberzout Sal glaubriu 10 doelen salpeter en 3ü deelen fonteinwater, deze poeders, met het water ▼ereenigd, zieh oplossende, brengen eene genoegzame koude voort orn in het middt-u van don zomer ijs te vormen. Om mostaard l»gcn het bederven te bewaren. Doe een weinig zout 011 een weinig suiker er in. Men behoeft deugden en bijgevolg sterkte om godsdienstig te zijn, er zijn slechts driften en bijgevolg zwakheden vandoen, om ongeloovig te worden. Op zeker dorp kwam dc Koning, en de burgemeester moest eene redevoe ring aflezen.,De schoolmeester had ze gemaakt, en, ambtshalve, redelijk lang. Bon hoveling ziende dat die lezing den Koning begon te verdrieten, onderbrak zo om to vragen hoovoel de ezols in die streek wel golden. De burgemeester bekeek hem van 't hoofd tot do voeten en sprak- Als zij uwe lengte en dikte hebben, gelden zij 12 kroonen. Dit gezogd, zette hij zijne lezing voort. Een allerbest middel om de MOLLEN te verjagen, is petroololie. Men hoeft slechts een doekje mot petrool geweekt in den molhoop te steken en dit met een stuk steen te sluiten. R4ADSEL. Mijn e«rste Liedteen wonderbare kracht, Die 't opperste Wezen heeft voortgebracht Mijn tweede bekomt door 't eerste zijn naam, Eu schenken ons rust de beide te saam. F. A, te G. Op vraag van eenen werkman, die een appelken voor den dorst ver- gaard heeft, zal in de hoofdkerk van Aalst eene noveen van Missen geschieden, ter eero va» 8inte Pieter, den eersten Paus-Martelaar, om de ver lossing van onze» beminden Paus te bekomon. Do eerste mis, naaadag te 6 ure; de andere, de 8 volgende dagen. Da werklieden zijn vriendelijk uitgenoo- digd tot bijwoning dior missen. y? Is vorsohenen: letbnsschbts yan Z. II. Pms IX. door F. De Cutter; prijs per stuk 0,05 e.; por 50, 2,00 per 100, 3,50; per 1000, 30,00. Een vlijtige jongeling vraagt te Aalst oenen dienst of werk. DENDERM0NDE, 2 FEBRUARI. Tarwe per 100 kHo. 37,00 Rogge 27,00 Masieluin 34,00 Haver 24,00 Geerst 26,00 Lijnzaad 35,00 Hoppe (1873) de 50 k. Aalst, 73,00 Kemp 85,00 Aardappelen, (roode) de 100 K7,75 (witte) 0,00 Boter per Kilo. 9,45 Eijers de 25 2,27 Vlas de Kilo. 1.50 Yiggens 2 Aalst, 32,00 PRIJZEN TAS HET VLBB9C» TE GEXT. Per kilo 2 Februari 187-1. Ossenvleesch. fr. 1 40 2 soort. s 1 10 Koevleeech. 1 10 2 soort. 0 90 Kalfsvleeseh. 2 25 Schaaapsvleeach. 2 10 LammervleesGh. 3 00 Verkensvloeeoh'1 60 Stior8vieesch. 1 10 Versch roet. 0 60 39,00 28,00 36,00 26,00 27,00 37,00 75,00 1,05 8 ,50 0,00 10,18 2,45 1,70 42,00 1 95 1 60 1 35 1 15 0 00 0 00 0 00 0 00 1 60 AALST, unciKERiJ tinPDabss

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 4