De Deiizeii in ons Land.
Want na het sure komt het zoêt.
Historisch verhaal.uit de 16® eeuw
13° VERVOLG.'
t Is do wacht die afgelost wordt. Maar, 'k moet u dat voortvertellen.
Alzoo niet riep ik, of 'k wring u allen den hals om, zoo veel als g'er zjjt; da
zoon uit 't Ilof to Ponte (1) was bij mij.
Go zijt Spanjaards riepen zij. En gij, Ketters, riepen wij tegen.
I)e deur uit Wc zijn hier voor ons gelag en wijken'voor niemand.
wacht nog eenige dagen en wij zullen die papen in do locht doen dan-
sen Als g'het niê gedroomd hebt, ramenant van een volk. Pastop
dat de Stadshaljuw u niet en hoort óf'ge vliegt nog den hak inJa
maar, kapitein, dathegost daar te stuiven een van die vreemde luizen
greep naar mij, maar'k smeet hera onder de tafel. De zoon uit 't Hof
do Ponte legde er twee stil en ik smeet d'ander d.rij Geuzen op den ach
teruit daarmee, dronken wij ons kan uit en gingen er van door want
't scheen ons daar in 't gheei niet pluis mij docht mij dat or ronfort
Voor de Geuzen ging komen.
Een ras te slecht om in d'holle te branden zijn de Geuzen....
Kapitein, er is daar iemand voor u.
Doe hem hier komen.
Kapitein, op ordonnantie van de Schepenenbank, om met uw vol It
de wacht dor Molenstraatpoort te komen versterken. De Geuzen zullen
langs daar de stad bestormen.
Da at zien 't bevel is stellig.... Van Ilooreheke, roept de man
schappen bijeen.
't Sloeg een ure op de stadshorlogie Philip Stoop stond aan dc Pont-
straatpoort op de vestingen, sloeg vuur en ontstak ecnen zwavelstok.
Over de bergemeersclien, op Eergenkautor, flikkerde weldra eene anlero
vlam en de rimpelen van een helsehe lach betrokken zijn wezen, toen
hij heneden tot eenige mannen zeide Alles goed Ze kómen Wel on
gepast
IX. Aalst bestormd.
Wat is hij schoon, de lentenachtIn de Natunr rust en ingetogenheid!
Planten en bloemen zijn omhuld met een frisch zweet, dat wóklra door
do zoete omhelzing der lentezon zal afgedroogd worden, tot hunner meer
dere kracht en groei. Hoven aan 't blauw gewelf staan d'ontelbaro
starren, van hunne onafmeetbare hoogte, te pinken, terwijl eene witte
flikkering nog duizonde andere starren verraai.t, door den goeden Schep
per zoo mild in zijn Firmament gezaaid.
't Hart moet met ijs omringd zijn, een karrevracht van ondeugden
moet de mensehelijke ziel in 't aardsche slijk geklonken houden, om on
gevoelig te blijven bij zulke schoonheden, óm niet op te springen van
dankbaarheid en een heldero blik te werpen naar 't Vaderland van daar
om'hoog, waar de goddelijke Maker der Natuur woont en troont, ons
ziende, ons verwachtende, ons beminnende, ons een eeuwig geluk berei
dende.
Bedroevend zijn die verrukkende schoonheden voor den mensch die
niet meer gelooft, verheugend voor hem die, verwarmd en verlicht
door de Religie, in alles de goddelijke Hand horkent en met betrouwen
de inzichten van zijnen Schepper volgt.
Onze lezers kennen reeds Pater Antonius, de oude Karmeliet, de wel
doener en vriend der Aalsterscho bevolking; den nacht van 23 April
vergezelde hij zijnen vriend, schepene De Pape, naar de stadsvestingen
een "".zeven Schepenen was eiken nacht met dit overzicht gelastop
de vijl' oii .óte;"'.,tevens waakten de verdedigers der stad, en werden
beurtelings afgelost door versche .manschappen uit de vijf versterkte
stadspoorten.
Terwijl de Schepene op do Brusselsche poort de posten öfldflrvroeg,
stond Pater Antonius van op do vestingen de oneindige ruimte van óèii
gesternden I-Iemel te aanschouwen.
Diep moest de goede Ouderling in verrukking zijn gebrachtwant
hij hoorde zijn vriend De Pape niet die hem kwam roepen om terug do
stad in te keeren.
Pater Antonius 't is bijna 2 ure.
