- II c 11 b t x g-
De hooveerdij meet zich met de lange el
HS5
Drij honderd lieters genever van Hasselt, eerste kwaliteit voor 225
franken nep Jan verbaasd mt. Dat _is zeventig centiemen den lieter
dus eene beiulice van '75 lranken, vermits men hem oenen l'rank den lic
tor verkooptMaar de winst moet veel, veel grooter zijn in den ver
koop met't klein. in eeneu lieter zijn wel veertig kleine glazekens
hier is de winst dus honderd per honderd.... En zeggen dat ik zes maan
den moet werken om dry honderd franken te winnen!... Up uien tijd
zien de Ardüins, met hun armen gevouwen, duizend a vijftien honderd
franken in hun kas komen. Eu ik zou meer te doen hebben Sis Arduin
is de mensehen te bot ik zou iedereen vriendelijk zijn.... Mijn Sohe
is een bravo vrouw, T is waar, doch met die scrupuienzal z'haar leven
lang een arme vronw blijven.
III.
's Anderdaags ging Jan naar zijn werk, zoo droef als 'nen doodgraver.
Ilij overlegde zijn rekening van 's avonds te voren en was kwaad op zijn
vrouw, kwaad op zijn eigen, omdat hij niet al tien jaren herberg nield.
Zoo zeer was hij m gedachten verslonden, dat hij den fakteur met zag,
diojhem dagelijks voorbijging.
Dag, Jan vriend, riep de faktour, is men ziek, per malheur waar
blijft uw schuifelmgsken Maar ook, ais men gecnargeerde brieven
verwacht, dan verwondert hot mot dat do vreugd achternlyit.
Ge lacht er meè, lakteur, arme duivels gelijk wij, verwachten
nooit zulke brieven.
Er is maar een Jan Serlippens in 't dorp, meen ik metser van
stiel vroeg de lakteur hem eenen brief onder den neus stekende, ge
zegeld met vijf roede cachetten.
lajJan stond verbabbereerd en keerde wel tien malen^den brieféomT^^
't Was zijnen naam m volle letters.
Met een bev ende hand trok bij den brief open.
Er zat eenen brief in van zijn broer en,twee bankbriefkes van duizend
franken.
ÈlDroomgik f dacht Jan. Ben ik't nog hij ging op eenen paal zitten,
keek eens wel ol'erniemand omtrent was en las aan liet volgende.
Brussel den y november löÜO.
Bemindo Broeder.
gg< Myn alfamens gaan dagelijks om te beter 't geluk gaat mij meè en
ik kom weer 'ne kadeau,vaii oüpJUJ fr. te krijgen.
Uver twee jaren kocht ik eenige aktiën .der stad.Brussel en 't groot
lot is aan mij gevallen.
Ik doe van deze som twee bankbriefkes van .duizend franken, welke
ik u|verzoek te willen aanvaarden.
•BAlsgy naar mij luistert, is dat 't begin van uw fortuin.
«aMet duizend franken kunt ge van uw liuisjo4een schoon herberg ma-,
ken en de rest is voldoende om uwen kelder van.bier 011 likeuren te voor
zien,
Gij begint met beter engbeterkoop te geven dan Sis Arduin en
welhaast zult gy de kalanten zien toesiroomen.
Als gy mynon raad volgt en njorstig uw ail'airen beriddert, en als
de Solie en de kiudereu u helpen, binnen twee 01 dry jaai' laat ik u hier
mijn groote stainiué over.
Ik hoop, beimnde Broeder, dat gij den raad nmt.zult verstooten van
uwen Broeuer die meer ondervinding neelteu voel belang m u stelt.
K.om voor eenige dagen naar Hrussol en breng do b'aimlic meè. De
groetenisseu aan Sohe en aan de kinderen.
Uw broeder,
ft C'LAUbiUïs
Ge kuntjdenken, beminde Lezer, wat ;voor-'oogcn Serlippens trok in
plaats van, naar 't werk, ging by aanstonds naar hu.s de goede tijding
moedeelen.
Sohe ontving met vreugd de bankbrietjes doch de brief van Claudius
stond haar niet aan kwam hy geen olie in 't vuur werpen
Ziede nu wel, zegde .Jan, nadat zijn vrouw den brief gelezen en
herlezen had, ziede nu wel dat ik gelijk neb. Claudius is van mijn ge
dacht, aangaande het herberghouden 't is een verstandig man, een
goede broeder lnj komt ons den weg tooneu om fortuin te maken.
Jamaar ik vrees dat liet don weg dos verderfs is voor onze kinde
ren.... Ge zult by Claudius gaan en hem uiteendoen dat het ons onmogo-
lijk is zijnen raad te volgen. Als een wijs en verstandig man, zal hij myn
gedacht deelen en ons den kadeau anders laten gebruiken.
IV.
t YV as ver op den zomer, er moest ver te voet gegaan worden, wes
halve Serlippens zich liet overhalen om alleen naar .Brussel te gaan. j
o^Twee dagen nadien trok hy op.
Ëji.ii oot was de vreugd der gebroèrs iu zoo langen tijd hadden zij mal
kaar niet gezien en er was zooveel te vertellen.
t^Janzyu oogeu schemerden van al de pracht, de netheid en het orde in
de schoone estaininé van zynbroèr. Zijne schoonzuster, die niet trotsck
was, gelijk vele parvenus, ontving bom, men kan niet beter.
IgZy liet hem alles zien boven en beneden,legde hem den handel on wan
del, de politiek en de manieren eener herberg uit.
