Sc fJocteltng. >!on leest in een dagblad van Irkoutsk,Rusland.dat op G April, in het klooster Vczncssensky, 'dezer stad, een pelgrim is aange komen, oud 124 jaren en komende te voet van het gouvernement van Tomsk. Deze eorhiedweerdigc ouderling heet Zakhar Gla- dysehew en is afkomstig van Tiflis. Zijn vader is overleden in den ouderdom van 148, en zijne moeder in dien van 138 jaren. Gladische-.v heeft,'tién jaren geleden, 't is te zeggen, in den ouder dom van 114 ja -en nog eene beêvaart tevoe' ondernomen van Tomsk naar INertchinsk en Kialhta. Zijn.gezicht en gehoor zijn volkomen goed bewaard eu hij gaat nog zeer gemakkelijk. Alleen in zijne armen gevoelt hij eene zekere zwakheid. In de kerk van hel klooster Veznessensky bleel hij, gedurende gansch den god- delijken dienst, rechtstaan. T Schijnt dal Rusland gedurig binncnpalmt langs den kant van Asia, en bijna tot aan China komt.... T Gaat zoo'; hoe meer men heeft, hoe meer men hebben wil. In de Fransche Vergadering is beslist dat de kinderen niet meer tot de kunstmakerijen worden toegelaten, tenzij zestien jaren oud zijnde.... Gen goed besluit. In Duitschland, nabij Carlsbad, zijn d'ander week, op min dan 4 uren, 180 huizen afgebrand. Do bevvooners ervan zijn nu in de aanpalende hoven en weiden gelegerd, ten prooi aan de grootste wanhoop. O.NCF.LLKKiCE wooRi). Op 22 Juni, rond 6 ure "s avonds had te Beauvais een moord plaats in de volgende omstandigheden. Twee dronken werklieden, de genaamde Cornu en Letrome, maakten twist niet zekeren .louve, oud vier en dertig jaren en meestergast aan eene timmerwerf. Hoe meer hij de aanvallen der bedronkenen ontweek, hoe meer zij hem met hunne bcleedigingen vervolgden, tot. Jouve eindelijk woedend een revolver uittrok" en Cornu een kogel door het lijf schoot. De gewonde stierf 's anderdaags, en de moordenaar heeft zich vrijwillig in de handen van het gerecht gegeven. De naaste week, kermis to Aalst, zal De Werkman niet verschij- non. Ons volk en wij moeten toch eens kunnen uitrusten. Po abon- nettten zullen in September eene vergoeding; krijgen do anderen knopen De jelijk 'ne, koek in de bakkerijergozeggen de schoolmeester:- Fcnlainas. de slechte kerel en tweevechter, it veroordeeld tot jaar ge vang en duizend fr. boetzijn twee getirgrn, tol eene maand. Hij zit nog niet vast. 'I Ministerie heep de afbrnuk van 'I kwartier 0. Vrouw ter sneeuw. Ie. Brusselgoedgekeurd, onder zekers conditiën ten voordscle der werkende klas. liiemnnil is me» zijn tol He vrede! Geen mensch, indien hij'door hot geloof niet verlicht is, is bier gelukkig of te vreden met zijn lot. Een rijke koopman had eenen grooten hof gekocht, on op de poort van zij nen nieuwen eigendom de volgende woorden doen aanplakken: Ik geef dit landgoed aan denzone die verklaren en bewijzen zal. dat hij volkomen met zijnen toestand Ie vreden is. - Hocvele heden werden aangelokt om die bezitting te bekomen maar het meeste deel.hun geweten onderzoekende, voelden Wel dat z.ij niet bekennen konden tint z.ij volkomen voldaan en met hun lot te vreden waren. Eindelijk kwam er een man, van zeer verre om in het bezit van dien hof to treden; want hij twijfelde geenszins of hij had al do ver- eisclite voorwaarden dio hem voor de andereu moesten doen stellen. Hij had eene goede gezondheid, eenen tamidijken rijkdom, eenen voordeeligen toestand, talrijke vrienden foegenegene verwanten. Hij kwam das met vertrouwen aan de poort van den hof alwaar de koopman zich dien dag gevalliglijk bevond. Waar is de eigenaar van dien hof? vroeg hem onze man. na hem gegroet te' hebben Gij ziet hem hier voor u, antwoordde de koopman, wat wilt pij van hem? Ik zou zijnen hof willen, antwoordde de vreemdeling, want ik ken nie mand wiens geluk aan het mijne gelijk is, on dio meer te vreden is, z.oo van lic ahdero'lieden als van zichzelven en zijn lot. Gij dwaalt,antwoordde de koopman, gij dwaalt mijn vriend, want indien gij zoo te vreden met uw lot zijt, gelijk gij het zegt, dan zoudt gij dit landgo.