Stil, stil," beste vriend
Wat is er wat hoort gij is er gevaar
Neen, Schepene, 'k was met andere gedachten bezig;luistert eens
goeddaar verre, uit dit sparrenboschje, de nachtegaal die zingto, hoe
liclhoe schoon!.... Wat zal het daarboven zijn, Schepene, in de woning
van Ilem die de plaats van onzen proeftijd reecls zoo aangenaam heelt
gemaakt
Beiden bleven eenige oogenblikken naar den grooten Muzikant der
Natuur luisteren.
Pater Antonius sprak do Schepene.
Stil, vriendmen geniet dit alle dagen niet.... Hoort die krachtige
stemhoe zacht, hoe volmaakt, hoe krachtig eu vol
In,ander omstandigheden zou ik met genoegen dit gezang aanhoo-
ren, Vader, maar nu?
Laat ons de goedheden des Scheppers genieten, Schepenedat is de
ehristene philosophic.
Maar, binnen eenige uren kunnen de Geuzen daar zijn.
Dg Christen mag, temidden der hevigste stormen, de inwendige
rust, den vrede des harten-bewaren. Schepene. Immers, wat kan ons
hinderen? De pijnen zij vermeerderen onze glorie. De dood? Zii breimt
ons in't Vaderland.
Stil, sprak op zijne beurt, de Schepene, stilVader, ziet gij daar
mots, ginter ver in de Bergemeersclien 't Dacht mij dat ik daar be
weging zag.
Neen, Schepene, niets
Mijn ooren moeten mij hedriegen of 'k hoor een dof gerucht van
voetstappen op den steenweg. Duisteren wij eens welEr komt ie
mand..... 't Js Philip StoopDeken, mij dunkt dat daar iets omgaat
m de Bergemeersclien.
'k I-leb dit reeds menigen nacht gepeisd, Schepene, maar telkens
als wij gingen zien, was er niets.
'k r
chepene die een der mannen had
men Zullön de mannen vau Mijlbeke zijn die tot daar op wacht ko-
't Is mogelijk, maar 'k wil op den Smouttoren gaan zien (2).
—Ja, ga zien, mompelde Stoop, dc Geuzen zullen u straks 'nen ande
ren dans leereu Stoop ging beneden eri sprak tot eenige mannon De
1 oort met verlaten, voor niets ter wereldDe Schepenen moaen beve
len wat ze willen
Schepene De Pape ging met zijn achtbare gezel, langsheen de stadsmu
ren, naar de Molenstraatpoort, toen zij bijna Overrompeld werden door
eemge mannen die in allerijl kwamen geloopen.
Hé, Van Iloorebeek!'riep do Schepene c
herkend.
Ha, M. de Schepene, 'tis goed dat ik uheb; de Geuzen besierremen
de Molenstraatpoort; hulp hulpvan alle kanten, of de wacht is over
rompeld.
Is er iemand naar 't Stadhuis hij den Öpperschepene
Ja, alles is gedaan wij komen erafde bende is eröotmaar wij
zuilen ze toch wel uit de stad houden't Was naar u "dat ik zochtik
loop nu terug haar mijnen post.
Wacht, ik ga meê; Van Iloorebeek; hé daar, iemand om Pater
Antonius naar huis te vergezellen.
Ik blijf, Schepeneik ga met u naar de vestingen, niet om te strij
den, maar om ons Volk aan to moedigen en de stervenden te helpen.
Daar hoorde men nu 't dof geronk der trommels in de vijf wijken der
stad, benevens liet noodgehuil der klokken van kerk, stadhuis en ka
pellen en weldra was de gansehe bevolking te beende strijdbare
mannen liepen gewapend met vuurroeren en pieken naar de groote
markt en van daar de Molenstraatpoort op de vrouwen en dochters
ijlden den huize, uit, om nieuws te vernemen, hun noodbeklach uit te
galmen, of to beramen wat er host zou gedaan worden, indien de Geuzen
't stijd overweldigden. Zelfs waren verscheidene troepkes vrouwen tot
aan de Werfltapel genaderd, de koster klepte er aanhoudend alarm en
van daar kon men 't.geschut der kleine kanons en vuurroeren hooreri,
t geplons der stnjders in 't water, 't noodgeschrei en gekerm der eo-
kwetsten. e
Wat was er nu gebeurd
Ten
eene
Ie'w Me Fransche kapiteins, Van den Tempel,"ïian eiBlTGitfde."
~UUU Geuzen zich in de Bergemeersclien bevonden om de Pontstraat-
poort te bestormen, zoohaast de macht dor Aalstenaars aan de Donder-
mondsche poort zoü voreenigd geweest zijn.
