Hoe men sergeant wordt! VERVOLG. De jongen is onschuldigWare de-bliksem temidden dei- zaal gevallen, men zou niet erger verschoten hebben. Onschuldig! riep de verbaasde Voorzitter. Onschuldig! herhaalden de officieren. Onschuldig! God zij gedankt! klonk het in Jans harte.... Doch de arme jongen zweeg, zelfs toen de kapitein hem driftig de hand kwam drukken, zeggende: Jongeling, vergeef mij, ik heb u ten onrechte verdacht; ge zijt een edel hart. Mijnhceren, als ge mij toelaat, -begon de kapitein. Zekerlijk en mogen uwe uitleggingen ons beletten hel von nis uit te spreken. Mijnheeren, die jongeling is zoo onschuldig als ik of'gij. Daareven vond ik er een ontegensprekelijk bewijs van. Ik zat op mijne kamer, in droeve overdenking, hoe dat die jongeling zich immer voorbeeldig had gedragen en nu op eens een vuige dief' kon geworden zijn. Lit natuurdrift, zonder te welen waarom, trok ik de schuif open, warrin de horlogic sedert den noodlot- tigen dag lag sedert dien had ze niemand aangeraakt en ze was er nog, in het papier gewonden, gelijk ze uit den ransel van de zen jongeling gekomen was. Verbeeldt u mijiie verwondering, toen ik, dit papier ontvouwende* er het tastbaar bewijs in vondl van Jans onschuld en van de helsche deugenieterij van sergeant Fratsi. Sedert lang kende ik die lage ziel, maar dat hij tot zulke lafheid zou geraakt, zoo diep gevallen zijn, kon ik niet ver moeden. 't Was bladstil in de zaalallen luisterden met opgehouden adem. Ziehier't papier, Mijnheer; 't is een brief van sergeant Fratsi, waarin die duivelsche ziel het plan smeedt om ccnen braven jongeling in den druk te brengen. Wat dunkt u? De brief ging over van hand tot hand; men moest hem twee, driemaal overzien, terwijl de kapitein met trotschhcid de oogen op Jan wierp. Door den Voorzitter werden ecnige woorden in stilte gezegd tot een officier die met eenige gewapende soldaten heenging; iedereen drukte zijne verbazing en vorontweerdiging uil; einde lijk klonk de bel, de Voorzitter stond recht en sprak op plcch- tigen toon De rechtbank was op 't punt eenen onschuldigen te veroor- deelen. Ileb dank, kapitein voor uwe inlichtingen; en gij, jonge ling, zijt van dit oogenblik vrij en voor 't gansche regiment, ten volle in uwe eer hersteld, 't Zal aan 't dagorde worden gebracht. Ik verklaar de zitting gesloten. Wie zal de ontroering van onzen vriend beschrijven? Geen woord had hij gezegd, doch zijne ziel werd door de hevigste schokken vervoerd, en toen Verbos hem nogmaals de hand kwam drukken, verkeerde hij in gewaarwordingen die men gevoelen doch niet uitleggen kan. Wie heeft, in zijn leven, zulke oogen- blikken niet beleefd? als eene huivering door de aderen naar 't hart loopt en men zijn lichaam bijna niet gevoelt, door de hevige gewaarwordingen der zieldie, moesten zij lang duren, ons stoffelijk bestaan in gevaar zouden brengen. Kom, naar mijne kamer, sprak de kapitein; g'hebt rust noo- dig, jongen'k zal uw brave vriend doen roepen; g'hebt rust noodig; wal is er? ge wordt zoo bleek? Niets, kapitein! danke u duizendmaal; maar als 't u belieft, wisten ze thuis, hij mijn ouders, iets van die zaak? <c Neen! maar wij zullen aanstonds schrijven; uw vader mag van nicmend dan van mij 't nieuws vernemenNon-du-diable hij is daar, de schelm Wie? "t was sergeant Fratsi die door de gewapende macht in de kasern werd gcbiacht; hij brulde als een os en slak woe dend de vuist naar Jan. De boosheid zal hare straf niet ontgaan, jongensprak de kapitein. Daarmee is de schelm voor goed uit't regiment Ge blijft bij mij eten, hoordet? verbant nu alle vrees uit uw hart; ik ben voor altijd uw beschermer! 