iiti|U= unl alle t J 1 S .11! ji3 1 sf.s ifiSfp-J -11.is gen. aT só s S g §0.0 2 s '1 1 1 1 a 2 cf ij gCO O l^-l 5 ET jó "to a '«o 05 H C rt S'1- 5 1 J 1 1 ü^.j §z| |-2 ij "ë'7 g .£aSÏ 4" JAAR H° 174- IS FEBRUARI 1876. Prijs in bureel of winkels 5 centiemen. iMet de post of te huis gebracht2,50 's jaars' Vooraf Betaalbaar. 5. a cr?' 1 s O Z" S" S" x f- S-" o' 3 g, re 3 B P o 5 c« 1 b g Al wst voor DE WERKMAN bestemd is, moet vrachtvrij gezonden worden aan P Daens, opsteller, Molenstraat 72. Wat doen d'achterklappers de lasteraars? Ja, wat doen ze? Zeggende 'k heb dit en dat, gisteren, gezien? Keen, ze zeggen: 'ltheb datg'hoord van iemand, hij wist dat van den dezen ofdendijnen, 'tis gebeurd over vele jaren ze spreken meest al tijd, met haken en oogen, de achterklappers, de eerroovers, de laste raars. Even gelijk doen de Volksbedriegers, die tegen ons oud katholiek Geloot', in Geuzenhollen, komen preóken. 'o. "'o p vsters, om de lieeren Jesuieten hatelijk te maken, wat doen ze gaan honderde jaïêv. acV.teiuiit ze komen af met valsche daden, val- sehe cijffcrs, en op die leugens gesteund, durven zij zeggen -. De Geeste lijkheid is tegen tie vrijheid der menschen de Jesuiêt&a zijn oorzaak geweest van bloedige oorlogen, van wreede moorderijen. Moesten zo dat zoggen van den dag van heden, iedereen zou ze vier kant uitlachen: Wat'! de Priesters, die ons van in de wieg tot aan 't graf ten dienste staan Wat! de Jesuieten, die ons mannen, weldoeners le veren gelijk Pator Bernard, gelijk Pater Gilliodts, gelijk al de andere nog in leven en ge durft die brave Hoeren lasteren Allez, achteruit Die zijn gebuurte ziet, ziet de wereld. Gelijk de Religie met hare Die naars nu is, zoo is zij ten allen tijde geweest,. En gelijk 't ongeloof vroe ger was, zoo is het nu ookvol leugen en bedrog, vol wreedheid. De Joden die Ons Heer krüistten, leven nog; zij kruisen nu zijne Dienaren, den Paus, de Bisschoppen, de Priesters, de brave Christenen ze willen nu 't Vlaamsche volk bedriegen. Maar 't Vlaamsche volk is oen verstan dig volk den Vjaamschen werkman kan men door den blauwsel niet trekken de Vlaamsche werkman redeneerthij ziet dat de Religio er zoo noodig is alstbroodhij ziet dat de Geuzerij er op uit is om de Reli gie rukken, uit den Vlaamschen grond waar zij sedert 1400 jaar zoo heerlijk groeit en bloeit. De Religie, die den werkman gelijk stelt met den rijksten Heer De Religie die do armste vrouw een woning geeft, de kerk, waar zij nevens de edele Dame, de weldaden van haren Schepper geniet En dat komt men in het trelfelijk Vlaanderen aanranden Er zijn twee zaken in de Religie, in ons H. Geloof. Iets dat van God komt, en dat is puur, volmaakt, zonder de minste vlek. Iets dat van de menschen komtde uitvoering, en daarin kunnen gebre ken, missingen bestaan. Maar, in de Geuzerij is alles slecht, alles ellendig, alles bedorven en daarom moeten zij leugens en lasteringen gebruiken. Wat zegt men van iemand die, beginnende commercie te drijven, eens anders koopwaren kleineerten veracht? Dat is 'ne gemeinonkerel, zegt mengoede waar prijst zijn zeiven. De Geuzerij kan ons geen goede kommerschap aanbieden, niets dan avarie, verlegen, bedorven goed daarom misprijst zij wat onze Ouders en voorouders goedgevonden hebben, en wat van 't begin der wereld af, zijne preuf heeft geuaan van goed te zijn. Bruata in de Prijsraadsels: Eerste raadsel, 2de regel, moet zijn - Ik diene tie goede en kwade van leven. Vierde raadsel, 4de regel, moet zijn i Want naar de dieft' het een nog deelt. Zijne Broeders beminnen, dat is toegevend zijn voor hunne kleine gebreken: wij gevoelen terstond wat wij van anderen moeten lijden, maar wat rn leren van ons te lijden hebben, daar peizen wijniet op. Die zijn eigen rechlreerdig oordeelt, gevoelt dat hij niemand mag oordeel«n. 'k Heb zwijnen gezien op 't konvoi, buitenjongens die sedert eenige jaren le Brussel werkten O, wat kan de menseh afschuwelijk worden, die zinken door d'otileugd Ouders, waakt, Jonkheden, vluchfr-de losbandigheid Voor een jury in de Pruisische provincie Posen gebeurde laatst een incident, dat tot eene luimige opmerking aanleiding gaf. In de zaal werd een groot misdadiger gebracht, en twee soldaten met geladen geweer namen in zijne nabijheid plaats. .Ren dezer amuseerde zich door gedurende het verhoor met den haan van "zijn geweer te spelen. Een der gezworenen stond op, hij was zoo tëfësk als een doek, en zeidc: Heer president, de soldaat daar speelt mot /.v/1..gewem-, als het schol afgaat, zal hij mij dood schieten Met zeer veel deftigheid antwoordde de president,«Wees ge rust, mijnheer, in zulk een geval hebben wij plaatsvervangende gezworenen. Te Peking heeft de volgende zonderlinge historie plaats gehad Eenigen tijd geleden bestuurde een grijsaard een rijtuig waarin de eigenaar mei twee vrienden gezeten was. Plotseling viel de koetsier mors dood. De eigenaar nam het lijk van den wagen en legde het, met behulp zijner vrienden, aan een der kanten van de straat. Inmiddels zou hij den naaslbijwöneuden mandarijn halen. De avond was intusschen gevallen en de magistraatspersoon stelde de inspectie tot den volgenden dag uit. De twee vrienden moes ten des nachts bij het lijk waken. Het was zeer koud cn toen zij vier uren gewacht hadden, konden zij het niet langer uithouden en gingen zij in het nabijgelegen bosch wat hout halen om een vuurtje te maken. Toen zij terugkeerden was het lijk verdwenen. Wat te doen? In hun angst gingen zij naar het nabijgelegen kerkhof, waar eenige nog niet begraven doodkisten stonden. Zij haalden er het eerste het beste lijk uit en legden 't op de plaats, waar de koetsier had gelegen. Zoo ging de nacht voorbij en toen de morgen aan brak vond men het lijk van een jong meisje, dat kenteekenen van verworging droeg. Nieuwe ontzettende schrik voor de wakers. Zij vertelden de waarheid. Er werd een onderzoek ingesteld. Er- bleek uit, dat een misdaad was gepleegd door een moeder op de doehter va» haar man, dien zij, bij het leven van haar eersten echt-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1876 | | pagina 1