©csd)icbcnisDcr|j3ctnselijlic3ouaucn van liaar lijf, deed er andere aan: doch zijleed sclu ikkeltjk en .liep naar builen ro-pcnde Ik brand! ik brand! nien Vrel,8t voor haar l«v.-n, want ganscli haar lichaam is éene wonde. Zij woonde ,t vor van d«'l 2npostelstr. bij M. Brulc Dc raadsels zijn nog zeer wel in dicht opgelost door Ghisl. Van der Koeken, Krpc en C. Verhoyon. Nazareth. Nog oingelost door Ch. Louis 'c.eosfns landbouwer, Mc VVbb-kcn; C. 0. B.. Zcle lde-rschkantCh. De Smsdt, -SI- Nicolnas: Bodewijk De Don der, Zele; Kal ei Di: Brandt, Si. Ni-o'nas; P. Melk.nbeek, (Ir-mborgon: P. Scheer! inck, Ay gem; C. Hebb.rccht, Kvergein: J. Kveraut, Deateldonck. Hoe 't met den ouderdom zal gaan. door F. De Cuyper. De graat de Cavour, die met den ongewaponden Stadhouder van Clirisius den spol dreef, was thans bang geworden voor do kleine legermacht des Pausen. Hij begreep dat mannen zoo als een Lamoricière, Becdelièvre, Charette en andere zich voor geld en beloften niet zouden laten omkoopen gelijk de Napclschc veldheercn. va" '>',JS man le'c'c< z0° moesten in aller- haast GOUOO krijgslieden tegen het zelve oprukken. De inlijvin°- van vreemdelingen bij de romeinsche troepen diende den argli.-T- ligen minister tot yoorwensel om aan den II. Vader, den oorlo» te verklaren. Dij die onbeschaamde trouwloosheid, voegde hij nog de schandigste hclecdigingen,hij noemde de bloem des franschcn, belgischcu en duitscheu adel onruststokers, tuchlelooze twistma- kers, verachtelijke huurlingen, die voor geld den fhuatieken J'ius IX kwamen dienen. Den 9 september 1860, zond generaal Fanti de oorlogsverkla ring aan de Lamoncière, die gelijk wij liot'ger gezegd'hebben, zich aan eenc dergelijke laffe daad niet verwachtte. De opperbevelhebber gaf aan generaal Pimodan het lie vel zijne afdeelmg te verzamelen en in allerhaastnaar Aucönaop te rukken. Het piemonteesch leger,van de krijgsbeweging der pauselijken onderricht, had m den avond van lo September Sinigaglia verla ten en was ei in gelukt, door versnelde dagreizen met 50000 ma-, de slellu gen vanOsimo en Gastelfidardo 'te bezetten twee belangrijke punten, die aan het pauselijk leger den weg naar Ancöua afsloot.Na rijp beraad besloot dc Lamoricière te beproeven om met zijn leger de vijandelijke liniën, langs den zeekant door te breken en zich aldus eenen uitweg naar Ancöna .e hanen. Dit was de eenige kans welke hem overbleef en nochtans ook langs die zijde, zal hij op onoverwinnelijke hinderpalen sluiten. De Masoue omspringt op do noorderhoogle van Lorcto en loopt ten zuiden zeewaarts, na de kleine rivier te Aspio in haren schoot opgenomen te hebben. De beide rivieren hebben bochtige en diepe oevers. Langsheen den waterstroom strekken zich kleine overlommerde valleien uit, en daar waar de Aspio zich in de Musone werpt, ligt er een plein van omtrent drie mijlen uitge strektheid. Te midden dezer vlakte ligt den berg van Castelfidardo die zich in tweeën verdeelt en langs de cene zijde, op het dal wan den Musone en langs de andere zijde, op dat der Aspio uit loopt. Op de westerhelling liggen de hoeven de Cascine en de Croceile, waar de hevigste tooneeleu van den strijd hebben plaats gehad. 1 Gansch den omtrek krielde vanPicmónteezen, zij overdekten de bergen, en vervulden de diepten ook hadden zij dc bruggen van den Musone bezet. Omtrent 8 ure des morgens vair 18 September begaf de eerste kolom zich op weg onder bevel van generaal Pimodan, beslaan de uit het balaillon Zouaven en het lslp en 5'" romeinsche jagers. Den rechten oever van den Musone niet bezet vindende, beveelt de generaal zijne soldaten de rivier te doorwaden nauwelijks ach ter eenen dijk langsheen den linken.oever van den stroofii vereenigd, beginnen de jagers bij het eerste geschuifel der ballon uit een te loopen. Slechts eenige honderden bleven bij hunnen dapperen adjudant major, den kapitein Azzaneri, die in deze omstandigheid bewijzen van kunde en krachtdadigheid aan den dag legt. Het overschot der afdeelmg blijft in die schuilplaats stil. Alsdan doet de kommandant der Zouaven den general de Pimodan opmerken dat indien dit oponthoud zich verlengt, zij overwonnen zullen zijn zonder slag te leveren.' Waarlijk ik vrees het, antwoordt de veldheer, en op het zelfde oogenblik beginnen het 2,lc romeinsche jagers, welke de rivier nog niet over zijn, op deze kaatsten te schieten, zonder dat zij naar de vvaarschuwingsteekens willen luisteren. De generaal die reeds onderricht was, van dc slechte trouw die men m dit korps had, zendt twee zijner adjudanten, om hen het vuur te doen slaken, maar zij worden