E
Annemir. - Wel, al myn dagen! wat wy hoorea «n aen, 'k vraag het aena,
'nen Bisschop in 't kot steken.
Dikten. 'Na krawat is Bismarck
Annemie. Voorzichtig, Dikten.
Dikten. Laat mij, hier «n daar, gerust"k zou het in zijn eigen presentie
*«ggen
Casimir. Maar een ander kwestie de Kerkvoogd is aangehouden omdat
hij Bismarck niot wil te rade gaan in 't benoemen vun Priesters .en in ander
kerkelijke zakon.
Annemie. Wat hoeft die protestant daar affórens mcó!
Casim'ui. Nu, al de andere Bisschoppen doen 't zelfde; er is niet Óen die
zijn Geloof wilt verraden. Wat gaat Bismarck doen? Al die mannen in 't kot
stoken Dio 27 Pruisischs Bisschoppen
Lowie. En achterna komea de Pastoor» an 't volk.
Dikten. Bismarck heeft daar «en zwaar pak opgenomen.
Casi.mir. Hy moet er onder creveercn.
Annemie. Wel, al mijn dagen! is me dat 'ao werald!
Dikten. Dat is progrès, Anneiuie zo willen ran Ons Heer niet meerda
measch ia niet geschapen om God te disneu en hem hiernamaals eeuwig te
aanschouwen, zeggen ois liedendaagsche groot# geleerden.
Casimir. Z# komen er ver meó met hun progrös. Hebt ge van uvr leven
meer schelmerij in de wereld gezien 1
Annemie. Meer criemon, meer oorlogen. D# eene monsch wilt vo#r den
anderen niet buigen er is bijna geen orde.nievers.
Dikten. Overal, revolutie en twist.
Casi.mir. Deene moord verwacht de andere niet; fleus mogen ze de jugen
verdobbelen.
Annenie. En in do groote steden leven do menschon bijna golijk do ko
nijnen. 'K heb daar overlast stukken van hooren vartellen, van die kuishoude-
kos te Brussel en te Gentgo zoudt er u van ontfermen.
Dikten. Ons Heer laat de menschen eens hobben en tobben gelijk blinden
zonder stokze vallen en rollen van den cenen put in den anderen, krijgen
blutson en builen, en op 't eindo zullen ze toch eens de handen moeten omhoog#
steken naar den Schepper van hemel en aardo, zeggende: Helpt ons, of wij
vergaan
Annemie. En dan zal Ons H#er eens blazon, en Bismarck en konsoorten
zullen wegsmelten gelijk sneeuw voor d# zon, eu de Paus zal zijn# macht terug
krijgen, tot solatie van al de treffelyke menschen!
Casi.mir. Dat is altijd alzoo geweest, van den beginne af; in de Fransche
revolutie ook, en als t te zijnen ergste was, dan is onverwachts de redding ge
komenMaar, al gelijk, tot nu too zie ik geen gat in de zaken van Europa.
En in ons landeken is er ook vsol slecht.
Annemie. De groote stedn loopen naar den put.
Dikten. Er is op den buiten ook veel bederf.
Casimir. De liks komt overal, en den hoogmoed miteenen.
Lowik.We zonden, 's jarnitweedaartegen moeten werken. W# zijn
toch geen hottentotton om bliudelings in 't ongeluk te loopen.
Dikten. Helaas, vriend, do nieoste menschon worden maar wijs door
eigen ondervindingAnnemie, dat g'eens een karafken bier teptut; 'k zal
twylent do kaarten nomen. Want, ge kunt den dsg van vandaag met goon
plezier op de wereld donkon.
Do Spaarpot.
De spaarpot is een der belangrijkste meubels van een huisgezin: vooreerst
omdat hy maar twoe of drij centen kost, hetwelk oen groot voordeel is voor
degeldl eurzen die nietal to wel gevoederd zijn .Ten tweeden,omdat de spaar
pot eene oneindigheid, als men zoo sproken ruag, van wonderen vervat. Ik zou
durven wedden dat vele menschen daarop nog ui«t gedacht hebbon.
1° De Spaarpot in een der boste cijferaars dio ei kunnen uitkomen; hij her
haalt zonder oenige stoornis: 2 en 2 is -14 on 2 is 6; G on 2 is 8en/., onz.
