Zijt bij een ander, als gij w
Reis naar Lour des.
Ons devotie gehouden. De Pyrene'én beklommen.
De Pijreneön zeer steil zijnde, zoo heeft men de voetwegjes slangachtig
moeten maken. Aan den voet des bergs, lot op eene zekere hoogte, staan
struiken en gewassen, alles wild ondereen, en hier en daar treft men plekjes
laod aan met klavors en vlas. We waren in april en dit laatste gewas, korter
dan bij ons, stond reeds in heerlijken bloei. Moeialijke, bijna ongebaande
wegen stukken rots, boomtronken liggen in de baan. Een weinig hooger
waren wij op eene soort van vallei, waar 't liefelijkste packtliofje stond, dat gij
met de oogen kont zien eene malsclie weide met fruitboomen en een pacht-
bofje. zoo prettig, alsof een schilder het daar op de rots had geplaatst.
Wij rustten daar eenige oogenblikken.
Wel, vriend, dat is schoon, hé
't Ligt daar geschilderd
En vruchtbaar wat moet het daar plezierig wonen zijn
Ja, maar, bij onweörige tijden
En wat een goel luc'it dat g'liier ademt boe zuiver 't Is om er hon
derdjaar bij te worden.
Inderdaad, er komtu daar van die hoogtens, eene frissche, zuivere lucht
tegen, die ons de heete zonnestralen doet vergeten. Eenige minuten ver had
den wij laudijen, dan weer begon de helling, wij ontmoetten eene berghe-
woonster met 'ne korf op baar hoofd, zageu putten, waar men marmer steen
uithaalde, wel 20 meters breed en misschien 100 diep "t is vervaarlijk om
zien en hoe ze daar die reusblokken naar beneden brengen, weet ons Heer.
En boe meer wij gingen, hoe hooger die sneeuwtoppen schenen.
Aan den voet van eencn berg, in een hutje van brokkelingen steen ge
maakt, zaten drij manspersonen, steenkappers, die hunnen Hegenkant hadden
genomen en nu een pijpje rookten een bejaard man en twee jonkheden.
Wij groetten, zetten ons op hun verzoek, op eensu steen en deden een
praatje.
Twee dier jongens waren tegen den Pruis moeten opgaan, met nog 400
van Lourdes allen waren weèrgekeerd, behalve éen die niet meer kon, een
doode. Hun gedacht was dat er eerlang een nieuwe oorlog tegen Pruisen zou
losbersten van Parijs spraken zij met verachting une bande dc voleurs. een
dievenbende, werd die stad door hen betiteld.
Ja, een bende dieven, mes braves gens, zegde mijn gezel, een volk dat
God of zijn gebod niet meer vreest.
Wij kennen en verachten die rakkers ook. Maar gij zijl hier dicht bij
Spanje
Daar over die bergen ligt dat land.
En wat zeggen z'ervan 1
Wij hooren weinig nieuws, maar 't algemeen gevoelen is, dat Carlos
heerschen zal.
Maar die witte toppen daar, is dat reéel sneeuw
Zekerlijk, dat blijft gedurig alzoo bij vochtig wéér, zien wij daar
somwijlen in den zomer sneeuw vallen.
Hoe ver zijn wij nog van dion sneeuw
Wel, drij uren.
En ze vertelden ons dat, over dien berg, schoone weiden zijn, werwaarts de
schapen van dezen kant voor de vier heetste zomermaanden worden gestuurd.
Wij vernamen nog dat die steenbergen aan vele eigenaars toebehooren, die er
bun fortuin meé maken. Dan scheidden wij van die brave lieden <m trokken
verder den bergop.
Nog 3 uren ueen, lot dien sneeuw geraken konden wij niet, of g'heel
onze namiddag was eraan verkwetterd. Wij gingen dan al denkende voort,
ontmoetten eenon putbaas, die eenige minuten met ons bleef klappen, gingen
tusscheu twee steile bergen en geraakten op eene liefelijke vlakte rechts
paalrlen wij aan bergen, links lag Lourdes diep onder ons, ons omkeerende
zagen wij bet kruis der Basiliek van de Grol en voor ons was eene Yallei,
misschien eer uur ver, waar achter hooge bergen.
