Verschijnt alle Vrijdagen.
:rc
De W erkman
IV or ill
IX DE STATIE. sit
dagen bij <le Uit
kcrborhl le
Kerk
uraat. X'7
Denderbelle.
Desteldonok,
Doel,
Ksschene (Brabant)
Eeeloo.
Galmaarden,
Gent,
Leop Sr
IJ. .1. Do Mey, (dorp.)
P. Do Potter, winkelier.
M Vander Ej.lt, boekd..
vl. Steenweg: 101.
Joief Mams.
Van .le Pitte. Goddons. 7ak«t 43.
J. Kvlenbosch Weversstraat.
i' De Meester, in de Paal.
Josel Vorlent. wiokolirr.
Silv. Goubort. bakker.
in de Statie.
Juf. Van der Weeln vrouw
De Pelsomaker.
P. Moens. winkelier.
Ivo Kveracrt. bakker
Engels, winkeliet
Autlrö an Mulders.
We De Deeker, Brugschestraai.
B. Sabatier
Balfou
id C. -t F-It De J.
Geeraardsborgen,
Groinbergon,
Dampoortstr, 76, P Wi
M Van Nie.iwlan.lt, zamlb.
e Clercq stokersstr. 'J. bij het X'ieuwla.
Heus lea
Ilïrlersem.
Kerxkon,
•go, boek- 4 steend. hoogstr.
M. Avoux, lithograf
M. D' Hollander,
B. Velghe-Maolewvn.
D'haescleir, Mozits.
J. B. D '.Iae'elcir.
Vit. Hagcinan, wink
M. D'Hoogho l'UUS
Ch. Van Hoorebecek. aan de kerk.
Th. Schotte Getteman. teekenaar.
M. L Tollenaer, winkelier.
JAAR N" 97 18 AUGUST! 1874.
Ma.'helen
Nodurbrah
Oudenaardo,
St-Nikol
Sehaarbek
Steenhuize
J. De Kinder, schoolst 41
J B Do Smet, dreef
Vanden Steen rammel».
Vander Gucht, bakker.
Siesken.
Fr De Maeycr,
.loscf DeNiel
Bourlon. winkel, dorp.
Kd Mulders, koopman
M Simoens, winkelier.
Mr Van den Ecckhout,koopman
Van Dierdoncq, Kerkbaljuw*
wde GeTacrt, winkeliers
nt.Verschoron. bakker en winkel'
Avoux-Mulkers, boekdr.
\V< Geersan,
I/. Ghys, winkelier
w* Hcrrebant. Kasteelstraat
Duclos, kerkstr !6
J B. DeNaer, Xa verlaan enlandb
Puuie Aug Pauwels.
Kr Van Goetein.
Pieter Van Oost.
K. De Smet, kalkstr. -19,
Ch Vcrschneren, St Apollonrstraat.
Oct-1 lotte, bij 't Kasteel.
JS: In 'l bureel of winkets CE.VTIEME.V.
.Ilcl tie po«l of Ie huls gebracht 'I.50 *u jaar».
Vooraf betaalbaar.
St. Gilles (waas,)
Thielrodo,
Uitbergen
Aug Van lloev, winkelier.
F lt. Vertongen.
F. Verstralen winkelier.
J. B Bui ens winkelier.
I.ejrs, barbier.
M. B. Hoorns, winkelier.
August Braeckman.
M. Veirinan, winkel.'
B Sues, winkelier, {dorp
Van der Niepen-Siaels, herb
J. B l)e Kinder,wijk F.lst
Al wat voor DE WERKMAN bestand is, moet vrachtvrij gezonden worden aan P Daens, opsteller, Molenstraat 72.
De twee familiënop wandeling.
(Zondag achternoen, na het lof, ging Domien met Tonia en hun
twee kinderen op wandel naar buiten, om versehe locht en gezond
heid te scheppen).
Tonia. Wat een hemclsch weer, Domien; 't es 'ne lust om
eens buiten te gaan; langs waar trekken wij?
Domien. Dat we nu eens de Kattestraatpoort uittrokken, naar
Hotstade.
Tonia. Gelijk ge wilt; Toontje, ge zult uwen stok nog bre
ken met op die steenen te slaan. Wel, mijnjakkericis dat Sis
niet en Threse met hun volk, die daar aan de nieuwe straat staan?
Domien. Ze zijn't, of'k ben blind, vrouw; ha, dag Sis, dag
Threse, alles wel? ge gaat ook een wandeling doen?
