-
omslaande hütëen werden verbrijzeld eivde personen die zich op
den aldinniYiiu^smricr bevonden, .voelden dezen onder hunne voc
len daveren. Hel droevigste vanal, was de dood van eenen der
werklieden, die zich met hel droegen der kardoezen bezig hiel
den; zijn lijk was gansch vermorzeld en in stukken en brokken
tüsschen de pninhóopen verstrooid. Verleden maandag heeft men
van zijn lichaam alléén een arm cn het boVciiste gedeelte vail het
jioold teruggevonden. De andere weikma'n heeft het leven bchou
den, doch hij bekwam eene ernstige wonde aan den arm. Hij weet
ïffr.l waaraan de oorzaak dezer ramp moet toegeschreven worden.
Jicn schrijft ons uil Brugge
Maandag 4 Mei heeft hier niet gr-óote plechtighei J plaats gehad
de jaarUjksche vermaarde processie van het II, Bloéd. Desloet
was geopend door een peloton ruiterij met muziek en gevolgd
ch'Or prachtige groepen. Achter hel historisch deel bemerkte men
de allerkostelijkste reliqtiie van liet H. Bloed gedragen door
Z E. II. KanonikRen. Deslpót rigtte zich nil de Kerk Si Salvador
tot voor den Ilalleloren yvaarce.n schoon altaar opgericht was en
op dit plein gekomen, wierd de allerheiligste reliquie gedragen
door Mgr den Bisschop van Brugge en den oudsten Kanonik. Daar
gekomen. heeft Zijne HoogwJ het volk 'gezegend ond< t het schallen
der trompetten en de stilste ongelogeudlieid van het ontelbare
volk. Daarna is de sloét uiteengegaan cn de H. Reliquie is naai
de kapel teruggedragen waar zij lei- aanbidding der christenen
gesteld is, en' waar gedurig eenen groolcn toeloop van volk is
ten einde dezen schat te kussen en te verécren
ï)onderdag aanslaande,zijnde iccsidag van 0. II. Hemel
vaart, zal er te Mei re eene boetprocessie met offerande van keer-
sen plaats hebben tot verlossing van onzen II. Vader den Paus,
de herstelling in zijne rechten en den Zegepraal der Kerk. De om
gang is eene der schoonste die er bestaan en geen twijiel of eene
groote menigte geloovigcn zullen er li'éncn snellen om de proces
sie bij le wonen, die zal aanvang nemen ten 42 ure.
L il Geeraardsbergen schrijft men ons dat er Zondag 'ne
-schrik van een volk op den Oudcnberg is geweest, uil al de om
liggende dorpen, om Ons-Licve-Vrouw voor de Kerk en voor
Vlaanderen le bidden.
Te Geut is, in de Wijngaardstraat eenen werkmanskring
ingericht; er zijn al 200 leden.
7 Kosters zouden hun volle bezigheid hebben met den
prijskamp Jan Tap. De naaste week de uitspraak.
Lateb Nieuws. De Carlislcii hebben wel Bilbao ontzet, voor
de groote overmacht, doch blijven even hoopvol en moedig.
Hoe men sergeant wordtt
VERVOLG.
XI. JAN IN 'T HOSPITAAL.
Het hospitaal of gasthuis; wordt in 't Fransch genoemd hotel-
Dieu, d. \v. z. Gods-hotel waar-de arme»,.zijne liefste kinderen,
worden bijgestaan. Och, de rijken 'vergeten zoo dikwijls wat
ImnncrG'adsdienst leert-, dat zij de armen niuimer-of nooit mogen
verslooiéiii. of verachten, dat elke stand achting yerdienf, dat de
geringe werklieden meer hulp, meer eerbied verdienen, nainate
hunne stand lastiger en pij ui ijker is'? En dit wordt zóó dikwijls
.vergctcijr 'T'7"
Wat zullen wij, nu 'jjgggen van'T. hospitaal 't ware zeker' aan
genamer voor den gcringen zieken werkman'van iemiaden zijnet-
vrouw en kinderen te kunnen blijven; niemands zorgen kunnen
liefderijker wezenzien lijden, troosten, helpen, doet vroegere
twisten vergeten, en hecht de harten vaster aan-malkaar. Wij
wenschtten dus uitterharte dat de werkende man wel genoeg
gehuisvest was, geld genoeg won, om, als God hem of de zijnen
eene ziekte zendt, het gasthuis niet noodig le hebben. Maar,
aan alles is eenen maar, maar wenschen en blazen, breken
geen glazende wereld is heel andersvele werklieden komen
nauwelijks toe als zij gezond zijn, hun huisje is te klein en wal
kunnen zij doen als de ziekte iemand der hunne komt tcellen, dan
een briefje van den doktoor vragen en de draagberre le ontbie
den. Vroeger, bij de heidenen, ging het wreeder :de arme zieken
werden als honden afgemaakt ol niemand zag naar hen om.
Godlof, ons Geloof is gekomen; een werkmansleven wordt zoo
duur geschat als eenig ander, en voor de arme zieken zijicin de
steden hotels ingericht, waar men niets betaalt en zooveel 't mo
gelijk is, in' engelen van zelfopoffering,4e liefde zijner bloedver
wanten terugvindt. O, ja, zij hebben 't woord ea 't voorbeeld des
ITeilands verstaan, de armen zijn mijne liefste kinderen, zalig
zijn de -bermhertigen,zij die, gelijk Eecloo's-grooie-dichter
Lodeganck/.zingt:
«ST,
Geboren in den scboot der weelde,
Om jeugd cn schoonheid aangebcên,
erstooten al "t genot der weVeld,
En vlieden zij naar 't kruishout lieên.