Gezoudt ge/.eid hebben een zomorschc dag, thalven van December hoe
zal ik dat beschrijven men moet bet met eigen oogen zien-en bewonderen
tusschendie grijze en witte reuzen bergen, een vruchtbaar veld, weiden]
boscbjes, land, een dorp, bespoeld door een breed water, 't zelfste dat te
Lourdes voorbij de Grot loopt. Wij zetten ons op afgerolde rotstoenen neêr
om die schoonheden te beschouwen ja, ja, pater Poirters heefl gelijk van te
dichten
O God de werken van uw handt
Gaan verre boven mijn verstandt
Noch mijuen geest en is zoo kloeck
Om uit te leggen uwen boeck.
Hoe wonder hoe wonder bier slikkend heet en daar hooger sneeuw
liier gaat alles verdorren, maar onder die laag sneeuw bewaart de Schepper
malsche weiden hier gaat alles uildi oogen, maar van die bergen komt de
gesmolten sneeuw geloopeu, maakt eene beek, eene rivier, eenen stroom om
aan honderde duizende menschen water to levereu. Hoe wel dat alles toch
voorzien is, voorzien.door den ahnachtigen Schepper, Dien wij Vader mogen
noemen
adt dat een ander bij u ware.
Hoe gelukkig moet het zijn hier op deze bergen, eenzaam en vergeten,
den Schepper te dienen en te loven, gelijk de kleine schaapjes die al bleetende
de steile bergen ophuppelen, om de grasjes tusschen de rotsen uit te knagen!
Wat lieve zachto beestjes een uit den hoop draagt aan den hals een belletje,
weiks geklingel den herder verwitiigt waar zijn kudde zich bevindt.'t Is hel
eenigste gerucht dat men op die bergen hoort.
Mijn vriend Sterck stond recht.
Willen wij t
Terugkeeron
Ja, auders geraken wij voor den noen te Lourdes niet.
Als ge wilt, draaien wij van den berg om en keeren langsheên de Gave
wefir.
Zoo gezeid, zoo gedaan sog eens nydig naar de schoone vallei omgeke
ken, de bergen nu op en afgeklauterd, op een smal wegje, juist op *t kantje
van den berg gegaan, zoodat ons rechte hand dikwijls over een vreeselijke
diepte hing nogtans gecnen moed verloren, over een bergkloof gesprongen
eu eindelijk benedeu den berg geraakt en voortgestapt langsheên de Gave
en de hooge bergen de prachtige landgezichten bewonderd gesproken met
ne kreupelen man die daar voor zijn gezondheid den zomer kwam doorbren -
gen hem opgewekt tol vertrouwen in de H. Maagd den berg gezien waar
de schaliën gevonden worden men klieft ze af, in scherven zoo ijtool ah
ecu boerenhuis.
Niet verre van die sclialiegroevcn zat een arbeider te rusten, wij spraken
hem aan, liy presenteerde ons een snuifje aan en wij spraken hern van de
wonderbare Grot. Hij hende allerbest de persoon, eerst aan de Grot genezen,
een steenkapper zijner gebuurte met Bernadetta en bare Familie bad hij
dagelijks gesproken. In 't begin waren de genezingen menigvuldig.
Eu nu, vriend, genezen er nog mensclien van Lourdes
Neen, 'tzijn meest vreemdelingen, er komt bijna geenè Bedevaart of ze
gaal met genezingen weg.
Muar, vriend, wat zeggen z' hier van al die Bedevaarten T
Och, menheer, we zien dat bijna niet meer de toeloop duurt al meer
dan tien jaren en vermeerdert dagelijks er zijn dagen dat ons Lourdes dooi
de Pelgrims wordt weggedragen. W'ij wisten wel dat dit ging gebeuren
d'Heilige Maagd bad hel voorzegd.
