MA RK TPRiJLEN.
Die kwalijk doet en wacht niet goed.
s^elt die tegen de uwe en oordeelt. Men is zeventien ot acl>
tien jaren getrouwd, eer men is uit zijne, kleine kinderen; en ge
weet vvat een vrouw is met h'aar huis vol platte kinderen; aan dit
klein goed ontbreekt altijd iels: dan krijgen zij landen, dan dè
mazelen, dan de pokken, dan liet schurft, daneene breukkomen
zij testerven, de ellende, het jammer en hei haripijn die eene
moeder daar aan ziet en gevoelt, is niemand bekend dan aan die
moeder is. Worden zij grooter, hoe menige outsteltenis heeft
eene moeder dagelijks niet! Hier vallen zij in 't vuur of kwetsen
zich met een mesdaar, in het water, dan loopen zij onder de
beesten en wagen een ongeluk, enz. Nu spreek ik nog niet van
kest en kleederen, dak en wand, schulden en lasten, daar de
getrouwde gesamenllijk moeten voorzorgen; dat is de oefening
aer gemecne dagen; denkt dan eens hoe het gaat op de feestda
gen. Daar zijn in onzen staat nog al zwarigheden, die hans hef
ten, en die men met geene trompetten zal afkondigen. Ik houd
dan staan, dat in onzen almanak meer vasiedagen, meer waakda-
gen en meer mager dagen komen dan in den uwen, en dat onze
almanak al meeermaals van onweder, hagel en wind, noordsche
buien en onstuimig weder spreekt, dan den uwen. Ik heb ge
zegd.
De Paters stonden versteld van die litanie. Eindelijk nam een
der oudste 't woord en sprak tot de vrouw in dezer voege; wat
hij zeide zal de geachte lezer de naaste week weten, 't Zal nuttig
en profijtig zijn voor iedereen.
Zekere boer had met permissieop 'nen koekebakslag
te Yleckem, dertien heete koeken opgeëten; ja dertien, een goed
vlaamsch dozijnI ge kunt denken hoe de vent dik werd: Ach,
zeide hij, zijn ze reeds gezwollen, 't is wel, maar moeten ze nog
zwollen, 'k zal pa cd jik bersten.
In de leering was er over de almacht Gods gesproken in
'l scheppen der wereld. Zeg mij, Hansken, vroeg men aan ec-
nen knaap, wie heeft de schoone bergen geschapen, die gij rond
ons dorp ziet?» Daar de jongen niet antwoordde, zeide een ander
gezwind: Ja, meester, dat kan bij niet weten, want 't is maar
van dander week dat hij in 't dorp gekomen is.
In eene Joodsche school sprak de meester van negers en
slavenhandel, en bemerkte dat er voor eeneu krachtigen neger
3 ;i 4000 dollars gegeven wordt. Den volgenden dag was 't Bij
helles. De meester verhaalde de geschiedenis van Josef en hoe hij
door zijn broeders voor 20 zilverlingen was verkocht geworden.
De kiuders hoorden die les met zichtbare aandacht. «Nulsaak,
wat denkt gij van de broeders des onschuldigen Josef?» vroeg
de meester. Dat z'hem veel te goedkoop hebben verkocht!was
de antwoord.
Behoedmiddel tegen de runderpest. Het recept is zeer
eenvoudig. Men neme 1 liter kreozotolie en schudde die met 100
liters water gedurende eenige minuten in een vat door elkander.
Zoohaast 't grondsop van 't mengsel geloond heeft,, giete men 't
water af en gebruike het tot hel wasschen der dieren. Men
wasscbe een of tweemaal daags het heele lijf maar meest k®p en
rug. Met het niet opgeloste overschot besproeie men de stalvloe-
reu, zoodat het strooi ervan doortrokken is. De stallen moeten
rein gehouden worden en van lijd tot tijd met kreozotwater be-
sprooid. Het mest moet gauw weg; in de drinkbakken doe men
een weinig koolzuur en men gebruike al de andere voorzorgmid-
deleH.
'Over eenige jaren, toen ae kwaal in Hollandzoo hevig woedde,
werd dit middel door de regeering voorgeschreven en met zulk
goed gevolggebruikt dat op de eigendommen der hertogin van
Weimar, geen eeii stuk vee gevallen is, terwijl in 't gebuurte,
waar die middel verwaarloost werd, het vee 90perl00 bezweek.
zegt de liollan Ier, gaat en z
Wiltje welen wat een gulden weerd i«,
hem om te loene
Sekreet van éen waotGod alleen:
Sekreet ven tweeën werd licht genit-en
Sekreet van drij weet elkundeen!
Gij hebt twee ooron - maar éen mond.
Dat. vriend zij u een teeken
Om veel te hooren en niet veel
Te spreken
Gy bobt twee handen maar éen mond.
Den zin boort gij te weten
Tweo zijn ér voor het werk, maar éen
Om te eten
1.
Men vindt in allo landen
Neuzen van alle slacht
Maar 't en is geeu schande.
't Is zelf hooggeacht
Pif, pouf, paf het suikerbolleken af
Want de grootste neuzen
Hebben dikwyls meest verstand.
2.
Als gij hem /.iet pasaeeren,
't Is gelijk een duivenei
Hik lacht om te c
Rn nog nog is hij blij.
Dan komt er een ander
Met eenen gekrulden neus
Zij zagen malkander.
Vriendelijk en fameus.
3.
Ik zag er dan nog eenen.
Mot een bril op zijn neus,
Hij viel daar over steenen,
Ho, ho, ho, dia zag fameus.
Zijn neus g'Ieek aan een kemel
Met een bult van boven op
Het was oen raar gewemel
Met eenen scherpen top.
4.
Den vierden kwam getreden,
t Was als 'no papegaai
Hij hangde naar beneden,
Kn was, was, nogtans fraai,
Daar kwam er dan nog eenen,
Met eea neuzo saperloot.
Zoo waar als ik bet meene,
't Was, 1 was gelijk eau suikerbrood.
5.
Den derden kwam vol kansen,
Mot eenen komousen ness,
Daar kon een aap op dansen,
't Was was gelijk voor 'ne reus
Den zevemste, wil het hooren
Had een neuske bliksems klein
Zij» aangezicht was van voren
Net als van een konyn.
6.
Den aohtsten was den losten,
Die krulde als een olifant,
Maar toch die was den boeten,
Want, want, 'tis raar in 'tland.
Ik zag nog zonder falen.
Hier biauuen de stad Tan Gent,
Henen den prijs behalen
Die was zonder end.
7.
Da wereld is oen wonder
Als wij duizend mensGhen zien,
1'wee menschen zyn er niet onder
Gelijk hoe kan het gesshién?
Doen élk die pryst den zijnen
Groot of klein of middelbaar
Kn ik, ik prijs den mijnen,
Ja, dat ia tast en klaar.
Tarwe.
Masteluin.
PiOgge.
Haver.
Aardappels.
Boter.
Eijers.
Vlas.
Viggcos.
AALST
27-5)
24.R0
22-50
28-50
07-08
10-27
03-50
05-65
40-50
DKNDliltMONÜE. 27,5')
00,00
20,00
24,50
07.08
03,25
01,27
01,70
ZELE.
22,00
00,00
16,00
17,75
00,00
03,34
03,—
NINOVI5
27,—
00,00
20,50
25,00
05,50
01,58
02,35
LOfC&lEN
23.00
00.00
tO.Oct
18.23
00,00
00.00
00,00
St-NICOLAAS
22,00
00,00
13,50
17.00
07,09
03,00
02,50
05.06
AALST, DRUKKERIJ VAN P. D.IE-NS.