Verschijnt alle Vrijdagen.
De erkman
pEUWS UIT JtOAtE,
Op Onbovlekte-Ontvangenis-dag, Z. H
Pius IX, de Romeinen ca Vreemdelingen
die hem ornamenten aanboden voor de arme
Kerken, ontvangende, sprak over het nieuw
tijdvak dat do goddeloozcn willen invoeren,
om de wereld ellendig te maken. Ik, zeide
Hij, zal van oen ander tijdvak spreken, dat
gij begint door het gebed, .door de bedevaar,
den, door het oprechten van Kerken,door de
veelvuldige liefdewerken, enz.
Behalve eene lichte valling die hem 'tspre
ken moeielijk maakte, is de H. Vader zeer
gezond.
Frankrijk.
Nog immer strijd tusschen degenen die
bet Koningdom willen oprechten, de Repu
blikeinen en dc Bonapartisteu tusschen
Mac-Mahon die zijne zeven jaar wil uitdoen
en tusschen de koningsgeziuden, zit het van
dag tot dag scheever. Bismarck zou liefst de
Republiek in Frankrijk zien. Van't Koning
dom schrikt hij, gelijk de hond van den
stok.
3 JAAR WHS. 13BECEÏH3ER1874
PIS IJS: in 'I bareel «f winkels 5 «XKHEHEX,
Het de pont of te hwi* gobruofcljaar».
Vooraf betaalbaar.
Spanje.
De Carlisten hebben te Guipuzcoa een
roote zegepraal behaald en de troepen ver-
ngen die rond Irun zoo ongoddelijk hadden
geplunderd.
De Serranisten verloren 3000 man, gene
raal Lorna is erg gekwetst. Mocht de oorlog
ïu haast 'geëindigd zijn.
Serrano, die naar't noorden is getrokken,
blijlt er bladstil. Hij verwacht volk.
Amerika
Wreeden brand in de handelstad Boston
itofTelijke schade 11 raillioen dollars.
Brievenbus.
By de Dames van Maria, tc Aalst, sal, van
Kerstdag tot 3 Koningen liet stalleken van
Uctlilclicm, voor iedereen te zien zyn.
W. lilas, ontvangen 2,üO voor 1*73. id. van
Gecrls, Ninove-id M. Stcynert, Mecrcndré,
id. M. De Scliryvcr, St-Gilles Vriend tc Sweve-
telc, alles wel ontvangen. Zcle, woensdag.
Gelijk men ziet, moeten wij eenige vervol
gen uitstellen, ter oorzaak van 't proces over
de moord van Denderleeuw, en van do inge-
koraene Kertsliederen. Er zijn nog andere,
zeer schoone, ingekomen.
Te naaste keer, een prijs-woordraadsel, uit
Gavere.
Al wat voor DE WERKMAN bestemd is, moet vrachtvrij gezonden worden aan P Daens, opsteller, Molenstraat 72.
DE MOORD VAN DENDERLEEUW
Men schrijft ons uit Gent, 15 december 1874.
Werkman,
Volgens uwe begeerte zal ik u, dag voor dag, schrijven wat er in 't Hof
van Assisen is gedaan en gozeid, over de moord van Denderleeuw.
Gisteren, maandag, was er ongewone beweging aan 't paleis van Justitie;
want do te beoordeeleu zaak heelt heel 't land door veel gerucht gemaakt.
De Voorzitter van 't Gerechtshof is Mr Coevoet.
Na loting en verwerping, nemen de 12 Gezwoornen plaats op de gestoeltes,
rechts, juist over de bauk dor beschuldigden, waarin gezeten zyn
L. Stoflyn, rijtuigverhuurder, oud 33 jaar.
Hermanus Van Daele, oud 40 jaar, echepene van Liedekerke.
Rufin Barbier, eud 34 jaar, burgemeester van Liedekerke.
Et zijn 232 getuigen ten lastemeest allen buitenlieden, een groet getal
vrouwen en jonge meisjes. Meest allen hebben korven en knapzakken, met
eetwaren.
Terwijl de greffiers in die groote menigte wat orde brengen, gaan wy de
zaal in ©ogenschouw nemen.
Eene donkere, sombere plaats, met marmeren pilarenal de tafels zyn met
groen laken bedekt. In de diepte, boven den Voorzitter, bangt een groot
Christusbeeld, den God-Mensch, om aan de getuigen te tooneu, dat zij eens
zullen rekeuing geven van hunne verklaring aan Hem die alles ziet en alles
weet, tot zelfs de geheimste gepeizen van ons hart.
Aan den audereu kant, hangt eene schilderij verbeeldende de eorste moord.
Op den grond ligt het lijk van den onschuldigen AbelCain, nog met bloed
bevlekt, kijkt verwilderd langs alle kanten, alles verwijt hem zijne moord en
rond hem zweeft de Engel der Wraak, met eene fakkel in de hand. Wreed
schouwspel voor de plichtigen.
In eene zitting door gendarmen bewaakt, zijn de verdachten gezeten op
Stoffyus wezen is niets te bemerken. Barbier en Van Daele, met zorg gekleed,
zien er hoegenaamd niet verlegen uit. Is 't ruwheid van gemoed of teeken
van onschuld? Is't...
Daar klinkt de bel en de hecren Rechters, in't zwarte tabbaarden, treden
statig binnen en nemen plaats.
De beschuldigden moeten hunnen naam enz. zeggen.
