ill A KKTP RIJZEN. - - Die zwijgen kan, geen wijzer man. De Polderboer De maat in twee. Tusschen de polders en Philip sol sol 5 Daar woont eenen rijken boer si si re do si la sol Hij bad oen I vrouwken, zij heette^ Jacqin lino. mi mi sol Zij had si Kalphaut dat sol sol jontjo zoo rap als foei re do si la sol i zijn echte name fa sol si la sol sol Men lieet den vader den lompe Pi -r sol sol sol fa fa sol si la sol Zij zijn alle drij mot den naam en de fanme mimi re do mi re do mi re do do) Zeer goed van hert en I goede ma nier sol sol la si do re mi fa do. 2. Pier zond zijn zoontje naar de kerke Om te gaan hooren naar 't sermoen, Kalphaut die vroeg of hij daar moest gaan werken, Of wat lnj ginder moest gaan doen. Keen, sprak de vader, ge zult daar hcoren. Wat dat de Pastoor heeft gepreekt, En als gij thuis komt, ik zal u ondervragen, uis Ziet dat gij daar niet aan ontbreekt. 3. Kalphaut die is naar de kerke getreden. Terwijl do Pastoor bezig was. De Pastoor preekte op de goede zeden, Kalphaut die meende dat het op hem was. Ily sloeg dat ook al in zijn ballen, D- Pastoor sprak in hetlatijn, Kalphaut die liep spreek uw moederlijke tnle Dau zal ik weten of het op mij zal ziju. Aan een mijner jonge vrienden. Dat God u zegene.man van goud,jong hart vol van aartsvaderlijke dnngdei.' Uws gelijke, tén allen tijde zelden, schijnen thans maai te bestaan als ixv.v laatste protestatie van 't goed tegen het zegepralende kwaad. Gij loopt ge dwee naar al uw plichten, gij bidt God, gij bemint do armen, gij eerbiedigt de oversten en de ouderlingen, gij werkt zonder klagen, goeno leugen bezoedelt uwe lippen, afgunstig zijt gij ni.-t, en over uw nederig lot dankt gij de Voor- zienigheid. Gelukkig uwe jeugdige echtgenote, eerbaar als gilgelukkig uw kindje in de wieg! gelukkig de dochter, liefelijke bloem die in de schaduw,; des gebeds gaat opgroeien, en die. nog niet kunnend.: spreken, toch op hot hoorei» vuu Jezus naam. weet te grimlachen 1 Gelukkig uw huis, schuilplaats van eer ca van zuiverheid, dicht gesloten voor de slechte uitwasemingen der wereld, uw huis over wier dorpel d godslastering nimmer zal treden, noch de gierigheid met hare valsche raadgevingen, noch den nijd mot zijue wilde blikken, aoeh de heerschzucllt zwaar van moorddadige droomeu Ouders-polltiek. Het kiud dat buiten spelen gaat, Zegt hoe het in den huize staat. Slecht voorgegaan, slecht nagedaan: men kan niet voorzichtig genoeg zijn mét de kinderen. Hier komt mij een bemerking te binnen, veriest dooi 'uen Schoolmeester gezonden - G'hoht ouders, sciireef hij. die als hun Jantje of hun Harbaratje tegen "no stoel loop» of eraf valt, dien stoel tegen den grond smihon eu er op slaau. Hoe dwaas Ze planteu de wraakzucht iu die tei-is: hartenls't zooniet'? die schoolmeesters zoeken't ver op. En x'bebbeu gelijk ook, want de hoorntjes moeten opgeleid worden als ze kleene zijn, later kraken ze kapot. Eens misleid, "t is te laat. kleine kinderen trappen op tlcroh- Ium en ijrooU op het hurt. Wie wee; daar nog iets op l Veel roemen meldt een dommen geest. i- De Pastoor begon nog meer te kijven. En zijn sermoen ging altijd voort, llij preêkte van de slagers van da