Beter een kwaad 1 de ellende en eindigde niet weder. Hier en daar zat eene vrouw neergebukt en zong een lijklied. Voor haar lag een kinderbekke neel, ol'stak een armpje uit den grond. Ze zong Goede God! ik heb vijf kinderen; vijf mooie kinderen; nu zijn ze allen dood en omgebrachtwat zal ik doen wat zal ik doen? Op de puinhoopen dwaalden ze rond en zochten naar begraven kostbaarheden of verbrandde aanverwanten en overal hoorde men haar klaaggezang. Vroeg men wat haar wedervaren was, dan be gonnen ze haar verhaal op de gewone wijze, maar vielen van lie verlede weder in den toon van het klaaglied en wisselden zoo voortdurend tusschen spreken en zingen. De mannen voerden ons verder, langs een weg bezaaid met kinderschedels en beenderen, naar een heuvel, waar 150 geraamten bijeen lagen, nog half met kleederen bedekt. Het gezicht was vreeslijk, maar nog vreeselij- ker liet verhaal. Toen het dorp geplunderd werd bracht men hier vrouwen en meisjes en ontnam haar geld en kostbaarheden, waarbij sommigen alle kleederen van het lijf werden gerukt. De ellendelingen sneden haar neus en ooren af en staken ze de oogen uit en slachtten ze toen als vee. De honden kwamen en knaagden de lijken af lot op 't gebeente. Dicht daarbij stond in een valleitje de molen. Op een balk, nog rood van bloed, had men de slachtoffers ge keeld, ten einde de hoofden gemakkelijker zouden vallen. Door liet dorp naar het kerkhof ging men als door een eindeloos kne kelhuis. Links en rechts geraamten in bloedige kleederen. Blonde en bruine haarvlechten op halt vergane meisjeshoofden, zonder neus en ooren. liet kerkhof is omringd door een muur van G voet hoogte. Tusschen deze en de kerk lagen de iijken op elkaar drie voel Itoog. De kerk zelve was "vol lijken, half verkoelde been deren, bloedige kledingstukken. Half onmachtig ontvloden de bezoekers dez'é plek. In de school tegenover, de Kerk waren 300 vrouwen en kinderen gevlucht. Ze werden levend verbrand, in de molenbeek dreven nog de lijken der vermoorden. Dicht bij den molen is een poel. Hij was nog vol lijken. Voor het hoofd van een klein kind lag eene troostelooze vrouw. Ze had bloemen gesto ken in de oogholten en in den mond en zong voortdurend haar klaaglied. Voor hare oogen had men het wicht de oogeri uitge stoken en liet tegen den muur verpletterd. Overal, overal schrik- kelijkcn moord. Hartbrekender nog dan de verhalen zelve, was de wijze waarop ze werden gedaan. Een oude Bulgaar begon te vertellen, boe men een der oudsten bad gespicst en levend gebraden. Geen minuut had hij gesproken, of tranen verstikten zijne stem. Eene vrouw wilde voortgaan, maar kon niet; een derde zette het voort tot het ergste kwam en allen in snikken uitbraken. Eene vrouw drong zich tot ons; ze wilde, maar kon niet spreken. Haar man, vijf zoons eri 9 kleinkinderen, een gezin van 21 personen, was ge- beef uitgemoord eu zij stond thans alleen in de wereld. Na zeer matige berekeningen lagen in dii dorp nog 4000 onbegraven lijken. Hel telde 900 huizen, derhalve minstens 13,000 inwoners. Er zijn er thans nog 1200. Hekent men, dat er 1000 bieren daar rondzwerven, dan staan er toch nog meer dan 8000 op de bloedige rekening van Turkije en voor deze heeft bet nog in geen enkel opzicht geboet. Duitschland. Sedert ccnigen tijd wordt een gedeelte van het noordelijk Druisen door sprinkhanen bezocht. },Ien heelt velerlei midde len beproefd, om dat ongedierte meester te worden, maar to vergeeis. Er zi;n eigenaren der aangetaste velden, die zo met petroleum hebben besproeid "deze vervolgens