^Vat schoonö vci-zen, hél opkomende dichters* lel eens op hoe
vloeiend en wél volgens toon cn maal
Zij vlien er dieên, om haar Geliefden,
Te volgen op het heilig spoor
Om boet te plegen voor heet Vmenschdom,
Te bidden' nacht en dagen door:
Om ongfclukkigen le minne*!,
Om lijdenden; van troost te zijn:
O'.n zalf op elke wónd te -gieten,
Om heul te bién aan elke pijn
Hoe schoon! hoe wel cn waai* gezegd !Iloe gelukkig dat wij
zulke maagden bezitten, die onbeloond cn ongekend hier op
aarde, dienaressen der armen worden en hun jong leven slijten,
te midden van ziekten, van gekerm, van doodsréutel en van lijken
met recht zingt Lcdegimck nog
O Schepper! laat ge in nudor norden,
Geen zulke dierbre wezens toe.
Wie mint daar uwe ellendelingen,
Wie kroont daar uwe geeselroe?
't Is een zulker engelen die wij in 't Gasthuis, voor een Led
vinden! Hoe krakend net Üe,muren, den vloer, de beddelakens
alles waar g'uw oogen opslaat; langs weer kanten zijn lange reien
bedden, waar nlie slach van lijdenden, hunnen tol aan 't menseh-
dom betalen, 't Zusterke was bezig haar ronde te doen en stond
nu stil voor eene jonge bloem der velden, een jeugdige landsman
o daar komen cr zoovele» in de gasthuizen der grjote steden'
zoovelen dier frischc bloemen 1 maar verslonsd, bemorsd, Ver
trapt door de scliandigë ondeugd die er met duizenden ten grave
sleept. Maar, deze was van dit slaeh niet; zijn helder wit voor
hoofd, zijn rein wezen getuigen van een onbcsineurd ban.
Hij lag in heete korts, onze arme Jan, de'kaken rood, de lippen
bleek en.de oogen .wild in 't hoofdsidderend joeg hem 't bloed
door de aders en bijwijlen rilden al zijne ledematen.
Zuster Rosalia nam een fleschje van het nachtlalelke», «oot er
ection lepel van vol, minzaam sprekende.
Vriendje, ge zult uw medecijnen moeten nemen.
Jan keek verwilderd op cn ze ging zoo droef en beesch, zijne
stem
Och moeder, mijn hoofd, mijn hoofd
Anne jongen! arme jongen! toe, neem, 't zal u deugd
doen; ge zult haast genezen.
Vuur, vuur, ai, het arme kind verbrandt r Moeder, water
water
Juist kwam de doktor voorbij.
J ijnheer doktor, wat dunkt u van onzen jóngen,-vroeg zus
ter Bosaita; hij raaskalt.
De koorts klimt, zuster.
Wat zou die brave.jongen hebben?
Wie weet? we zullen morgen; zien; ujt eene hevige schok-
kiug, in eenen bi-and gekregen; een edelmoedige zielals 't maar
geenen delirium wordt.... (Hij nam de hand van Jan vast). De
puls klo] te geweldig. Zijt gerust, jongen..'»
Zeker, zeker, mijnheer Pastoor. Vervolg nadien.
De hofdammen tier H. EÖSüb'jth:, -dochter. dea'konHigs van Ilongarië en
landgravin van Tiiuiiiig.-n, wilden'.tine hwligê ófradrti dtilgaatliuizen te bezoe
ken, de zieke -li ar in menschen te verzorgen, onder voorwendsel dat zulks te
gemeen was voor p i u van haren hoogeu i;ang. Maar z\j gaf daarop de e
edele en treffende antwoord - Ik bereide mij yoor den dag des oordeels, opdat
ik den rogter, wanneer hij mij rekenschap zal'vragen, kunne antwoorden,
Zie, o Heer, zoo dikwijls heb ik u als hongerige gespijsd, als dorstbe ge
laafd. als naakte gekleed, als ziekebezocht en verzorgd! Wees dus ongena
dige regter! ;jt
Een landmen die ziekaebtig.. was giag eenen-me.dezij|inieestor in de naast
gelegene stad vinden; deze rade h«ua een bad te neujen.pn wees hem hiertoe
een hui' aan. De landman trok er naar toe. Hij wiel d in «ene kamer geleid
de dienstknecht, na alles bereid te hebben, zegde hem dat hij bet bad kondo
nemen en ging benen. Üe sul zette zich aan-lmt drinken'baai- liet lauw water
h-:iu walgende viel hij welliaasV nevens hét bad cn lag er U- spartelen. De
dienstknecht kwam op bet gerucht toe&doopen- Ach vriendje, zegde hem
deii boer, ik kan bel niet geheel innemenmoet ik er mede gcn .zen, ik geef
mij verloren.
Men vroeg aan oenen wijsgeer die honderd ,en Zoven jaren geleefd had, of
h.j liet loven niet verdrietig voipl. lk heb,4nij, wyi .mijnm ouderdom niet te
beklagen, antwoordde hij, omdat ik"hiyjiè'jongheid niet 'misbruikt bob. -
Een werkman door eenen zijner vrk-uiten gevraagd boe liet in huishouden
al ging. gaf tot antwoord: - Als ik 's noeris of Va\o:ids 't huis kom, dan vind
ik altijd een preutel pasteikeri met een zuur sauskom
Hebt gij getrouwd een kwade vrouw,
G'hebt 't huis vol twist en hert vol rouw