Dat is hier zeer veranderd, zoo 't schijnt
Niet meer kennelijk. Ze gaan nu op den berg, nevens de kerk, zeven
groote kapellen bouwen do weg wordt al weerskanten verbreed en men
spreekt van eeuo Kerk over de Grot.
Zoo wordt volbracht 't bevel der Verschijuing Ik wil hier eene kerk zien
bouwen en procession komen
Wij sloegen do oogen met dankbaar gevoel naar de Basiliek en onzen weg
vervoorderende, kwamen wij aan de brug, van de eenzaamste stilte in het
drukste gewoel geroep der kramers, geklets der zweepen van de koetsiers,
gebed, gezang, gekap der beitelhamers, alles dooreen gemengd, zonder de
minsto wanorde, 't Was elf ure, toen wij de stad binnentrokken.
De/Kerken van Lourdes.
Rond 1 ure, na wat uitgerust en wel gevoed te zijn, trokken wij wéér naai
de Grot, dezen keer met onzen reiszak, doch gingen eerst het oud kasteel van
Lourdes be/.icbtigen. 't Is een ouderwets gedoen meer dan 1000 jaren ond, met
smalle trappen, die altijcl zigzag doen, om den vijand te verrassen met don
kere kotjes, dikke muren, talrijke schietgaten. Tijdens den oorlog zaten daar
pruisische gevnngonen 't heefteen gainisoen van 100 man, voetvolk.
(Wordt voortgezet).
Overweging
8 september
Heden zal 't Christen Volk zich aan de wijdvermaarde en rijke Kapel
van Gaverlnud met zijne EE.,Priesters vereenigen, voorde verhevene belangen
van Kerk en Vaderland... bic Bijeenkomsten zijn machtig in den Hemel en
op de Aarde; kau God weder.staan als Hij die duizenden ootmoedig in
't zand ziet neergeknield Vex populi, vox Deials 't Volk spreekt, God
spreekt.
He Voorzienigheid laat toe dal de buitengewone Bedevaarten blijven voort
duren, opdat de roof der Pauzelijke slaten.de verdrukking der kerk gem
voltrokken eu blijvend feit zou worden. Nu is de overweldiger in geen vreed
zaam bezit dier slaton... Millioenen katholieken verzotten zich daartegen.
Wij groeten van verre liet dappere Volk in Gaverland vereenigd.
Den 14 7bor is 'iBedevaart te Dadizeele, eu deu 19 7ber teLede Satan, do
schelm, rneendo ons, Vlamingen b u a iwd Ie maken met zijnen klauw in ons
vleescli te prenten bij kont de Vlamingen nietde Vlaming gelijkt don leeuw
eens gekwetst dan verdubbelt zijnen drift on er is geou houden of binden aan...
fciads de verraderlijke aanval te Gent en Luik, is't Christen bloed aan 't koken
geraakten 'l zal blijven koken, in heilig vuur, tot de verlossing van dc,.
Paus. Zou eeu kind zijn N ader verlaten, als deze omringd is van Laanslroo
gtrs? En zouden wij, katholieken. Vader Pius IX. den ouden braven Man. die
al 27 jaar "t Hoofd onzer Religie is. nu gaan veriatenen verloochenen] Dat
Hal. dal Oavcrlard, dal Zele, dal Lede daarop antwoorden. Wij moeten
vurig bidden voor den triomf der Kerk, voor den vrede tusschen de Chrislene
volkeien, voor de verdwaalde Christenen, zoo jammerlijk ongelukkig'. Men
zegt dat do Bedevaart van Lede al de andere zal overtreden.
Gevaarlijk voor d'lierseus. Mijnheel den Doctor, vroeg een ju-"
fortje, zijn die nieuwe hooge hoeden niet gevaarlijk voor d"hersens?
Voor d'hersens! volstrekt niet, personen die hersens hebben, diag r.
zulke hoeden niet.