Koning' op Zee Een open dei of edelo zeeschuimers; (vrij naar 't Engelsch). 8e Vervolg. XVII. De Vrienden in den nood. Slechts in den nood kent men zijr.o vrienden als de brandende zon nestralen de aarde verlichten dan ziet men de sterren niet, maar als de duisternissen het licht vervangen, dan schittert iedere star in het hemelgewelf. Evenzoo kon Amelia in den voorspoed hare ware vrien den niet onderscheiden, maar nu dat de sluier der droefheid haar be dekte, nu vond zij een klein getal oprechte en vex'kleeide vrienden. Er was n. a. eene jonge schilder der gebuurte, die in 't Spokcnkastoel meermaal vriendelijk was ontvangen en die kwam toegeloopen, zoodra hij liet nieuws der gevangneming van Vonved had gehoord. Dc droefheid van Amelia moet niet beschreven worden nu maar juist de lotgevallen en smarten van haren echtgenoot kennen en beta op dit oogenblik zelve door gewapende mannen uit hare armen zien gerukt worden Doch niets is zoo kloekmoedig als de liel'de, en na de eerste traaenstortingen, nam Amelia't A ast besluit van onverpoosd aan do red ding van haren echtgenoot te werkenvergezeld van haar zoontje en van den schilder trokken zij eerst naar Nijborg, doch al de pogingen om haar echtgenoot te zien, waren vruchteloos. Zij volgden Vonved naar Kopenhagen. Er woonden in die stad talrijke vrienden van Amelia's vader, die ge neraal des legers was geweest; doch slechts bij twee vond hare smart eene medelijdende ziel, bij den baron Kimper, 's konings geheime Raads heer en bij Otto Gram, de oudste generaal van Denemarken, thans goe- verneur van Kopenhagen. Bij Kimper vernamen zij dat Vonved voor goen gerechtshot zou ver schijnen, omdat hij reeds veroordeeld was. geweestde handteekoning des Konings was genoeg om 't vonnis te doen uitvoeren. Zoodat het vonnis tegen Lars Vonved eiken oogenblik kan uitge voerd worden? werd al bevende gevraagd. Helaas, dit is maar al te waar als 't vonnis door do haudteckc- ning des Kcnings bekrachtigd is, dan kan de uitvoering snel volgen. Is er dan gecnc hoop voor koninklijke gratie Koning Frederik is ton uiterste verbitterd op Vonved alles wat ik hopen durf, is de verandering van 't rad in 't schavot, en ik riskeer veel mèt voor Lars Vonved ten besto te spreken. Otto Gam, ofschoon 7(3 jaar oud, was 'ne leeuw van 'ne man, grof van leden, met lange witte liairen, grijzen baard, en bruin gerimpeld we zen. Zoohaast hij vernam dat Amelia de dochter was van zijnen ouden wapenbroeder, dan stond zijn plan vasthij zou met den Raadsheer en Amelia en haar kind, de sterkte trachten in te nemen. Ja, ja, mevrouw, sprak hij tot Amelia uw vader was mijn besto vriend ik heb hem op 't slagveld zien sterven, en al bleef er mijn hoofd bij, wij zullen tot Koning Frederick gaan en ik zal hem mijne oude dien sten herinneren, on hij zal moeten buigen, al was zijn hart eeno steen rots. Als een zachte morgenddauw in de bloemenkelken, zoo vielen die' troostende woorden op het benopen hart der arme echtgenote zij om helsde haar zoontje, het evenbeeld van Vonved, den graaf d'E.lsior, en liet zich in de armen der zoete hoop rollen. XVIII. Bij den Koning. Koning Frederick VI was 'ne man van gezag, ware Koning, goede vader en tevens strenge rechter. In den oorlog stond hij in 't heetste gevaar nevens den armsten soldaat en voor den geringstcn zijner onder danen, wiens recht was gekrenkt, stond de poort van zijn Paleis open. Koning Frederick had gebreken, wie is zonder, en als zijn hoofdgebrek was eerien geweldigen haat tegen de Waldemar's en bij zonderlijk tegen den kaatsten afstammeling Vonved, die als Koning op zijne Zeeën hoerschtto en hem'menige schade toebracht. Koning Frederick bevond zich op zijn paleis van Frodericksburg, in een kabinet, nevens zijnö eetzaalop de muren waren landkaarten, op tafel lagen boeken en schriften en de Koning was naarstig bezig met een handschrift t'overzien en, naar zijn gedacht, te verbeteren. Een trage, afgemetene stap naderde, en er werd Zachtjes op de deur geklopt. De Koning stak de hand uit en raakte driemaal eeno zilveren hel. Als de laatste tik uitgeslagen was, ging de deur stillekens open de Kamerling trad binnen, boog zich driemaal en dan, zich keersrecht stel lende, sprak hij op statigen toon Sire, zijno Excellentie den baron Kimper vraagt een verhoor. Wij zullen hem ontvangen. Sire, de goeverneur. van Kopenhagen, Otto Gain, vraagt een ver hoor. Gamde oude grolpotlaat hem komen. Dat do wil des Konings altijd geschiedde sprak do Kamerling dan bracht hij de aangekondigde lieeren binnén. r roept den dief. Generaal Otto Gam zag er vreeselijk uit, alsof