ricardo, hen mm^m. Echt verhaal uit onze dagen. 13',e Vervolg. Wat zij to Roomen doon, de dwazerikkenNietste drinken geven aan 't gemeen volk, dat babbelt en raast, de drankwinkels(*) afloopt en zijn eigen aan de galg praat.... G'hebt bier schoon te kla;.pen, maar ik zeg u dat ons zaken te Roomen zeer slecht staan; er is daar eene wak kere policie. Ricardo heeft gelijk, zegde een der oudste Broeders.. De vrucht is nog niet rijpEr moet op een ander manier gewerkt worden, met boeken, vlugschriften, gazetten, l'otographien, om het volk van de kwe- zerarij en 't Jesuitismus af to trokken; dan en dan alleen zullen wij meester van Roomen worden. Ricardo ging te Turijn bij de gravin Angelico het hem beleefde geld ontvangen en vertrok dan aanstonds naar zijne geboortestad Forli, zonder zelfs te Boloniö stil te blijven. Zijn eigen huis, welk hij daar had, nog Verhuurd zijnde, zoo ging hij bij zijnen boezemvriend Eugeen wonen. Al hoewel zij volkomen van denkwijze verschilden, waren hunne herten toch innig verbonden door eene ware vriendschap. Eugeen had mede lijden met zijn arme vriend, bad,deed bidden voor hem, was vriendelijk en dienstwillig, doch raakte nooit kwestion aan, die Ricardo's hert zouden verbitterd hebben. Mijn lieve vriend, zegde Ricardo hem,ik heb rust, volkomen rust noodig. Deze znlt gij hier vinden, antwoordde Eugeen; ik heb niet veel, maar toch brood genoeg voor ons getweën. Aanzie mijn huis als 't uwe. O't is geen geld dat ik ontbreek, maar gerustheid; ik heb midde len om verschelde jaren te leven... Er is veel geid door mijn handen gepasseerd voor anderen, doch ik heb er iets van behouden, Was het niet rechtveerdig, als ik mijn leven te pande stelde? Maar van waar kwam toch 't goud, dat gij zpo mildigrondstrooidet? Hé, van waar komt'lltaliaanschgoud? \Y^i^eten hetzelve niet... van alle Kanten een weinig. Ricardo bleef dus bij Eugeen, en sleet zijnen tijd in wandelen met zijn vriend, of in eene briefwisseling op Parijs en Turijn, llem bleef het vast in 't hoofd dat do Vrijmetsers te Roomen een verkeerd plan uitvoer den en tot niets zouden uitkomen. Dikwijls ontving hij brieven uitRoomen die hem verbitterden en treurig maakten Hij bleef vijfmaanden te Forli. Ik bad daar geruste dagen, schrijft Ricardo, in zijn aauteekeninzen. Eens wandelden zij op den schoone baan buiten de Roomsche poort. Ricardo zag er mijmerend uiten bracht tegen zijne gewoonte de samen spraak o\er den toestand van Roomen. Ja, zegde hij, 't een groote fout voor de Vrijmetselarij van door het springen van bommen, den schrik onder de bevolking te werpen, en van opentlijk de priesters en kloosterlingen te vervolgen. Eu>reen Zaf verwonderd op: Gij drukt daar een gedacht uit, dat ik voor u niet zou hebben durven uitspreken. 01 ik. versta de rede; maar de waarheid voor alles; ik ben voor 'tPriestergeslacht niet, doch de Vrijmetselarij handelt uitzinnig met iets te willen dat geen plaats grijpen kan; Italië is Katholiek in merg en heen en innig vastgekleefd aan zijne Priesters en kloosterlingen; er is bijna geen Familie of zij heeft een barer leden Priester of Religieus; daarbij, eene ontelbare menigte kunsteuaars en ambachtmans leven bij de Ker ken, en duizende armen worden in do kloosters gespijsd 't Is waar, maar hoe komt het dit de Vrijmetselarij zoo dwaas handelt? Do kopstukken redeneeren niet; zij weten wol dat da Italianen vurige katliolyken zijn, maar zij hopen dat de Overheid zal toegevend zijn en dat de schrik onder 't goed volk zal komen. Geloof mij, Eugeeu, zonder de hulp van den machtigen Bondgenoot uit Frankrijk, zal do Vrijmetselarij Italië niet krijgen. Hoe komt het dat de ber Meneerde Vrijmetselaars die dwaze wer king niet aanduiden Eugeen, mijn vriend, mag een Vrijmetselaar nog redeneeren? Wij zijn door een doiinnen, blinden eed gebonden.... Er wordt in onze rangen maar eene zaak gevreesd: DE PONJAARD! Eilaas! Toen zij van de wandeling terugkeerden, zegde Ricardo: Gij weet zeker