Koning op Zee 889^ Abönrieménten voor de "Wërlnnan worHën"t ën allen tljüe aangenomen. of edele zeeschuimers; (vrij naar 't Engelsch). 15° Vervolg. De kommandant kwam. Men liet hem een schrift zien, een bevel des konings, om het lijk van Vonvcd aan den brenger voorde weduwe te geven. Ik ben den brenger, sprak baron Kimper en ik kom in den naam der weduwe 't lijk halen. Nu Ja nu, ge ziet, het order is formeel, en laat bij toe op eiken oo- genblik 't lijk to komen halen. Zeer wel, hoe eer hoe beter ik zal Ons heer bedanken, als dit ljjk uit mijn huis is. 'k Heb er vcrscheide nachten mijn slapen voor ge laten. Op eene halve uur was alles gereod het lijk van Vonvod werd zorgvuldig in een groot wit laken gewonden en op den lijkwagen ge plaatst. i de Baron en Dunraven hernamen hunne plaats in 't rijtnig en de treurige stoet verwijderde zich langzaam van het akelig verblijf. De oude Kommandant zag van op de brijg der sterkte de stoet achterna. De twee rijtuigen irouken langzaam do stad cjoor, zonder eenige ver. wondering op te wekken,want 't gebeurde dikwijls dat liet een of ander lijk naar verren afstand moest vervoerd worden. In 't voorgeborte der stad, werd de stap der peerden verhaast en toen do haroa uitgetreden was, na de bedroefde weduwe een hartlijk troostwoord te bobben toegestuurd, dan werd tie zweep op de peorden gelegd en men reed dapper aan, 3 geslagene uren, tot op oeno plaats waar de natuur eene kleine zeoliave had gevormd. Dunraven alleen stapte af hij wandelde op en neêr gedurig d'oogen naar do zee geruchtHelledonker was de nachten nogtans Dunraven scheen in de diepe verte der zee een zwart beweegbaar punt te ontdek ken, Hij stak een kluino vuurpijl in de lucht en wachtte. Weldra kwam er eene blauwe vlam in het zwart pant der zee en een weinig later hoorde men 't geklots van eenen naderenden boot Vier mannenstapten eraf, volgden Dunraven, namen1 'tlijk van Vonvcd op hunne armen en legden het op eene matras in den boot. Amelia, Wilhem en Dunraven' plaatsten zich insgelijks in den bootde twee rijtuigen keerden terug naar de stad en Dunraven gaf 't bevel van in zee testc- ken. Geen enkel woord word gesproken Amelia zat overkropt van droefheid, Wilhem snikte, Dunraven zag in alle wendingen de zee in, de vier matroozen riemden dapper aan. Na een kwartuurs deed Dunra- raven eene andere richting nemen en na een kwartuur gevaren te heb ben, zag men de schuit de kleine Amelia, die den hoot onderzijn eelei- do nam en ermeê naar de Schildpad, het prachtige zeeschip, vaarde. Alles was er gereed voor de ontvangst en 't lijk van den zeeroover werd oiuniddelijk in de groote Kabien gebracht. 47 Uren zijn verloopen sedort dat Amelia vaarwel heeft gezegd aan haren echtgenoot inde citaJel van Frederikshave. De Schildpad gevolgd van J.; Fregat, schommelt zacht op de zee, ongeveer 12 mijlen van het strand. Er hoerscht ongewone beweging op de Schildpad de matroo zen staan in groepkes bijeen, in ernstige samenspraak en van tijd tot tijd de oogen richtende naar den groep officieren. Beneden, in de groote Kabien, levert zich nog een vreemder vertoon aan onze oogen. Op eene talel meteen matras bedekt, ligt hét lichaam yau Lars Vonved, een wassen beeld gelijk een laken dekt dit lichaam tot aan den hals, maar het hoofd is ontbloot. Digt neven zit Amelia, no" doodsbieeker als het wezen waarop zij do oogen gevestigd houdt.' Een weinig verder staat Mads, zoo .onbeweegbaar als den mast tegen wel ken hij leuntluitenant Dunraven stapt over en weèr in de 'Kabien Lundc zie i.ij eene kleine talel, de oogen gevestigd naar een stuk perka ment, omtrent vier duimen breed, en waarnevens het gulden doosje liggen en den tand welken de oude Ivnut Vonved aan Amelia had bc- handigd. Drij lampen aan 't plafond gehecht, en geschokt door do zachte haren der zee worpen eene levendige klaarte in de Kabien. Dunraven kwam van tijd tot tijd naar 't perkament zien en onder zocht liet wel voor de twintigste maal, maar zender goeden uitslag. In liet doosken lagen nog eenigo stofjes geel poeier op het scheelken stond den datum als 't doosken gemaakt was-.