wijven. Die altijd liggen in den drank versmoord, Kalphaut dia riep o gij valsche verrader, Gij speelt de meester gelijk Lauriaan, Eu om van mijn vader kwaad te zeggen. t Moete gij daarvoor in uw kuipken s.uan. Men smeet dan snotzak buiten do deure, Dat hij daar rolde langs den grond, Kalphaut die ging hem daar vertreuren, In eens herberg warr hij vader vond. Da vader begon hem te ondervragen, Wat dat de Pastoor hadgepreêkt, Dadde ge gew oon zijt van moeder te slagen 't Is wel besteed dat hij op u preekt. Luistert mans, al voor hot leste. Die er zijn vrouw geslagen beeft, Ik raad het u al voor bet besta Dat gij in 't toekomend heter leeft. Dan zullen uw kind'ren u uiet verwijten', Wanneer zij komeu van 't sermoen, Dadde ge gewoon zijt van uw vrouwken te smijten, J 't En is voorwaar geen manier van doen. "De Hechter Ongelukkige, gij hebt een voorbijganger zijn liorlogio ge- itoïeii eu ge durft zeggen det gij het alzoo niet gemeend hebt. Neen, mijn beer. waarlijk, want ik zocht naar zijnen portemonaaie. Liê alle dingen acht voor hetgeen zij zijn en niet v i gehouden worden, die is waarlijk wijs. v hetgeen zij uitgegeven a eenen barbierswinkel Een Engelschman, die voel schulden bad, werd dtor iHfii zijner sclmlddiscliera aangesproken. Wilt gij dan toch niet wachten .totdat de barbier mij geschoren heeft? oeghij.» - Nu ja, dat wil ik wel, zei da schuldeischer. - Ik neem u en uwen knecht tot getuigen, zet de djek tot den bankier, stond op, wassche zich de zeep van 't gelaat en ging ongeschoren heen. Sedert droeg hij eenen haard. De boer tusschen twee advokaten is een visch tusscheu twee katten, zegt de fepaiyaard; assi eote el pages entra dos advocato, conio el pegel, en tra dos gafo. In een gezelschap wilde een jonge boer de samenspraak wat levendiger mak Ju en b'egoii met te zeggen - De thermometer is vandaag lioog gestegen. - Ja, zeids oen jonge babbeles, die soort van vogels vliegen op sommige tijden van 't jaar baoger dau op andere. Spreekt dau liooggeleerd. Ncineo. Meester Hippik, gekend door zijne gierigheid, had do spaarzame gewoonte nooit ta snuiven dan uit de doos van een auder. lieu kluchtigaard. hem ziende naderen op 't oogenblik dat bij zijne snuifdoos opande, zeide hem Neemt gij snuif, inueater? Ja zeker. Hewol, ik, ik koop eren hij toonde hein den XaTerianen-verbroeieringslied. Waar kunnen wij toch beter ziju, In voorspoed of in leed en pijn, Dan wel bij christen vrinden? Daar rust oprechte hartevreugd Daar put men troost, vermaak in deugd Wat zou iuen 'cldors vinden Dan wrok en nijd En twist en strijd Niets wat verblijdt. Maar 't hart ia lijdt. Laat liern zwieren Laat hem tieren Hij die "t anders meent Wij zijn samen Blijven samen Slechts in God veroend(bis) ,k,; Tarwe. Mas tel u in. Rogge. Haver. Aardappels. Boter. Eijers. Ylas. Viggeos. •23-27 25.30 20-50 27-00 07-08 10-37 03 06-25 40-30 DENDSRMONDE. 23,27 00.00 20,50 27,0.) 07.08 03,25 01, 23,30 00,00 16.00 17,00 00,00 27,- 00.00 21,00 27.50 05,06 01,38 24,03 00.00 16,30 18-25 00.00 00.00 - St-NIGOLAAS 22,00 00,00 15,30 17» 07,00 03,00 AALST, DRDEK-ERIJ VAN P. DaG«S.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1874 | | pagina 4