's Maandags werd Fraus bij zijnen vriend geroepen en met eene lekkere flesch getrakteerd. De kapitein schreef eenen brief' naar Denderleeuw en 't was reeds laat toen hij de vrienden liet heèifgaun. 's Anderdaags kon Jan niet eten; de schok was te lievig ge weest; een dag nadien had hij de koorts; men riep den doktoor die den pols %oeltle, het hoofd schudde en het hospitaal aan raadde, waar Jan waggelende heentrok, juist terwijl Fratsi de rrngsverlaging onderstond en, als eerste straf, van de kaders des regiments werd geschrabt. (Vervolg nadien). De Distelvink, schrijft BufToh, schoon gevederd, met eene liefelijke 'stem. oen fijn instinkt, gemak om alles te leeren, zou meer geacht wezen, ware hij min menigvuldig. Zijne pluimen zijn vuurrood, gemengd met floer/wart, wit en goudgeel, wat hem op sommige plaatsen goudvink, roodvogcl, astrolimis doet noemen, dit laatste wegens de witte stipjes op de vleugels aan 't wijfje is rnin rood dan aan 't mannetje en geen zwart; de jougskens worden maar schoon rood hun tweede jaar. De mannetjes zingen zeer hef, van de eerste sclioone maarUclie dagen en heel den winter door, zelfs 's winters in eene warme kamer. Hunne nestjes zijn sterk, van sierlijken ronden vorm, langs buiten gemaakt van fijn mos, kruidjes, leverkruid, mumrnos. en van binnen droog gras, peerds- liair, vvol en dons; zij maken hun nestje op boomen en bij voorkeur op prui melaars en notelaars, en meest op zwakke, buigende takken soms ook neste len zij in struiken of dooruhnschjes. 't W'ijQe legt in den helft der lente, gewoonlijk 5 eitjes; als deze niet uit broeien, legt /.ij eene tweede en zelfs eene derde maal, doch telkens minder. De distelvinken zien hunne jnngskes zeer'gaarne, en voeden ze met ruspen en andere insekten, zelfs als zij in de muit zitten. Ze sterven veel van de val lende ziekte en het ruiven. Totale lengte van. den vogel: 5 duimen eenige lijnen; bek, G lijnen, vleugels G a 8 duimensteert, 2 duimen. Waarbij Lom! tiet dal hicii scene Liudcren meer heeft gelijk eerlijdü. Waarbij dit komt? Mijne vrienden, wij zullen bet welhaast gaan zien: met aandachtiglijk te beschouwen en te bemerken wat er rondom ons geschiedt, zullen wij aanstonds ontdekken dal. indien de kinderen niet meer zijn gelijk eertijds, de oorzaak daarvan is dat de ouders ook niet meer zijn gelijk eertijds, in andere woorden dat zij niet incer leven als christenen. De eenvoudige uitleggiug van eenige onbetwistbare waarhed-n zal ons dit met den vinger doen tasten. En vooreerst, hoe trouwt men? heeft men eenen degehjken, wijzen, eerlij ken, deiigd/.arnen echtgeuoot gekozen, heeft men in den keus zijner gezellin niet ecniglijk de aantrekkelijkheid der natuur gevolgd, zonder te denken op de hoedanigheden die een goed huisgezin, eenen goeden vader, eene goede moe der uitmaken f Als die keus eens slecht gedaan is, dan kan men er niet meer op t-rug komen, ca wanneer een der echtgenoten gods'asteringen uitbraakt, zich dronken drinkt, uitgestort is in woorden, dan is liet niet te verwonderen dat de kinderen, in dergelijke school opgekweekt, dezelfde gebreken hebben. Maar laat ons beter spreken, gij hebt u in het huwelijk begeven doch wist gij wel dat wat gij doedt? Wist gij wel dat het huwelijk een Sakramentis en dat eui Sakramei.t niet vereischte gesteltenissen moet ontvangen worden? En in dien gij gelijk er ongelukkiglijk zoovele» doen, dit Sakrainon'. op eene onwoer- dige, ja zelfs heiligschendende wijze hebt ontvangen, komt het geenszins vreemd voor dat gij uwe kinderen slecht opkweekt en dat zij hij gevolg het ver driet van uw leven zyn; want de H. Kerk, noemt het huwelijk: een Sacrament van J. G. ingesteld* 'loer hetwelk man en vrouw wettelijk verbonden worden en gratie ontvangen om kinderen tot Gods glorie op te brengen. Dus indien gij dit Sacrament