-d niet begeeren. gij zoudt er u niet aangelegen laten, gij zoudt zulke lange ri Ls niet ondernomen hebben om hetzelve te bekomen. Onze liefhebber zag welhaast dat hij bedrogen lias hij verwenschte zijne hegeerlijkheid die hem dun smaad veroorzaakt had. en ging zeer beschaamd weg met-het vast besluit van in het toekomende wijzer te zijn. De begeerten van deri mensch zijn onverzadelijk en die begeerten stooren en verkleinen alle woreidscho geluk. Alleen de begeerte dos .hemels laat aan de ziel de rusten den vrede; ja die begeerte verzacht al de kwalen dos leVen*. en vermeel d o t al «leszclfs genot. Het zijn dus maar de opréchte christenen die zoo gelukkkïg zijn als !ut in deze werrbl mogelijk is; de heiligen genieten er zelfs ec-n»n voorsmaak der homelscbe gelukzaligheid. G< lukkig .lus dege nen die leven en sterven met de eenige begeerte van eens God en' den hemel te geniéten. (i) Bij bet. verblijf van Pius VII in 1804 te Parijs, was er een man. wiens gelaat bij overal ontmoette, hetzij hij uitging of terug kwam. door het portier van zijn rijtuig, of door het venster van z.ijn paleis keek, betzij hij van do Tui lerien of van de O. L. V. Kerk terug keerde. Die man. welke zich altijd voor den II. Vader bevond, scheen niet oud te zijn; maar zijn gelaat was verwelkt en zijne haren begonnen reeds grijs te worden. Zijn uiterlijk was veronacht zaamd, zonder armoede aan te duiden van zijne jeugd waren hem alleen le vendige. maar sombere oogen overgebleven, welke eene onuitsprekelijke uit drukking aannamen, zoodra hij die op den Paus richtte. Pius Vil dankte do Voorzienigheid, wier ondoordringbare oogmerken bi ïaar Frankrijk hadden geleid. Hij verwachtte niets dan boon en onverschilli naar F beid te zullen ondervinden, en van alle kanten werd hem hulde bewezen. Man nen. die zich in de stormen der omwenteling met alleilei soort van gruwelen hadden bezoedeld, kwamen van eerbied, schrik en berouw doordrongen, zich aan zijne voeten werpen, hnnne zonden belijden en om genade smeeken. Ge leerden. du; er zich op beroemden. God en het bestaan der ziel te loochenen, door een zijner woorden of blikken verpletterd, knielden ©ogenblikkelijk langs den weg neder en ontvingen ween»nde den pauselijken zegen. Pius Vil smaakt» met eene zoete vreugde, deze onverwachte zegepraal en dankte den nlmachti- gen God. die op zijn voorhoofd en in zijnen mond. de twee eigenscbappan van hemelse lie grootheid had geplaatstde zachtmoedigheid en majesteit. Hij begreep weldra. dat de man, die hem met zooveel halsstarrigheid volgde, hem ook eene vreemde openbaring had te doen. Eens dat hij zich naar Saintl Clond begaf, deed hij aan de intrede der Champs-Flysées zijn rijtuig ophouden en na zich dooreen oogopslag verzekerd te hebben, dat de onbekende hem no~ volgde, deed hij hem door een van zijn gevolg zeggen, dat de Fans h»m wensebte te spreken. De man naderde met langzame schreden. Toen hij zich voor het rijtuig be vond, viel hij op de knién en kuste de aarde zonder een woord te spréken. De Paus boog zich met goedheid naar hem toe. Het is sedert lang. dat pij ons volgt, mijn zoonmet welk oogmerk doet gij dit? "Wat lubt gij ons te vragen* ls het onzen vaderlijken zegen - De onbekende schudde ontkennend het hoofd. Hoe is uw naam - De onbekende "bewoog de lippen, maar de Paus alleen hoorde zijn antwoord. Wilt gij bij ons biechten? - ".Ia. M. Vade'! mijn misdaad is zoo groot, dat ik overtuigd ben, dat slee hts een enkel mensch op aarde van God macht genoeg heeft ontvangen, om mij eene boet op te leggen en do ontbinding te geven die mensch. zijt eij!