Clauuius had danig veel bezigheden maar vond toch den tijd om zijn
broer de hooldstad rond te leiden.
De arme dorpsbewoner kon zijn oogon niet gelooven als hij de glan
zende hotels, de prachtige paleizen,de schoone monumenten van Brussel
zag, en tranen van spijt scnoten hem in d'oogen, ais hij op zijn arm dorp
peisde,endie tranen ruiden hem op de wangen als hy de koppigheid zijner
vrouw overdacht, die volstrekt van geen herbergüouden nooren wilde.
^,'t Geneerde hem om aan Clauduis te zeggen dat Soliio tegen d'licrberg
was maar zekeren avond, als de kalanten weg waren en zij, met hun
tweeën, een fijn druppelken dronken, maakte Jan van zijn hart 'ne steen
en veropenbaarde de zaak.
Claudius wist gcenen weg met zyne verwondering.
tie ziet w el, zeide hy, dat Solie niets van de wereld kent indien
zij ecnigen tijd in de stad gewoond had,' ze zou al die kwezelarijen in
't hooiu met meer hebben, is zij zot van te gaan denken dut de kinderen
bedorven worden, omdat zij van tijd tot tijd eenige loelito woorden hoe
ren of maar een liefdeliedje luisteren? Bah, dat gaat d'een oor in en
d'ander uit en alles is gezegd. Ten anderen, als zij absoluia de ■dUUO fr.
op een ander manier wil gebruiken, ik stem er m toe maar 'tis een
dwazigheid. ik denk toch, voegde hy erbij, dat Solie van haar boshut zal
terugkeeren. in dit geval, moet ge mij si to schrijven, want ik zal u
eenige recepten zonden, die niet weinig zullen bijdragen om u op uw ge
mak te brongen.
Van w elke recepten wilt gij spreken vroeg Jan.
Van deze die u zullen ieeren do dranken te doopen.
üsClaudius, broeder-lief, ik wil herbergier zijnmaar wat aangaat
de vervalscliing
Wat gy hebt ook scrupulen Ik zie wel, Solie heel't u den hol
verward! Weet dan dat die imddelkcs om de kwantiteit te vermeer
deren ot de kwaliteit te versterken, zeer veel opbrengen aan Gonnerber-
gierdie verstand heen. Wat meer is, een'weinig prauok in den snel zat
u tooneu dat die 1u1ddelK.es volKomen reentveerdig zyn. G'üebt, bijvoor
beeld 'nen gast dio digt tegen de dronkenschap is gy geelt hum genever
een beetje 111 water uitgoiongen; is dat hem geen dienstbewijzen Een
audere is Smakeloos gewordengoeden brandewijn scüynt hem te hauw;
gy geelt er hem gedoopteu en gepeperden die drank oidoet licni.Deiikt
gy daarmee uw geweten belast te hebben r Ander voorbeeld met eeni"e
handsvollen van zeker kruid, eenige kilos suiker en de hulp van den
apotheker, verandert gij eene ton ilasselschen genever in eene lekkere
likeur, waaraan gy een ronkende naam geelt, dy verkoopt dat dry of
vier franken den heter. En dat zoii niet eerlijk, nandeien zyn
De metser was door die reden overtuigd uat 't georuik van recepten
inde herberg zoo redelijken gzoorechtvaardig is als in denapothekers-
winkel.
V.
Jan Serlippens keerdejjnaar zijn dorp terug met r.jkc geschenken en
het gedacht, nog dieper 't booid in, van de truweel weg te werpen
en herberg te houden.
Te zyneul had men vrede met de,goschenken maar het herberghou
den kroeg een lormeeie weigering.
j»Van dien dag had de metser 'Tien afkeer van zijn 'werk, verloor den
appetijt, kon niet meer slapen en word zoo droef ais een doodkist. f -j
Twee maanden nadien was hy niet meer kennelijk, mager om te "bran
den, en .krochende gelijk een wiel dat in geen veertig dagen olie heelt
gezien.
Sohe werd benauwd en zette hem aan om den Doctor te gaan spreken.
Serlippons weigerde, eerst, doch op haar lievig aandringen, ging hij
toch. De Doctor ondervroeg, visiteerde hem en verklaarde geoue ziekte
te vmdeu nogtans, uit men zwakken staat des lyders kon later wel
eene borstziekte volgen. .Hij hoorde Serlippens uit en voud eindelijk de
ware oorzaak der ziekte.
Js Anderdaags ging zyn vrouw bij don Doctor de geneesmiddelen halen.
Vrouw, sprak de Doctor, uw man moet herberghouden, anders
krijgt hy van verdriet een uitteering of wordt zot.
Solie grees als een Madelena.
Herberg houden haar kinderen zien bederven, neen
Maar Jan zien kroveeren, zien zot worden, neen
jNogtaiis, eeirvan de twee moet gebeuren de Doctor heeft lie tj stellig
verklaard.
De arme troostclooze vrouw ging in de Dorpskerk bidden, hulp vra
gen bij Dengene die de bitterste tranen afdroogt.... Haar besluit was
genomen.
jjWordt voortgezet.
Ja, ja Tommen, 't is al 'ne vieze (wereld
'k Heb 't u menigen keer gezeid, Zander.
Figureert u, ik kom daar mijn gerechtzweers tegen, Dries,
en refeseert hij mij den goeien dag niet, Tommen
De menschen zijn sibielte peerd, Zander; haal, nijd en
afjonstigheid zijn goeie koop.
En wat hebben wij toch in ons leven als de vriendschap
Tommen Met de vriendschap is d'armsle hut 'nen hemel, en