iiKiiiiiii), üen viii.niiöi,\. Echt verhaal uit onze dagen. 7d0 Vervolg. XIV. Geneesheer bij den troep. Ricardo achtte zich gelukkig van den grootsten politieken van Italië misleid te hebben, verliet Turijn, ging te Genua te scheep, stapte te Marseillen af en was na cenige dagen te Parijs. In die groote woelige stad scheen hij als uit de lucht gevallen en gebruikte de twee eerste dagen om de bijzonderste schoonheden der Fransche hoofdstad te zien. Dan begaf hij zich naar 't Ministerie met de brieven van Camillus en werd zeer wel ontvangen. Drij dagen nadien ontving hij zijne benoe ming, mits zijne bekwaamheid te toonen, van legerdoctoor zelfs was zijn traktement en den dag des afreis naar Krimée op 't stuk bepaald. Als preuf moest Ricardo voor eenige genecsheeren het been van eenen soldaat atzetten. Hij deed dit zoowel dat hem door de Geneesheers lofbetuigingen worden gestemd, op het stuk dat naar 't Ministerie ge zonden werd. Ricardo, zijne begeerten zoo good ziende uitvallen, vergat Turijn, Bolonië, Forli, zijn; bevelen en beloften. Krimés, zijne loopbaan van legerdoctoor vervulden zijn hoofd. Zijn vertrek bicef eenige maanden uitgesteld Ricardo had niets te doen, hij vergat in dio losbandige stad al de goede voornemens zijner rotrethij leerde er huizen van verderf kennen, die hij in Italië wel had hooren noemen, doch nimmer gezien, en de arme jongen dompelde zich tot over 't hoofd in den modderpoel der zonde,die den geest verblindt, het hart bederft en waarvan men zoo moeilijk terugkeert. Dat losbandi» leven kost veel en weldra geraakte Ricardo in den kremp, bijzooverre dat hij zijnen toevlucht nam tot de middelen hem door Licinio aangewe zen. Eens, in een koffijhuis, stelde hij zijnen bambuchstok in zijnen hoed- na een kwartuur w aclitens naderde een heer,dien hij nooit had gezien en liet behendig in zijne n hoed vijf goudstukl.cn van 20 fr. rollen. Als Ricardo buiten ging, wachtte die heer hem af en vroeg hem wie hij was, van waar hij kwam en voor welke zending. Ricardo voldeed aan die vragen in eenige korte woorden. Die heer drong aan, opdat hij bij hem zou blijven en bracht hem 's avonds in de logie ten huize van den Grootmeester Daar liep Ricardo 't grootste gevaar want toen de Grootmeester wierook had gebrand ter ocre van den helsclion Goost, dan hoorde men uit do tafel ecne vervaarlijke stem komen die riep De Italiaanscke vreemdeling, Ricardo, is een verrader. Op dio woorden trokken al de Vrijmetsers hunnen ponjaard of dolk- stok cn sprongen naar Iticardo toe, dio daar zonder verdedigin" en bleek als de dood zijn lot stond al te wachten. Geen ander uitvlucht zionde zoo bekende hij zijn verraad, maar verklaarde bereid to zijn zich op nieuw bij de sekte te laten inlijven. Hij werd eene tweede maal aanveerd bijna met dezelfde foimnlen als te Ravenna on kreeg den naam van' Iphierate. Dien nacht had er ccn groot eetmaal to zijner eer plaats en de arme jongen zag niet welke diepe afgrond hij voor zijne voetén kwam te openen. Al den tijd dien hij nog te Parijs verbleef, ontbrak er hem geen geld meer, en hij loefde meer als een dier dan als 'no mensch. Ricardo trad daar dieper in de geheime deugenieterijen der vrijmet selarij hij hoorde en zag hoe er geld gegeven werd om de goede zeden van 't volk te rooven, door het verspreiden van slechte boeken en op rechten vau lichte cn slechte huizen. Zekeren nacht zag hij in de lo°-ie drij geringe menschcn verschijnen, vergezeld