met geweerschoten be groet. s Gruwelijk is eene dusdanige verraderij, en hoe kon liet anders Piëinont had een aantal zijner soldaten in het pauselijk leer welen tc doen inlijven, die voor zending hadden, op een o-e- schikl oogenblik den schrik in de gelederen der soldaten te bren gen. en hij het eerste schot op hunne officieren aan te leggen De moorderij van Castelftdardo is dan niet alleen eene verplet tering van getal geweest, maar ook het werk van de verraders en lafaards. Wal meer is, de geleiders van het grof geschut snijdende stren gen hunner paarden door, verbrijzelen de dissels hunner rijtui gen eu poogeu zelfs de voorraadwagens in dc diepe grachten die den weg bczoomen, te doen vallen Nochtans rukken de Zouaven meldeKarahiniers en eenige Ieren vooruit, vallen met krachtdadigheid den vijand op het lijf, drijven hem op dc vlucht, veroveren de eerste hoeve en nemen er een honderdtal, waaronder een' officier gevangen! In allerhaast plaatst men twee stukkcb geschut op de helling, om het gewonnen terrein tegen een vermoedelijken aanval te ver dedigen en met behulp der Ieren sleept luitenant Dudier twee houwitsers tot over het ingenomen huis. Weldra worden er nog vier kanonnen en twee schrootsponders op de ingenomen hoogte gebracht waarmede Kolonel Blumenstil de Piömonleezcrs begroet, terwijl de moed en de krijgskennis van Dudier de minderheid van het pauselijk geschut tegenover dat des vijands weet te vergoeden. Pimodan -beveelt zijne onversnagden dc tweede-hoeve aan Ie vallen. De Zouaven snellen vouruit, stellen zich bloot op eenen af stand van 300 meters aan eenen hagel van lood en ballen, ver drijven door eenen geweldigen aanval de Bergsalieis van' Pië- mont lot aan den voet des bergs. Op. ilil oogenblik treedt do vijand uit een bosch te voorschijn, stort eenen regen vuur en ballen op de dapperen neder, wekt eene ijselijke slachting in hunne gelederen aan en noodzaakt ze terug tc wijken. De vijand volgt hen op de hielen, maar op het oogenblik dat hij de Zouaven gaat bereiken, keeren deze zich ijlings om, wach ten hen op twintig stappan, ontvangen hem met een wel gemoed vuur, en stormen er met de bajonet op los. Over zooveel stoutmoedigheid verstomd en ofschoon veel talrij ker dan zijne tegenstrevers, wijkt de vijand op zijne beurt .'achter uit en laat zijne standplaats door Pimodan's krijgers innemen. De generaal is aan het wezen gekwetst. Vooruit kinderen,roept hij, vooruit! Een tweede bal doorboort den rechten arm van de Pimodan. Vooruil kinderen roept hij op nieuw vooruit Becdelièvre verzamelt op dit oogenblik de mannen van zijn ba- tailJon en eenige afdeelingen der twee andere, werpt zich met ge weld op de scherpschutters des vijands en dwingt ze terug te keeren De Zouaven vechten als leeuwen doch de Zwitsers en pause lijke ruiterij door eenen vuurgioedoverrompeld en uiteengeslagen, vluchten in wanorde. De strijd is woedend, de slachting ijselijk; bij eiken aanval dunt hel moordadend lood de gelederen der pauselijke strijders, terwijl uit den grond steeds nieuwe vijanden schijnen op te dagen. Doch op nieuw stormen zij op den vijand los, doen hem aanzienelijke verliezen ondergaan maar door de overmacht als verpletterd,zijn zij gedwongen de wijk te ncmeg. De Pimodan is op nieuw gekwcts.l, ditmaal doodelij'k; hij wordt in eene naburige -hoeve gedragen. Te vergeefs poogt de opperbevelhebber een deel der vluchtelingen te verzamelen, ach ter de dijken en rond de huizen, waar het vuur der batterijen hen niet kon schaden alles is vruchteloos. Woidt voortgezet. Broederlijke liefde. .Een teerhartige lor nam dienst in hot 75"° regiment, ten eind* dicht li ij' zijn broer to zijn, die korporaal was in het 7G5t0. Bijtend. Kon rechter vroeg schertsend aan een'jong advokaat: Wanneer wij hei den in een paard en een ezel veranderd werden, wat zoudt gij dan liet' liefst willen wezen - - De ezel, antwoordde de advokaat want ik iieb wel gehoord van eenen ezel die rechter gemaakt werd, maar nooit van een paard Kleine schoelje. Een winkelier wnsin de wandeling bekend ouder den naam van de kleine schoelje; op dc vraag van een vreemdeling hoe hij aan dezen bijnaam ge komen was. gaf hij ten antwoord O nu n ij tc onderscheiden van de rest mij ner konfralers, die allen groote schoeljes zijn. Een schoolmeester moet zijn gelijk de dieven in de openbaring van Joannes, dat is vol oockx. Een schoolmeester moet zijn gelijk de Arke des Verbonds in het Oude Testament, want daarin was wel de Roede Arons, maar ook te gelijk hel zoet Manna.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1875 | | pagina 3