honing op Zee
SS
Een open deur roept den dief.
of edele zeeschuimers; (vrij naar 't Engelsch).
4e Vervolg.
Nielsen,God is getuige dat ik uw leven zou sparen, indien dit,
tegen de rechtveordigheid niet streed. Beveel dus uwe ziei aan God
g'y gaat den dood der verraders sterven.
bielsen zag dat allo hoop verloren was en viel in de zwartste wan
hoop men legde eene lange plank over de zee twee matroozon hielpen
den veroordeelden op die plank men bond de koord mot de kanonbal aan
zijn been.
Kapitein Vonved deed den hoed afeono plochtigo stilte heerschtto
Nielsen werd met twee koorden op de plank over zee gelaten nu liep
t>r een bloedig zweet over zijn voorhooid zijn oogen puilden uiteen
groenachtig schuim stond op zijne lippen.
Stuurman, riep Vonved met donderende stem, houd u bereid om
den kanonbal in zee te werpen en gij, matroozen, doet uwen plicht.
Vuur!
Een schot brandde los men liet den kanonbal in zee zinkon Nielsen
school' van de plank en volgde den kanonbal fot op den grond der zee.
Hier bet geld riep Vonved en hij smeet do 150 specie dalers do
zee in, erbij voegende Zoo vergaan al do verrader»
VIII.
Het kasteel der spoken.
Swendorp is eenc stad van Denemarken aan do kusten der zeo gelegon
eu meest bewoond door arme visschors. Ongeveer eene uur van daar
tusschen bergen en rotsen, stond oen buitengoedje, waar over 12 jaren
een oudheidskenner had gewoond. Zekeren morgen vond men den ouden
man dood in zijn huis, het hoofd van do romp gesneden. Eerst dacht
meB op eenc zelfsmoord, maar de Doktoors verklaarden dit onmogolijk,
men vond in de kamer nocli mes, noch bloed er was niets gestolen en
de geruchten liepen en namen toe dat do kwade geesten den man hadden
vermoord. Van toen af bleef het kasteeltje onbewoond, en werd voor
d'inwoners van Swendorp een voorwerp van schrik.
Hoe verwonderd waren die brave visschers niet als zij vijf jaren voor
ons verhaal, hoorden dat een hunner gezellen het kasteel der spoken
had gehuurd. Mads Nielsen had beloofd het huis óenjaar en dag te be
wonen. Aanstonds waren de klaptongen ia vollen gang; doch Mads liet
klappen, zweeg en ging met eenigo werklieden om do vledermuizen en
uilen uit het kasteel te jagen en de kamers bewoonbaar te maken.
Tot elks verwondering bleef Mads een jaar en dag op het kasteel
wonen; zekeren morgen kwamen er Ycrscheide karron rijke meubels
toe lio! ho! riepen de klaptongen nu gaat 't geheim uitkomen. Mads
was liet nestje komen hemden.
Drie weken nadien zagen zy met opengespaRde oogen drie personen
in het buitengoedje afstappen Kapitein Vinterdalen, zijno vrouw on
hunkind. Mads ging op een nabijgelegen eiland wonen, doch bleef ton
huizo ia hot kasteelt |e.
Kapitein Vinterdalen woonde daar nu al <1 jaren en nog wist men niets
anders van hem dan dat hy eigenaar was van een groot zeeschip, dat hij
nooit zijnen voet in Swendorp zette en meer te zee dan te lande was.
Hij scheen zijne vrouw deodgeern te zien 't was de dochter van kolonel
Orvig, een der dapperste krijgslieden van Denemarken, gedood in 't
beleg van Kopenhagen. Vintenialen had haar gered, uls zij ging ver
drinken ou zij had hein korts nadien hoar hart on hare liefde gegeven.
Madame Vinterdalen ging door als een allerbraafst en christelijk
mensch, en dat was zij inderdaad.
IX. Ben deel van "t geheim.
Eonige dagen, nadat Nielsen zyne verraderij had uitgeboet, zat kapi
tein Vinterdalen nevens zijne vrouw op de sola. Do vcuster stond open
on do laatste stralen van een liefelijken herl'st-zonnenondergang vielen
zacht en verfrisschond in de zaal.
