Al te zoet, van alle kanten kwamen vrouwen, moeders en vaders, die iemand der hunnen in de fabriek hebben, al jammerend naar het gesticht gesneld. Vol ontsteltenis en schrik lieten de werklieden dadelijk aen arbeid slaan en kwamen builengcloopen. Het tooncel van ge jammer voor de fabriek was hartverscheurend. Talrijke vrouwen vielen in zwijm, terwijl de kloeksten in tranen losbarstten. «Er zijn vele dooden en gekvvotsten hoorde men langs alle kanten roepen, en inderdaad de ramp was groot I Ziehier over dit schrikkelijk ongeval nauwkeurige inlichtingen Het gebouw, waarin de ontploffing plaats gehad heeft, bevat twee ketels, waarin vier mannen bezig waren met werken, op het oogenblik van het ongtluk, éen achter en drie voorden ketel. Van deze vier werklieden is een op den slag gedood, en van de drie anderen hebben twee zulke zware brandwonden bekomen, dat een dezer overleed bij zijne aankomst in het hospitaal, en dut de genecsheeren wanhopen den andere te rcdien. De derde die begraven lag onder de puinhoopen van het gebouw, heelt maar lichte wonden. Deze, die op den slag gedood is, werd door de kracht der ontploffing op 20 meters afstand van het ongeluk ge worpen, en letterlijk verbrijzeld tegen den muurvan een gebouw, dat er rechtover stond. Ganseh zijn lichaam, schrikkelijk verbrand, maakte maar eene wonde uit. Wat de twee andere werklieden aangaat, die den dood in dit schrikkéllijk looneel gevonden hebben, zij werkten aan andere ketels, afgelegen op tien meters afstand voor dengene, die gespron gen is. Het is maar om 10 ure's morgens, dat men de lijken der twee ongelukkigen in de holle, die bestaU voor deze ketel, ge vonden heelt, en die door het kokende water gedood zijn. Deze twee ongelukkigen waren schrikkelijk verminktde eene had het been verbrijzeld, de andere een deel van het hoofd verloren. Vier van de ergste gewonden hebben in de Bijloke de geeste lijke hulp ontvangen. Men veronderstelt dat zij getroffen werden door de puinen van 't gebouw, waarin de ontploffing voorgeval len is, en die langs alle kanten met een buitengewoon geweld zijn weggeworpen. Het geweld der ontploffing is zoo groot geweest, dat blokken metselwerk van verscheidene kubieke meters, tien meters verre werden geworpen. De stoffelijkeschade mag opderligduizend francs geschat worden. Om tien ure 's morgens is liet parket vertegenwoordigd dooi den heer Vanderhaeghen, procureur des konings, de heeren Soudan, onderzoeksrechter, en De Bosschere. adjuuctgriftier, ter plaatse gekomen om lot een eerste onderzoek over te gaan. De heeren Van der Waerheden, opper-poliliecommissaris, en Lanekman, politiecommissaris, waren reeds ter plaatse, alsook de beer Belpaire, ingenieur van biuggeu en wegen; en de heer Be- kaert, conducteur. De oorzaak van het ongeluk kunnen wij niet opgeven- De verslagenheid en droefheid onder de werklieden is algemeen 2eer groot. Wij vernemen dat oneerlijke werklieden, terwijl alles rn rep en roer was, van die gelegenheid gebruik hebben gemaakt om hunne makkers te bestelen. Een werkman werd zijnen portemonnaie, met 42 fr. in, een andere den zijne met 8 francs in, ontstolen. Ziehier de namen der schachtoffers: Karei Van Maercke, stoker. Jan-Baptist Treason, arbeider. Karei De Jaegber, id. Guslaaf Vanvlaemleren, oud 17 jaren. Zijn gekwets: BernaardStcrre, 28jaren,werkman,Kerkstraat,; Bernaard Foucquart, 28 jren, Berouwen