« Mijn zoon. - zeide Pius II op errisligpn toon. - men mag nimmer aan de bermhartigheid Gods twijfelen. Uwe misdaad is misschien zeer groot maar inderdaad, God is zeer goed. - Na hetgeen ik begaan heb, - antwoordde de onbekende. wi»ns stem lino langer Iwe flauwer werd. - na hetgeen ik gedaan heb. is het misschien clen hemel helepdigen van nog op vergiffenis te hopen. - - Zoodanige gedachte is eene beleedigmg der goddelijke bermherligheid- zoo gij nog leeft, is het. zooals g» ziet. omdat God u den tijd wil laten tot be keering. Ik z.al u dezen avond wachten. - II. Vader, wapen u met moed: maak. dat wij geheel alleen, dat de deu ren goed gesloten zijn. dat de muren mijne woorden zwijgend bewaren!- Pius VII dacht een oogenblik na en wierp op den onbekende een blik, welke tot de dienste plooien van z.ijn hert doordrong en zeide toen. na een oo»enblik stilte; - Neem dit papier, mijn zoon; met «leze vergunning door mijne hand onderte. kond. zult gij op elk uur, bij ons word toegelaten. - De onbekende nam bet papier, verborg bet in zijne borst, boog zich tot o Den hen zelfden dag had Lij met den Paus een onderhoud, dat meer dan twee uren duurde. Geen monsehelijk wezen zal immer weten wat ervan beide zijden in dit plechtig onderhoud werd gejogdmaar toen het geëindigd was en de Paus gescheld had. om iemand te dóen binnen treden verschrikte «le Kardinaal Pdie het eerst binnen trad. over zijne bleekè gelaatstrekken en wild» b»vet geven, om den onbekend» in hechtenis te ne men. Pms II weerhield den Kardinaal door eenen wenk; door eenen anderen liet hij den man vertrekken, wiens biecht hij had gehoord. - Wij zullen u uit Roomen schrijven, - zeide hij kort af, met eene stem welke hare gewone zachtheid scheen verloren te hébben«wacht onz.e be slissing af en volbreng du opgelegde boete. Ik. Stedehouder van God op aarde en de Kardinaal hier tegenwoordig, zullen dagelijks een gebed voor u opzen den. 1 Twee maanden na dit voorval, kwam or een vreemdeling bij don maire der kleine stad"", r-n verklaarde aldaar zijne woonplaats te w ill.-n vestigen. Het gedrag van dien man w»id op eens het voorwerp der algemeene nieuws»ieri"- hei.l. Hij nam zijn verblijf aan uithoek der stad. in cone verlatene Bouw vallige wuoning, w aar k.-r g vii» drij p rsonen gedurende don dag wooi bij kwamen. Eene vrouw, we-Ike hij geregeld betaalde, kwam bem des morgens zijnen voorraad brengen voor den geheelen dag, namelijk oen brood enwat versch water. Hij riiep op twee planken en QJschoon de winter op dat tijdstip zeer streng was, maakte z.ij bij hem.geen vuur.aan. Zijne meubelen bestónden m eene tafel, oen' sto.l en een groot-kruisbeeld liij bad bovendien noveen boek. waarin bij dikwijls owrw g. nderwijzo las: het was de 11. Schrift Do kluizenaars vau Thebais leefden ui t strenger dan hij deed. Wordt voortgezet, (1) Daar een nndem hoofbr. kende arbeid i bet beloofde verhaal over Brnssi 1 e dat niemand zonder ontroering zal lezen. Vriend Lean der. dunk. J tj zeerwel. E. V. te Oos'ndankbare groet Out vangen uil C. 17 kadeirs en 5 nit racanc. G. een ander raadsel stoiul nl. Lippen I. veel eer geschiedt u. dal komt van braaf, drtlig en rolkslicvend te zijn. Ge trekt in galop naar den Gloriak ben zeker dat'gij. in de hoogte uw t ertnne menden nu l zult vergeten. Groet u. J: n Hiti-di-nra- had aoa-nl -d-bar g-vai.dl., alta*lM,!fe,t „it Waar loeft gij vanvrqcg hij hem. Indien gij mij vraagde, antwoordde den bedelaar, waarvan sterft gij, ik zou antwoordenvan boiver. Dc wijsgeer Hippocratides ontmoette eens eenenjongeling vergezeld van eenen zijner vrienden, die een zeer slecht en ongeregeld ge.lrag 'had. Do jongeling werd schaamrood. omdat men hem ui zulk een gezelschap bevond. - Schep moed. mijn kind, zegde hem de wijsgeer; het behaagt niijgroote- lijks dit toeken van eerbar» schaamte te zien doch het zoude beter zijn u in bet gezelschap te begeven van jongelingen waarover gij 11 i,iet zoudt moeten schamen. - a verslindt, «tellen wi e weken uit, en geven «le Boetelin»-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 3