Si terugkomst nan Den wcroorDcelDe. Daer hy zyn eyglien niet verstaet. Verhaal van eeneu 33. H. Dorps-onderpastor. (Naar't ciigelscli). 2,w VERVOLG. De jongste stralen der ondergaande zon waren op liet aardrijk gedaald, ecne heldere klaarte op de graanvelden werpende en de schaduwen der boomgaarden verlengende, toen Edward voor liet oud vaderlijk huis terugkwam, waar naar hij gedurende de lange jaren zijner gevangenis zoo pijnlijk had gesnaakt hij kon over de haag zien de hol scheen hem beter bewerkt dan vroe ger er waren bloemen, leeken van vrede en geluk doch de oude hoornen, onder welke hij, duizende keeren, moê van.spelen had gerust, gestreeld door cene teedere moeder, die oude hoo rnen stonden daar nog. Hij hoorde geluid van stemmen, binnen in 't huis ze klonken zoo vreemd in zijn ooren hij wist wel dat zijne arme moeder zoo n vreugd rond zich niet hebben kon de deur ging open en een hoopje kinderen kwam er vrolijk uitgeloopen. De vader ver scheen ook aan de deur, met hot kleinste kind op den arm, en de anderen, allen rond hem, op d'handen plakkende, opdat hij deel zou nemen aan hunne vreugden. Ach, zoo had de oud-ver oordeelde naar niet geleefdjliij herinnerde zich hoe menigen keer hij zich verstook onder 't deksel van zijn bed, als vader 's avonds thuis kwam, legen moeder keef en haar sloeg... DU gedacht ver bitterde hem en hij ging van daar de wanhoop in de'ziel en vol woede op zijn tanden bijtende. Zoo was dus de terugkomst, waarvan hij zooveel zoets had verwachten voor welke hij zoovele jaren had geleden Geen en kele groet, geen enkele oogslag, geen huis om hem te ontvangen, geene hand om hem bij te staan; en dat in zijn geboortedorp Hij gevoelde dat hij in 't ballingschap zijn geboortegrond an ders had gedroomd dan hij wezenlijk was. Dit gevoel viel als ijs op zijn hart en verpletterde hem. Hij dierf naar zijne moeder niet vragen en ging als uitzinnig terug naar het dorp; waarheen? hij wist het niet onvrijwillig geraakte hij terug op 't kerkhof en bekeek daar de talrijke kruisen bid voor de ziel van.... Hoe vele oude bekenden vond hij daar niet Ach, dacht hij, mocht ik daar ook rustenvoor altijd! neen. er is iets daar achter... En bij beefde nog meer. Wat verder was de grafmaker bezig met eenen put te delven. Eduard ging naar hem toe. Hebt gij hier geen zekere vrouw Xhij noemde zijne moedergekend Laat eens zien eei ja... En zij.... vroeg de jongeling al bevende. Zij is al lang dood ze lag hier begraven en 't is reeds de derde put dien ik op den haren maak. Waart ge kennis met die vrouw? Hem werd geen antwoord gegeven de oud gevangene was reeds aan den anderen kant van 't kerkhof, zijn handen op de oogen, waarover dikke tranen rolden. Dood! moeder, dood vreeselijk geacht... Hij kon 't niet meer houden en liet zich plat op 't gras vallen. Toen hij de oogen wéér opende, lag nevens hem een ander menschzijn lichaam was gebroken, maar niet door den arbeid hij scheen oud, doch niet door de jaren maar door overdaad. Die man vestigde zijne oogen op den vremdeling en keek dan verwil derd op. Edwards oogen schitterden ook van ongewoon vuur. Beiden hadden malkander herkend. Gij hier huilde de Vader; 'k meende dat gij reeds lang dood waart Gij hier! herbaalde Edward moordenaar mijner moeder bederver uws zoons oorzaak van mijn ongeluk Houdt op, ellendige riep de Vader; is 't reeds de wrake Gods die mij vervolgt Houdt opof ik verdelg u En wezenlijk hief hij reeds dc-n stok op om op Edward te slaan doch deze was reeds ter aarde gevallen en bleet oaar in onmacht liggen. Tot zijn zeiven komende, bevond hij zich in het huis des graf-' makers, omringd van al de liefde die menschen van geringen stand aan hunne lijdende broeders bcloonen. De grafmaker was oud, men stelde Edward voor zijne plaats te nemen, wat hij gaar ne aannam. Van niemand was hel geweten dat de nieuwe grafmaker de oud-gevangene was; men vond het wel zonderling dat hij eiken avond voor 't nederig graf der arme vrouw bleef bidden en van daar gaande, diep ontroerd wasdoch hij behield zijn geheim en sleet in vrede en boetvcerdigheid de laatste dagen zijns levens. Den 22 dezermaand, rond 9 ure 's morgens, bevond Poppe, oud 73 jaren, schipper te Lokeren, zich met zijn schip op den Dunne te Dackmnn, toen bij uitgleed en in 't water viel, waar door hij zich aan het hoofd bezeerde; hij werd onmiddelijk uit het water gehaald, maar was üood. In den nacht van zondag tot maandag laatst hebben te Vel- zike eenige booswichten eenen persoon op den openbaren weg aangerand,en hem met slokken zoo geweldig geslagen, dat hij den volgenden dag de laatste 11. Sacramenten ontvangen heeft. De daders zijn onbekend. Men schrijft uit Auwegem (wijk Huisgaver)Door den aan houdenden regen zijn de beken builen hare oevers geloopen, en hebben meerschen en landen onder water gezet; als men'het zicht naar Asper neemt, gelijken de velden aan eene zee. 