Dan zegt de Voorzitter tot de Gezwoornen, dat zij aandachtig dit lang en
moeielijk proces zouden toeluisteren, hun geweten raadplegen en goen acht
geven op den raug der beschuldigden.
Dan leest den Prokureur-generaal den langen akt van beschuldiging, waarin
alles wat de Justitie weet van 't naaldeken tot 't draaiken wordt beschreven,
en die hierop neerkomt.
Den 28 November 1872, eanen donderdag, ten zes ure 's avonds, zat Jan
Batist Van Droogenbroeck, gemeenteraadslid te Denderleeuw, in zijne kamer
bezig met cenen brief te lezen zijne zuster Lucia was in dezelfde plaatsop
eens wordt er door de venster geschoten; V. Dr. viel néér met verscheide
looden in 't hoofdaanstonds sprong de zuster buiten om hulp te roepen men
kwam bij en verzorgde den man die zoo ongelukkigkwam getroffen te worden.
Nergens iets van den moordenaar gezien; hij was spoorloos verdwenen.
V. Dr. bewoonde een groot huis, aan het uiteinde van Denderleeuw, langs
den rechten oever van den Dender, waar eene sluis bestaat.
De gebouwen aan den Dender dienen als pakhuislangs daar gaat men in
't bewoonde huis, dat in 't midden van eenen grooten tuin staat, die omringd
is van muren uitkomende op meerschen. 't Pakhuis was gesloten; dus langs
daar was de moordenaar niet gekomen, maar wel langs over den muur.
Drie dagen nadien stierf Van Droogenbroeck, en na een onderzoek van
8 maanden werden verscheidene personen aangehouden, o. a. Van Daele.
Sedert lang ging Vau Daele in 't huis Van Droogenbroeck en tegen dezes wil
van daar groote vijandschapmeer dan eens was 't gebeurd dat Van Daele er
kwam, als V. Dr. afwezig was en rap over den muur moest klimmen om niet
gezien te worden.
Dit was alles wat de Justitie kon vernemen. Weer 8 maanden later werd
de Justitie verwittigd dat zekere vrouw Stoffyn openlijk zei dat haar man de
moordenaar was. Louis Stoffyn was in April 1872 te Brussel tot 2 jaar ge
vang veroordeeld en daarom met zijne familie naar Rijsel gevlucht. Daags
vaor de misdaad te Denderleeuw, zoo verklaart zijne vrouw, was hy naar
Liedekerke getrokken, rechtstreeks uitgelokt door Barbier; terugkomende,
was hij zeer aangedaan en zegde aan zijae vrouw dat V. Dr. doodgeschoten
was. Door haar ondervraagd over eene woude aan den duim zijner rechte
hand, zeide hy dat dit kwam van naar musschen te schieten.
Van toen af werd Stoflyn een heel ander menschlui, ongerust, lastig
zelfs slechte echtgenooteeii6 Lekende hij aan zijn vrouw eene moord op 't
geweten te hebbendoch dat verbeterde hem niethij ging zoover van zijn
vronw te slaan en werd hierom door de rechtbank van Rijssel veroordeeld.
In April 1874 gingen zij naar Gent wonendoch StofTvn liep dikwijls naar
Rijssel voor slechte zakenten laatste verliet hij haar en zijne kinderen
vrouw Stoffyn kwam naar Liedekerke terug met het inzicht alles teoponbaren;
Stoflyn deed ditook,en werddour den Burgenieestcrniet aanghehouden,zelfs zag
men hem met Barbier en Van Daele. in eene koels, hot dorp doorrijden. In
Mei 1874 kwam de wachtmeester gendarm hem aanhoudendoch hij vertrok
zonder hem te vinden en e-en weinig nadien zag men met verbaastheid den
Burgemeester naar de statie van Esschene trekken met..., Stoffyn; zij boden
zich bij den prokureur des konings aan.
Stoflyn, ondervraagd nopens de moord, loochende alles en verklaarde den
avond dier moord te Rijssel teruggekeerd te zyn; Joch de statie-overste van
Okegem verklaarde dat hij maar den 29slcn een biljet voor Rijssel gegeven
had, en verscheidene getuigen verklaarden dat zij Stoffyn te Liedekerke hadden
gezien den 28 en 29 November. Karei Renneboog, glazemakor, verklaarde
dat hij den 28 tusschen G en 7 ure 's avonds Stoffyn had gezien nabij Okegem;
Pieter De Rouv, was insgelijks op dezelfde plaats iemand tegengekomen die
straf naar zijnen adem hijgde en aan Stoffyn geleek. Marie Van Schelfergem,
Catarina Van der Borgt, Antonia Vcrleysen, M. T. De Smet, vrouw Van
Schelvergem en M. T. De Grevo hebben Stoflyn den 29, 's morgens, te Luipe-
gera gezien.
Stoflyn bleef loochenen, doch een onderzoek te Rijssel gedaan, was hem
nadeelig.
In plaats van éen dag, zooals hij gezeid had, was liij er drie weggebleven.
De vriend, die hem aan de statie ging halen, vond hem zeer aangedaan en
met eene wonde aan de hand. Dit bemerkten nog andere personen. Later,
eens hij drank zijnde, had hij te kennen gegeven van in België eenen mensch
vermoord te hebbt-n, cu erbij gevoegd dat hij niet vreesde, omdat hij onder de
bescherming vau zijnen vriend, den Burgemeester stond.