Maakt staag dat- gij dan
Reis naar Lourdes.
Ons devotie gehouden. De Pyreneën beklommen.
We waren aan dijnsdag avond. Moet liet gezegd worden dat
wij wel sliepen, na twee nachten op 't konvoi, en de vermoeienis
van dbn dag? ledereen zal dit gemakkelijk verstaanHeeds
had een splinternieuwe dag aangebroken, als uw ootmoedige
dienaar en vriend d'oogen opende. Geloofd zij Jesus-Clirislus
Amen\ Onze Lieve Vrome van Lourdes, bid voor onstn voor onze
zieice Moederen voor onze Familie, en voor onze VriendenHaastig
opgestaan; hoe laat mag 't al zijn? halt' zes! ons rap gekleed',
wel afgeborsteld, eenige sneèkes filet meegenomen, den Paternos
ter omgehangen; hier moeten wij een uitleggingspunt zetten
't is te Lourdes de gewoonte dat de Pelgrims zich 'nen grootcn
dikken Paternoster, in bruin hout, koopon en hem rond hunnen
hals hangen; dat is een oud, vlaamsch gebruik dat de Franschen
van ons zullen geleerd hebben; herinnert u hoe de Pelgrims van
Hal terugkomen;dus den Paternoster omgehangen, en op
weg naar de kerk.
Een schoonc morgend De zon klom in volle pracht met hare
gulder glansen; hel stadje Lourdes was reeds in volle beweging;
gerij en gerois, geloop en gepraat. Laat ons niet te veel rondzien,
maar ingetogen blijven, uit eerbied voor de groole zaak die wij
gaan verrichten. Al de Pelgrims zijn van ons gevoelen; ziet ze
daar gran, netjes opgeschikt, alsof z'in hun stad of dorp naar de
kerk trokken; ze zijn hier thuis, de Christen is overal thuis waar
zich een kerk bevindt, omdat hij overal met hetzelfde Brood wordt
gespijsd.
Werklieden, lieve vrienden, hebt. daar daarop eens ernstig gc-
peisd, hoe de Godsdienst u verheit, u veredelt? hoe hij de broe
derlijkheid huldigt, waarlijk toonende dat wij allen kinderen zijn
van eenen en üenzelfden Vader?
Neen, ge zoudt niet zeggen dat er zooveel volk op de baan is,
zoo zacht gaat iedereen. Wij klimmen den heuvel, de trappen
op, we zijn iir de kerk; zie, dat trekt toch op den hemel; de zon
schijnt die fladderende standaards in vuur te zetten; de marmeren
outaars blikkeren u d'oogen uit; ei, hoeveel Missen zijn er reeds
niet aan; aan ieder der 15 outaars; d'eene Priester dient de Mis
van den andere; er mag niet gebeld worden; de Priesters schuiven
op, om Mis te kunnen lezen; o ja, 'l is hier een plaats van gebed;
het onbloedig Sacrificie klimt gedurig opwaartswe knielen op
de trappen van den eersten outaar den besten, waar de Priester
aan 'l Confiteor is; de Communie-Mis heeft ten 7 ure plaats; dus
nog tijd genoegLaat ons met den Priester op onze horst klop-
peiif wij allen zondaars, ja zekerlijk, en daarom moeten wij jegens
onzen naasten genadig en meelijdend zijn, niet spotten met den-
gene die valt, maar hem helpen opstaan, want morgen kunnen
wij insgelijks vallen; daarom mogen wij ons nooit te hoog ofte
sterk achtenGeven wij glorie aan God alleen, van Wie ons
alle hulp en kracht moet geworden, die alléén machtig, alléén
heilig is. Vernederen wij ons opdat Hij ons zuivere en weerdig
make van de Spijs der Engelen, van 't Lam zonder Vlek, van de
Tarwe der Uitverkorenen te mittenVan ons eigen zijn wij ou-
weerdig, Hij, de Zaligmaker, moet bereiden en heiligmaken.
Terwijl wij daar in deze gevoelens zaten, werd gedurig, aan al
de outaars, d'eene Mis achter d'andere gelezen. Al de Pelgrims
zijn nu aangekomen; wij nemen met hen plaats op de banken, de
groole Mis begint, liet 01 gel zendt zijne zware klanken door de
ruime Basiliekstemmen zingen van 't dokzaal Gods lofzangen,
terwijl de 500 Belgische lianen in smeekgebeden wegsmelten, en
al hel aardsche trachten te vergeten, voor de Hemelsehe oogeu-
blikkcn die gaan genaken.
Koning; der harten
Heeler der smarten,
Kom in mijn zwoegende liggende borst,
Stil van 't verteerende,
U slecht begeerende.
U slechts kehoorende harte der dorst
lief mij geknakte,
Sterk mij, verzwakte!
Mach.ige Vorst!
Zoo, ja, zoo klonk het in al die brave zielen, terwijl zij op slich
tende wijze tot dc Talel des Heercn naderden en op hunne plaats
terugkceren, mei den Srhatop hunne tong.
Zing, mijn ziele! zing uw Koning,
Zing, uw Redder, uw Belooning,
Breng Hem uw leven als liefdegroet
Maar, zacht, laat ons stil blijven, zwijgen, om te genieten wat
de Liefde des Heeren ons zoo kostelijk schonk; dal ons Hart aileen
spreke in cene taal, door geen woorden weêr te geven, klanken
van dankbeluig, van wederliefde, van eeuwige getrouwheid, van
leedere smeeking voor al de welbeminden.... We zijn op d'aarde
niet meer.... Slijgop, o ziel, ge zijl in de Hemelen verplaatst.
in goede r«sde blijft^
Bij het uittreden der kerk, zagen wij juist de Ylaamsche vrien
den, die al biddende optrokken.
