Twee zien meer dan éen.
Reis naarLourdes.
Optocht naar de basiliek. Sermoon. Fakkelprocessie.
EodeArchitekt ging vandaan, sloot zich opinzijnlcekenkamer,
bestudeerde de l>este leekenwerker der wereld en kwam dan at
'met een plan, om op die rots een kerk te bouwen.
En er kwamen van alle kanten steenkappers, metsers, timmer
lieden, beeldhouwers, de eeuwenoude rots werd afgekapt tot '100
voet boven de Grot, in die diepte werd eene onderaardsche kerk
gemaakt, en op die kerk, de vermaarde basiliek. Maanden lang
hoorde men niets dan geklop, gezaag, gekletter van ttuweelen,
de Pastoor was er steeds bij 0111 zijn volk aan te moedigen, en
eindelijk was 't reuzenwerk voltooid
Dat is de geschiedenis der kerk voor welke wij nu staan.
Maar, ziet eens wat een over cn weêr gaan naar de Groten
wat plechtige stilte
Hoe laat zou 't nu zijn?Half twalf!We zullen naar
Lourdes gaan 't is ten 2 ure, bijeenkomst in de oudé kerk dier
stad, om processiegewijze naar de Grot ie gaan. Twee ure; eer
wij nu wat gerust hebben en watgeeëten, zal 't tijd zijn.
Laat ons nu de grootc baan, nevens de Gave volgen een ge
makkelijke weg, ge zoudt er blootvoets kunnen opgaan; een
weinig van de Grot zijn waterbakken met 10, 12 kranen, tegen
dat de grootc Pelgrimagiën komen en huisjes voor de zieke men-
scheu. Verder een groot witsteenen gebouw; 't klooster der
Missionnarissen die den dienst der kerk doen voor de kerk,
langs weerskanten, altijd dalende met de trappenzijn ander ge-
bouwen.
De zon brandt hier op uw hoofd; in Augusti is 't bij ons zoo
heet niet: en geen windeken de verkoopsters roepen nu van in
hun winkeltje, gelijk de vinkskes van uit hun dik gebladertevele
opene rijtuiggen vliegen ons voorbij, mei muilezels bespannen en
bestierd door Lourdsche straatjongens, die er op zitten met een
air als waren zij de koetsiers van koning David.
Wij zijn terug in do stad bijna geen volk op straat; aan 't
Stadhuis wappert de Belgische vlag die wij meegebracht hebben
om inde kerk van Lourdes te offeren: lk wil,'heeft de Meyer
gezeid, dat zij eerst aan mijn Stadhuis wappere. Schoon gedacht!
Na in ons kamer wat gezeten, geschreven en gepeuzeld te heb
ben, trokken wij zachtjes, langzaam aan, w'hadden immers
al den tijd, naar den postom onzen brief te bestellen en
daarna naar de oude kerk van Lourdes.
Wat een onderwelsch gebouw;donker, vuil, kelderachtig, met
oude bestoven beelden en schilderijen die misschien uit den tem
pel van Salomon komen. Is er iemand van ons lezers die't kerkje
van Blankenberg gezien heelt? daar trekt hel op. Men zegt dat de
kerken m 'tzuiden, zoo donker en laag worden gemaakt, voor de
danige hitte. En inderdaad,'t is hier frisch en koel, er zijn weinig
stoelen, meest banken voor de bergbewoners;laat ons een weinig
neerzitten. Er komt meer en meer volk; de Priesters lezen hun
Officie.... Zou 'k onze Vlaamsche vriendenniet zien? Sterck?
Baten d'andere Zouden z'al een logement hebben en onzen
Duiisch en onzen Waal Allo, we zullen 't afwachten en
middelerwijl 'n Vadrons lezen. Als wij nu niet veel bidden, ons
schade inhalen en ons voor lang op 'lavans zetten, dan,... dan is
't verkeerd gehandeld
En ge wordt hier gerust gelaten van de sloeikeszclters.... ze ko
men niet rond, maar moest er rondgegaan worden 't ware 'ne
Sou, 5 centiemen; censcn, dal is te gemeen, in Frankrijk.
Er komt beweging in de kerk; de Priesters gaan eerst builen,
spannen met reien van twee de sto-aat af en wij, wereldsche men-
seliMi, volgen, devotelijk,-volgens ons krank vermogen, biddende;
'i was schoon, om zien, de lange roeten vreemde Pelgrims, de
smalle straten van Lourdes te zien doortrekken. Vooraan werd de
Belgische-vlag gedragenWij stappen moedig vooruit; ei,
heilige deugd! 'k ziedaar van verre onzen goeden vriend Sterck
cn zijnen gezel; 'k moet dié gasten in d'oog'houden. Het volk van
Lourdes blijft stil cn ingetogen op onzen doortocht.... Wij zijn in
de kerk en treden binnenGeen stoelen,- allemaal banken in
akajou en heel fraai'en gemakkelijkQch God! dat is hier toch
schoon !- De'hooge'outaar in wil marmer mot- vergulde iiguren
l'lial'ven een wil marmeren beeld van Maria Oiïbevlékt; boven cn
langs weerskanten deri outaar, lusters, blinkende als zonnen, met
onlelbare bougies; boven aan T gewelf, cn rondom aan de muren,
standaardsrijke kunstige standaards daar lieên en weêr
(ladderende, gelijk 'ne reessera sterren in een schoonen zomer
nacht... Och Goddat is schoon rondom, allemaal marmeren
ouiaarkes.... ei,... maar de Vespers beginnenal die mensehen
lezen zoo schoon en wij mogen niet uitstekende gazetlier mag
den wegwijzer niet zijn die dén weg toont en zelf nagelvast blijft
staanAchter de Vespers hadden wij Lof en daarna sermoen
door den Overste der Paleis van d' Onbevlekte Ontvangenis. Die
Kloosterlingen zijn gekleed, bijna gelijk de Paters Redemptoristen.
