-!
£13
Hoe edeler hart, hoe buigzamer hals.
Getrokken uit 't verhaal van een oude zeekapitein.
0" VERVOLG.
Nogtans was ik verwonderd dat Ben zoo kalm bleef,mij hoegenaamd
geen medelijden betoon ende. Daarin oordeelde is mis, want nauwelijks
waren de Kapitein en de Koning verwijderd, als hij mij in d'ooren ve-
i zelde.
't Is een afgedane zaak, jongen go zijt verkocht voor zes negers..,
j bied geen wederstand,want ze zouden u bindentracht er liever te vre-
den uit te zien maar houdt de l'uuJora in d'oog en als zij het anker ligt,
vlucht, 't zal reeds donker zijn, volg den oever der rivier en als gij aan
den mond komt, springt in 't water en zwemt naar ons toe vrees niet,
ik zal daar zijn, en u cene koord werpen de oude boef zal kontent zijn
u terug te zien.... Doe wat ik u zeg.... zo komen.
Ik beloofde dien raad to volgen, toen do schipper naar onzen boot
kwam, vergezeld van zijne zwarte Majesteit en zes prachtige negers,
door eene bende soldaten geleid, 't Was voor die drie koppelen slaven
dat ik ging geleverd worden. Zoo is do fortuin ongestadigzij zeiven
hadden de andere negers helpen vangen en naar 't schip brengen en
werden nn zonder meer complimenten in het eigenste hol geworpen,
en ik aan den oever bij mijnen nieuwen meester afgezet.
De negers waren verwonderd en de Koning scheen gevleid over mijne
gewilligheid, ik werd in zijne koninklijke tent gebracht en rnoest met
hem een glas rhum drinken ondertusschen zag ik met harteleed de
schuit van kant steken en naar 't schip varen, waar eerst de mannen
instegen en daarna de schuit zelve opgewipt werd.
XIII.
Wat wil dien schelm van mij dacht ik, ziende hoe 'wei ik daar be
handeld werd. Wil hij van mij zijn saletjonker maken om hem aan
tafel te dienen, om de vliegen van hem te verwijderen, als hij slaapt?
of wel ga ik zijnen eersten 'sekretaris of minister worden? misschien
zal ik een zijner zwarte dochters moéten trouwen!... Die gedachten,
hoe schoon ook, hadden niets streelens Voor mij voor niets ter wereld
wilde ik met dit zwart monster leven ik walgde 011 gruwelde alleen
van hem te zienliever nog op 't schip, bij do barsche matroozen
't schip sneefde voort, en ik had hoop van eens 't Vaderland terug te
zien liever, in do bosschen, met de leeuwen en boschduivels Mijn
plan bleef vast, vluchten, op welke wijze ook.
Terwijl die gedachten mij door 't hoofd holdon, overlaadde do Koning
mij met alleys lach van beleefdheden, terwijl zijn glas gesuikerde geti c-
ver aanhoudend naar zijnen mond iloreorde de man werd zat, zoo zat
dat hij als een stuk lood op don grond rolde, en eonige minuten nadien,
ronkte als 'nen os.
Ik hoorde het geratel der ketens die 't anker optrokken, ging naai
de opening en zag de negers aan den oever om het schip te zien vertrek
ken. Mijn hort ging uieè en docht mij Ben op de masten te zien, roe
pende vrees niet, jongen, wij verwachten u
Niemand bewaakte mij, al do negers beneden immers mijn lot,-zoodat
ik gemakkelijk, toen het een weinig duister was, do tent kon verlaten
en liet bosch nevens de rivier bereiken. Ik ging diep in 't bösck, doch
kwam van tijd tot tijd eens nabij den oever om het schip te zien, dat
daar statig afvaarde, docli zoo snel dat ik hetmoeielijk volgen kon, vor-
mits-er geen Weg gebaand was en do boomen dik tegeneen stonden. Ik
zag hetgesehemcr van groóte dieren die op mijn naderen, wegvluchtten,
het dik hout doende buigen en kraken, 't waren rhirioeerossen en rivier-
paarden ik hoorde 'tgelcras der roofvogels, 't geklap der apen van
alle soort, 't gehuil der jalthuizen en wolven, die gestoord waren door
mijne aankomst en door 't watergeklots van 't schip, maar boven dit
alles dacht ik de stem van don zwarten Koning te hooron, die aanzijn
mannen gebood van mij op te zoeken achter eiken boom meende ik 'ne
neger te zien men moest immers reeds mijne vlucht bemerkt hebben.