Waar heen
Naar de Grot.
Ik ga ineè.
En wij daalden den berg af, gingen langsheen 't water naar dc
wondcrplaats, waar dezelfde beweging was van den dag tevoren
personen die gevouwen hands op de banken of op de steenen za
len te bidden, die aan de Fontein het mirakuleus water gebruik
ten, die licht ontslaken, voorwerpen deden aanraken, zieken die
hunne genezing afsmeekten; allen, in plechtige stilte.
Wij deden onze aanbevelingen met meer vuur en hoop dan ooit,
dronken van het water, mediteerden, olïerden een waslicht en
gingen vandaan in de diepste ontroering.
Wij beklagen de menschen die de zalige aandoening niet ken
nen, der zaken die men in kinderlijke eenvoudigheid, voorGoden
voor de Heiligen doel, en welke aanstonds door zielsgenoegtens
worden beloond.
Hoe laat is 't, vriend Stcrck
Acht ure, mijnheer; als ge wilt, zullen wij in een drink-
huisje iels gaan prulitceren en dan de Pyreneën optrekken.
Langsheen den berg afgekomen, siadswaarlszij waren er met
manner, gelijk bezig den berg af te kappen tot verbreeding dei-
baan; nevens de brug, opeen vlot, stonden de Lourdsche vrou
wen aan hunnen yvaschze kloppen er 't lijnwaad wit en.droog
met breede plankjes, in den vorm van persplanken't is schoon
om die Fraiif.aisen daar, in hunne schilderachtige kleeding, bezig
te zien. Dan in een houten herbergje gegaan, een ilcsch' willeir
wijn gevraagd, 40 eens, goeden, lekkeren, kloeken wijn, een
broodje van drie sous gekocht, gelezen, ons sneedjes vleesch uit
gehaald en met goeden appetijt ons lichaam gevoed. Er zaten drie
steenkappers in 't kaveeije, die hun achturenetcn namen, eit
daarna een tas kaflë met'nen druppel in. 't Werkvolk Ieelt daar
briljantde steenkappers winnen 4 IV. daags, maar ze klagen
bitter, omdat d'huishuren zoo vreesclijk zijn opgeslagen, sedert
den toeloop te Lourdes.
Met die menschen gesproken de jongste zag er een wilde,
opschietende kadé uithij rookte lijue sigaretjes; er kwam spraak
van Bernadetta eu hij sloeg op tafel dal ons glazen beefden men
had hem wijsgemaakt dal Bernadetta aan hare ouders onttrokken
is ei, 't volk is overal zoo lichtgeloovig, met een bedriegelijk
woord om te halen. Bernadetta heeft uit vrijen wil het klooster
leven verkoren, te Nevers, hij de Zusters van Liefde 't mei-je is
gedurig ziek, volgens het woord haar door de heilige Maagd ge
zegd ik sul u gelukkig makenniet in dit,muur in hel ander leven.
Met vriendschap van die menschen gescheiden, ons gelag be
taald, 'ne pinnestok gaan koopen.eeu gedenkenis voor een groole
vriend onzer Familie, eens wel asem geschept, achteruit gekeken
eu vooruit,de bergen op.
Verbeeldt u hier, Lezers en Lezeressen, beste Vrienden, dal gij
met ons te Lourdes slaat bijna onder u, is 'ne kriel van huisjes,
scliuiusch rechts ziel gij eerst de kerk op de rots, daaronder de
Gave en verder een lieve groene vallei met weiden, bosclijes en
boerenwoonsten 't was daar dat Bernadetta woonde voor u is
eenen steileu berg, wel viermaal zoo boog als ons St. Marlinus-
kerk.en daarneven nog'nen berg,en daarop andere,altijd hooger en
hooger, bijna gelijk de kanonballen te Hal d'eerste bergen zien
er donkergrauw uit, de tweede wolkachtig maar de toppen der
hoogere zijn zoo wit als zoetemelk; ze willen hebben dal dit
sneeuw is, alhoewel de hitte ji hier doet branden we zullen
'i gaan zien, met eigen oogetf en ons handen in dien sneeuw
wasschcn. Wie volgt er ons w. v.
Er wordt te Gent veel gesproken over 't gulden Jubelfeest
van M. Pieier De Schryver, meestergast van M. Poelman,drukker
aldaar. Dc Bedaukings-Mis werd gezongen door den ccnv. Zoon
des Jubilaris; in de welversierde drukkerij werd hij door al de
medegezellen verwelkomd, en op liet banket sclioukde heer Poel
man hem een gouden uurwerk en werd dit heugelijk Feest op
welsprekende wijze herdacht door eene redevoering van onzen
vriend Elias De Clercq. Binnen eenige weken gaat te Aalst de
gulden Bruiloft gevierd worden van hieobus De Schaepdryver en
Joanna Livina Boel. De Werkman zal die deftige Echtgenoten met
een Feestlied vereeren, als 'l God blieft.
Iets"voor de ouders. Karaktervorming!
Vete ouders klagen over hun kinderen, dal xij koppig, hr.aldrngend. af
gunstig zijn, van jongsaf ze meenen dat hen kinderen.daarmee geboren zijn.
W'nebl'en daarover iets gelezen in een Onder wijzers boek, dat waarlijk den
nagel op den kop slaat Want 'lie Onderwijzers zoeken 't ver uit on gaan
gemeenlijk met goede redo met wijs beleid om. Lastert
Iedereen komt ter wereld met ccuc bijzondere geaardheid dc cene is koel-