RICARDO, DEÏ\ VRIJMAAN.
Echt verhaal uit onze dagen.
14'i« Vervolg.
XXX. Ricardo wordt berispt.
Den dag na de aanhouding tc Roomen der 40 Vrijmapons,
klopte Cecilia reeds van ten 7 uren aan de deur van madame
Rita.
Wie mag er nu al zijn? vroeg deze, aarzelende van te ope
nen.
't Ben ik, madame Rita, ik, Cecilia, wees niet ongerust en
doe open.
Madame Rita deed open en Cecilia verhaalde haar, met de tranen
in de oogen, dat haar kamerbewoner, dien zij als een treffelijk en
gezet man had aanzien, dien nacht door vier gendarms van zijn
bed was gehaald: Wie zou dat gepeisd hebben? klaagde zij. Mag
'ne mensch zich nu nog op iemand betrouwen.
Arme madam CeciliaIk beklaag u Hoe groot moest uw
schrik niet geweest zijn. Maar nu komt gij mij toch M. Ricardo
niet ontnemen, zeker!
Hoe kunt gij zulks peizen, mijn goede madame Rita... Ik
heb u mijnheer Ricardo gezonden ik benijd uw geluk v.iu zoo
'nen braven heer in huis te hebbenmaar hem u ontnemenwat
peist gij welIk kwam alleenelijk om hem dit droef geval te ver
tellen.
Ricardo, van op zijne kamer de stem zijner oude huisbazin ge
hoord hebbende, kwam beneden om haar den goeden dag te zeg
gen aanstonds begon zij hare lamentatiën over de valschheid der
mensehen, en den schrik in haar lijf.
Wie zou dit ooit gepeisd hebben? zegde zij. In mijn huis
een vrijmayon hebben Ha, 't was daarom dat hij zoo geheim
zinnig bleef... En God weet hoe lang mijne kamers nu zullen leeg
staan
Stel u gerust, madame Cecilia, zegde Ricardo haar; ik zal
u wel eenen anderen heer beschikken; ik zou zelve geerne ko
men maar er is geene enkele rede om madam Rita te verlaten
en ik ben hier beier gehuisd voor mijne zaken.
Ik zal maar patiencie moeten nemen, zegde Cecilia weg
gaande.
De brave ziel had patiëntie, maar eene uur nadien wisten al hare
kennissen 't geval, van 't naaldeken tot den draad, met uitlegging
van den grootcn schrik'dien zij gekregen had; en inderdaad die
schrik moest zeer hevig geweest zijn; want korts nadien ging 't
mensch te bed liggen en rond 't einde der maand maart, lag zij op
't Kerkhof.
Ganseh Roome door, in winkels en drankhuizen, op straten en
markten, werd verseheide dagen lang van niets gesproken dan van
die groole aanhouding. De gevoelen waren verdeeld, gelijk het
gewon el ijk gaat; eenigen keurden de strengheid van't Goeverne-
ment af, anderen keurden ze goeder waren er die uitvielen tegen
de Vrijmagons en anderen tegen 't verraad en de lastertaal. Hier
beweerde men dat er nog meer aanhoudingen gingen gebeuren
op een ander plaats werd gezegd dat de Staal geen prisons ge
noeg had om al de Vrijmetsers te houden en de koorden der Gen
darmerie ontoereikend.
Gedurende verscheidene dagen was Ricardo zeer treurig, en
madame Rita begon te vreezen dal hij spijt had van bij haar ge
bleven te zijn; maar er was eene andere rede, welke wij den le
zer kunnen bekend maken, dank aan de papieren van Ricardo, die
ons zijn medegedeeld.
Ha die groole aanhouding, had Ricardo, in de bitterheden van
zijn hert, aan de Grootmeesters geschreven, over de dwaze wer
kingen van Manlio en konsoorlen. Middelerwijl hield hij zich ont
ledig met te redden wat er van de schipbreuk overbleef; doch hij
ging met de grootste voorzichtigheid te werk; in zijn huis was
noch brief, noch eenig ander schrift van Vrijmaconschen oor
sprong; nooit vergaderde hij de Broeders in eene plaats; zelfs
hield hij zoo weinig bijeenkomsten als 'l eenigzins mogelijk was
hij sprak de mannen aan ter loops, nu eens, op de wandeling,
dan in een treffelijk koffijhuis, in winkels of fabrieken en spelde
hun daar de les op.
Al wat tot hier toe gedaan is, zegde en schreef hij, deugt
niet; onlusten verwekken, de feesten stooren, brand stichten, dat
zijn eerlooze of r.ulteloozc zaken. De zekerste middel is van tot bij
de kopstukken des Gouvernemonls te dringen en daar zaken te
doen verrichten, nadeelig aan hunne, en voordcelig aan onze be
langenWhebben overal vrienden, maar ze zijn te bevreesd;
wij moeten,daar onbevreesde Broeders hebben, die locgang krij
gen bij de Prefekten en Ministers, zelfs bij de de Kardinalen, en
zich door hun godvruchtig gedrag doen onderscheiden, deel ma
kendevan Congregatiën, neerstig de sermoenen hoorende. Om in
de goede gunst der grooten te komen, is er niets noodig dan hun
in a'llcs en altijd gelijk te geven en te vleien. Dan begint men kwaad
in te fluisteren van de beclieuden die geen Vrijmetsers zijn; men
ondersteunt de magazijnen en winkels door Vrijmetsers gehouden,
en zoo gebeurt het dat imenig welmeenend Goeverrement zijn
eigen ondergang bewerktNiets is zoo machtig als de vleierij,
voegde Ricardo erbij.... Om tot ons doel te geraken moeten wij
geleerde mannen hebben, die ontzag opwekken, mannen van rond
de 50 jaren... Men late de jonkheden aan hun vermaak, dierwijze
worden zij toch de onze!