al, mijn vriend, dat ik de naaste week terugkeer naar Roomen Naar Roomen? gij gekscheert zeker! fteen't is gemeend, ik moet vertrekken; er is niets aan to doen.Mijn goede vriend, nu meer dan ooit begin ik uwe geuegeuheid te waar- doeren. Ricardo gebruikte de cenige dagen die hij nog over had, om zijne za ken te verdienen; hij verkocht het huis zijner Ouders, vertroic naar Livorno, nam daar 't schip voir Civita- Vecchia en begaf zich naar Roomen, met eene compagnie Franschmaus Eugeen. had hij voor zijn vertrok tot zijnen vriend gezegd: ik voel eene irrootc behoefte om u dikwijls te schrijven en van u nieuws tc ont vangen. Gausch mijn hert wil ik u openen; doch, voor 't geval dat de Policie onze brieven zou nemen, ziehier een middel om ons geheim to bewaren. Ricardo nam twee bladeren dik papier,sneed er meteen pennemes in, links, rcclits, gelijk 't vallen wilde, en maakte aldus, 't geen de school jongens noemen ruitjespapior. Neem een dezer bladen, Z6gde hij, en bewaar ze altoos. Ik zul de andere houden en als ik uiets geheim wil meêdeelen, in de openings .os schrijven Als mijn brief u toekomt, leg uw ruitjespapier, met de letter langs boven,op den brief, en gij alleen zult hem komien ontcïjtferen. 'tls behendig! zegde Eugeen. Al doende leert men, antwoordde 'Ricardo; doch houd dit geheim voor u. Iu Roomuii /.iju goeno herbergen, maar drankwinkels; die dursl heeft gaat aan den loog, neemt- zijn gelag en vertrekt, 't Romeinsch volk is edel in zijne vermaken; z.-lfs kleine hurgers lialen er hun hart op met een open r\j- lui" te huren >;n de prachtige wauilsliugeu te doorloopun. l-Jedeu z'jn de kerk- c-u kloostergoederen geroofd eu men heeft nog meer de arme raenschen bes.olen dau de eigenaars I2r zijn veel min kloosteis in Italic, maar er zijn drydobbel meer arme menschen en prisons. XXVII. Op nieuw te Roomen. Ricardo stapte te Roomen af, zette zijn reispak in een hótul en vroeg een rijtuig voor het koüijhuis N uovo op den Corso. Na er eene limonade f;enomen te hebben, wandelde hij oen weinig op en nêer,zijnen stole op de inker schouder. Aanstonds werd hij dcor een Kopstuk der Vrymetselary aangesproken met de woordenLa perduta! Ricardo gat 't ordewoord: Savoia, en zij gingen een weinig op zij, om op hun gemakte kunnen klappen. at Ricardo hoorde, moest hem misnoegen en verbitteren, want hij werd rood, wrong de vuisten en schudde het hoofd. Eindelijk zijn wezen met de handen bedekkende, zegde hij -. Wij zijn verloren! verloren!... Die schuren in brand steken welke dwaasheid De Romeinen zullen u nog met stokken uit de stad slaan.... Eu zoover zijt gij geraakt na vijf maanden. Waar zijn de mannen van 't komiteit D'een gebannon,tUander in 't gevang? En hebben de gevangenen ons verraden 't Schijnt van neen Ja betrouwt er u opHoe heeft 't Nationaal Kom!t ;it- zoo dwaas kunnen handelen J uist kan ik dat niet zeggend'orJers kwamen uit Turijn, misschien van Mazzini zelf En wie bestuurt de zaken nu? Manlio. Dit dwaashoofd! Och, waarom ben ik naar Roome teruggekomen? M. Ricardo, ge ziet de zaken slecht inW'hebben dezen avo id bij eenkomst aan den theater,in de straat Torsangingna, N"...kom er heêni Daar kmuen! om door do gendarmen vastgegrepen to worden Hoor zeg aan Manlio dat ik te Roomen hen en hem overmorgen ten 8 ure verwacht aan de Porta Pia. Vandaar ging Ricardo bij M"™ Cecilia, zijn oud logist; de kamers wa ren roods ingenomen door oen Napolitaan, van wie Cociha ailen lof sprak; doch ze wees hem naar de Subarrastraat, bij zekere madam Rita die een appartement te verhuren had. Ricardo ging or, was te vrede over de kamers en don prijs, deed zijn reispak haieu en madam Rita ging met lachende gelaat aan do buurvrou wen verhalen dat zij liaro kamers aan doetoor Ricardo, een trellëlijke Fransckiuan had verhuurd. J uist op slag van S ure, daags nadien, wandelde Ricardo, buiten do Porto P1 uluj had oen stok Vrijinagonsge wijze, er naderde een rijtuig. Zou die Kerel per voituur komen? dacht