Dit strijdplan gelukte op zijn'beste, dank aait deii verrader Stoop die
al zijn volk naar de plaats van 't gevecht zondt,slechts zijne medeverra
ders behoudende, om ten gepaste ure de poort te openen,
Ondertusschen sloegen de Aalstenaars zoo dapper op de Géüzen dat
deze in wanorde in Mijlbeke vluchtten en reeds steeg een triomikreet
op, toen de opperschep ene Oabeljau, van de stadsmuren, waar hij met
woord en daan zijne Medeburgeren aanmoedigde, de zwarte massa Geu-
trol-111 Dei'gemeérsclieu zag die langzaam naar de Brusselsche poort
n 2 ure was de Denderlïïondschë poort aangerand geworden dooi*
sterke bende Geuzen, van Liedekerke komende, terwijl onder 't be-
(l) \an de 25 torens, schrijven de heeren Potter en Broeckaert in hunne
Geschiedenis van Aalst, zijn er ons slechts 9 bij name gekend. Zeer groot
moesten die torens zijn, vermits de Barbal isten op den St, Barbara!oren hun
ne zaal hadden en dat de Gilde der kolveuiers op den Ui'smaeltoren vergaderdei
- Wordt voortgezet.
Later nieuws. Er is 't Aalst woensdag avond, aan de Zoutstraat-
poort, eenen molen afgebrand, onlangs aangekocht door Mr Menschaert-
ongelukkiglijk, veel meel verbrand. —De Turk beeft hervormingen
voorgesteld aau d'opstandelingcn van I-lerzegowina, maar zij zouden
liever g heel on gansch van dit Turksche juk verlost zijn. Ontv. 2 50
vó'Or KosSfl tot f877 Feb. ld. 2,50, voor M. Is. Bruyneoi Thiêlt
Augusti 1875 töt-iu'^yjk
l)e laffe aanval van Me'c'te'?-" maakt groote beweging in 't land
een grijsaard, van 82 jaren, is onder T' v.^en getrappeld. Gisteren
Ha ''tlv Ministor
werd er in de Kamer
ver gesproken en de
Minister verklaarde
O "rwiug wwwcim ZIJI1, UICU ili.v., -.
stoKers on slagers, maar over degeno die niet voorzien of belet hailóèir
wat zij moesten voorzien of beletten.
Go II. Vader Pius IX, heeft naar de Rus geschreven om de ver
volgingen tegen de Katholieken in Rusland te doen ophouden.
Schelmstuk te St-Nikoluas. Maandag avond, ten half negen, zijn drie
Kerels m thuis van Jan De Middelacr, bediende van Meclielen-Terneu-
zün, gedrongen. De man was weg. Zijn vrouw ging de geit eten geven
ais üe schurken haar vastgrepen, mishandelden en in 't huis diepen. De
moeder volgde, fcever.de voor haar drij kinderen. Daar begonnen zij te
terreestoji en geld te vragen. Op 't zeggen der vrouw dat zij geen gold
had namert zij een kind van 7 maanden en wilden hot den kop afsnijden,
up t huilen der mceder lieton zij 't wichtje gaan en mishandelden een
Kina van 4 jaar. Geld riepen de brigands, of wij vermoorden u alle
vier. De vrouw vluchtte met haar kinderites en ging ver van daar
areri man afwachten. Binst dien tijd braken de schurken den koffer
k Hoorde nogtans een gerucht,
(1) 't Hof de Ponte was gelegen buiten de Brusselsche poort.
hij gebrek aan voldoende bewijzen. Doch i
heelt vermoeden op drie mannen van 't omliggende. Wij wenschon en
nopen nat deze vuige schelmen ontdekt en voor eeuwig in 't gevang ge
steken worden. Want, wie zegt ons dat die Vrouw de gevolgen van
naren schrik zal overleven.
Gedurende het afgeloopen jaar,zjju te Parijs 6864 paarden, ezels en
muilezels verbruikt, te samen 1,249, 190 kilo vleescb opleverende.
Een ingenieur, de heer Vérard de Sainte-Anne, heeft aan 'het oordeel
der akademie van weienschappen te Parijs, het denkbeeld onderworpen
frankrijk aan Engeland te verbinden, door middel van eon spoorweg onder
de opene lucht. Deze spoorweg zou gebouwd worden op' eene gewelfde brug
welke zou luslen op rotsen van beton. Het spoor zouloopen op eene hoogte
gelijk aan die der koc-pels van St. Pauluskerk te I.onden en der luvalieden, to
Parijs. De linie zou slechts 35 kilometers lang zijn en de spoortrein zou dic-n
afstand in 3ü minuten afleggen. Dit ware ongetwijfeld veel aangenamer dan
door een onderzeesehen tunnel te rijden.