Onder al dien angst moest ik al mijne krachten inspannen om het
schip te volgen; eindelijk was ik bijna aan den mond der rivier het
oogenblik was daar ik deed mijne schoenen en voornaamste kleediug -
stukkon uit, daalde tot den bond der rivier en sprong het water in.
XIV.
Het schip was daar nog nietmaar 't moest toch twee honderd
meters van mij komen, dit was niets voor mij achter Ben was ik ge
kend als de beste zwemmer dus, de redding was nabij; maar ei....
hoo had ik daar niet vroeger op gepeisd oen koude rilling ging mij van
't hooitl tot de voeten het bloed versteef bijna in mijne aders bad ik
daar geen bruin voorwerp gezien omtrent zes meters lang 't kon geen
stuk hout zijn, want't bewoog zich door den strqom Neen 't kronkel
de.... Helaas eene krokodil... Dwazerik waar om daar niet eerder op
gepeisd Ik keek om do maan maakte de rivier zoo helder, als bij kla
ren dage. God van den Hemel 't was toch eene krokodil, met monster
achtig lichaam, den rug vol schelpen, het lang hoofd en geopende kin
nebak dat uit 't water stak. Mijn goplof in 't water liadhet ijselijke dier
ontwaakt cn nu zocht het, en had reeds de oorzaak van dit gerucht
ontdekt. Het sloeg zijnen steert in 'i water en kwam recht op mij ge
zwommen.
ik deed rcuzenpogingen, van de Pandora was ik maar 50 meters ver
wijderd dö krokodil was verder van mij maar die dieren kunnen
rap zwemmen, dat wist ik ik liet een angstgeschreieene stem ant
woordde, die van Ben ik was reeds onder den boegspriet en zag nog
gcene koorde. Ik keerde mij nog eens om ai, daar vijf meters van mij
was de vreeselijke muil ik zag die twee rijen scherpe tanden en twee
gloeiende oogen een minuut nog en die tanden gingen door en door mijn
lijl en ik werd iu don afgrond gesleept, gelijk.'t arm Hollanderken.
Maar, op 't zelfde oogenblik vatte eene sterke hand mij hij do leCn on
hief mij omhoogde krokodil sprong boven 't water, doch haar zwaar
lijf viel terug, zonder mij te hebbenhet dier sloog nog eenige oogen-
hlikken den staart in 't water en ziende dat zijn slachtoffer verdwenen
was, dan zwom het rond 't schip en verdween.-
Ik was iu onmacht gevallen on tot mijn zelvon komende, bevond ik
mij bij Ben, die dezen keer nog eens mijnen verlosser was geweest.
XV.
De Kapitein wist mijne aankomst en was inderdaad niet ontevreden
van mij weer te hebben doch er lag mij nog oen pak op 't hartde
schuiten der negers konden ons achterhalen en mij terug eisclien en dan
zou men mij niet nicer zoo wei behandelenOok ademde ik maar vrij als
ons schip op den Oceaan schommelde.
Wij geraakten nu weêr in volle zee en zagen de bosschen en 't land
kleiner en kleiner worden 's anderdaags was er niets meer ie zien
dan de zon die in 't oosten uit de golven opstond en langs allo kanten
niets dan water bescheen geen hoorntje, geen heuveltje, geen mastje,
niets te zien j niets dan eene en dozolfde vlakte, niets dan éen cn 't zelfde
water. Ik was er reeds aan gewend, maar de reiziger die voor d'eerste
maal alle vaste land uit d'oog vei loren heeft, kan zijn angstgevoel niet
bedwingen.