De Spaarpot misrekent nooit en is daar in veol beter dan de grootste algobris-
ten, met GO lof gezegd. De Spaarpot is ook de boste ontvanger die er kan uit
komen. Op het einde van hot jaar levert hij u hot kapitaal ongeschoud-n, en
zonder aftrekking.
Hij is een excellente waarzegger,want hij zegt, aan velen die het niet weten
willen of vergeten zijn, dat een stuivor of 9 centimen 365 keereu, 's jaars ver-
m. nigvuldigd, 65 frs en 70 c., uitmaken, enz; Zoo dat hier uitvolgt dat
degene die wekelijks van zijn snuif-rook- of drinkgeld, 9 centimen in den
Spaarpot kan steken, hetwelk toch een kleinigheid is, zich op het eindo van
het jaar verrijkt ziet met 4 frs 68 a. Indien hij dagelijks 9 centimen in den
Spaarpot kon steken, zal hij op het eind? van hot jaar eene som van 32 fr.
85 e. gelijk wij hooger zegden, gowonnen hebben, zonder arbeid, zonder
moeite, zonder zielverdriet
.2° De Spaarpot is ook een uitnemend huismeester. Onder de talrijke lieden
die des zondags hun geld in de herbergen gaan dragen om het genot te hobben
van met de kaart.met het damberd,met de teerlingen te spolen. of hunne maa»
met bier te bezwaren, zijn er velen die zulks doen zonder bijna te weten wat
zij doen want indien zij op hunne vrouwen eu kinderen dachten, die dikwijls
door hunne onbezonnenheid, geduronde da woek moeten honger lijden, zij
zouden wol wijzer zyu eu hun zuurgewonnen geld niet in den voorschoot 'van
eunoa weerd of ceno wcerdin gaan storten.
- Ik heb maar eeuige centen meer, zegt men, waarom ze sparen zoo oene
kloine som kan mij toch geen voordeel toebrengen. Halt daar, zegt de
spaarpot, steekt uwe eenten in mijne romp: a 8 de maand uit is, zal ireeds
tamelijk wel voorzien zijn, en als hot nieQwjaar is, dan kunt gij mij den
- nek breken en gij zult eens zien hoe coutent gij van mij zult zijn (Oud.-r
- ons gezegd, de spaarpot heeft golijk eu ik zou hem niet durven leugènaeli-
tig maken.
3° De Spaarpot is ook een goedo zedeleeraar. [Hoe vele lieden zouden zich
niet dronken drinken, indien zy in geenc herberg kwamen Hoe vele lieden
zouden in geeno herberg komen, indien zij eeueu Spaarpot hadden
Hoe vele werklieden zijn door den drank te niet gegaan, niettegenstaande
zij in hot begin meendenhet is maar een druppeltje, het is maar ecu glas
bier O ja indien zij zich daarmede vergenoegden, maar helaas de booze
geest is slim, en leidt lien met een zijden toointje waar bij w il, eu zoo ziet men
dikwijs dat mans met huDne vrouwen echten, kwaad voorbeeld aan hunne
kinderen geven, en eindelijk tot de uiterste armoede, ja lot bet tuchthuis of
gevang vervallen.
Welnu, bemindo Trienden, maakt of koopt eenen spaarpot zet hem op
uwe schouwlysttraeht elkander te overtreden om er het meest van uw eer-
lijk gewonnen geld iu te steken; ea als het jaar uit is, spreekt mij dan en
zegt mij dan e<«ns of ik gelijk of ongelijk gehad heb
11 oe men sergeant icordt! j
IV. Jan zijnen eersten nacht in de kaserno.
De menscli kletst zich vast aan de plaats waar hij geboren is,
aan de personen met welke hij woonthel scheiden van die plaats,
van die personen is hem hoogst pijnlijk; dit ondervindt hot kind
dat de eerste maal ter school en vooral ter kostschool gaat; dan
vlieten er gewoonlijk twee warme fonteintjes; die pijnlijke 'schei
dingen vindt men in al de omstandigheden des levens, totdat de
groote scheidsman, de Dood, met hare scherpe zeissen tusschen
ons en onze vrienden de eeuwigheid komt stellen.
