8
Juiste tijdingen over Spaoje. De generaal van Bilbao heeft zich willen
overgeven, doch is door 't gepeupel in de gevangenis geworpen. Tie beschie
ting duurt voort; don Carlos ligt rond de stad niet 40,000 man: Srrano h'.ft
al zijn troepen bijeengepakt en komt Bilbao ontzetten doch, dit zal geenszins
mogelijk zijn. Men schrijft dat hij reeds voorstellen zou hebben gedaan, op
welke Carlos geantwoord heeft, dit in 't kort te Madrid te zullen doen.
Sabals, een generaal van don Carlos, heeft op de bergen, eene groote b -ude
uit Madrid ingesloten."
Al de ouderlingen, vrouwen en kinderen hebben Bilbao mogen verlaten.
In Frankrijk worden voortdurend nieuwe belastingen gestemd; het uur
der rekening valt bitter; ook wordt de versterking niet verwaarloosd. Napo
leon's zoon he«ft in Engeland eene groote bijeenkomst gehouden en dijnsdag
waren te Parijs plakkaarten uitgeplukt mot: Leve Napoleon IV.
BRIEVENBUS. Vriend Ed. M. te O. Ie laatontv. bewaar voor da naaste
weck.
Oplossing van 't vorig raadsel
Op dsn laatsten dag des oordeels, want elk dan zijn pakje zelf zal dragen.
Opgelost door Josefinneken van I.edeP. Van den Eeckhout, Moir
Mabilde, id.; en de twee die volgen prijs aan M. Baert, te Gent.
Mari;
Kn
e goede oplossing Ic geren,
'i raadsel van den Werkman,
rndcu alsdan
oord dn
Ah vriend, gij hebt lusi oin 'nen ezel te koopen
(Gij vrnagl ons wanneer zij bestkoop zullen zijui
Blijf hier maar wat staan, wil niet verder meet
lloopen,
Ik geef u een antwoord korlbondig «n fijn
Zoolang als de menseh in ontuchtige boeken
In danskotuu kroegen en schouwburg en bal
Vermaak voor zijn zedeloos harte gaat zoeken.
Zijn de ezels goedkoop, zij zijn groot in getal
Wees rap dus, want als eens do geessel des ïlecren
Den mcnseli komt bestraffen voor al zijn fenijn
En deze zijn oog wéér naar God toe zal koeren.
Dan zal er geen cze! meer koopelijlt zijn 1
l)ie allen lot 't zelfde doel
Overleggende dat, zeker en va
Jans oplossing er best op past,
Hebben wij z'iu stemmen gele
Kn ieder heeft van ja gezegd.
Ik dus, als lid der Maatschap;
Zeml u deszeliij oplossing hierbij Gent' IS Maart. E. Bacr
Als elk zijn pak zelf zal dragen
Zal men van geen ezelsduuno klagen.
Nieitwerkerken, 19 Maart 1871. P.V
Nog opgelost door C. Rasschaert, te Cherscamp, in schoono verzen.
Geachte Werkmansvriend te Lokeren, zendt den hrouillon met onzen vriend,
M. De Kinter. Maandag gaan wij op reis, voor Do Workman.
Hoe men sergeant wordt!
Vervolg.
Nellis las voort.
aan mijnheer Pastoor dal ik alle dagen iets in zijn boekje lees
met mijnen vriend Frans, van Sinlc-Lievens-Essehene. Dat is ge
schreven uit mcinens, dit boekje; gc kunt niets uilpeizen dat ze
tegen 't goed zengen, ofd'antwoordstaat erin, dat ge moet zeggen,
'ti3zoo. Beminde Ouders, als ik wat beter de stad Gent ken, zal
ik veel meer nieuws schrijven, 'k En wist niet dat er zoo'n groote
steëen 111 Aropa waren. En werkvolk! ge moest dat 's noenens
zien als de vespers bij ons uit zijn, is 't een gewoel op de plets,
hé! maar dat en is geen komparalie aan 't geen wij hier zien
al de straten zijn zoo vol als 's avonds ons papicelen.
Ons paptcelen laebtle Pieternelle, de oudste dochter ge
zoudt zeggen, waar haalt hij het ons papteelen. «'k Heb toch
zulke goeste op oen teiloor pap; wij en krijgen dat bier nooit.
Nellis, vroeg de moeder, zouden wij hem geen teel pap
kunnen opzenden?
Threse, 't is nog al een bezwaarlijke vraag we zullen
't eens onderzoekeu... 'k ga voortkrijgen wij bier nooit. En
een aardige taal dat z'hier spreken "t is altijd van gei, kwei,
zeulle, een betjen alzoo op zijn Ninofs.