van hunne kinderen, die beloven moesten, op groote bedreigingen van voor het Tribunaal' een geestelijk man te beschuldigen. Hot slachtoifer werd aangeduid en stond eenige dagen nadien in de liberale gazetten als een groot boosdoener. De ouders werden, op hun goed en leven, verantwoordelijk verklaard voorliet goed of slecht lukken der zaak. Toen rond 1 ure 's nachts Ricardo thuis kwam en toen eene herinne ring aan zijne mooder hom de menschelijke gevoelens teruggaf, toen riep hij in verontweerdiging uit 't Zijn duivels o mijnen God 't zijn duivels, die Vrijmetselaars Ja zeker, Ricardo; want duivels galleen kinnen zulke valschheden uitvinden. Eindelijk sloeg de uur van 't vertrek Ricardo scheepte in naar Kri- méo, voorzien van aanbevelingsbrieven voor eenige Fransche Generals. XV. Eene moodpoging verijdeld. Ricardo vond veel werk in 't kamp voor Sebastopol. De legers waren in t heetste der moordorij dtiizendeen duizende jonkhoilen sneuvelden. Weldra had de jonge Vrijmetser er de algemeene achting gewonnen, \an den eenen kant door de goedo aanbevelingen dio hem gegeven wa ren, van den anderen door zijne groote bekwaamheid in do chirurgie. Hij werd bijna aanzien als de knapste heelmeester van al degenen die d'arme gekwetste soldaten bezorgden. Intusschontijd werd er op hem gedacht, te Forli, alsmede te Turijn en tc Bolonië. To Forli was 't zijne oude moeder, die in de maand februari, van ver driet stierf Ricardo arme Ricardo zagdc d'arme vrouw zich ziok Moet eerst d'hand op z ij n harte Leggen. te bed leggende; Ricardo mijn Ricardo! riep zij in hare ijlkoorts, t Mensch stierf in do hoop van een boter leven Zij had zulk gelukkig leven gedroomd met haren Ricardo en de Vrijmetselarij was al dit geluk .komen verijdelon. Te Turijn ondervond Camillus 't bedrog van Ricardo er. liet hem over aan de wraak der broeders van Bolonië. Toon deze vernamen dat Ricardo naar den Krimée vertrokken was, veroordeelden zij hem ter dood in hunne zitting van 2 Maart en Tito, zijn vriend, werd benoemd om het vonnis uit te voeren. Tito ontving het bevel van zonder uitstel to ver trekken en m 't begin van April, scheepte hij in naar don Krimée. Daar aangekomen zijnde, begaf hij zich naar 't Piemonteesche kamp, kwam m betrekking met verscheide legeroversten dio -j deel maakten van de Vrijmetselarij en had, na eenige dagen, juiste inlichtingen over <la1<iarcl0 vernam dat deze als doctoor een fransch regiment bedien- üe en zoo behendig en zeker was in zijne kunst dat al de gekwetste transche-omciers, zelfs van ander regimenten, door hom wilden verzorgd worden. Tito hoorde overal mat den grootsten lof van Ricardo spreken doch zijn order was stellig, en hij wist dat or hem geen ander uiteindo over bleef dan Ricardo te vermoorden of zolf te sterven.... ziedaar waarde ongelukkigéh komen, die hunno ziel en hunne vrijheid aan de Vrijmet selarij verknopen Van zijnen kant wist Ricardo zeer wel dat de togie van Bolonië wraak zou nemen over zijnen afval en hield zich op de hoede hij had vrienden die gedurig ecu oog in 't zeil hielden over de ^Italianen die in 't kamp toekwamen; edoch vooraleer van iets verwittigd te zijn, bemerkte hij op zekeren dag de aanwezigheid van zijnen vriend Tito. Aanstonds be greep hij het doei zijner komst-, zonder er nogfans over verschrikt te zijn. Hij wapende zich met twee ponjaards en eenen revolver, deed eene burgerkleding aan en ging op zoek naar eene plaats waar hij