Edoch, is scheiden bitter, het heelt ook zijn zoels in. De schei
ding doet het goede zien welk wij komen te verliezen, het kind
ter kostschool, besett nu eerst de leedere zorg dat hij in moeders
huis genoot; de scheiding doelde vriendschap, de liefde heviger
blaken en zonder de bitterheden derscheiding, smaakten wij nooit
de zoetigheden vaneen wederzien. Welke vreugd als de vakantie
nadert! welk onzeggelijk geluk als de zoon ot de echtgenoot, na
eene lange reis, zijne welbeminden terugzietEn de groote
scheiding, vereenigt die ons niet met een oneindig getal vrienden,
waaronder wij ouders en bloedverwanten aantreden?
0 leven des mensches, wie zal u begrijpen! die samenstelling
van zuur en zoet! die doornen waarop geurige rozea onduiken?
Denken wij er genoeg op? de ziekte doet den sehat der gezondheid
beter genieten en waardeerende honger is de sous van 't eten
na de vermoeienis smaakt men de genoegteu der rust; euzoovoorts
metal de ongevallen des levens!.... Onbegrijpelijk, inderdaad, ge
lijk alles wat wij hierbeneden ontmoeten;.... doch, we laten
dien bedroefden Jan alleen op 't konvoi zitten.
Een schoonc lentemorgende trein vloog, door de kracht des
stooms, over de schooue Ylaamsche landschappen; bier, uitge
strekte kouters, afgeperkt iu honderde deeleu, alsof ze met hjn
en passer waren gemeten, effen gelijk eenen dorschvloer en
reeds beladen met de hoop van den landbouwer; bijwijlen kleine
boschjes waaruit een geschal van klanken ten hemel stijgen,
groene weiden, den kronkelenden dender, kasleelen en lusthoven-
in de verte kerktorens; dit alles bezaaid met boerenwoningen, ge
lijk de blauwe hemel met starren.
Wat schoon panorama! en hier en daar heelt men als rustpun
ten de statiën, meest allen in ouden bouwtrant met boomschen
steen. Erembodegem, Aalst, Lede waren reeds voorbij. Er waren
slechts vier personen in hot rijtuig; een stijve brusselsche reiziger
twee boeren die rookten gelijk fabriekschouweu en onzen Jan'
die, om zijne gedachten te verstrooien, het boekje uittrok hem
door den Pastoor gegevenHij las den titelKorte en gemeen
zame antwoorden, door De Segur, uit hel fransch vertaald.
Tiens'ne fransehman, dacht Jannaar de 34" uitgaaf; moet veel
gelezen zijn! Zal mij wel te pas komen, dacht Janwat ga ik
lezen? van 't begin at? neen, later, lees ik van 't eerste lot 't laat
ste; nu eens op den wilden boef opengedaan.
Onze Jan plaatste zijne twee duimen op de sneê van 't boekje
en opende aan bladzijde 33: Kapittel o. Ve Godsdienst is goed vo.r
de vrouwen. Juist goed, zei Jan; ze zeggen dat dit bij den troep 't
eerste en 't laatste is; we gaan eens zien, Jan leest: l)e Godsdienst
is goed voor de vrouwen. Antw. En waarom dan voor de mannen
niet?
Ilij is waar, ol hij is valsch. Is hij waar, dan is bij het evenzeer
(en dus ook goed) voer de mannen als voorde vrouwen. Is hij
valsch, dan is hij niet beter voor de vrouwen dun voor de mannen;
want de leugen deugt voor niemand.
Daar is niets op te antwoorden, dacht Jan in zijn eigen.
Ja ongetwijfeld, de Godsdienst is goed"voor de vrouwen
maar ook en volstrekt omdezellde redenen, is hij goed voor dé
mannen.
Da mannen hebben niet minder dan de vrouwen, hartstog-
ten, dikwijls zeer hevige, te bestrijden en evenzeer als de vrou
wen, kunnen de mannen ze niet overwinnen, dan door de vrees
en de liefde voor God, dan door de machtige middelen die de
Godsdienst alleen hun verschaft.
Voorde mannen, evenzeer als voor do vrouwen, is het leven
vol moeijelijke eu lastige plichten;plichten jegens God, plichten
jegens de maatschappij, plichten jegens het huisgezin, plichten
jegens zich zeiven.
De mannen moeten, even als de vrouwen, God aanbidden
en dienen, eene onsterfelijke ziel redden, ondeugden onderdruk
ken, deugden beoefenen, een hemel winnen, eeue hel vermijden,