a rv\ Nu wist ik geen en weg meer met mijne verwondering en besloot van daar te blijven. Juist ten 4 ure, sliert zij, zonder reu tel, zonder doodstrijd. Geen oogenblik was dit woord uit mijn gedachtGod sal mij i'crhooren Ik ging met mijne vrouw naar de begravenis en zag daar al die werkmeisjes ot dienstmeiden met zulke deftige en ingetogcne manier, dat ik, na den dienst, er mijne verwondering over uit drukte. 't Is, zegde zij mij, de eerder stad, alles wat ge daar ziet, is zedig, godvruchtig en nederig. Ze maken deel der Congregatie van Onze Lieve Vrouw en niet eene ot zij beoefent groote deugden! Ik ben zeker dat bijna allen voor hunne gezellin dezen morgen te Communie zijn geweest. Eulalie was eene heldhaftige dochter. Zeg liever, 'nen Engel. Er zijn er eene menigte die haar gelijken. God had medelijden meimij. Al die woorden doorvliemden mijn hart. Ik liet mijne vrouw bij de moeder van Eulalie, en keerde naar buis langs de boulevards, waar gerots en gerij, pracht en weel de te hooren en te zien was. Ik, ik dacht op het arme werkmeisje dat kwam begraven te worden. Daar zag ik iemand afkomen dien ik, op dees oogenblik, wel duizend uren ver hadde gewenscht eene oude kennis, rijk, netgekleed, 'ne man van de wereld, van de vermaken. Ilij wordt geacht, doch ik die hem een weinig ken, hen gedwongen hem te verfoeien. Vanwaar komt ge, vroeg hij? Van 'l kerkhof. Gij hebt dus iemand der uwe verloren Pardon, ik heb eene arme werkster, kennis mijner vrouw, naar't grat vergezeld. Hij speelde op en vroeg of ik democraat, volksvleier was ge worden. Zijne tegenwoordigheid, zijn gelaat, zijne mal verbitter den mij. Ik antwoordde hem dat er weinig rijkeliêri waren die I zooveel eerbied verdienden als Eulalie S. Eulalie S. riep hij uitde kleine EulalieIs 't zij die dood is? ja. Verduiveld, 'tis spijtig! Een schoon meisje te min! Hebt gij haar gekend? vroeg ik op mijne beurt verwonderd. Ja, antwoordde hij met onbeschaamdheid, ik heb haar ge kend, doch niet genoeg. Die Congreganisten, vriend, zijn onge naakbaar. Als gij de deugd bemint, dan mag ik u verzekeren dat i deze werkster er had, en ver boven mijne middelen. Ik wil niet herhalen wat die schurk nog zegde; ik liet liem niet alles uitzeggen, maar werd als van den grond weggesleept en naar 't kerkhof gebracht, voor den verschgevulden put. Daar daalde Gods genade in mijn hartik had de boosheid en de onschuld vau nabij gezien; de wulpschheid en de reine liefde; ik knielde neêr, bad voorde eerste maal sedert tien jaren en, vol van eene ongekende kracht, belootde Ik niet huiswaarts te keeren vooraleer, mijn geweten was ontlast. Van dien dag af ben ik christen. Wordt voortgezet. Hen moet nooit vruchten plukken hij vochtig weer, noch in den vroegen morgen, als er dauw op ligt. Het schudden van vruchten, om tijd uit te winnen, is een verkeerde bezuiniging, daar de dus geoogste vruchten' veel minder waard zijn, omclai zij in den val 61 een kneuzing öf wel een ontvelling krijgen. De minste druk nu en de minste ontvelling zijn de voovloopers van' een zwarte of van een rottb'plek. Iedere appel oi peer of welke andere boom vrucht ook moet afzonderlijk en met de band geplukt worden. Druiven mogen nooit van de wijnstokken worden afgetrokken of afgedraaid, maar altijd met een scherpe schaar afgeknipt worden. Leopold I wandelde eens in burgersklceren in eene stad hij zag eenen soldaat die op schilwacht stond, die bezig was met eene taarie te eten, die bij van zijne moeder gekregen had. Leopold dé eerste vroeg hem wie hij was, wie dat zijne ouders waren bij wat compagnie hij was? hoeveelste bataiilon en regiment hij was? En de soldaat antwoordde .altijd op zijne vragen; en ouder- tusschen 'ne keer gebeten van zijne taarte ook en als Leopold nu verscheidene vragen gedaan had, vroeg eindelijk de soldaat aan Leopold, omdat hij zoo nieuwsgierig was, of hij misschien ook,soldaat geweest is, of was? Ik ben soldaat, antwoordde Leo pold; wat zijtgij dan, koporual? neen. Sergeant? neen. Officier? neen. Major? neen. Generaal? ook niet. (En de soldaat altijd maar