g- 'e geven; öooii smaakte degcnever hem beter; nooit had zijne long losser gehangenen hij praatte dronk en rookte totdat hij als een zwijn onder de banken rolde, druomende van wraak en van schande voor den hijpocriet Jan. III. .l<m in 7 kot Milletonnerre! sprak kapitein Verbos, zijn hand op het voorhoofd s.aandc. De kapitein stond gansch alleen op zijne kamer en joeg dikke rookwolken voor zich; hij zager linlf gram, half droef uilIronste bijwijlen zijn zwarte wenkbrauwen tot over de oo'gen. Milletonnerre! dat komtmij wonder voor! zoo eerlijk op't zicht, en schelm en diet in de ziel! onlangs zijn leven slachtoffe ren en nu voor een weinig geld, zijne eer. zijn vrijheid verpan den Was 't hijpocrieterijSchuilt dc ondeugd dan achter een godsdienstig deksel; mag men niemand meer betrouwen?.... On mogelijk! de jongen zag er te eerlijk uit!En nogtans, bij al leen is op mijne kamer geweest; en in zijnen ransel is de horlogie gevondenVuige schelm!.... Verduiveld! ik kau bel toch niet gelooven Pijnigend moesten die gedachten voor den braven krijgsman zijn; want zijn breed voorhoofd trok vol rimpelen en eene rij zweep nemende trok hij naar buiten in de richting van den Kou ter. 'i Was rond den negenen 's voornoens en groote beweging op straatreizigers en vreemdelingen die de stad kwamen bezoeken, groenselvrouwen met hunne korven, kommissionnairs, studenten, burgersvrouwen die om provisie gingen enz. Gewoonlijk nam de kapitein, op zijne morgenwandeling al het nieuws in oogenschouw, doch nu scheen hij oogen en ooreii ver loren te hebben; hij dacht op Jan, op niemand dau op Jan en trok dubbende in de Arcades. Ha, kapitein, welkom! hebt gij al 't nieuws gelezen? De Franschen zijn verjilêtterd! De vraag werd gedaan door eenen net gekleedden heer die aan eene tafel zijn borreltje dronk. Weinig kan 'trnij schillen, advokaat, gaf kapitein Verbos tot antwoord; eene andere zaak prest mij de hersens; en hij legde hem gansch de zaak uit. Plichlig, man! plichtig! sprak de advokaat, alleen bij u geweest! in zijnen ransel gevonden! geen twijfel meer! Eu evenwel, eene inwendige siem zegt mij dal die jongen onschuldig is; zijn wezen is te openhartig, te aigeloos! De ondeugd neemt soms de schoonste vermomsels aan; wij hebben ander dingen gezien, kapitein! Neen, onmogelijk! overmorgen komt de krijgsraad bijeen; 'k wil den jongen zien en spreken. Advokaat, au revoir! En de brave man stond op, betaalde en ging den Kouter over, langsheen 't Justitiepaleis, naar St. Pietei's. (Vervolg nadien). I)c Sehnl Adolf, ecu jonge boekbindorsgast, zeer bekwaam in zijnen stiel-, maar wat ligt van inborst, zegde dikwijls tegen zicbzelvi n -wat kan toch een werkman sparen I niets, ja min dan niets. Ik zal nooit iu staat zijn om eenig geld te vergaderen en voor mijn eigen le werken. Ten gevolge van de schoono re dekaveling l)i acht Adolf em derde van zijnen lijd over met niets te dom, en ben ander derde met zijn vermaak te nemen. Zijn Oom, een oud seigvaiit. die den krijgsdienst verlaten had en bij de ou ders van den jongen werkman woonde, klaagde dikwijls over dit gedrag, hij keef, gaf goeden raad, maar;.... alles te vergeefs. Op zekeren dag waren al de bloedverwanten van dit huisgezin rond d- li oud-u sergeant vergaderd, en Adolf herbaalde volgens zijne gewoonte, dat dc spaarzaamheid van eenen werkman gansch onmitlig was en dat men, om met ijver te werken,een zéker doelwit moest hebben. Zijn Oom riep hem alleen en zegde liem: - Gij sprankt daar van rijkdommen te vergadereu. Mijn vri .ud, indien ik wat jonger was ik zou misschien iets kunnen doendaar lees dit dogblad. Dij nam inderdaad een dagblad uit eene schuif, behelzende het volgende artikel. - Men beeft aan hel Spaansche gouvernement gevraagd om op de cevers der rivier Llouro lo mogen graven, ten einde er verscheiden-, kof- f ws die met goud gevuld zijn to vinden, welke koffers zoo men zegt, er gedol ven zijn na den slag van Salamanca, door cenige krijgslieden die zich van machtiger vijanden .vervolgd