Karel-Lodewijk De Clercq, 35 jaren, Drongenschen steenweg. GRUWELIJKE MISDAAD. Te Mechelen heeft eene mis daad plaats gehad, die in de afschuwelijkheid alles te boven gaat wat wij in de laatste tijden, in de rechterlijke jaarboeken, hebben op de teekenen gehad. Men zal deze regels niet zonder beven lezen, en zich zelve afvragen, hoe het mogelijk is, dat er men- schen, zoo monsterachtig wreed kunnen bestaan te meer om dat het slachtoffer een onnoozel kind van acht jaar is. Eenige kleine meisjes van 7 tot 8 jaar oud, woonachtig in de Augustijnenstraat, te Mechelen, warenden 12 December laatst leden naar builen gegaan. Josephine De Beider, 8 jaar oud, had zich onderweg van de kinderen gescheiden, en was alleen den weg naar huis ingeslagen. Het kind werd echter niet meer gezien en alle opzoekingen bleven vruchteloos- Verscheidene dagen verliepen de moeder van het meisje, bijna zinneloos van verdriet, doorkruiste nacht en dag den ganscheiï omtrek, doorzocht alle holten en hoekeu, maar vond niets; er werd geen enkel spoor van haar kind ontdekt. Men verloor zich in gissingen over het verloren kind- Bij het huiswaarts keeren op 12 december moest Josephine De en is niet goed. Beider over eene brug op de Dijle gaan men veronderstelde da het kind wel in het water zou kuunen gevallen zijn. Onmiddelijk werd het water afgelaten doch daar ook ontdekte men niets, ver volgens ging men over tot het ruimen der beerputten in de L>ui> jt maar alles zonder uitslag. Gok de kleine vriendinnen van het verdwenen meisje, bemoei den zich met het geval en zochten overal rond. «Maar, zegde dezer dagen een kleiii meisje lot hare speelmakkers, zou Josephine bij Toon dun Timmerman niet zijn; deze heelt mij ook eens 5 cen tiemen willen geven, als ik mee naar zijn huis wilde gaan.» Het gezegde werd ruchtbaar de moeders kregen er kennis van, en het parket bevool tenen huiszoeking bij Toon den Timmerman, woonachtig in de Augustijnenstraat. De indirect aanklaagde werd verwittigd, dat men zaterdag namiddag den beerput zou mimen, en men verzocht hem thuis te blijven. Toon maakte eenigeopmer- kingen, beweerde, dat hij zijn werk niet kon uitstellen, enz. De huiszoeking had plaats; Toon was in 't geheel niet rustig, maar was toch thuis gebleven. Omtrent 5 ure namiddag ontdekte men bet lijk van Josephine De Beider, in den kelder van Toon. De deugniet is onmiddebjk aangehouden de verontweerdiging Yan hei volk was grootde vrouwen en kinderen weenden, en de moeder van het scnepsel was als razend van smart. De moordenaar had hel lijkje van het kind in eene vierkantige holle verborgen, waarvan hij de opening had mei steenen dicht gemaakt. Boven op dit graf had hij eenige bloempotten gezet. Het gerecht deed hetzelve onmiddelijk opbreken. Het lijkje zat recht in dat ijselijk graf. Het was zwart uitgeslagen en reeds in staat van ontbinding. Hel onderzoek wordt voortgezet. De verdachte persoon noemt zich Antoon VI...., weduwenaar, is 6ü jaar oud en schrijnwerker op het arsenaal van den Staal. In het begin dezer week vermaakten zich vele Wetteraars op de Schelde, dit-dwaas werk kwam bijna duur te staan aan Dook, de kool- losser dio door het ijs viel, en slechts na veel moeite behouden aan kant kwam. Men zegt dat de mooodenaars van boerken De Vrioudt van Destel- bergen, volop bekentenis doen vau hunne misdaad. Werkstaking in de koolputten. Er kunnen