onweerdig ontvangen lielil, en die gratie, gelijk er zoovele voorbeelden zijn. .door gecne bootveerdigh.id hebt verworven is het dan tc verwonderen, ik herhaal liet nog eens, dat gij uwe kinderen slecht opvoedt' Indien dan het tegenstrijdige van hetgeue dat zoude moeten zijn, plaats heelt, dat komt daarbij dat gij du gratie niet ontvangen hebt oni uwe kinderen wel op te kweekeu. En veronderstellen wij zelfs dat gij dit Sakraraent vveerdiglijk ontvangen hebt. wat hebt gij gedaan om die gratie te behouden en te verster- ken Er zijn maar twee middelen door welke men de gratie kan bekomen, te weten het gebed en het diktnaals naderen tot de HH. Sakramenten. Nog eens, ouders, bidt gij voor uwe kinderen en met uwe kinderen? Gij klaagt dat zij zelfs niet bidden, dat gij ze niet kunt doen te biechte gaan op de gioote heiligdagen. Maar doet gij zeiven zulks! Neen! Welnu, zijt dal niet verwonderd dat uwe kinderen zich zoo slecht gedragen. Gij zegt: mijne kin deren zijn mii niet gehoorzaam ik heb ze schoon te slaan, ik kan daar niets bij winnen. Zijn uwe kindereu dieren' ofwel zyn het redelijke schepselen? Als het dieren zijn, slaat ze dan, zij zullen voortgaan. Maar uwe kinderen, neen! Met uwe kinderen te slaan overtuigt gij hen niet dat gij gelijk hebt en zij ongelijk hebben, maar alleenlijk dat gy meer macht hebt dan zij. En indien gij dit middel waived gebruikt, zullen uwe kinderen eindelijk eenen haat op u krijgen; zij zullen geheel dun dag van huis zijn en maar wederkomen om er den nacht over te brengen. Laat de slagen daar en zegt tot uw kindmijn vriend, wat gij daar doet is slechtomdat God het verboden heeft en daar ik ten uwen opzichte te vertegenwoordiger van God hen, moet gij mij gehoorza men. Indien de overtredingen zwaar zijn straft met wijsheid en strengheid zonder gramschap, zonder drift. Met dergelijke handelwijze zult gij veel win nen. Als de ouderdom van naar de school te gaan gekomen is. kiest dan goede meesterszijt niet onverschillig op dit groote punt. Indien gij niet bekwaam zijt om er zeiven over te oordeelen. vraagt dan raad aan uwe'oversten. Als uwe kinderen ter school gaan en er door den moester gestraft worden, hebt dan de plichtige zwakheid niet van ze te beklagenondersteunt den meester, werkt gezam-ilijk met hem. Als de tijd nadert van eenen stiel te ieeren, laat dan uw kind aan zijn eigen niet over; geeft hot goeden raad. En wanneer gij eens uw besluit hebt geno men nopens den stiel dien uw kind wil leeren, zoekt dan eenen goede moester, eenen mandie den stiel wel kenl.cn aan anderen wel kan voortleeren. maar dat hij ook goede christcne zij, geen vloeker, geen onkuisehaard, en die des zon dags niet doet werken. BltlKVkNBüS. Vr. te Sl N. Ik hel. Je Ö.ÜO. na veel devoiren. gekreg n. .\u is"t lussclicn u en hem. Up zijn gezicht is hij nog al eerlijk. Vriend J'-pin-n. ver zoent u "l leven is te kort om vijanden te. blijven langs heide kanten was rr onge lijk; en ge riskeert alle twee van hier huilen te vliegen, met dit gezeg oh gczcid ik groi l u. l'ux. Vriend tc Kil. Studeert n. u. h. de regels der dichtkunstdo ge dachten zijn goed, maar... Groet n Vriend te E. bedankt voir Somcrgem. It. let;. Neen! .Makker te O. waar zijn de gedichten De Bo? Mij heeft gelijk F. is alzoo begonnen. In ons volgend nummer geven wij meer mirklcn. Raadsel Bcvrren cn CjIIoo; opgelost door Aloysius Van Puymbrueck. Calloo, oud 13 jaren, alsvolgt: In de gemeente Bcvaen zijn cr7l>0Ü inwoners en te Calloo omtrent 3000 duizeud; nogthnns zijn cr meer parochichancn; want op de Kerk van Bevenn staat er grenen haan cn op dc Kerk van Calloo staan cr twee, dus zijn er to"Calloo.meer parochicha ncn.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 3