in brand gestoken, ten einde op dio wijze den vijand te vernielen'. Anderen hebben zich op verschillende wijze trach ten te redden, maar hoogstens is daardoor een klein gedeelte van het alles verwoestend loger geslagen. In de Norld. allg. Zeiltuig wordt door een landbouwer eene mededeo- iing gedaan, welke hierop nederkomt. Ook zijn velden hebben ir clortijd een aanval te verduren gehad Van tallooze sprinkhanen. Terstond heeft hij een 40-tal kalkoenen op zijne akkers gezonden en deze hebben zijn boerderij, groot 2ÜC0 Pruisische morgen schoongehouden. De zaak is niet nieuw en sedert onhougclijken tijd bezigt men kal koenen op de tabaksplantages in Noord-Amerika, om ze van ongedierte en van dergelijk on andoren aard te zuiveren. Kalkoenen verstaan niet slechts de kunst om sprinkhanen, welke op den grond loopen, te pakken en tedooden, maai'zij vangen ze met groot gemak in hunne vlucht. Verblijdend nieuws. Zelzate gaat eene nieuwe kerk hebben; do begruotmg beloopt tot 300,300 fr. Te Ledeberg gaan verseheidc lokalen voor goede vrije scholen gebouwd wordende werken zijn reeds begonnen. Oogopenend nieuws. Klaarder dan ooit, komt liet aan den dag wat schelmen, dieven en moordenaars de Geuzen der 16° eeuw waren I)en 1-1 Januari 1579 teeltenden zij te Gent een akkoord om al do eere diensten in vrede te laten, en den 8 Februari braken zij aldaar in de St. Martenskork, roofden er alles, en handelden dito in verscheide an dere kerken, o. a. in de prachtige St. Pharaildekerk wierpen zij h'et, kostelijk oiken houten gestoelte in de Lei. Dezelfde maand Februari trokken de Geuzen uit Gent naar 't Land van Aalst en naar 't Land van Wans en sloegen de boeren dood die zij op d'akkers, iu scliureu of huizen vonden. En voor zulk ras gaat men te Gent in September, met kruisen en va nen rondgaan. Toemaar, koeragie, 'k zou Lucifer onthieJeu cn hem jen, dan geen. tusschen twee wassen keersen, op 'nen troon, rond Gent voeren. Men kan geen volk vinden om op de wagens der Feesten Priesters en Paters te verbeelden; men zegt dat eert meisje van Ledeberg eindelijk, mits veel geld, toegestaan heeft van als Maagd van Gent te figureeren. BKl'SSEL. Weer een moord in die stad op St. Gilleseen soldaat. Van Cuyck, vrijwilliger, die eene dochter van 23 jaar heeft verwurgdde rede is slechte verkeering cn jaloerschheid. Een man was beschuldigd zijne vrouw een stuk uit de oor te hebben gebeten. De man loochende en de vrouw was, ter wille van haar echtvriend, niet geneigd het feit te erkennen. Door den rechter in het nauw gedreven, antwoordde de vrouw op de vraag, wie liet dan gedaan had, in eene vlaag van wanhoop: «ik zelf. 'l Gaat wreed te Gent! Vreezen die monschen geen straffen. Twee leerjongens bij eenen zwarten smid zijn hurt werk ontzeid, omdat zij dijnsdag in de Processie ginge».... Welke tirannie!.-... Git Brussel schrijven z'ons dal er daar een slechte meisjesschool is waar de meesteres perforce een medaillekan van een kind zijnen hals trokMoeder heeft het mij aangedaanriep 't kind. Gaat gij het af doen? Ja of neen? vroeg de Meestersse, en daar 't kind weigerde, trok zij het af.... Men moet duiveliitne zijn om dat te doenGe zult zeggen 't is een kleinigheidMaar 'k zal u ant woorden 't is een groote zaak, omdat men daaruit den boozen geest ziel, die tegenwoordig heerseht, om alle godsdienstig gevoel uit de herten te bannen. Nog al iets op de kap van de dronkaards. Te Gent, in. de Slachterstraat, was een man, 36 jaar oud, op den planchet' zijner kamer gevallen en daar ingeslapen een steksk-en dal op den