De Predikant was een jong, reêl man, met-vlavnmenden blik en'
klare, indrukwekkende stern. Hij sprak eerst van de Belgen die
uit hun land getrokken waren, met vijf honderden, de grenzen
over om te Lourdes de nationale vlag- te komen offeren. Een stout
gedacht, zeide hijde vlag is 't leven, de ziel/t kenmerk van een
volk; België is 'teerste land dat zijne nationale vlag in den tempel
komt hangen 't is ook de cenige natie die zulks mag doen, Bel
gië; het kleine, fiere land in 1830 geboren en ondanksvele hevige
bevechtingen nog rotsvast aan 't Heilig Geloof- gehecht c.i
in bezit der godsdienstige vrijheid.-
Ziel rond, zeide hij, in deze pracliligen tempel, aan degewel-
ven, aan de muren hangen vlaggen, franscho vlaggen, maar de
nationale mei t zijn de vlaggen van 't Oude Frankrijk die uit hun
graf opstaan én hier legende geloofsverzaking van 'thedcndaagsch
geslacht komen protesleeren't zijn de stemmen onzer katholieke
voorouders die ons tot de verrijzenis door 't Geloof roepen.
De nationale vlag mag er niet komen, z'is overtrapt door den
vreemdeling,bemodderd en beslijkt; er is in geen plaats voor deze
of voor eene andere, eerde afschuwelijke vlek er van afgewischt
fe.
Zoo sprak die geleerde Man; en dan beschreef hij in breede
trekken, met woorden die door de ziel gingen, het verraad van
Frankrijk, zich van zijne Moeder scheidende,'t hart zijner Moeder
verscheurende en m een koud ongeloof en verpestend zedebederf
zijne glorie zoekende, en er den val, de verminking en den dood
ontmoetende.
c Ja, riep bij dan; dal Frankrijk uit den rang der natiën ver-
dwijne en plaats maken voor eene nieuwe, geloovende en levens
volle natie, indien liet zijnen rampzaligen weg blijve bewandelen;
dat het verdwijne, als het, zijne bestemming miskennende, den
Christus verloochent, de volkeren op den doolweg sleurt, cn de
grootheid zoekt in leerstelsels, die'den vloek over 't menschdöm
roepen
Iedereen hield den adem in bladstil was 't in de ruime kerk,
evenals in de woestenij wanneer de gekwetste leeuw zijn gebrul
door de verte zendt. De FranscÜmans kunnen de vernedering van
bun Vaderland niet verkroppeneiken keer dat zij op den trot-
schen Pruis denken, dis met het hootd omhoog hun land is bin
nengetrokken, stampende met zijne booge uatcrlccrzen op hunne'
borst, op den Pruis die in 't hert van Frankrijk', te Parijs, zijn
viktorie is gaan vieren en wegtrekkende hunne schatten meenam
en drie millioenen Franschmans de zijnen maakte, die met zijn
groot zwoerd, twee rijke provinciën van Frankrijk afhakte,
iedereen keer dal de Franschmnn daar op peist, is 't 'we vrongvan
't staal in de wonde en een nieuwe foltering.Tot hl de kerken zelf,
in de sermoenen weergalmt zijn smartkreet.
Daar, hoven''t hoog outaar, op d' eene plaats hingen de oude
Vlaggen van den Elzas en van Lorreinen, mei rouwfloers omhan
gen....
Maar, wij vergeten 't; sermoen'. De Godsdienst heeft troost'
voor alles, Ilij alleen, troost voor volkeren en voor personen
God verbrijzelt liet geknakte riet niet, dooft het smeulend vonkje
niet, verwerpt het dolend schaap niet; als wij éen slap' doen,
treedt hij er tien nabij. En dat Frankrijk éen stap gedaan heef),
is klaarblijkendop 'l woord der II. Maagd is die'tempel hier
Ontstaan, zijn de onlelbare cn aanhoudende bedevaarten begon
nenEr is nog hoop.... Een nieuw geslacht kan de schande
van 't oude doen vergeten, roem cn grootheid terug roepen.
Dan volgde eene opwekking tol ons, Belgeu, om Maria, op deze
gezegende plaats te bidden voor den Paus, voor ons Vaderland en
voor het ongeïukkigfeFrankrijk.
Op dezen dag, zeide hij, heeft L. Vrouw van Lourdes uw
Bfclgënland veroverd, ge zijt de grenzen overgetrokken, met-uw
nationaal vaandel, mei de ziel van uw land, om ze hier in Maria's
tempel te schenken. 0. L. Vr. van Lourdes heeft België veroverd,
maar België hééft-O.L. Vr. van Lourdes ook veroverd. In uw land,
nabij Gent', is eene plaats, Oostakker genoemd. Daar heeft Maria
liaar welbehagen genomen en 't is een tweede Lourdes geworden,
vanwonderen1 en- van gebed. De Moeder Gods verlaat does Lour
des niet; maarzij is de Moeder van liet menschel ijk geslacht, de
almachtige Koningin des Hemels en neigt hare goedertierenheid
opal de verschillige plaatsen waal'Zij wil, zonder er iets van te
verminderen.
(Wordt voortgezet).
n
Ivonden de inenscheii vliegen, gelijk ze komicii liegen,
Men zou niet vragen naar schuit ot wagen.
Die zijnen akker wel doet, dien doet hij ook wcK