ziende, genoodzaakt waren te vluchten, liet Spaansche gouvernement heeft deze vraag verworpen. Adolf riep met eene ontroerde st-m uit. Gij waart bij den slag van Sala- m.mca; bevondt pij u misschien bij die vluchtelingen lieve O u .Ia ik was bij hen. En gij weet waar de koffers mul dien schat godolvvn zijn Ik was een dergenen die ze gedolven hebben, en ik geloof dat ik dc eenigste ben die aan do kogels van den vijand ontsnapte. - Adolf sprong op, in de grootste verrukking zeggende: «En z.oudl gy die plaats waar zij gedolven zijn nog weder vinden? Ja on des le gemakkelijker, dat wij voor rigtingspuut twee heuvelen en twee rotsen genomen hebben; Welnu, lieve Oom. als gij wilt is de schat voor U. Wat machtiging is or nog noodig,? Wij hebben maar naar Spanje te gaan. den grond te koopeu, den schatte ontgraven en hem bier te brengen. Wat is er gemakkelijker? De Oom antwoordde koelbloedig: ik heb geea geld, en indien ik om geld lé bikomen mijn geheim aan iemand hekend maakte wat zou er van mij ge worden?Ach God lieve Oom. riep Adolf uil, terwijl hij de kamer met rasse schreden doorliep, is daal- veil geld voor noodig Ach ja?.... wel twee duiz nd franks, tenminste... Maar voegde hij or bijzoudt gij mij die «om niet kunnen verschaffen Gij meent dat ik er mede lach?.. Ja gij zolf Adolf gij kunt u in staat stellen om den schat te gaan ou'gravendoe dit, en ik laat hem u over. Geef mij alle dagen hetgeen gij op uwen arbeid kunt sparen als de som twee duizend franks bedragen zal, dan zullen wij ts samen naar Spanje vertrekken.Ho! lieve Oom, zegde Adolf met eenen pijnclijken zucht, dit zal ik noeit kunnen doen wat kan de spaarzaamheid van eenen werkman bijbrengen? Zekerlijk zeer weinig Wees niet ongerust, ik kan beter rekenen dau gij, en bij middel der spaarkas zullen nwe besparingen spoediger dan gij meent, vermeerderen, 4 an dit oogenblik af was Adolf een geheel andere menscliDoor d9-boop ondersteund, begaf hij zicli met grooten iover tot het werk. De eerste maanden vielen hem het moeielijkst. De jonge boekbinder had ge woonten aangenomen die hij niet gemakkelijk kon verbreken. De gedwongen arbeid was hem onvcrdragelijk bij moest die grillige veranderlijkheid over winnen, volgens welke hij tot dan toe zijne werken geschikt had hij moest de vernioeijenis en den afkeer van het werk te boven komen en aan de uit- noodigingen zijner losbandige kameraden wederstaan. Dit was vooreerst eene lastige taak meer dan eens ontbrak liem de moed. Doch allengskens begon de neerstigheid hare g&woone uitwerksels in hem voort te brengen: zij zuiverde ziju ln-rt en boezemde hem goede gevoelens in. Naar mato dat liet leven van Adolf geschikter werd, nam zijne genegenheid ook eene andere richting. De regelmatige arbeid gedurende geheel den dag verschafte liem des avonds eene zachtere rust; hy vond in liet huiselijke leven altijd een nieuw gcBoeg'-n liij dacht weinigen aan den schat, maar hij voelde dagelijks meer en meer liet zoetste geluk dat bij bij zijne goéde ouders en zijne teedere zusters genoot, en bij was verwonderd dat hij iu eene losbandigheid had kunnen leven welke hem \an hen verwijderde. Op zekeren avond was geheel liet huisgezin in de kanier van den ouden ser geant vergaderd. Men sprak van den eersten meester van Adolf welke na dertig jaren eerlijk gewerkt en ziju best gedaan te hel ben, zijne zaken vei la 4 ten bed c-n op zijn goed ging leven. Degene die de zaken van den uitmuntenden man zal overnemrti, zegde l Adolf zal eenen waren schat vinden indien liij er de waarde van weet to ken nen en de kalanten te behouden welk mijn oud meester door zijne eerlijkheid en bekwaamheid gewonnen heeft De oude sergeant glirnlaclilte als hij deze woorden hooi de. Des anderdags riep hij Adolf en zegde heinMijn kind, uwe twee duizend Franks zijn verzameld. Reeds zoo spoedig, riep de jongeling geheel verbaasd doch min vurig om de reis te ondernemen. - Ja, zoo spoedig, maar leest dit dagblad. - Hij bood hem een nieuwsblad aan, waarin Adolf las Men heeft