Sis. God zij geloofd, Domien, en met u ook, zie ik? wc staan
hier 'ne pink naar die schoone battemeuten te ziendat es gekapt,
heprecies kant
Threse. Kostelijk! Die walen zijn toch fijne werkmans; ge
zoudt zeggen dat ons volk dat Hiet kan?
Tonia. Al dat van verre komt, is rijk en schoon.
Domien, Daar is iets van; maar bij de Walen vindt men toch
goei werkmanswaarbij komt dat? misschien omdat de Waal meer
hardi is, of omdat ons jong werkvolk zich niet genoeg op de
studie toelegt? Hoeveel hebt g'er die vlijtig de lessen der Kademie
bijwonen? Hoeveel zijn er niet die hun jonge jaren in klodden en
vodden verslijten, in plaats van zich met serieuze studiën, die
hunnen stiel aangaan, bezig le houden!
Sis, Ja, ja, zonder moeite heelt 'ne mensch niets; 't verstand
is gelijk den grond, dat moet bewerkt worden.
Domien. En wij moeten nooit zeggen ik ken genoeg; wat
nu*niet te pas komt, kan later zijn.
Threse. G'hebt daar Nelle beuren zoon, 'nen braven jongen
die bij den troep is; had hij .een beetje fransch gekost, sergeant
zou hij gepasseerd zijn. -«
Tonia. HoC vele zijn er niet die zouden meestergast of iets
diergelijks geworden zijn, hadden zij iif hun jonkheid wat leeren
boekhouden, cijfferen,en hun schrijven onderhouden.
Domien. Maar, neen! dat volk moet van zijn 16 jaar den
grondigen zondag in d'herberg zitten, genever drinken gelijk
water.
Tonia.En wat komt daarvan? tijdverlies, slechte gewoon
ten, rusie en dan 't een sis-vanbaal achter 't ander. Ons Toontje
zal. als t Godblieft, wel leereu teekencn, en nog wat aanleeren
in 't schrijven en 't cijfieren. Dat we voortsgingen!
Sis. Gelijk ge wilt! gaat gij met de kinderen voren, wij vol
gen.... En wat nieuws in de wereld, Domien?
Domien. Wat kan ik zeggen, vriend? In Pruisen is 't: hoe
nader den avond, hoe verder van huis alle dagen meer rusie,
meer verdeeldheid, en verdeelde macht, zonder kracht.
Sis. Precies gelijk in d'huishoudens, waar allen 't zelfde zeel
niet trekken; kapot, gebroken, gelijk 'ne solferstek
Domien. Als g'eeus peisl, dat ze nu de Zusterkes der Armen
verjaagd hebben uit de twee fransche provinciën, die nu pruisisch
zijn geworden; is dat geen wreede dwingelandij? Slecht vrouw
volk mag daar blijven, -maar de brave dochters die hun jonk leven
ten dienste der arme mensehen verslijten, de die moeten weg!...
Kriemen zijn dat
Sis. En de Bisschoppen in 't kot steken! brrr.... Domien,
er is een slechte soort in de wereld.
Domien. Z'is er altijd geweest. Maar nu wordt het t' erg;
ze vreezen God niet meer, ze willen de Religie weg hebben, en
wat zou dc wereld zijn zonder de Religie? 'ne poel, een honden
kot, een menagerie van wilde dieren.... Zoude daarvan niet in 't
diepste van den.grond-kruipen?
Sis. Ons volk is zoover vooruit; ziet uw Toontje loopeu;
hij zal zich hals en beencn brekenei, Marticntje, voorzichtig,
Domien. Zie ne keer; den oogst is al weg; de boerkes heb
ben hun geweerd; nu smaken zij de vruchten van hun werk. 'k
Heb daar een gedacht, Sis.
Sis. Laat hooron.
Domien. -- 't Veld is een afbeeldsel van ons leven; g'hebt eerst
de lente, ons jonkheid, groeiende en bloeiende; dat is de fleur
van ons leven. Gelukkig die dan 't onkruid weten uit hun hart te
wieden; achterna hebt gij den oogst, dat is het leven, van 30 tot
60 jarenmen oogst wat men in zijn jonkheid gezaaid heeft; los
bandig leven, droeve gevorderde jaren, geenc vruchten; en dan
komt dc herfst, als de bladers rijzen, en de natuur zich tot den
dood bereidt; ik noem ik (lal den ouderdom; gelukkig die dan
iets op schuur en zolder heeft, die goeden echtgenoot, braaf, on
derdanig kind is geweest, die zijn leven in eer en deugd heelt
doorgebracht....
Sis. Wel, tantemarjan! ge zijl 'ne fillosoof, Domien: tien
prokureurs zouden 't nié beter zeggen.