Vader en Moeder, iksluite mijnen brief met de hand en niet
met het hart geef' mij van verre de benediktic en ge moet
geen droefheid maken omdat uwen Jan zoover van u is ik ben
zeer konlent, zal mijn drij jaren dienst met kloeken moet uitdoen
en dan als 't Godblicft naar huis komen om ons land te bewer
ken. Dag Pieternelle, dagStanse en Kobeken.
Uwen onderdanigen zoon en broeder,
JAN.
Ziehier mijn adres
Om te bestellen aan Jansoldaat te Gent, 4" bataillon,
3C regiment, o' compagnie; kasern St-Peelerspoort.
'k En heb niet veel geld meer over.
't Is gedaan; zei Ncllis, zoo 'nc langen brief lezen, 'k graaf
liever 5 roeien land om.
Man, als gc wilt, 'i avond lezen wij hem nog eens, en 'k zou
hem zondag, vóór d'Hoogmis, in de pastorij eens laten.lezen.
Geen slecht gedacht, zei Nellis den brief toevouwende.
VI. Jan krijgt antwoonlJan wordt vervolgd.
Het ltd missa est was door den koster van Denderleeuw gezon
gen, en onder een trippelend en blijde orgelspel schooft geloo-
vige volk langzaam de kerk uit, ceuigen naar de omliggende her
bergen, anderen naar de dorpplaats om 't nieuws te vernemen,
sommigen het veld in of near buis.
Daar loont zich de zondag met al zijne levende frischheid, in
die lieve buitengemeenten; de zon glanst nog eens zoo helder
over 't rijke veld spade en riek zijn in den hoek geschoven
de zondngskleercn aan den dag gehaald geene onrust, geene
bekommering oud en jong, grijsaard met den witten krans aan
aan 't hoofd, jonkheid in den vollen fleur huns levens, kinderen
met dc lachjes der onschuld op de lippen, allen snellen naar de
kerk 0111 eerst en vooral den Gever van alles te loven en te dan
ken. In de groote steden kent men bijna den Zondag, dien schat
der schatten, niet meer; velen zien naar de kerk niet om, anderen
loopen <tu pos ticceltfre1 naar een klein misken men werkt tot
s' noenens dan zich gekleed, haastig geëetcn en driftig naar
d' herberg geloopen.
Wat verschil met de kalme, vrolijke zondagviering die men op
de treffelijke gemeente ontmoet! Wat verschil tusschen de Brus-
selsche stijve, geblaukelte.gewitte modepoppen en die blozende,
met smaak gekleedde menigte, die wij daar de dorpkerk zien uit
treden. Maai* kijk! is dal onzen vriend Nellis niet, en zijne doch
ters? Jawel; Nellis gaat al dubbende, terwijl Pieternelle voorop
loopt en uit 't \yinkelke met twee bladjes papier en een klein
pakje komt. Tegen zijn gewoonte gaat Nellis recht naar huis;
wanter moet aan Jan geschreven worden. Tien minuten later
zijn allen in de Kamer, rond Pieternelle die schrijfster is gezeten.
En dan wordt ergepeisd, horpeisd, en alles ondereen geschreven,
van 't dorp, van de huwelijken, van den stal, van 't veld, van de
gevarendheJen, en den toestand des huisgezins, totdat het bladjc
papier gansch volschreven is. Word* vooitgezit.
LESSEN" VAN TONIA.
Zondig I wam ik ons Toni» legenhaai wenen lilonk van konlcnlcmcnl Da",
lonin, mcnselien hoe is 't? Ge ziet er zoo kon'cnt uit?
To.su. - Och. om mijn hert rechtuit te spreken, ja ik'k hen dear bii Tricnc
geweestgo weet dal haar dochtcrho d'ecrsle Common.c doet?
VS livkman Ja, Tonia, 'k heli dal vernomen.
To.su. En dat gaat daar tegenwoordig wel. Ze waren just bezig met in 't hoeks
km te lezen J en proper en int m huis! ze zullen mij nog te hoven schieten.... Maar,
alsg'eciis peist, dal is loch een schoon diugi 11, dicens e Communie; voor Tn 11 ouder
en voor de kiudcrco, g'lieel 'l huisliou len leert ei heler de religie meê, en daar is daar
iets in Zie, 'K en kan dal nid z. ggcu zondtr spreken.
VVciikiiAN. - 't Koiul daarvoor uit den liemcl. Tonia;
1o.su. - 'l Mag wel; want, zie, de vreugd beschrijven dio ik genoot op den mo-
n ent als iniju Toontje zijn Communie deed, dal cu zou gccnen prokurcur luimen
dom.