verschillen ontstaon tusschen Meesters en Werklieden en voor zeker, daar is geen kwaad in gelegen. Iedereen voor't zijne. God voor allen. Doch de toestaud wordt gevaarlijk, als rustsloorders, ineesl altijd vreemde ratten die niets te verliezen hebben, zich in 't geschil mengen en den arbeider tot onredelijke zaken opstoken, tot opstand, revolutie, plondering. De Moester mag geen geweld gebruiken, om den werkmansloou te verminderen en da Werkman van zijnen kant, mag buiten de redelijke middelen niet gaan. Maar, zal een arbeider zeggen, ik wordt gedwongen door de armoede en da Meester nietderhalve ben ik altijd den beer van 't spel JA! ineeue samenleving zonder Go Isdienst noodlottig en onwederroopelijk, JA; eualde opstanden zullen slechts dieueu lot grooiere ellende vau den arbeider. Hoe ging het to Parijs in 1870-71? 'I v.dk stond op, de wot lag omver maar de groote schob-jakkeu vulden hun zakkea en vluchtten 't laud uit, ter wijl de arme werkliedeu op straat gemassacreerd weiden. Rochefoit zatin Engeland aan een lekkere tafel, terwijl degenen die hij verleid had, achter de grendels te water en te brood zaten. Doel wat ge wilt, stelt de wereld 't onderste boven, de geest van Religie, van christene liefde, van Broedei lijkheid moet er zijn of de wereld zal vol verdrukkers zijn en vol verdrukten de Geldzucht zal 't zweet en 't bloed der armen drinken, en een zeker gedeelte van 't menschdom zal immer in ketens geklonken liggen. De Godsdienst moet't vereenigingspunt zijn tusschen Meester en Arbeider; de Godsdienst, die tot de Rijken zegtdie Werkman is uw broeder wee u, zoo gij hem benadeeligl in ziel of lichaam; wee u zoo gij zijn loon achter houdtDe Godsdienst, die tot de werklieden zegt't Leven is maar een duor.ochtzijne ziel winnen is alles weest Ie vreden met uw lotgij moogt eu moot werken om uw lot to veibeteren, om vrouwen kiudeis te voedeif maar, in en door da rede.» Hoe gaat het nu in de Walen D'e Werkstaking duurt vcort nu zijn er bier die hun werk hernemen, ande ren die het elders laten staan meer en moer bemerkt men dat do Commune haar boomjes te woek logt. Er zijn vreemdelingen die geld uitdooleu en slechte liedjes verspreiden. Zeven di gasten zijn zondag door de Marclies- aes van Bergen op heeler daad betrapt eu aangehouden. Ziehier hoe de toestand was, niaaudag 11. \olkomone werkstaking in de volgende: Slaurage, liraquenies, La Louvióre, la Pais, Sarslongehamps, iloussu. la Verrolde, et la Fourche, en in een deel van Mariemont. De werkstakers beginnen armoede te krijgen; er gaan er in de dorpen bedelen. Ci.a.leroi, 17 januari. 7 k 8Ü0 werklieden uit den bassin Charleroi zijn zaterdag avond eene meeting gaan houdeu naar Morlauwelz. De werkstakers van Louviére eu Sara-longchamps zijn er in 't bosch Mariemont bijgekomen, en samen zijn ze naar Joliinont opgetrokken. Aan het huis der vergadering was de roode vlag uitgesteken. Op den doortocht stonden gendarms te peerd. Pipo-en-bcis. eon franscho rat, i» naar Charleroi komen een kei-odiestuk bosmreu, in't welk de koninklijke Familie, de Geestelijkheid eu uo goede zo den belasterd worden. 18 Januari. De werkstaking gaat voort vele arbeiders gaan liever de geneverflesch dan de goede rede te rade d'herbergjes zitten vol; ondermsschen komen d'huishoudens meer eii meer in armoede.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1876 | | pagina 2