zeker was an Tito te ontmoeten. Tito herkende hem niet, vermits Ricardo in fransche kleeding was, eenigo jaren verouderd, en een ernstig opko men had. Ricardo, ziende dat hij niet herkend was, dacht het oogenblik gunstig, om zich van zijn vijand te ontmaken en cone goede les te geven aan Je Vrymetselaarslogie van Bolonië. Het walgde hem wel van zijne handen te bevlekken met hot bloed van eenen vriend doch er was geen ander uitvlucht, Tito wandelde in eene eenzame plaats van Jt kamp er was niemand omtrent Nooit, dacht Ricardo, zal ik gunstiger ge legenheid vinden. Hij trok dus den ponjaard uit, ging reeht naar Tito, en plofte hem het moordend staal in den hals, onder den nek, hem zeg gende »'t Is Ricardo die u treft De ponjaard ging er dwarsdoor, en dc ongelukkige Vrijmetser stortte neer, zonder nog een enkele klank te konnen uitbrongon want hot bloed verstikte zijne stem. Door het val- len op do linker zijde, scheurde zijn kleed en Ricardo bemerkte eene brieventasch die in een geheimen zak stak Die brieventasch nemen en wegvluchten, was 't werk va» een oogenblik. Ricardo achtte zich ge lukkig van die brieventasch genomen te hebben, want er waren stuk ken in die ongetwijfeld de moordenaar zouden doen ontdekken hebben en voor 't gerecht brengen.Hij vond er 't bevel in van Ricardo te bewaken, in andere taal om te brongen, tien duizend franken in banknoten, cn brieven van de Italiaansche Grootmeester, die de woede van onzen Vrij metser ten hoogsten top brachtten. Wordt Voortgezet. - Een zeer beleefd man groette eenen vreemdeling dien hij in een compartiment van den yzerenweg ontmoette. Kent eii mii 5 vroe<* de vreemdeling, op eenen zeer ruwen toon. Neen, mijnheer antwoordde de eerste. Waarom neemt gy dan uwen hoed voor mij af» —Mis schien als ik u kende, zou ik hem opgehouden hebben Onlangs kwam er ne vent die 'non schrikkelijken mond had, alzoo een die gelijk met ceno koolsehop gestekt was, bij eenen doktor om eenen tand te doen trokken. Als de doctor begon aan zijn sleutel te werken, Mundus zette zijn mondjen open liet was gelijk een ovenbek en hij ging nog wijder gaan maar, laat maar, laat maar, 'lis gonoe°-' zei de doktor, als ik tanden trok, ik kan dat zonder geheel in den mond te kruipen. .-. O.) eene grafstede te Parijs heeft ccne tecdere wederhelft 't vol gende doen schrijven: Lieve echtgenoot, u in decs graf voreenigd ziende met uwen vader en uwe moeder, dat is de vcrvuilin" van al mijne wenschen. Loopende Nieuws. Op de bijzonderste ma Aten is^eene da ling van 25 a 50 centiemen gekomen voor tarwe, rogge en garst; te Leuven is de bloem 1 frank afgeslagen de koolzaadolie" staat 2 fr. minder er komt wat meer trok'in d'hop de petrool slaat nog gedurig af. Er is te Turnhout 'ne likeurstoker wegens frauduleus bankroet veroordeeld tot 10 jaar gevang en een zeer groote boet. Wij vernemen uit goede bron dat hare majesteit dc Koningin onlangs met een barer kinderen naar Malle is komen beêvaarden. Waar zijn ze nu die roepen dat al dc bedevaarders maar-goed zijn om. afgerost te worden 1 L it's Ilertogenbosch schrijven z'onsdat g'hecl d'omsireek een compleete zee is. In Amerika vechten dc Blanken en d'Indianeii. Wij beleven weer de bitterste kruisdagen: de lolingen Wanneer zal dat eens ver anderd worden Serbië wordt nu gram op Rusland. Er is te Weeneu in 't gevang 'ne man gestorven die er al 40 jaar zat.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1877 | | pagina 3