do zekerheid bekomen dat de koffers welke op de covers van de - Douro gedolven ziju niets dan buskruid behelsden. Ach lieve Oom, riep de jongeling uit, meer beschaamd dan bedroefd, gij wist liet, en gij hebt met mij gelachen. Ik heb met u niet gelachen ik heb u eenen schat beloofd en gij zult liem hebben. Hij neemt den jongeling bij den arm, gaat met hem uit en leidt hem voor eenen schoon-n winkel. Adolf herkent liet huis van zijnen ouden meester liet was hersteld, berschildei'd, voorzien van al de noodige werktui gen, en boven de deur stond de naam van Adolf in gouden letters uitgediukt. Ziedaar mijn kind, zegde de oude sergeant die liem, met tranen van blijdschap in de oogen omhelsde, ziedaar hetgeen gij gisteren eenen schat noemdet: en gij had gelijk want gedenk het uw gansche leven, mijn vriend, de ware schat van den mensch is gelegen in den arbeidende spaarzaamheid, gelijk liet ware geluk gelegen is in de voldoening van het geweten en in de tocgenegï nlieid voor liet huiselijke leven DE KOEKOEK. De Koekoek maakt zelve geenen nest, maar legt in dien van andèr vogels, zooals de zeven-zanger, de groemiuk. de leeuwerik enz., en gewoonlijk maar oen ei in eiken nest dat door deze vogels wordt gebroeid. Als de jongskos be ginnen te piepen, konrt de koekoek van verre naar zijn geslacht zien. Zoo haast deze eenige macht hebben, vliegen zij uit. zonder hunne voedsters eeni gen dank te betuigen, weshalve de Duitschers zeggen, ondankbaar als eenen koekkoek. Die vogel zingl van de eerste dageu d r lente, soms op eenen tak. soms al vliegende, met eene lieesclia eu lispelend- stom, ziju gc/.ang wordt in allo talen vertolkt door crou, crou, Tor. Is 't wijfje zeer te vreden, dan klokt liet vijf d zes keoren or.ou, gi.ou, van den eeneu boom op den anderen sprin gende; 'l !r zang des koekoek», voor de landbouwers als een voorïeeken van goed w. ér. heeft bijzonderlijk 7 avonds zekere aangenaamheid. D- koekoek v schilt van' vleugels naar zijne voedstel-moeder hij weegt van 4 tot 5 oneen, is lang 13 a 14 duim»n. Men v erhaalt dat de koekoik en de nachtegaal ei ns om prijs zongen en den ezel als rechter vroegen. De ezel koos den koekoek docht de nachtegaal ging in beroep bij den menscli. die 't vonnis veranderde en sedertdien begint de nachtegaal te zingen, zoohaast hij den mensen ziel. Een gebroken glas doen dienen. Als een stuk uit een glas gebroken is. dan kan men dit nog doen dienen lot een zoutvat of iets anders; teil dien einde giet men zoo boog olie in dal glas, als men bet wilt afsnijden, i n nu n steekt er een gloeiend ijzer in. zoo rai liet -glas juist rondom de oppervlakte van de olie overspringen. Om nu den gebro ken rand zacht te maken, gelijk den rand van een ander glas. houdt men hem maar tegen liet vuur, dan zullen de scherp Miijdemle punten zacht en rond worden. Eünliieii voer <!e Eicrk. Keizer Martittnn liet nooit na in de openbare goddelijke diensten tegenwoor dig te zijn, en uit ootmoedigheid voorden grooten Heer van hemel en aarde, gimr bij nooit anders naar de. kerk dan te voet, zonder keizerlijk sieraad en door de volkrijkste struten. Keizer Tlieodosius dc Jongere verklaart dat de monarchen, de kerk binnentredende, de wapens en zefs liet diadeem, dit tee lten dér koninklijke majesteit, afleggen. (Cod. Theod. I. O.) Keizer Tlieodo sius de Groote aanbad in de kerk, op ziju aangezicht liggende, den Hestierder van liet heelal. |Deze manier van bidden iï bij de Polakken nog in gebruik.) Wanneer keizer Karei de Groole zich in Hoornen bevond, ging bij te voet naar Sint Peeters kerk don trap opgaande kuste hij eerbiedig lijk elke trede, cn dit in de tegenwoordigheid van zijn hoogedel gevolg, van den Paus en van gansch de romeinsche geestelijkheid. (Slolb. K. G. B. 24). DF.IEVEKI5US. Is er te Jlaldegcm geen bessembioder dio Werkman zon willen vorkoopen? id. geen schoenmaker te Sotlegem. Vriend D. S. to Eccloowel thuis gekomo»? Zal deze weck naar Dcnderhaulem komen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 3