Do wind joeg hevig tegen de gespannen zeilen, maar van onder kwam
een ander gerucht, veroorzaakt door de vijf honderd negens, die er
smeekten, .tli-eigdbn en huilden, alsof 't daar de mond der helle ware ge
weest. Eu ditging weken en weken duren. Welke vreeselijke toestand
D'ander matroozen sloegen er geen acht op, zij waren die zaken gewend,
maar mijn hart ging open, telkens dat ik door de traliën dien zwerm
van rampzalige stervelingen zag, hijcengeprcst als haringen in ceno'
verpeste lucht, weinig voedsel krijgende en als zij fo' dicht bij d'opening
kwamen, het wezen verscheurd dóór de bajonnet der faktionnairs. Wat
is do mensch toch wreed, als de Godsdienst zijn hart met bestuurtNa
eenige dagen waren de negers niet meer kennelijk geworden zij waren
d'ellcnde, do wanhoop cn de razernij in persoondoch niets kan baten
do afsefmtseis waren welverzekerd, an boven op 't Schip dronken,
speelden en joelden de matroozen alsof er daar geen redelijke schepselen
in de ijselijke folteringen zaten te versmachten cn te verkrimpen.
Wordt vooi (gezet.
WAAROM, schrijft de goede IT. Franciscus do Salos, zouden wij ons
van ons gebreken en slechte genegenheden niet konnen beteren Er is
geen zoo slecht karakter of 't kan, met Gods gratie, met vlijt en aau-
lioudenheid, overmeesterd en veranderd worden
Dit is een werk van alle dagen de natuurlijke gebreken scliieten
gedurig op gelijk 't- kruid op de velden doch om zieli te beteren, mag
men zijn gebreken niet strelen.
Pius IX, onze glorierijke Paus, was ten allen tijde de vriend der
armen, do vader der weezen. Zijn eerste plaats als Priester, was in een
weezenhuis, waar hij die arme kinderkes zeven jaren als Vader dien
de. Aandoenlijk was het om zien toen de jonge Priester die nu Paus is,
zijn Weezenhuis moest velaten om naar Amerika zendeling tc gaan
worden de kinderkes hingen aan zijn soutaan en hij weende, zeggende:
Ik had nooit gedacht dat onze scheiding zoo pijnlijk zoii geweest zijn.
Een Engelschman, liefhebber van statistiek, heeft een tabel opge
maakt van den ouderdom waarop eenige bekende mannen gehuwd zijn
Shakspeare was 17 jaar; Dante, Franklin, Bulaver2-1 Képlcr, Mozart
en WalterScot, 20; Washington en Napoleon 27 Rossini, de eerste
maal 30 cn de tweede maal 51Schiller en Weber 31 Aristophanes,
36 I.uther-12 Addison, -11 Buffon, 55 en Goethe, 57 jaren.
Ef worden in Pruisen dakpannen gebruikt die niet zooals gewoonlijk
van klei zijn gebakken, maar van cement gegoten. Zij worden ln stalen
vormen gemaakt cn zijn slechts drie milimeters dik, w-aardoor zij een
bijzonder ligte dakbedekking opleveren de vierkante meter weegt
37,5 kilo cn kost ongeveer 5,75. In Frankrijk is insgelijks eene nieuwe
soort van pannen, die nu ook eerlang in Vlaanderen zuilen gemaakt
worden. Hoe meer het land voortbrengt, hee meerder rijkdom. En hij
die een nieuwe tak van nijverheid in 't land brengt, is een wezenlijke
weldoener van 't menschdoni.-
't Is nu zoo ver gevorderd dat men in SO dagen, een reisje kan rond
de aarde doen, per stoomboot cn per ijzeren weg.