voort bijlen van zijne taarte). Dan ziit gij koning? Ja, antwoordde Leopold I. Als hel zoo is, dan houdt mijne taarte vast? Ik zal mijn geweer presenteren.... Amelic, weetje geen nieuws? Neen ik Cisca. Ce kent wel Roste Gis, me waar? Ja ik. Eiwel, hij is gisteren noen gaan zwemmen, en hij is versmoord. En was hij dood? Ja lie;wat da ge zegt. Maar kijk, ten verwondert mij niet ook, hij zag er al zoolang miserabel uit OPLOSSINGEN DI5R PRIJSRAADSELS. Laai ons al Ic samen Dezen loven Die zijn zegen zoml van boven Die dun boer zijn sehuur heeft bclaün Met zoo menig zakje graan.... Wet zal dun boer wel zeggen Ik kan dit jaar-niet veel wegleggen En zal nog barder klagen Als de werkers giouter buur gaan vragen- Maar dan werkt den gast wat min AI stak daar wel ren groot uur iu En terwijl zij niet werken Nemen zij den kop van hel verken, Stellen liet voor de uur Waar zij vinden een vuur. Nu. denkt gij mij te verblinden Omd at ik gecucii toog zou vinden Kom maar eens in ons kar.tien Daar zult gij ceu grooten zien. Dek ik nu bet boofd van den toog Dan boud ik maar oog En keeren wij den toog dan om Dut is vast niet welkom, Want dan wordt het goot. Iets, dat iedereen verstoot. G. Bul té, sold, der Genie, I'll-" te ticrchcm. bij Antw. W as 't jaargetij droog en bet lenteweer guur, Gij, boeren zijl echter uitnemend te vredeu Du granen en boenen zijn reeds in de scun.it, liet braakland gemest en op voren gereden Eli vergt nu liet werkvolk een groolerc men. Daar rnoogl gc dit jaar absoluut niet van spreken Do oogst is schier dubbel, cn 't koren blijft duur, Het zal er gewis op geen stuiverken steken. Des werkmans gezin heelt hel 't huis nog zoo zuur, En schaméfcn helpen, die armoede lijden, is zeker een middel, in 'l akelig tra Dat lichaam en ziele vaneen zullen scheiden. Geen vreeze te lichhcn voor 't eeuwige vele. Eu u iu den Hemel te mogen verblijden. Staat liever wat min aan "l buffet of den toon. Waarop, in du herberg, de bierglazen pronken; Houdt 's zondags liet uur van 't naar buis gaan in 't ooe, Want velen, die dikwijls een poltellen dronken, Die stierven een vroege, rampzalige dood Dan sleepte uien ze ook al eens I-tiii door dc gooi. Ciguë Ophnsselt. Er zijn nog ander schooue oplossingen; spijtig dat wij ze allen niet kunnen geven. Latere tijdingen. De hop klimt overal in prijs. Op 15 October zal er in Frankrijk gekozen worden voor de openstaande plaatsen der Kamer. Dan zul men zien langs welken kant Frankrijk helt. Mac Mahon wil elk ie vrede stellen.' Zondag gebeurden te Rome twee betoogingeneene, van de Revolutie, die een gedenkteeu inhuldigde aan de Porta Pia, langs waar Rome over 4 jaar werd ingenomen de tweede betooging bad in 't Vatikaan plaats, door de katholieke maatschappijen van Rome. Op de redevoering dos Voorzitters, gaf Z. II. Pius IX eene treilende antwoord, welke de telegraaf nog niet gezonden heeft. Weinig nieuws uit Spanje de Madridsclie wachten en durven dc position der Carlisten niet aanvallen. Moriones slaat langs Car- rasal gelijk een hond voor 'ne gesloten hutsepotketel. Uit Kopenhagen wordt geschreven dat Pruisen voorstellen had gedaan om Denemarken bij het Duitsch Bondgenootschap te doen Treden. Denemarken weigerde en klocg die handelwijze bij Rus land aan, die er zeer misnoegd over was. Rusland zal nooit toe slaan dat Pruisen de zeehaven van Denemarken overmeesterde. Er isgecn twijfel meer. Rusland heeftaan don Carlos geschreven. Te Parijs slaat het brood 75 centiemen de "2 küoste Brussel wordt 1 kilo 56 centiemen betaald. De zwaluwen vertrekken en de lijfrokken en zokken k amen af. Op verscheide markten is de tanve weer afgeslagen. Eene groote compagnie van pefoolhandel is failliet, door den aanhoudenden afslag dier waar, wij spreken van Amerika; denegen bronnen der Unie geven 50,000barrels per dag, en zooveel wordt er niet verbruikt. Brievenbus. Een dicht uit Etichova Mijft voor do naaste week. Zcle, JA. Aallre, uw prijskamp, later. N° 90 is er nooit geweest. Knesselare, beter, doch., ik zal u schrijven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 3