Ricardo had reeds vele aanhangers van dit fijn plan gewonnen;
doch de partij der heethoofden klocg hem aan als nevrecsd en
onwetend, en zekeren dag ontving Ricardo van de Grootmeesters
eenen brief van berisping, die hem van woede deed opspringen.
Weihoe, riep hij, zoo wordt ik behandeld, ik die dagelijks
mijn leven te pande stel!.... Eu ik zoü bij dit kanailje blijven
Ik heb mij eens vrijgevochten en zal het ten tweedenmale doen!...
Wat hebben zij mij gegeVen Beloften, anders niets en nu den
naam van poltron en lafaard Nu bedreigen zc mij
Ricardo was zoo hevig ontsteld dat hij in drij dagen geenen
voet uit zijne kamer zette, en vreesde van eene groole ziekte te
zullen doen doch een spuwdrank verloste hem van een groote
hoeveelheid gal en stelde hem nopens 'l punt der gezondheid ge
rust.
De arme jongeling kon lol geen besluit komen nooit was hij
met zijn volle toestemming bij de vnjmagons geweest maar men
geeft daar zijn ontslag niet gelijk in een sociëteit, men verlaat de
logie niet gelijk een klooster de dood alleen kan dien band bre
ken de natuurlijke dood, of de dood door den ponjaar
Verseheide malen nam hij de pen in d' hand om zijn ontslag
der logie te zenden doch de gevolgen, de vvreede gevolgen de
den hem aarzelen.
Dusdanig is het lot dergenen die hunne ziel aan de Vrijmetse
larij verkoopen hunne bekeering is bijna onmogelijk z'hcbben
zelfs de vrijheid niet meer van t'overwegen want indien zij hun
gezond oordeel tewerkstellen en de boosheid hunner handelwijze
inzien, dan liooren zij de donderende slem van Lucifer Bij
mijne sekte blijven of STERVEN. Arme vrijmetser! hem is het
niet geoorloofd achteruil, rondom zich te zien; hij moet vooruit,
blindelings vooruitg'hcel zijn leven lang
En 't zijn zulke schandelijke slaven, die durven spotten met
d'Onfhalbaarheid des Pauzes, niet de Mijsteriên onzes Geloofs, met
onze gehoorzaamheid aan de Geestelijkheid in zaken die 't Geloof
aangaan 1 O de dwaashoofden
(Wordt voortgezet.)
Modellen.
Model van testament. In zeker sterfhuis vond men het vol
gende TestatlientIk. heb weinig, ik ben veel schuldig, en al liet
overige laat ik aan den armen.
Model van uithangbord. 'ne Kleermakersgast was écn jaar te
Brussel geweest en twee te Brussel; daarom schreef hij op zijn iitrien
un due a Bruxelle et deux anc a Paris. (Bén ezel te Brussel en twee ezels
te Parijs.)
Model van willekom. De baronnes Hooghart kwam in haar
dorp en werd verwillekomd alsvolgt - Madame, blijf hier niet, lang,
wy vragen het u, omdewille van uw kostelijke gezondheid. De ziekte is
onder ons beesten, en d'eene sterft achter d'andere. Die baronnes
moest niet veel goed doen op haar dorp.
Model van huishouden. Mijn vrouw, zegde-iemand, z'hoeft or
der o, zulk order vindt men nergens Eenige minuten later baalde
hij zijnen neusdoek uit 't was een kinderhemdeken
Model van vraag. Koben sliep bij Hans, zijnen meester; en
Hans vroeg aan Koben Keben, slaap ik Ja'g, baas. 't ls wel
Aan een [eeslmaal. Mijnbeer, wil u van aardappelen bedienen? als
hst u belieftdat eet ik te buis.
Mijnheer, mag ik u nog een glas bier schinken? Ik dank u, wijn
is goed genoeg.
Dal was verkeerd. Cicero, de Romeinsche redenaar, zag eens zijnen
schoonzoon,die zeer klein was, met een lang zweerd op de zijde,en riep:
»Wien heeft toch mijnen schoonzoon aan dit zwoerd gebonden.!
Veroordeelingen van hetFramagonnismus.
Door liet overgroot getal iogiën.en leden welke deze secte telt, door
den invloed dien zij uitoefent, door hare aanslagen tegenjallcs wat heilig
en eerbied weer dig voorkomt, is zij hoogst gevaarlijk voor de samenle-
V"vex>ders het liberalismus, somtijds misschien zonder dat do liberalen
het weten of willen weten,bewerkt en bevoordodigtde Framagonnerij.
Men begrijpt lichtelijk dat eene zoo machtige sekte, dio geheel de
wereld door bestaat,meorinaals da waakzaamheid der gouvernementen
verwekte en bon verplichte maatregelen te nemen. Inderdaad de fra
magonnerij, die opkwam in Engeland 't jaar 1717, en die in 1721 reeds
op liet vaste land gebracht wierd, is van 1733 tot 1814 door de wereld
lijke overheid twee-en-zeventig maal veroordeeld en verboden geweest,
namenlijk in Holland, -Frankrijk, Duitschland, Toskanen, de Oosten-
rljksche Nederlanden, Saxen, Zweden, Zwitserland, Spanje,.Portugal
Turkijen, Napens, en Sicilïën,Oostenrijk, Sardiuiên, Beijeren, Rusland,
1 De pauzen Element XII en Benotiktus XIV, in de achttiende eeuw,
Pius VII, on Leo XII, Pius VIII, Gregorius XVI, Pius IX, in de negen
tiende eeuw, hebben de framagons sekte gedoemd en in den kerkban
geslagen alwie er aan toebehoort.