lij op oen slagveld lia lJe gestaan, kop recht, gloeiende oogen. militairen stap. De baron, 's Konings Raadsheer, huigje zich eerbiedig. Vrienden, sprak de Koning, welke rede brengt u in mijne- tegen woordigheid De plichtriep Otto. Sire, Wij komen eene genade afsmeeken deed de-baron. Mijnlieeren, gij spreekt in parabelen. Otto hoestte eens, krolde zijne knevels met de vingers en sprak met vastberadenheid -. Sire, gij zijt de sterkte die wij willen innemen. Ik ben een oude soldaat. Generaal, bad do baron, als gij op die wijze voortgaat, is dc zaak verloren. Mijnlieeren, wat is dat? vroeg de Koning; komt hij liior een ko mediespel vertoonen? Wij, komedie spelen, Siro, riep Otto; bij mijnen dogen, neen! Genadige Vorst, sprak de baron, generaal Gam is door zijnen iever vervoerd. Komedie spelen, Siro Om de liefde Gods, generaal, zwijg en denk in wiens tegenwoor digheid gij hier zijten de baron wilde Otto achteruit trekken. Watgij zult aan mij de manieren leoren, aan mij die reeds drie veldtochten had gedaan, als gij nog niet geboren waart. De Koning, in 't begin verwonderd, werd nu ongeduldig en vergramd. Zijt gij alle twee betooverd vroeg hij. Sire, sprak de baron, dat uwe Majesteit mij gedooge eenige uit legging te geven.... 't Is aan mij van eerst te spreken, onderbrak Ottoik wil het kommando voeren, 't Is mijn recht, Siro. Waarom Omdat vrouw Amelia de dochter is van mijnen besten vriend. Ik versta er niets van, riep do Koning zijno stem verheflendegij, baron, leg my de zaak eens uit; generaal, ik verzoek u do stilzwijgen- lieid. Sire, sprak dc Raadsheer, wij zijn gekomen om Uwe Majesteit te verzoeken van zijne genade over eencn ongelukkigen to spreiden, wiens leven eene aanhoudende overtreding van de wetten des lands is ge weest. Zijn naam? vroeg de Koning, de wenkbrauwen optrekkendo. Sire, antwoordde do baron met bevende stem, Sire, 't is de banne ling Lars Vonved (Wordt voortgezet). Meester! Ko lag met zijne Tccla in rusie, 't was kijven en klet sen, g'en kunt niet meer. De komniusaris komt erbij; jam aar, 't en hield niet op. De kommissaris slaat op tafel: - 'k zou willen weten wie hier meester is, zegt hij. Ko hield op en Tecia ook, het is pre cies hetgeen wij hier beslissen, zeiden zij alle twee, wio dat er hier meester is. Uitvindingen. De brillen zijn in 1313 te Pisa uitgevonden door zekeren pater Preekkeei\_ Alexander Spina. Het gebruik ervan is in ons land gekomen in" 1315.;.. Er zijn er tegenwoordig veel dio hun oogen bedorven, te vroeg brillende. -i.Eene moord. De wed. Doineau, landbouwster in een ge hucht van het departement Eure-et-Loire, had gedurende den vorigen oogst, zekere Ganache, 37 jaar oud in dienst gehad. Don 11 dezer om streeks 8 uren des avonds, "kwdlii dezo kerel weer op de hoeve aan, zeggende dat hij goen werk had ener kwam vragen. Jut'v. Doineau had er geen doch zij liet toe dat Ganache daar dien nacht verbleef. Hem werd toegelaten bij eencn knecht te slapen. Doch toon hij met dezen.alleen was, begon hij zulke akelige geschiedenis van moord on brand te vertellen, dat de knecht' verschrikt werd en jufvrouw Doineau inde woonkamer opzocht. Ganache kwam hem echter achterna, en eischte op donderenden toon, dat hem de kamer, waar het geld der pachteres lag, werd geopend. Nauwelijks had men hem gehoorzaamd, of hij wierp zich op j ulV. Doineau en bracht haar een messteek-toe, Dat is er eene - riep hij, en keerde zich naar den knecht om, dooh de ze was op zijno hoedo, had eenen stoofhaak gegrepen en deed dien met geweld op 't hoofd des moordenaars neerkomen. Deze wankelde en vluchtte door do nog oponstaande deur weg. 's Anderendags vond men zijn lijk in do rivier de Hauches. Spoorwegramp. Uit Philadelphia, dato 22 September, word aan Havas gemeld -Dezen morgon is eau expresslrein van den ij/.eren weg Pan Handle, op 12 mijlen oostwaarts van Columbus (Ohio-staat) en met eene snelheid van 40 mijlen per nur steomende, uit bet spoor geloopen. Vier wag gons, waarin reizigers zaten, zijn van eene helling gerold, die 30 voethoog was, en werden verbrijzeld. Vier reizigers werden gedood en veertig gewond. Men meldt uit Weeuen, 22 September Er worden te Belgrado drie Russische escadrons ingericht. De keizerlijke prius van Rusland heeft uan prins Milan een ryk versierd geweer gezonden, vergezeld van een eigenhan- digen brief. Een comiteit van Kretenzers, te Athene verblijvende, heeft aan den heer Gladstone een adres gezonden om hem te bedanken voor zijne werking tegen de wreedheden der Turken, in Bulèa:ió.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1876 | | pagina 3