Wat ben ik blij, man, dat gy uw schip op deze reis niet in de Bal-
tische zee hebt moeten komen.
Eu waarom, vrouw? vroeg de kapitein.
Ter oorzake van dien wreeden zeeschuimer Vonved, den schrik
der zeevaarders.
Waarlijk!
Ja, zijn naam doet al de eerlijke lieden bevon.... Ge weet dat hij
het oorlogschip F alk heeft doen springen
Ja, ik heb dat in de gazet gezien.
Is 't niet ijselijk? Moet die Vonved geen duivel zijn.
En gij gelooft dit, Amelia
Zekerlijk g'heel de wereld gelooft hetEn gij ook toch
Niet alles*t is niet christelijk van selleus alles aan te nemen wat
van iemand wordt gezegd.
Wel hoe zij t gij dan zoo hardgoloovig als Mads dio ook niet heb
ben wilt dat die v onved een zeeroover is.
Mads is een verstandig man en ik geef hem gelijk.
Toe toe Vinterdalen, houd don gek met my niet. Wat zoudt gij
geworden, moest uw schip in d'handen van Vonved valleu.
Ho ik hen van hom niet verveord.
Watge zijt niet verveord van den man die de sckepön doet. in do
lucht springen, die met den duivel omgaat! God beware u van hem op
zee t'ontmoeten
Ainehe, wij zouden samen een glas drinken.
Vinterdalen, ge zult mij nog kwaad maken. Weihoeik zit met
de dood op 't lijf eiken keor als gij op zeo zijt, uit vreos voor dien zee
roover Vonved ik kan er 's nachts niet van slapen en gij spotdaarmeê?
Vinterdalen bezag zijno vrouw met een onuitsprekelijk gevoel van
toedere liot'de on van droeve herinnering. Dan, na eene lange stilte, zegde
hij op crustigen toon
Amelia, gelooft gij waarlijk dat Lars Vonved can monster is, gei ijk
hij afgeschilderd wordt?
Zeker, geloof ik dat.
Dii spijt mij, geweldig.
Hoe, man? gij denkt niet dat Vonved een eerlooze schelm is? j
Neen.
Een zeeroover
Neen.
Een banneling
Ja, en daarom beklaag ik hom.
Beklaag zijne slachtollers.
Zijne slachtoffers, vrouw, wie zijn ze
Wie? De bravo matroozen die hij vermoord heeft, de vrouwen
door hem weduwe gemaakt, de koopmans door hem geruïneerd.
De oogen des kapiteins schoten bliksemstralenmaar hij bedwong
zich en sprak op droeven, kalmen toon.
Amelia, gij, do zachte, welwillenda edelmoedige Amelia, gij ge
looft dus alles wat de boosheid der menschen te laste legt aan eenen on-
gelukkigeu banneling En nogtans, ik zeg u dat Vonved zoo goed is als ik
Zoogoed als gij, Vinterdalen kent gij dus den zeeroover Vonved?
Den zeeroover Vonved ken ik niet, maar deii banneling Vonved
j&nrg wel bekend en goed bevriend.
^Uvv vriend, mano, hoe is 't mogelijkgij verschrikt mij
Ja, mijn vriend, mijn oude trouwe vriend ik ken geheel zijn le
ven. Wee 1 wee dit monster uwen vriend.
Vinterdalen werd meer en meer ontsteld.
En ik, uwe vrouw, ik wist dit niet
Misschien zou ik beter gedaan hebben u in deze onwetendheid te
laten.
Neen, vriendlief, ik ben uwe vrouw en heb recht lot al uw ver
trouwen.
Dat weet ik, vrouw.
Welnu, vertel mij de geschiedenis van dien zeeroover, ilic, schul
dig of onschuldig, zulke vreeselijke reputatie heeft.
Ach, ge zult hem oer beklagen dan veroordeelenen misschien i
zult gij spijt hebben van zijne geschiedenis te kennen.
Neen, Vinterdalen, nooitI
Hoort, dan Amelia, het leven van Lars Vonved
X. Lars Vonved.
Ge weet, vrouw, dat Denemarken tot in 1588 bestuurd werd door
het koninklijk geslacht der Waldemars.