Ricardo: inderdaad, Manlio, van zeer gemeene afkomst, een hasser op de rij Ken, een preöker van gelijkheid, i.wam iu rijtuig naar don rendez-vous Hij had een lachende, mieue en hogon met Ricardo gerust te stollen en gouden hergen te beloven. Ricardo zag wel dat er geen middel was om dien opgewon den kerel tot voorzichtigheid te brengen, maar drong aan opdat mj al de papieren der logie in eene verzekerde plaats zou doen brengen. O, zegde Manlio, wees gerust; die papieren liggen bij mij zeer wel verborgen Maar, indien de gendarmen eens kwamen huiszoek doen? Satan zelt zou ze niet vinden; ze liggen op een gelieimo plaats, in den muurKom eens zien Die samenspraak had plaas den 18 februari; den2ü5Un der zelfde maand kwamen de gendarmen 's nachts in 't iiuis van Manlio, en hielden den kerel aan, met nóg twee gezellen die daar soupeerden. Manlio, wol go- bonden, zag met v erstoinnnng de gendarius recht naar de geheime kas- kes inden muur gaan eu er al de papieren uitnemeu; donzeiiden nacht werden te Roomen bijna 40 Vrijmetsers aangehouden. Ziedaar, selireef Ricardo aan zijn vriend, wat éeu man door zijn onvoorzichtigheid kan te weeg i.rengen. - Wordt voortgezet. Overzicht Wie is er ilie in de/en lijd aau zyn eigen niet vraagtllou is 'l, hoe mag nu iu den Oosten zijn Lea moeielijke vraag! Dat al d' ad- vokutcu van Europa er hunnen hemel kouden meé winnen, kvvest geraakte er éeuen iu 't Ilemelsch Jerusalem 'k en oordeele niet, maar 'k iwijlële. Die vraag nopens den Oostenis duister, zwaar, giof, poiutiljeus, scabreus, subtiel, kopbrekend voor du fijnste diploiuulen eu zal misschien hals- en beenbrekeud worden voor vele ouschuldige jongens. Laat ons nu toch riskeereu er 't een en t ander ever te zeggen; valt net schooner uit als wij voorzeggen, des te beter, is de toekomst slechter, ons sshuld is het niet. Primo dus, volgt mij op De vi ede lusschen Turkije en Serbie blijft gesloten. Dat is een afgedaue zaak. Sec undo. Met Mon.enegro is de Turk nog niet effen, omivdewil dal Montegro door deu Rus opgemaakt wordt. - Tertio. De Russissche generaal. Ignatiof, die hij de groote Mogendheden gozouden was om de kaart van Rusland schoon te leggen, heelt zooveel appelen als peèreu gekregen. De Rus moet vroeger opstaan om Engclaud of Frankrijk le palotten: - Mijn lieve kozijn, zegde Engeland hem, wij willen u helpen om den Turk iu goeie plooien te b:engeu en to doen ontwapenen, maar dan moet gij, Rus, ook un soldaten naar huis zenden. Maar Iguatiel luisierde langs dien kant nieten Engeland trok zijn land terug. Quin to, ten vierden er zijn er die willen hebben dat de Rus, op lè apul den oorlog zal beginnen. Dit staat gedrukt in verscheid» giooiegazetten Quinto, ten vijfden, t ziet erin Turkije maar vies uitde volkeren worden er katijvig tegen deu Rus. Sexto lu 't Kei zerrijk Pruisen heerschen werkgebrek, e.lei.den, stilstand en achteruitgang van handel eu uyverheid. lu 't distrikt Essen, waar de Kanonneukeizer Krupp regeert, loopen de arbeiders bij honderden hég de spoortreinen zitten dage lijks vol van hongerige land, verhuizers die naar Nederland, Frankrijk oi de zee over, m Amerika, gaan brood zoeken Men vreest ei1 voor de Commune en daarom zijner die denkeu dat IJismarck een buiter.!-tnschen oorlog zoeki. Wee die de Kerk vervolgen staat er geschreven. Pater Abraham Saneia Clara vergelijkt de slechte advo- katen aan zalmen, omdat geen visoh zonderlinger sprongen doet dan deze. Zoo gelijk, zalmen, hebben dandet week de slechte advokaten gesprongen. Ze durlden immers houden slaan dat de kal vacade van Halt- Vasten eene onschuldige zaak was!... Het treffelijk volk van Brussel denkt er anders over; 35ÜÜ man hebben legen die Goddelooze kavalcade publiek geteekend, en ouder deze treil men een der edels.e lamilicu van 't Land, voor wiens paleis de Geuzen spottender wijze de Benediklie met 't li. Sacrament gaven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Werkman | 1877 | | pagina 3