Werkman. - Of niemand, Tonia; Ons lieer laat somwijlen een druppelken uit
zijnen Hemel in ons harten vallen. Wat zal 'l zijn. in den volh n gloed van dit geluk,
Tu.\i.v. - Och, en zoovcleu die daar niet op pcizen! Ze zien de mcnsclien wegvlie
gen gelijk dc blaren van de hoornen.
\Y hikman. Gelijk dc rookwolken in de lucht!
Tonia En zo pcizcnnuH Verder.... Wel, al mijn dagend»l is een dwaasheid
W eiikjian. Kn er zijn er die ermee spotten en lachen
Tonia. - Ze zullen niet spotten op hun sterfbeddo.
VKcrAman. - Kr zijn er die de eerste Communie willen afschaffen en 't naar dc
kerk-gaan, en 'l doopen, en 'l liuuwi n en....
Tonia. llccre muriulika! 'I, zou lit ver dclocht afspannen omhier tc verstikken.
K supponctr eens dal dit alles afgeschaft is; en wal zal 't vooreen levm zijn? Er is
nu weinig liefde onder dc nu nsclien; de werkende mcnseli lijdt nu soms verdruk -
king en danei alzoo een leven! wel 'k zou liever ons kal zien lazig wordenEn
ze willen dat réerl in voege biengcuf
Werkman. - Tonia, als ge mij met een leugen bevindt, spreekt dan; ze zijn daar
al ver mee in de groote sieren, te Brussel, Gent, enzMaar, we zullen dit later
eens Inspreken. Hoe is 'l nul Toontje.
Tonia. Och, zoo wel! hij kan ol tuifelcn.
Werkman. En braaf!
Tonia. Nog geen spieikc contrarie in te zien.
Werkman. i Doet mij pleziermaai ziet loth wel uil uw oogrn, Tonia; want
den dag van vandaag is de wereld zoo bedorven ge zouüt wel lopercu bri.len meugen
dragen. Dag lonin, de komplinicnlen aan Domicn.
Tonia Zonder nuukeeren, Werkman, lol d'eer van u te zien De kompleinenlcn
van ouzcnltvege. En nis 'l u eens blieven zal. 'h VVeuscb u vriendelijk den "oeien
dag. Veel goedheid.
Korte levensschets «n Vinccntius a Paulo.
Vincentius wierd te Pony een dorp in Frankrijk den 24 April van het jaar
1575 geboren. Zijne ouders waren anno lieden. Van in zijne teederste jeugd,
had hij ecno buitengewone liefde voor de armen, zijne kleine verdiensten als
herdersknaap schonk hij edelmoedig in aahnoesen weg aan de noodlijdende.
Geroepen door God tol het priesterschap, had hij maar nauwelijks dien heüi
gen leveiistaat aanvaard, of hij werd op eene koite zeereis door Tut ksclie
roever.- gevangen genomen, naar Tunis gevoerd en daar ais slaaf verkocht.
Na twee jaren als slaaf overgebracht te hebben, gelukte het liern, zijnen mee- -
ter, een afvallige, te bekeercn en met dezen onder Maria's bijzondere bescber
nting vluchtte hij naar Frankrijk. De heilige stad en de graven der Apostelen
bezocht hebbende, bestuurde hij de arme parochie van Blichij; een dorpje niet
ver van Parijs, later dio van Chatellou, en verkoos deze nederige bediening
boven het ambt van aalmoezenier der koningin Ten j<7re 1619 werd hij met de
geestelijke zorg gelast over al dc galeijen in Frankrijk; daar voor de arme ga
leislaven kende zijneD iever geene palen. Ik lioordo, zoo schrijft hij,
hunne klachten met geduld aan, ik doelde in hunne straffen en omhelsde
hunne ketenen om er do zwaarte van te verligten. Opdat gij lieve lezers van
den U'O'/tmflH jzoudet mogen overtuigd'zijn van zijne groote liefde voor zijnen
evenmensch, haal ik u bier liet volgende voorbeeld nan. Op zekoron dag ont
moette hij eenen armen slaaf die over zijn ongelukkig lot de'droefste klachten
utgalmde. De heilige vroeg hom naar de redon zijner droefheid. Ik ben oen
vader des huisgezins, antwoordde de slaaf, ik heb t'huls vrouw en kinderen
gelaten, die ik door mijn slecht gedrag in de uiterste ellende gedompeld heb,
en mi dat ik hier boelen moet voor mijne misslagen is er niemand die ben hulp
zal bieden en ik.... ik kan niet...', bij deze woorden begon de arme slaaf bitter
te weeneu. Vinccntius, door de woorden des slaafs getroff n, en zijn berouw