Maar Vinterdalen, gij belooft mij de geschiedenis van Vonved en
komt nu met die oude koningen voor den dag Wat betrek heeft Vonved
daarmeê
Voel betrek, vermits Vonved de eonige en wettige afstammeling
is van het Huis dat aan Denemarken zulke groote Vorsten heeft ge
leverd.
Hij Lars Vonved
Ja, het koninklijk bloed vloeit in zijne aders onze koning Fredc-
rik weet dit, voegde Vinterdalen er met bitterheid bij ja, hij weet dat
de banneling Vonved, de eenigo wettige erfgenaam van den Troon is.
Lars Vonved, van koninklijk bloed
Ja, vrouw en deze Vonved is de eenigste die gceiio koningsdoch
ter heeft gehuwd nogtans, geeno zijner voorzaten heeft een dochter
gehuwd zoo edel, zoo waardig als degene aan wie Lars Vonved den ti
tel van gravin d'Elsiore heeft gebracht
Ons Heer beware 't mensch, sprak vrouw Vinterdalen.
(Wordt voortgezet).
VLASMARKT.
Kohtruk De prijzen vau bel vlas houden stand. De vragen, zonder
zeer levendig to zijn, komen nog al toe, maar voornamelijk in gemeene eu
ordinaire soorlen. De spinners doen ook eenige aankoopen lot proef.
VLASROOTERIJ.
De rooting van het vlas kan nog altijd goed voortgaan de wateren en liet
weder blijven zoor voordeelig. Meu was bevreesd dat de eerste regens mis
schien het water der rivier zouden hebben kunnen verlcenen maar dit ook is
beter gelukt, do regens zijn zoo geweldig niet geweest, om zulko schade aan
te richten. De regen integendeel heeft goed gedaan.
VREEMDE MARKTEN.
Rijski.. De markt alhier heeft maar zeer weinig verandering ondergaan.
Do prijzen van het vlas zijn vast gebleven, en welhaast zullen de bevoorradin
gen dezen handel komen verlevendigen. Do garens kwijnon en ir.oeielyk
kan men derzelfde piyznn behouden iuen moet zeils eenige kleine toegevin
gen doen om iets te kunnen verknopen.
De verkoop in lijnwaden is zeer slap.
Du.ndkk. Niet de minste verhandeling van eenig gewicht is ons ter ken
nis gekomen. Men wil nogtans eenige beternis voorzien ia de handelzaken.
In gaiens en lijnwaad is er niet veel te verrichten. Men zegt evenwel dat er
eenige aankoopon van vlaswerk en van vlas aangesloten zijn.
"Wat distraktie vermag. In eem hollandseh'e stad was een
brieyendrager zoodanig verstrooid dat hij zijn eigen naam vergeten had.
Er kwam een brief aan op zijn adres, waarmede hij van 's morgens tot
's avonds de stad rondliep zonder den aangeduiden persoon tc vinden.
Pater noster. Kon zekere notar*3 had eenen knecht, Gustaaf, die
altijd een teugsken pakte als hij niousto gaan tappen.
Zegt de Notaris op eenen zekeren keer G us laaf, loop tap eenc ka-
rafl'e bier, maar gij moet zingen al tappen.
Ja 'Ie mijnheer, zei Gustaaf.
En Gustaaf ging in den keider al zingenmaar als hij wat getapt
hadde, hij veranderde van gezang, mi hij deed gelijk de pastor iu de be
gravingen «Pater noster....» zong Gustaaf, (iedereen weet dat de pas
tor dan zoetjes voortieost)maar hij dronk eenige slokskcns, en als hij
peisde dat tijd was: et ne uos viducns.... ging hij voort.
Moerbeke, Waas. Een persoon, "onbekend, is. woensdag avon
onder 't lokomotief geraakt en vermorzeld, 't Was ijselijk urn zién.
Boekbeoordeeling. Spreuken en zedelcssen, door den heer A> Can-
wel, onderwijzer in liet cehjevany, te Geul. Dees welgeschreven boek behelst.
nuttige lessen en wjze spreuken over al do omstandigheden des leven-. t
men geeft er wijze raad inden voorspoed, zoetp troost in den tegenspoed,
kortom de manier ora een gelukkig en geacht lid der samenleving te t
wezen.