=- 1175 en van onder stonden ouderwetsche letters, gelijk degene van 't perkament... Dunra ven nam met zijnen natten vinger eenige dier geelo stoijes en bracht zo aan zijne lippen. Er was noch smaak noch reuk aan. Vruchteloos gezocht murmelde Lundt. Ja vruchteloos, antwoordde Dunraven, en zelfs indien wij deze vreemds letters konden lezen, waartoe zou 't dienen De gravin heelt ons reeds verhaald, wat hij gezogd heeft... ^Dat hij alleen dit vreeselijk perkament kon uitcijfforen. Ja, maar, luitenant Dunraven, vreest gij niet dat zij, in hare hevi- •ge aandoening slecht zal v erstaan, misschien vergeten hebben Neen, dat geloof ik niet. Hij heeft gezegd dat dit geheimzinni" poeier, ingenomen volgens de onderrichtingen op 't perkament, hem aanstonds in eenen diepen doodslaap zou gedctfnpeld hebben, in eene volmaakte navolging van de dood, zoo volmaakt dat iedereen ër zou aan bedrogen geweest zijn. Die staat van dood moest 4S uren duren, en in dien tüsschentijd moesten wij trachten zijn zoogezegd lijk te krijgen, en aldus zijne verlossing bewerken. Tot hiertoe is alles gegaan, gelijk'hij voorzegd had. Zie zijn dien doodslaap en de dood zelve, geen tweelin gen Dit zeggende, toonde hij het ijskoud en zielloos lichaam van 'den zeeroover Ja, maar indien liet eens wezenlijk de dood ware Er is geene enkele rede om dit te vreezen. Hij is nog geen 48 uren in dien staat eh... Uit de horst van Amelia ontvloog een scherpe kreet en allen ijlden angstig naar het lijk. Zij zagen de doodskleur schielijk veranderen, do wenkbrauwen tril len Hij leeft hij leeftriep Amelia. Elke minuut was een eeuw. Dunraven uam 't laken weg en wreef de horstMads verwarmde de voeten tegen zijn hert, en snikte als een kind. Hij leeft o God zijno lidmaten beven zijne oogen gaan open hij leeft hij herkent ons hij tracht to spreken Mijn God hij is gered 't Was alzoo, te midden der klimmende aandoening zijner vrienden, dat Lars Vonvcd tot het leven terugkwam en juist als de 48 uren ten einde waren, liet hij een gezucht hooren, zag rondom zich en sloeg do armen omhoog gelijk iemand die ontwaakt. Bijna al 't Scheepsvolk was in of rond de Kabien en zelfs de hardste zeewolf weende op dit oogonbllk van vreugd en herkontenis. 't Leven 't leven Dunk zij God Ik leef Dit waren de eerste woorden van den graaf d'Elsiora, terwijl hij zijne welbeminde vrouw tegen zijn kloppend hart drukte. W. V. Aardrijskundig Raadsel. stad in Duiischland Spanje Rusland Frankrijk Belgis Zwitserland die in de Middenlandsche Zee stort Eene stad ijf ee Overijsel loiters eener de provinlie Een dorp Eene stad Europesche zee have Holland Namen Dnit.-ehland np do Mocsel in Belgisch- Luxembourg Vlaanderen 3p dn Noordzee - in Engeland De voorletters van boven naar beneden gelezen, moet een vermaarde veld slag in België geleverd, in deze eeuw, en de sluitletters van onder naar bo ven eenen in dn 14lle eeuw geleverd, vormen. 1° Prijs Handboek over landbouw-slofscheiding. 2id. Perspectif of door/iclitkunde. '3° id. Hofgevogelte. De Prijskamp sluit met Nieuwjaar. De oplossels mouten fra i Aug. DhulstKort rijkst raat te Deinzu. (J. B.) den worden a o gezou- Raadsel. Men vindt bet in d'aardo Van veld, tuin on gaarde. De landman maakt zieh kwaad En verplaatst kop en staart Raadselvriend, in den winter dan Mijd er u voorzichtig van... En vooraleer ik heb gedaan, Stel teen en kop al achter aan En een boom hebt ge voor u staan. V. D. W., St. Nikolaas. Eene slechte gewoonte. Eene gewoonte die bijna, voornamelijk m de steden, algemeen schijnt te worden, niet alleen onder de rijken maar zelfs onderdo burgers, zijn do klein voitüurkens waarin men de kinderen legt, in plaats van ze op den arm te dragen, gelijk het onze goede ouders deden. Het gebruik dier klein voituurkens, zegt een geneesheer, is aller slechtst. Het kind moet op de armen gedragen worden. Het, is zeker lastig voor dc vrouw, doch zulks is do wet dor natuur. Het is de na tuurlijke bestemming der vrouw haar kind te dragen, gelijk de boom zijn vruchten dragen moot. Daarenboven is de gewoonte van de kinderen gedurig te doen li^en, gansch tegenstrijdig aan hunnen wasdom. Gaat men nit, men iegthet .kind in zijn voituurken, komt men 'thuis, men legt het in zijne wieg. Hoe wilt gij dat de spieren die hot hoofd recht maken en houden de hals, de ruggegraat zicli ontwikkelen Wat meer is, wat wilt gij dat een kind dat ligt, anders doe dan sla pen Het slaapt in zijn voituurken gelijk in zijne wieg het schokke- len van het rijtuig neigt het tot. slapen. Het ziét dus niets, en het is be roofd van al de indrukken die het kind op de armen zijns moeders van alle kanten ontwaart. Hop- Geene vraag voor den uitvoer; prijsvan 110 tot 118. De Petrool slaat steeds op t'Ant«rpen. In de Granen, geene verande ring afslag van 0,20 c. voor de Boter.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1876 | | pagina 3