't Is den 4d' februari dat onze koninklijke Prinses gaat trou wen met Prins Pliilippus van Saxen; er zullen een groot °-etal kwijtscheldingen van straffen worden toegestaan. n Brussel telt nu iS8,000 inwoners; in 1800 waren er 86,297 en in 1435, 43,500. Den 23 December van gepasseerd jaar, ging don Carlos op de groote baan van Navarra een rijtoertje doen, toen hij het H. Sacrament ontmoettedat bij eenen armen zieke gedragen wordt. Wat doel don Carlos? Voorbij rijden zonder groeten of eens, als beschaamd, de muts afnemen? neen, bij komt van zijn peerd, eu volgt het H. Sacrament tot aan het huis der ziekehij wilt z'elfs binnentreden maar de Priester doet hem bemerken dat het eene besmettelijke ziekte is. Dit houdt don Carlos niet tegen; hij vol<n eerbiedig bet Allerheiligste en, als de Berechting gedaan is, °-aat hij tot den zieke, drukt hem d'hand en zegt hem eenige woorden van troost.... Ik zeg dal dit groot, dat dit verheven is; daanin ziet men welken eerbied het Christemdom aan de armen weet te geven! W'hebben nog zulke mannen in d'historie! Ludovicus, de heilige koning van Frankrijk,diende alle vrijdagen 12 arme men schen op de ootmoedigste wijze.... Van don Carlos wordt nog geschreven dat hy 's anderdaags aan de familie der arme zieke eene groote somme gelds zond. De heer Bliault, onderbrigadier der douanen te Havre, heeft het groot lo' vas 200,000 fr. der leening van de stad Parijs gewonnen. De beer Bliault, die eenige jaren geleden voor de vierde maal getrouwd is, heeft drie kinderen, waarvan de een die matroos is, zich thans op zee bevindt. Verstikking.. Een verschrikkelijk ongeluk heeft gister te Rouaan plaats gehad, fn de rue Ganterie, n° 60 woont Gouault, ingenieur-bouwmeester met zijne jonge vrouw en dochterke oud drie'en halfjaren. Twee dagen geleden was den heer Gouault voor zaken naar Parijs vertrokken en had zijne vrouw en kind te huis gelaten. Toen gister de dienstmeid de kamer barer mees teres binnentrad, welke zij wist niet wel te zijn, meende zij te bemerken dat mevrouw Gouault en baar kind beide in diepen slaap gedompeld waren. Dien slaap niet willende storen, verliet zij stil de kamer en ging bare bezigheden hernemen. Toen het drie ure namiddag werd en mevrouw Gouault nog niet belde, begon de meid zich ongerust te maken en riep eenige buren. Men drong in de kamer der jonge vrouw .waar een sterke gazreuk bcerschte. Men bevond dat moeder en kind in elkanders armen, ten gevolge cencr verstikking, overleden, waren. Twee geneesheeren die aanstonds ontboden werden,kwamen slechts in lijd om dit dubbel overlijden te beslatigen. Dit ongeluk wordt toegeschreven aan bet ontsnappen der gaz uil eenen bek, welke men bad vergeten toe te draaien. Een vriend van den lieer Gouault is naar Parijs vertrokken, ten einde hem met do noodige voorzichtigheid over zijn ongelukkigen toe stand in te lichten. Raadsel uit Lede. Wijn lif. l is een dier vlug en zacht, Ei duur j.iger bolracht; Gekeerd is edel. kostbaar goed Dat elk zeer wel bewaren moet. J. F. Timmermans. Julie Boulez vraagt nu wat er boven 't versland gaat? Te midden vau Ge nt slaat er niets; 't spreekt van zelfs. Indigestie. Kenteekens. In de gewoonlijke indigestiën beeft men walgin gen, gapingen, zwarigheid der maeg, eenen kwaden mond' en eindelijk genegenheden tot braken. - Als men, na na te veel gegeten of gedronken te hebben, eenige van deze symptomen of tcekens gewaer wordt, dan moet men seffens ligtcn tb'ee of citroenwater drinken; maer is bet dat de zwarigheid van de maeg blijft duren, dan moet men brakingen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1875 | | pagina 3