grond lag, was door zijn wroeten in brand geraakt cn daar stond nu de zatte bermbcrtighcid in vuur en vlam, huilende gelijk een verken dat gekeeld wordt. Gelukkig dat een champetter cn een hennekenniet bijsnelden, om de prij t'helpen. Leuven. Over eenige dagen werd er to Dormant en vervolgens te Wonmiersom cono moord gepleegd heden is het dc beurt aan Lub- bclc. De echtelingen Schoolmeesters, als wel samenpassende cchtge- nooten, gaven beide om het meest zich aan den drank over Op l i Augus tus bobben de goburen de vrouw smoordronken voor hare woning zien liggon. Naar liet schijnt zou haarman, haar vervolgens don schedel met stampen verbrijzeld liebbon. Iloe het zij, 's anderdaags stierf vrouw Schoolmeestors. De heeren Hcnot, substituut van den procureur des konings en Van der Veken, onderzoeksrechter, vergezeld van cenon griflier en cenon rechtsdoctor, hebben zich naar Lubboit begeven en na de lijkschouwing, is Schoolmeesters aangehoudon, cn door do gendarme rie naar Leuven gebracht. Antwerpen. Eenigo jongens vermaakten zich zondag op de Gemoenteplaats mot cenon vlieger. Deze hing schoon in de hoogte, wanneer eene hevige wind hom neervelde op don top van een der boo- in on van den boulevard. Do jonge eigenaar van den vlieger klom op den boom om zijn speelgoed los m maken, doch deed zulk eenen onge- lukkigen val, dat hij dood op den grond stuiklo liet slachtoffer is de eenige zoon van oen braaf burgersgozin, wenóndo Lange Nieuwstraat. I)e meier van Montpellier hoeft zich genoodzaakt gezien don afge- schaften broodpegel to herstellen, doordien de hakkers geene reken schap hielden op de granen en hun brood tegen overdreven Imogen prys verkochten. Rotterdam. Tweo schoenmakers, dié valsch gold sloegen, zijn aangehouden. r i' Kozijn en Nicht (over Gent). Neen, kozijn, ge zult mij met September te Gent niet zie» Kn de rede, nicht? Er zijn cr van soorten, kozijn ik zal u nu dc grofste zeggen ach ter de VWpe-s komt onzen Sekretaris hier; on den dienon zal i u an ders uiteendoen. Neemt een stuksken gebraad, kozijn, eit zeg mij 'ne koor: Is 't waar, ja of neen, dat de kalverende ingericht wor dl dooi* de venten dio overlijd riepen Wij zijn Geuzen? Lieg ik? Neen, nicht. Is 't waar, kozijn ja of neen, dat de Feesten gevierd wordon, tot eer en glorie van d'oude Geuzen, dio hier 't Vaderland in vuur en bloed hebben gesteld en duizende monschen hebben gereneweerd Maar, nicht, go moest 'ne keer weten hoe do Spanjaards hier ge moord en gebraud hebben! 't Een kriem verschoont 't ander niet, kozijn; maar 'k zal ander- spreken Kunt ge mij afdoen dat. Vlaanderen in rusten vrede was,dat hier geen Inkwisitie bestond en dat do Geuzen, zonder,eenige rede,al! es in rep en roer zijn komen stellen, kunt ge datloochencn, ik geef u mijn gheel hofstee? Maar, nicht, dat zal veel volk in de stad brengen! Veel slecht volk. Herbergiers en winkeliers leven daarvan. Ja, kozijn, om daarna ervan te sterven. Dat is aardig, dat die mannen nu zooveel introst nemen in de Gentsehe winkeliers en dat z'o- ver jaar twintig duizend bravo menschen uit Gent joegen en goheel Vlaanderen tegen Gent verbitterden P Ha, nu worden de buiteiimen- schen g'inviteerd om naar Gent te komen en op Sinxen waren er geen stokken genoeg om diezelfsto menschen uit de stad te jagen Maar niente toch! Ja, en overjaar schreven die rabauwen, als ons volk bebloed en bespuwen thuis kwam: Durft nog terugkeeren wij zullen u allen ver moeiden en wat zouden wij daar zieu, te Gent

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1876 | | pagina 2